-SSEQ3H- ZATERDAG 9 DECEMBER 1978 PAGINA 23 De dagelijkse praktijk van het Ch'an-Budd- hisme (Koreaans voor Zen) wijdt de bezoeker van een klooster in een nieuwe wereld: "Ber gen geen bergen, water geen water". Het geeft ook een beeld van het plattelandsleven in Zuid-Korea. Het begin van een reis door het Verre Oosten. Een monnik adopteerde deze twee wezen, die lezen noch schrijven konden. Ze moesten vreselijk lachen toen 2 Ze werden zelf grote geleerden"Hansan "is de naam van dit in Korea populaire tweetal. Afdruk van een een "Als je wil kan je meehelpen met per simmons plukken". Bij de ingang van de binnenplaats komt een jonge Amerikaan op me af. Ik wil uitleggen waarom ik bij dit klooster langskom Maar even later loop ik met een em mer in m'n handen en raap de hel oranje vruchten (een soort appelgrote pruim) op tussen de struiken en het lange gras. Monniken in de bomen slaan ze met lange bamboestokken los van de takken. Het is herfst, oogst tijd. Song Kwang Sa is een klooster in het uiterste zuiden van Korea. Tientallen gebouwen rond een grote, zanderige binnenplaats. Er leven ruim veertig monniken en nonnen, onder hen vijf buitenlanders. Het complex is gele gen langs een beek, tussen ruige ber gen uitbundige herfstkleuren nu. De Amerikaan. Bill, is een afgestudeerd archeoloog uit New York. Werkte als leraar in het Amerikaanse Vredes- korps en bleef daarna als privé-leraar Engels. Hij verwisselde het stadsle ven voor het klooster en grinnikt te vreden dat zijn haar er binnenkort af zal gaan als hij opgenomen wordt in de orde. Aan het eind van de middag wordt mij een kamer gewezen die ik deel met een Amerikaanse gast, Tim. Hij is op weg naar een klooster in Thailand Als ik de kamer binnenstommel zit hij onbeweeglijk in de lotuszit voor een afbeelding van Buddha. Er brandt een kaars en een wierook stokje De Meester Het is nog volslagen donker als een monnik rondgaat, zingend; hy slaat het ritme van zijn langzame passen op een houten bel. Elke ochtend drie uur wordt zo het kloosterterrein gehei ligd. Even later wordt de groen-bron- zen grote klok geslagen en de mans hoge trommel geroffeld. Als weder om de bel geslagen wordt ten teken dat de ochtenddienst begint is het te gen vieren. Hoe stil is de nacht! De ochtenddienst is zoals 's avonds. Twee gezangen en zeven buigingen, op de knieën met het hoofd op de grond. De jonge, aankomende mon niken gaan daarna naar een kleinere zijtempel om onder repeterend ge zang 108 keer te buigen voor Buddha. Na het ontbijt worden we weer aan het werk gezet. Terwijl ik de zanderige plaats rond de keuken veeg komt een jonge monnik op me af: "Wil je Zen leren?" (Ja.) "Wil je werken?" (Ja.) "Werken is een heel goede manier om het te leren." Hij slaat mijn vegen ga de en zegt even later dat ik niet moet dagdromen. In plaats van te fluiten moet ik steeds de naam van de godin van genade herhalen: Kwanseieum Mulsal. "Dat maakt het werk gemak kelijker." 's Middags pluk ik met hem persim mons. Hij slaat ze niet los maar plukt ze één voor één met het gespleten eind van de bamboestok. Zijn naam is Chung. Hij vertelt dat hij oorspron kelijk "christen-rr Sinds enkele maanden nu leeft hij in het klooster. Hij vervolgt zijn och tendles: "Voor een Buddhist bestaat er geen verschil tussen werk en vrije tijd" En: "Voor een Buddha, een Verlichte, bestaat geen verschil tus sen goed en kwaad; alles is ijdel, uit eindelijk ook geloof." s Avonds gaat iedereen langs bij Medi tatie-Meester Ku San, die terug is van een kort verblijf in Seoul. De stem ming is gewijd maar ontspannen. Ku San is een bijzonder man. Tot zijn ze venentwintigste was hij kapper. Toen kwam hij in aanraking met het Buddhisme en trok zich voor studie twee jaar terug in de bergen. Strenge jaren volgen, soms als een kluizenaar, soms in kloosters. Op zijn vijftigste, na drie jaren afgezonderd bestaan, bereikte hij zijn "Grote Ontwaken" Die drie jaar mediteerde hij constant, sliep nooit, stond soms dagen achter een bewegingsloos en at alleen rijst en dennenaalden. Hij is nu achtenzes tig, een klein levendig mannetje met geamuseerd twinkelende ogen. Bill opgetogen- "What a groovy old guy'" Ch'an Nog enkele nachten en het is volle maan, begin van de winterretraite. In "Negen Bergen" beschrijft Ku San dat leven in de meditatiehal. Een krappe dertig monniken slapen en mediteren in de hal. Ze zitten in twee rijen, op kussens, met de rug naar el kaar toe. Vijftig minuten zittend me diteren wordt afgewisseld met tien minuten wandelend mediteren, 's Middags wordt'twee uur gewerkt in de groentetuinen rond het klooster. Als men tien uur gaat slapen zitten er veertien uren meditatie op. De vol gende ochtend drie uur start hetzelf de programma weer. Drie baanden lang. Elke twee weken, op de wasdag, houdt de Meester een korte lezing. Ik lees er enkele van in "Negen Bergen" en be grijp er geen jota van. De tekst geeft aan dat Ku San soms schreeuwt en met zijn stok op de vloer stampt. Het is een Ch'an-klooster (Koreaans voor Zen)en dat betekent dat derede. het verstand (de "Mind") centraal staat. Net als elke variant van het Buddhisme gaat Ch'an ervan uit dat dit leven lijden betekent. Oorzaak: onze aardse verlangens, in de meest ruime zin, bijvoorbeeld ook onze ge hechtheid aan dit leven. Daardoor zit ten wij gevangen in een cirkel van wedergeboortes. De kwaliteit van ons vorige bestaan bepaalt onze nieuwe geboorte. Alleen als wij de ware aard van ons bestaan inzien, daarvoor onze verlangens opgeven, dan kunnen we ontsnappen aan het wiel van weder geboortes. Dat is: streven naar Ver lichting. Ch'an leert dat de alledaagse wereld zo als wij die zien een produkt is van ons verstand, onze gedachtes. Pas als we inzien dat alles, pijn, verdriet, vreug de, werkelijk alles een voortbrengsel is van ons eigen verstand, dan pas kunnen we de Verlichting bereiken. Kunnen we de ware aard van ons be staan inzien. Dit is niet een kwestie van logica maar van intuïtie. De rede moet opengebroken worden. Alle middelen zijn geoorloofd, ook uit bundige vrolijkheid om de absurdi teit van dit leven. Ku San's meditatie techniek om de intuïtieve kennis te bemachtigen is de hua t'ou: "Wat is hef" Stel de vraag Bij alles moet je je afvragen "Wat is het?" Bijvoorbeeld: "Dat verstand van mij, wat is het?" De truc is: stel de vraag - twijfel zal opkomen - overlap deze twijfel mef een herhaling van de vraag enz. Het moet een krachtige re peterende beweging worden. Na en kele jaren zullen gedachtes identiek worden met de twijfel". De meditatie is een strijd tussen gedachten, verve ling en de hua t'ou: "Wat is het?" Het is nog vroeg in de ochtend als ik dit alles lees. Doodstil. Langzaam wordt het buiten licht. Ik probeer me voor te stellen: drie maanden lang, elke dag, zitten, concentreren: "Wat is het, dat verstand van mij?" Tot er alleen maar twijfel is. "Bergen geen bergen meer, water geen water" Dit drijft je krank zinnig! "Wat is belangrijk? Zelfs je beenderen zijn niet van jou. Kweek de houding aan: als dingen goed of slecht lijken, plezierig of onplezierig, dat is voor mij niet van belang, ik zal er niet door uit het lood geslagen worden. Wie Ch'an bestudeert moet bereid zijn zich in een toestand vol volkomen onwetendheid en twijfel te storten. Na jaren zal de twijfel een constante gezel zijn, zelfs in de slaap." 's Middags sorteren we goede en slechte persimmons. De slechte worden in schijven gesneden en te drogen ge legd in de zon. De Amerikanen praten over het Koreaanse voedsel; drie keer per dag rijst met gepeperde bijge rechten. Ze missen knapperig brood en candybars. Hang Chin uitgelaten: "Kaas! Mediteren op kaas zou heel wat gemakkelijker zijn!" Later zegt Tim over mediteren: "Je moet het je niet voorstellen als drie maanden lang; je bent bezig van mo ment op moment". Als de schemering valt wordt de bel voor het avondeten geslagen. De zwierige daken van de primitieve keukengebouwen steken lieflijk af tegen de bergwanden die donker zijn, paars-grijs. Een enkele denneboom onderscheidt zich, diep groen. Soms vervagen alle contouren. De scheme ring bergt grote geheimen. Landen Een rustige dag. 's Middags zitten we bij elkaar en beramen een chocolade- koek te maken. Zijn eieren geoor loofd? Je moet elk dierlijk lijden voorkomen, zegt de leer van het Buddhisme. Er zijn nogal wat vliegen in de kamer. Met geroutineerde handbewegingen worden ze gevan gen en buiten losgelaten. De leider van de buitenlandse monni ken, Hei Myong, komt binnen, zoals altijd opgewekt. De administratie heeft hem een boek gegeven waarin alle paspoortgegevens van gasten ge registreerd moeten worden. Aanlei ding: ik gaf gisteren een brief af naar Holland, maar begrepen werd "Po land" (Polen). Ontsteltenis: zijn er communisten onder ons? Stel je voor dat de politie langskomt! Hei Myong vindt het fantastisch en vertelt gea museerd van een monnik die een Ja panse spion bleek te zijn. Hei Myong studeerde in Californië ver gelijkende religie. Vertaalt nu een dertiende eeuws Chinees werk over Ch'an. Hij was als negentienjarige al monnik in Thailand, maar werd er ziek van het klimaat en het voedsel Zo jong, was het beter voor hem in een groep te zijn, zoals hier. De mon niken in Thailand leven erg op zich zelf, alleen voor het verzamelen van voedsel trekken ze gezamelijk van deur tot deur. Het mediteren ge schiedt veelal lopend: men stapt in z'n eentje een recht pad op en neer. Hang Chin merkt op dat het mediteren in een groep soms het eigen ritme verstoort. Hij was enige jaren in Hong Kong en Taiwan, waar het Buddhis me overigens nagenoeg dood is. de Chinezen gebruiken in hun kloosters andere gezangen en mediteren nooit lange tijd achtereen. In sommige kloosters leggen ze zich toe op het urenlang zingen om een soort trance op te wekken. Specifiek Chinees is dat elke monnik in het klooster zijn vader heeft en daardoor ook broers, ooms enz. Een band die even hecht is als de normale familieband in China In Japan zijn weer andere meditatie technieken. Men zit voor zeven dagen en niet zoveel uren achtereen en pro beert het hoofd leeg te maken. De re de moet helemaal leeg zijn. En dat in een, ook 's winters, onverwarmd open vertrek. In vraag hoe je in godsnaam dagen ach tereen geconcentreerd kunt zijn op alleen je eigen verstand. Er lijkt een enorme kloof tussen de harde theorie en deze altijd opgewekte, lacherige monniken. Ze vertellen over hun le ven in de meditatiehal. Dat je je wel degelijk bewust bent van andere za ken; dat je bijvoorbeeld weet, voelt hoe je buurman het maakt, en als je moeilijke momenten hebt is de groep een steun. Tim zegt: "Als de gedach ten afdwalen is dat niet "fout", alsof het bestraft moet worden; je moet het ook niet proberen te onderdrukken. Je kan bij jezelf waarnemen: mijn ge dachten dwalen af. Je moet er neu traal tegenover staan, het ongemoeid laten, je concentreren op waar je mee bezig bent, dan gaan de dwalende ge dachten vanzelf voorbij. Korea Na de ochtenddienst, de vijfde dag. kruip ik weer in bed. Ook het zware ontbijt van rijst en hete pepers lokt niet. Het is koud en het regent. Ik stook het vuur onder onze kamer op. Het houtvuur verhit de vloer, die daarna nog een dag lang warm blijft In de winter is Korea een kil land. De meeste openbare gebouwen hebben geen verwarming, de oude woningen met hun ramen en deuren van papier kunnen tochtig zijn. De muren zijn veelal opgetrokken van klei. Bij het klooster is één modern betonnen badhuis waar eens in de twee weken het water verwarmd wordt. Ik loop rond tussen de keukengebou wen. Hun rustieke vorm van grijs verweerd hout trekt mij steeds weer aan. Onder de grote ijzeren potten stoken de monniken het vuur op. De regen dript van de dakpannen. Ach ter de papieren deuren de galante, ge ruisloze verschijning van een monnik in grijs statiegewaad; hij zet alles klaar voor de lunch. Tijdloos beeld. Hang Chin komt 's middags langs om Tim met accupunctuur van zijn ver koudheid af te helpen. Hij ontpopt zich ook als een ware kruidendokter met Chinese wondermiddelen. In de jaren zestig bewoonde hij een woon boot in Seattle, een hippie. Nu leeft hij in een blokhut in Montana (V.S.) en is in Korea voor het bestuderen van oude Chinese teksten. Bij het avondeten erger ik me ineens aan de Koreaanse eetgewoontes. De anders zo beschaafde, zachtmoedige monniken veranderen in woeste bar baren zodra er eten op tafel komt. In een paar minuten werken ze hun maal naar binnen, slurpend, smek- kend, boerend. Slaan geen enkele acht op hun tafelgenoten. Primitief9 Korea is in snel tempo verwesterd, de modernisering verandert het beeld van de steden van jaar tot jaar Schrille contrasten met de oude cul tuur die nog op het platteland terug te vinden is. Met graagte imiteren de Koreanen het Westen ze bewonderen de gladde levensstijl. De oude tafel manieren zitten er echter ingeroest. Ook de rollen in de samenleving zijn niet zo gemakkelijk te veranderen Ondanks de schijn van een moderne democratie is de eigenmachtige pre sident Park een alleenheerser in de stijl van de oude koningen. Vrouwen eisen nu dezelfde rechten op als mannen, maar dezen zijn nog steeds de baas en zien de vrouwen als hun ondergeschikten. Vaders verbieden hun dochters uit werken te gaan. houden ze in het huishouden om ze vervolgens uit te huwelijken. Het ideaal van de jongemannen is nog steeds op hun zevenentwintigste een gehoorzaam meisje van vierentwintig te trouwen. De economie vertoont een enorme groei en dat maakt de mensen bege rig. Een reden voor Bill om de hoofd stad Scout te verwisselen voor het rustiger klooster was dat hij het con stante ellebogenwerk zat was. "Er hangt een geweldige hoeveelheid geld in de lucht en iedereen probeert zoveel mogelijk te bemachtigen. Ze snijden elkaar de strot ervoor af'. De monnik Chung studeerde ook in Seoul. Enigszins triest vertelt hij dat hij vrienden en familie verlaten heeft. "Ik heb de maatschappij verlaten. In de maatschappij was ik niet gelukkig. Hier ben ik elke dag gelukkig". Het vlot De laatste ochtend praat ik met Hei Myong over de harde theorie van Ch'an-Buddhisme. Er is geen ruimte voor religieuze gevoelens, voor kunst en schoonheid. Het enige waar het om draait is de rede. De enige taak is: breek de rede open. Verder moet alles je koud laten. Het lijkt of het leven van zijn charme beroofd wordt. Hei Myong: "Het is een kwestie van smaak, van persoonlijkheid. Sommi ge groepen doen meer aan diensten in de tempel, of het zingen. Voor mij hoeft dat niet zo. Er is een vergelij king met het oversteken van een ri vier. Op onze weg komen we bij een rivier. Te wild en te breed om over te zwemmen. We moeten een vlot bou wen. Maar als we aan de overzijde ar riveren heeft het geen zin het vlot verder op onze rug mee te nemen, we laten het achter. Zo hebben we in het leven vele hulpmiddelen nodig. Ge loof kan zo'n hulpmiddel zijn. Maar zodra we verder gaan moeten we de hulpmiddelen achterlaten, anders zijn ze alleen tot last. "Zo moet je zelf werken aan je bevrij ding. Iedereen volgt zijn eigen weg naar de verlichting, kiest zijn eigen hulpmiddelen. Sommigen onder ons zijn al heel oud, hebben vele levens achter de rug en zijn vergevorderd op hun weg; anderen staan pas aan het begin. "Het Ch'an-Buddhisme gaat direct in op de kern: de rede. Het idee is dat naarmate je via inzicht in de rede meer inzicht krijgt in de ware aard van het bestaan, dat dan automatisch je hele levenswijze zal verbeteren. Andere scholen in het Buddhisme gaan meer in cirkels om de kern heen. Concentreren zich op de vervolma king van allerlei aspecten van het le ven om zo uiteindelijk de weg naar de kern vrij te maken: de intuitieve ken nis van de waarheid. 'Teder kan zijn eigen weg volgen in het Buddhisme, en je zit nergens voor eeuwig aan vast. Velen verlaten na enkele jaren het klooster, niets dat dat verbiedt". Hoewel het regent is het niet koud. Ik wandel de bergen in. Klim over de grillige rotsen die de vorm van de bergen mysterieus maken, schuil plaatsen voor draken en geesten. Ho ger en hoger kom ik en uiteindelijk kijk ik uit over de velden, de smalle dalen, de omliggende dorpjes tussen de gedrongen bergruggen. De zachte wind onder de lage grijzen wolken wijdt de wachter in in geheimen. Bij het afscheid vroeg Chung met een slimme lach: "Wat is belangrijk voor je?" Ik wist het wel: "Je vragen zijn altijd zo moeilijk. Wat is het voor jou?" Niet pathetisch maar ontwapenend op recht: "Een Buddha worden." Ku San: "Het is niet gemakkelijk het ver stand te leren kennen, het is een zwaar pad". Soms breekt de hemel open en glinstert heel in de verte het water van de Gele Zee.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 23