Gary Davis:
„Paspoort
leen grap..'.'
Door Henk Kolb
WASHINGTON - Ten kantore van de Amerikaanse ambas
sade in Parijs deed Gary Davis op 25 mei 1948 formeel
afstand van zijn Amerikaans staatsburgerschap en riep
zichzelf uit tot „wereldburger nummer één.
Als een formeel statenloze, zonder geldig reisdocument, doch gewapend
met uitgebreide kennis omtrent de VN-statuten omtrent de rechten van
de mensen, alsmede een zelfontworpen "wereldpaspoort" bouwde hij
vervolgens in voortdurend conflict met autoriteiten een opmerkelijke
carrière, hij zat 27 maal in 20 landen in de gevangenis.
Davis (51) bleef zodoende jarenlang in het krantennieuws, maar hoewel hij
zich anno 1953 tot leider van een wereldregering uitriep, scheen hij zich
de laatste jaren toch tot de meer burgerlijke aspecten van het bestaan
betrekkelijk geruisloos te hebben bekeerd. De hardnekkige beheerder
van een vooralsnog niet te verwerkelijken ideaal echter, verkeert in
goede gezondheid te Washington DC. in de Verenigde Staten, is nog
steeds in voortdurende strijd gewikkeld met rechterlijke instanties in
Zwitserland. Frankrijk én zijn voormalig vaderland, doch staat aan het
hoofd van een bureel met negen man personeel, die dagelijks een stapel
tje wereldpaspoorten naar alle windstreken van de aarde verzenden.
Een utopie
Eén wereld, één wereldregering, geen grenzen; een utopie, ontsproten aan
een brein dat voor de alledaagse werkelijkheid geen plaats biedt, uto
pisch denkwerk van een voormalig bommenwerperpiloot, zoon van een
befaamd leider van een society dansorkest, officieel genaamd Sol Gar-
reth David, genoemd echter Garry Davis.
„Het woord "utopie", zegt hij zonder aarzelen, „heeft voor mij geen bete
kenis. Immers de elektronische revolutie van vandaag, was de utopie
van gisteren. De geest van de mensen moet worden bevrijd. De mens
aanvaardt wel een wereldwijd leven dank zij ogenblikkelijke communi
catie. maar leeft politiek nog in de 18e eeuw". Ander citaat: „De Ver
enigde Naties zijn een illusoire autoriteit Oorlog moet worden verbo
den. Wij waren, destijds, voor op onze tijd. Onze gevoelens werden in
beginsel gedeeld. Wij moesten uitvinden hoe wij als wereldburgers moe
ten handelen. Dit heeft 30 jaar in beslag genomen"
De 30 jaar zijn aan Gary Davis niet onopgemerkt voorbijgegaan. Vele jaren
geleden; kort geknipt haar en een gladgeschoren gelaat. Thans: tot diep
in de nek afhangend sterk vergrijsd haar en een baardje. De indruk van
een tot op de draad kaal gereinigd donkerblauw kostuum wordt geheel
teniet gedaan door een paar helder bruine schoenen. Niettemin geniet
hij een onmiskenbaar gezag onder zijn negen personeelsleden, op een
verfrommelde secretaresse na (die opzichtige diepe bewondering koes
tert voor de meester) voorwaardelijk in vrijheid gestelden, wier salaris
voor lichte administratieve arbeid voor de helft door de regering wordt
bekostigd. Zo paart Gary Davis zuinigheid aan maatschappelijk hulpbe
toon.
Andere tijden
Het zijn andere tijden vandaag de dag dan zijn gloriedagen in Parijs in
1948, toen hij een schamel tentje opsloeg-voor het VN-hoofdkwartier op
"internationaal grondgebied" en dwingende geschriften afleverde die
"wereld-wetten" bepleitten. In die dagen betuigden mannen als Albert
Camus, Jean-Paul Sartre. Richard Wright. Albert Einstein, Albert
Schweitzer, Carlo Levi. Andre Gide, Andre Breton en Francois Mauriac
hem hun steun en pakten 20.000 Parijzenaars zich samen om hem te
horen spreken.
Davis' wereldbeweging bestaat nog steeds. De naam is nu „World Service
Authority", een organisatie zonder winstoogmerk gesticht ter toepas
sing van de mensenrechten, met kantoren in Bazel, Londen en Washing
ton Van de "World Service Authority" vertegenwoordigt Galy Davis de
autoriteit en gedachtig de woorden van McLuhan dat de wereld valt te
organiseren tot het bereik van de communicatiemiddelen, is het kantoor
te Washington sinds kort aangesloten op een computer, ter betere ver
werking van de statistische gegevens. Vooralsnog is dit systeem niet
meer dan een nogal onbetrouwbare chaos, een feit dat Gary Davis, die
immers ook nog over een telex beschikt, alsmede grote stapels variërend
drukwerk, niet in het minst uit het lood slaat.
De voormalige acteur Davis, die ooit in het begintijdperk van de televisie
namens CBS de eerste show met gevarieerd amusement presenteerde
en een grote toekomst leek te hebben als komediant, wenst als leider van
de wereldbeweging zonder meer ernstig te worden genomen. Zijn pro-
paganda-pamfletten noemen als houders van een wereldpaspoort men
sen met wie niet valt te spotten: Yehudi Menuhin. de geleerde Isaac
Asimov. de zwarte voorman Dick Gregory, voormalig president Gerald
Ford, de burgemeester van Ramallah op de Jordaanse Westoever Karnn
Khalef, acteurs zoals Peter Ustinov, de Franse president Giscard d'Es-
taing, Indira Ghandi en de verbannen Russische musicus Rostropo-
vitch.
Vanuit het kantoor in het National Press Building te Washington gaan,
zegt Davis, per maand 700 wereld paspoorten de deur uit. Het totale
aantal dragers van dit identiteitsbewijs beloopt thans 40.000. uitgereikt
aan inwoners van 155 landen. Een complete wereldburgeruitrusting, die
registratiebewijs, geboortebewijs en paspoort omvat, kost ongeveer
f 150. maar wie met voldoende geloofwaardigheid op het aanvraagfor
mulier vermeldt armlastig te zijn. krijgt alles voor niets Davis' organisa
tie, waaraan hij slechts een onkostenvergoeding ontleent, heeft een in
komen van omstreeks een half miljoen gulden per jaar en dat is maar
ternauwernood voldoende om de kosten van kantoren, personeel en
vooral veel drukwerk (het paspoort heeft zojuist zijn derde druk beleefd)
te dekken.
Te laag cijfer
De computer spuugt voor Nederland een cijfer uit. Ons land telt 305
wereldburgers. „Dat is", zegt Davis wat zorgelijk, „vermoedelijk een te
laag cijfer. Het kunnen er duizenden zijn De computer gaat maar tot
1974. Het baart hem kennelijk zorgen, ook al draagt hij de Nederlandse
autoriteiten allerminst een warm hart toe blijkens zijn slordig gedrukt
boekwerkje "De wereld is mijn land". In december 1956 is hij volgens
zijn zeggen uiterst slordig en pijnlijk door de rijkspolitie op de luchtha
ven "skipholt" behandeld, waar hij werd vastgehouden vanwege het
niet in zijn bezit hebben van een geldig reisdocument, en waar hij moest
worden overmeesterd, nadat hij in het wachtlokaal enkele gordijnen van
de muur had gerukt als protest tegen het feit dat het hem niet werd
toegestaan e .-n telefoongesprek te voeren.
Davis laat bru ven zien met aanvragen voor paspoorten. Het blijkt dat ccn
rederij bedr jf uit Liberia voor een van zijn scheepsbemanningen de
paspoorten wenst, andere aanvragen komen van handelsondernemin
gen in Afrikaanse landen als Nigeria. Davis verklaart dat zijn reisdocu
ment soms van pas komt wanneer het oorspronkelijke paspoort om
welke redenen dan ook problemen oplevert, zoals Rhodesische pas
poorten bijvoorbeeld. Het is in dit verband aardig te weten dat een land
als Zambia Davis' reisbewijs formeel als document van waarde en gel
digheid heeft aanvaard.
Pragmatici
Gary Davis: „Wij zijn pragmatici. Wereld-pragmatici. Toen ik uit India
terugkwam had ik 14 visa in myn wereldpaspoort. Het werkt kennelijk.
Grenzen zijn een mythe, die de mensen aanvaarden. Wij hebben vooral
een opvoedende taak. Het paspoort, aanvankelijk gedrukt in Engels en
Esperanto, geelt nu toelichting in zeven talen, waaronder Russisch en
Esperanto. Paspoorten...". Davis staart een moment voor zich uit in het
schamele vergezicht van zijn kantoor met sleets meubilair. Dan: „Pas
poorten zijn grappen. Vogels en koeien hebben ook geen paspoorten
Die zijn allemaal vrij geboren, maar de mens legt zich aan de ket
ting".
Momenteel gaat twee derde van zijn paspoorten naar vluchtelingen en
andere statenlozen. Naar de zwervers, de machtelozen en de hongerigen
voor wie ook Davis niets kan doen, maar die hij terecht dank zij zijn fraai
gedrukt maar nogal betekenisloos document, uitroept tot burgers van
deze wereld, tegenover wie deze wereld verantwoordelijkheid draagt.
Vluchtelingen, politieke gevangenen voor wie Davis gratis althans een
stukje identiteit ter beschikking houdt. Want. zegt Davis, zij zijn de
slachtoffers van de wetteloosheid in de wereld. Wij proberen met onze
beweging te overleven. De tijd voor ons idee is gekomen.
Staatssecretaris mr. K.H. Beyen bij de Chinese Muur Geen bezoeker ontkomt eraan
DEN HAAG - Mr. Kami Herman Beyen (55) zit sedert 9 januari 1978 in het kabinet-Van Agt als
staatssecretaris van economische zaken op een geheel nieuwe stoel. Zijn komst was tekenend voor de
nieuwe koers die Nederland vaart bij de exportbevordering, gezien de economische terugval en met
name de verslechterende positie van onze uitvoer, die dit jaar onder meer is af te lezen aan een negatief
resultaat van de betalingsbalans
Beyen was achtereenvolgens advocaatvoor het ministerie van financiën werkzaam in de VS lid van het
ternationaal secretariaat van d eNAVO in Parijs,in dienst van diverse bankeoncernsen laatstelijk lid
de Amro-bank, hoofd van het buitenlands bedrijf en bekleedde diverse
i de raad van best
functies op het gebied
Nu deze bewindsman
opkrikken van t
dusver. Dat gebeurt mede aan de hand
i contacten te leggen. Beyen besteedt een groot deel van zijn tijd
'i handelscontacten met het buitenland,
t zijn internationale ervaring bijna een jaar werkt in het kader van het
geeft hij in bijgaand verhaal enige indrukken van zijn wedervaren tol
China.die ten doel hadop regeringsm-
het maken van reizen om
Nederland en zijn mogelijkheden elders onder de aandacht te brengen
Door Kees Cornelisse
DEN HAAG - „In China be
staan grote mogelijkheden
voor de Nederlandse in
dustrie, maar ook kunnen
wij een rol spelen bij de
stijgende export van Chi
na naar Europa, gezien on
ze gunstige ligging en onze
internationale handelser
varing"
Aldus de conclusie van staatssecre
taris mr. K. H. Beyen (buitenlandse
handel) in een gesprek naar aanlei
ding van zijn reis naar dat land ter
bevordering van de export en over
de exportzaken in het algemeen.
Over de kans dat de Nederlandse
export volgend jaar zal stijgen, is de
bewindsman gematigd optimis
tisch.
Tijdens zijn bezoek van een week
was duidelijk te merken dat er een
„grote opening naar het Westen" is
aangebroken, vertelde Beyen. „Het
gaat om geweldige projecten, die in
hoog tempo moeten worden uitge
voerd. Daarbij leggen de Chinezen
een groot zelfvertrouwen aan de
dag. Er is ook duidelijk waardering
voor Nederland te bespeuren en de
'mensen die ik sprak, weten heel
goed waarover ze het hebben".
Doet Nederland mee aan andere
industriële projecten, behalve het
havenproject en het bevaarbaar
maken van de rivier Jangtse Kiang,
waarvoor Nederlandse bedrijven in
de markt zijn?
Beyen: „Onlangs heeft een Chinese
regeringsdelegatie twee maanden
door Europa gereisd om alles te be
kijken wat er te zien is. Hoewel Ne
derland in dit schema eerst niet was
opgenomen, is dat alsnog gebeurd
dank zij onze ijverige ambassade in
Peking. Bij een bezoek aan Hoog
ovens kwam de bijzondere belang
stelling voor staalprojecten tot ui
ting. China vroeg om een missie
van Hoogovens, en die delegatie
gaat ook binnenkort naar dat land.
Er zijn ook gesprekken gevoerd
over mogelijkheden voor Philips:
daar wil men op doorgaan".
Ook ziet de staatssecretaris goede
verdere mogelijkheden voor de
bouw van kunstmestfabrieken.
Nederland heeft er al acht geleverd
en daarmee een goede naam geves
tigd. Beyen wijst erop dat het voor
China in het algemeen gaat om
projecten die het land in staat stel
len een eigen produktie op te bou
wen. Dit in het kader van de „grote
sprong voorwaarts", naar het be
reiken van de status van een groot
industrieland. „De Chinese moge
lijkheden zijn onbegrensd, maar er
zijn natuurlijk veel technische en
financiële problemen op te los-
Grootschalig
Wat Nederland in het bijzonder be
treft, gelooft Beyen dal de voor ons
sedert jaren negatieve handelsba
lans met dat land nu wel zal verbe
teren, gezien onder meer ook de
sterk stijgende staalexport.
Het grootschalige karakter van de
ze ontwikkeling blijkt ook uit het
onlangs gesloten vriendschapsver
drag tussen China en Japan. In het
kader daarvan leveren de Japan
ners industriële installaties, de
Chinezen zorgen voor kolen en olie,
die Japan nodig heeft. Deze over
eenkomst beschouwt Beyen eens
te meer als blijk van de „opening
naar het Westen". Het gaat om een
markt van 900 miljoen mensen, die
hoe langer hoe meer toegankelijk
wordt, ook gezien de koopkracht
stijging door een groeiende wel
vaart, die dus meer vraag veroor
zaakt.
- Welke specifieke projecten wor
den nu aangepakt7
Beyen: „Vooral grote werken om
het land te ontsluiten, zoals dus de
haven van Tien Lun, van waaruit de
kolenexport mogelijk moet wor
den. en het bevaarbaar maken van
de Jangtse Kiang. Dit zijn nog maar
aanzetten, van het een zal het ander
komen, over jaren gezien zijn zeer
vele builenlandsè opdrachten mo
gelijk. Van groot belang is. dat
vooral de staalproduktie geweldig
zal worden uitgebreid"
„Wat de delfstoffen betreft, heeft
China grote oliévdprraden in zijn
bodem, die steeds uneer geëxploi
teerd gaan wordyn. Volgens des
kundigen bevinden zich ook in de
Chinese Zee grote) oliereserves.
Maar hoeveel en waar, dat is nog
niet bekend. Daarom liggen er ook
op het gebied van offshore-activi
teiten voor ons land'grote moge
lijkheden. Voor de scheepsbouw
zijn er wellicht ook kansen"
Risico's
Kan China deze gigantische ont
wikkeling ook financieel aan7
Trekt men niet een te grote wissel
op de toekomst?
Beyen: „Inderdaad, China zal veel
geld moeten lenen om de termijn te
overbruggen tussen nu en de tijd
dat grote projecten winstgevend
zullen draaien Ik denk aan een pe
riode van zeven jaar. Ik denk niet
dat die leningen op middellange
termijn (daarbij gaat het om vele
miljarden) dirckt aan bepaalde
projecten worden gekoppeld. Men
zal meer kijken naar de totale be
hoefte aan middelen"
„Er is in verband met het haven
project (naar schatting zijn de kos
ten zeker een miljard) een-gesprek
met de Amro-bank gevoerd, maar
in zulke grote zaken zullen de risi
co's zeker gespreid worden; door
samenwerking met een consortium
van meerdere banken. Het bevaar
baar maken van de Jangtse Kiang
kost vele miljarden en er komen
nog veel meer havenplannen. Wat
de risico's betreft, heb ik sterk de
indruk dat de Chinezen heel goed
weten wat ze doen: ze zijn uiterma
te deskundig. Bovendien is het
land enorm groot en rijk aan bo
demschatten. Het zal ze allemaal
wel lukken, denk ik, het is een
kwestie van management, van goed
bestuur. Bovendien is China zeer
kredietwaardig".
- Wat wordt er gedaan in verband
met de klachten over onderbezet
ting van ambassades, zoals die in
Peking?
Beyen: „Dergelijke posten zijn
voor grote commerciële activitei
ten. zoals die zich nu afspelen, in
derdaad te krap bezet. De moeilijk
heid is. dat het ministerie van bui
tenlandse zaken met een krappe
begroting moet werken. Bovendien
is er een periode geweest dat er
weinig nieuwe krachten kwamen
bij de buitenlandse dienst. Over
enkele jaren zal het aanbod mis
schien ruimer zijn. Aanvulling van
ambassades vanwege economische
zaken is ook een probleem, want dit
ministerie heeft ook een te
kort".
„Samen met buitenlandse zaken
bestuderen wi., nu het probleem
van die bezetting met het oog op de
exportbevordering, gezien ook de
motie die de Tweede Kamer on
langs op dit punt heeft aangeno
men. We moeten de beschikbare
capaciteit zo goed mogelijk inzet
ten: iedere ambassadeur klaagt
over te weinig mensen. Er wordt nu
gedacht over het aantrekken van
mensen van buitenaf. Er hebben
zich bijvoorbeeld gepensioneerde
managers gemeld om te helpen.
Maar een probleem is natuurlijk
ook, dal niet iedere buitenlandse
post even aantrekkelijk is. Je moet
rekening houden met de wensen
van gegadigden"
Exportstrategie
- Is er nu een bepaalde strategie
voor de exportbevordering opge
zet?
Beyen: „Het gaat om twee punten.
In de eerste plaats de geografische
spreiding van de export, in de
tweede plaats de samenstelling van
ons exportpakket. Dus: waar ver
kopen we het en wat gaan we ver
kopen? Bepaalde sectoren zijn
zwak, daar moet het pakket voor
het fungeren van de uitvoer worden
aangepast. De nadruk moet dan
liggen op hoogwaardige technische
produkten. De overheid kan sti
muleren. maar het is een zaak van
lange adem"
„Verder moeten we de samenstel
ling van het exportpakket verster
ken en we dienen uit te breiden wat
we aan goede zaken hebben (zoals
de agrarische industrie, om een
voorbeeld te noemen). Wat sprei
ding van de markt betreft, staan we
er verhoudingsgewijs zwak voor,
met een percentage van 80 in Euro
pa".
„Wat we vooral moeten doen, is
zorgen voor verbetering op de
markten van de landen in de Derde
Wereld. Daarop moeten we inspe
len met missies, samen met het be
drijfsleven. Het gaat er uiteraard
om dat het bedrijfsleven zijn be
hoeften aan de overheid ken baai-
maakt; de overheid gaat niet voor
schrijven naar welke landen moet
worden geëxporteerd. Zij kan pas
begeleidend optreden wanneer er
wensen komen".
- Welke verdere plannen voor „ex-
portreizen" heeft de staatssecreta-
Beyen: ..In de eerste plaats ga ik
volgend jaar, januari-februari, naar
het Arabisch schiereiland. Met het
regeringsvliegtuig ga ik erheen
voordat de reis met het Nederland
se tentoonstellingsschip begint. In
elk van de hoofdsteden der Golfsta
ten zal ik gedurende drie weken be
sprekingen voeren met regerings
vertegenwoordigers".
(Het gaat hierbij om het project
„Holland-Expo". in het kader
waarvan 140 bedrijven deelnemen
aan een tentoonstelling op een ge
charterd schip met een expositie
ruimte van 3200 m2. Het Neder
lands Gentrum voor Handels
bevordering gaf, samen met enkele
grote concerns, de stoot tot deze
presentatie-reis. die de eerste in zijn
soort is. Er worden zowel indus
triële goederen aangeboden als
consumptiegoederen en dienst
verlening. Enkele honderden Ne
derlandse zakenlieden reizen mee
vanaf het Suez-kanaal. Van haven
tot haven worden besprekingen en
congressen gehouden. De kosten
van dit project zijn tien miljoen
gulden. De publiciteitscampagne
in de Arabische landen is al ge
start).
Werving in VS
„In maart 1979", aldus de staatsse
cretaris, „ga ik naar de Verenigde
Staten in verband met de verbete
ring van onze acquisitie in dat land
voor bedrijven. Ons image als in
vestering sl and moet daar worden
opgepoetst. Ook is er sprake van
een missie naar Irak, waar moge
lijkheden vcor de agrarische indus
trie liggen: zeker is dat nog niet
Voor het najaar staan Venezuela,
Mexico en Canada op het pro
gramma, eventueel ook nog India,
waarvoor ik persoonlijk ook veel
belangstelling heb. Dat is al een erg
druk programma en ik kan natuur
lijk niet het hele jaar op reis
zijn".
- Wat denkt hy ten slotte van de
kansen op groei van onze export op
korte termijn?
Beyen: „Ik zie dat zich kansen afte
kenen voor een groei van de we
reldhandel in het algemeen. Dat
vooruitzicht grond ik mede op de
zich voltrekkende expansie van de
Westduitse economie. West-Duits-
land is onze grootste handelspart
ner en de ontwikkeling daar heeft
direct effect op onze situatie. Alleen
zijn we trouwens te klein om op die
wereldhandel enige invloed te
kunnen hebben. De laatste tijd is de
orderpositic van de Nederlandse
bedrijven iets verbeterd. Daarom
denk ik dat 1979 wel iets beter zal
worden, want 1978 is zonder meer
een slecht jaar".
ZATERDAG 9 DECEMBER 1978