ERESCHULD
deTijd
HP
Hoog percentage zoekt toevlucht in
EISEVIERS
L/n
DONDERDAG 7 DECEMBER 1978
UTRECHT - „De Nederlandse overheid wenst de Hindoestanen niet als
groep te erkennen. Zij zeggen: het zijn Surinamers. Dat is een onjuiste
benadering". Aldus vice-voorzitter drs. M. E. R. Sewpersad van de
stichting Lalla Rookh, die de belangen van de Hindoestaanse Surina
mers in ons land behartigt.
Sewpersad voegt aan zijn klacht
toe: „Wat mij hoog zit, is dat als
wij, Hindoestanen, voor onze
belangen opkomen, ons wordt
toegeworpen dat we op raciale
gronden bezig zijn. Dat is iets dat
ik nooit goed heb begrepen".
Door Henk Dam
Drs.M.E.R.Sewpersad: 'Onjuiste
benadering van Hindoestanen
door de Nederlandse overheid
De thans driejaar bestaande stich
ting Lalla Rookh in Utrecht tim
mert nadrukkelijk aan de weg.
Onlangs werd een beleidsnota
opgesteld, die er niet om liegt.
Voornaamste conclusie van de
nota: het gaat slecht met de Hin
doestanen in ons land. Vooral
diegenen die in kleine gemeenten
wonen, dreigen tussen wal en
schip te raken.
Schip
Men moet ver in de geschiedenis
teruggaan om het probleem
enigszins te kunnen plaatsen. Dat
probleem begint met de aan
komst van de Lalla Rookh, een
schip dat op 5 juni 1873 de eerste
contract-arbeiders uit Brits-Indië
in Suriname afleverde.
Het was werken geblazen voor deze
Hindoestanen, die doorgaans op
een minder fraaie manier waren
geronseld. De heren van de plan
tages schreeuwden om mensen,
die de plaats konden opvullen
van de enkele jaren eerder in
vrijheid gestelde slaven.
Die mensen kwamen. In totaal 65
transporten brachten ruim 33.000
Hindoestanen naar een nieuw
vaderland. Een tijdelijk vader
land voor 11.000 van hen. Zij
keerden na afloop van de vijfjari
ge contractperiode-weer naar hun
geboorteland terug.
De Hindoestanen die bleven - de
nieuwe slaven in de ogen van de
vrijgekomen negerslaven
kwamen in een achterstandposi
tie en bleven daar doorgaans in.
Een van de oorzaken daarvan
was, dat het grootste deel van hen
het Nederlands niet beheer
ste.
De Nederlanders maakten zich
daar niet erg druk over. Zij waren
er wel bij gebaat dat de Hindoes
tanen, de Creolen, de Javanen
door taal gescheiden groepen
bleven. Verdeel en heers doet ook
rond de evenaar opgeld.
Opmerkelijk is, dat de Britsindi-
sche contractarbeiders zich zeer
grondgebonden toonden. Zij
verlieten nauwelijks de land
bouwgebieden. Ook ten tijde van
de nakende onafhankelijkheid
van Suriname woonde het over
grote deel van de Hindoestanen
daar nog.
Hun beroep: boer. Hun taal: Hindu.
Hun scholing: nihil tot gering.
Het waren niettemin deze men
sen die in 1974 en 1975, toen de
Angst
Nederlandersdie zich graag
naar buiten toe willen presen
teren als de "beste Europea
nen" voor gemeenschappelij
ke belangen hebben tot heden
de soldij van de Nederlandse
ex-krijgsgevangenen uit Ja
panse kampen 1942-45 nog
steeds niet uitbetaald: een
plicht, die vastgelegd is in de
Conventie van Genève, wordt
niet nagekomen
Terwijl de kranten en T.V
nieuwsmedia vol zijn over het
verleden van één parlementa
riër en het Nederlandse volk
zich opwindt over het verle
den van één man omdat hij
zich vroeger bij een S.S. orga
nisatie heeft gemeld en dit in
zijn politieke loopbaan ver
zwegen heeft, staan wij ver
baasd dat niemand zich op
windt over een ereschuld van
33 jaar geleden aan de Ne
derlandse ex-krijgsgevange-
nen uit de Japanse kampen.
Menselijke emoties zijn niet te
peilen. Een fout tijdens de
oorlog door één persoon be
gaan, kan een heel volk in op
schudding brengen; onrecht
aangedaan aan duizenden
krijgsgevangenen in dezelfde
oorlogstijd kan mensen vol
komen onverschillig laten.
Andere landen hebben de ere
schuld tegenover ex-krijgsge-
vangenen wel voldaan. Er is
geen land dat getracht heeft
die ereschuld af te schuiven op
hun voormalige kolonie,
maar Nederland heeft dit wel
gedaan tijdens de overdracht
in 1949 aan Indonesië, een
land dat nog steeds worstelt
met enorme economische
problemen. De oorlog in
1942-45 is absoluut een zaak
van het Koninkrijk der Ne
derlanden geweest.
Men kan en mag niet zeggen dat
er geen geld is om een 33 jaar
oude schuld af te doen. De re
gering heeft wel kans gezien
om miljarden in een bodemlo
ze put te doen verdwijnen aan
z.gontwikkelingsgelden voor
Suriname. Maar een éénma
lige uitkering van enkele dui
zenden guldens aan de ge
noemde ex-krijgsgevangene n
die nu in feite al ouden van
dagen zijn, lijkt tot de onmo
gelijkheden te behoren.
Het afdoen van een ereschidd is
geen Sinterklaas spelen,
maar een plicht die afgeleid is
uit recht.
Voor hen, die op Koninklijk be
vel ten strijde getrokken zijn.
de hel hebben overleefd en al
hun bezittingen hebben verlo
ren, van wie de gezinnen op
gesloten werden in Japanse
interneringskampen is een
vergoeding van 41 maanden
dienst aan het vaderland het
m inste waar zij recht op heb
ben. Nederland heeft toen Ja
pan de oorlog verklaard en
verwachtte dat elke Neder
lander, waar ook ter wereld,
zijn dienstplicht nakwam,
n de jaren na de oorlog ver
hoogde de regering de dienst
plichtsoldij zodanig dat Ne
derland momenteel de hoogst
betaalde soldij heeft en de
gasbel kan dat gemakkelijk
dragen. Ach ja, die ex-krijgs-
gevangenen uit Japanse
kampen zijn makke schapen
en wat is ereschuld? En
1942-45 is toch al zover weg.
Of is het overleven een onbe
langrijke zaak of een soort
schande?
Let wel dat het Koninklijk Ne
derlands Indische leger in
1942 bestond uit Nederlandse
en Indonesische militairen
De Nederlandse militajren
vormden een minderheid.
Voorwat betreft de Indonesi
sche militairen is het een zaak
van Indonesië geworden Men
kan niet verwachten dat de
soldij van Nederlandse mili
tairen in 1942-'45 door Indo
nesië zal worden uitbetaald.
Ten overvloede wil ik hierbij
mededelen dat er in 1941-'42
geen militaire dienstplicht
voor de Indonesische bevol
king bestond. De dienstplicht
gold slechts voor diegenen die
de Nederlandse nationaliteit
bezaten.
De Indonesische beroepsmili
tairen werden in 1942 door de
Japanse bezetting on twapend
en naar huis terug gestuurd,
behalve het Ambonesische be
roepsleger dat geweigerd
heeft met Japan samen te
werken. Het zijn deze groep
militairen die. met de Neder
landse-, Engelse- en Australi
sche militairen de gevangen
kampen in gingen en naar
Nederland zijn vertrokken.
G.W.A. van Krimpen
fex-krijgsgevangene van de
Pakan Baroe dodenspoorweg
te Sumatra
Geulstraat 30
4535 CX - Terneuzen
4.. van Krimpen
Muldersstraat 4
Leiden
onafhankelijkheid nabij was, in
groten getale hun bezittingen
voor een appel en een ei verkoch
ten om maar de plaats te verove
ren in de nieuwe Lalla Rookh, de
blinkende Boeing op Zande
rij.
Naar schatting 45.000 Hindoesta
nen kwamen in die chaotische
maanden op Schiphol aan. Zon
der veel geld, zonder veel kennis
van het nieuwe vaderland, in een
cultuur die de hunne niet
Dat ze toch alles ervoor over. had
den om hun boerderijtjes te ver
laten, kwam omdat er weinig ver
trouwen was in een nieuw Suri
name. Angst voor de Creoolse
landgenoten, die een meerder
heidspositie bezaten, angst voor
bloedige rassenrellen als enkele
jaren eerder in het buurland
Guyana, en angst voor de econo
mische toekomst speelden elk
hun rol.
Veel van de nieuwe Nederlanders
kwamen via de opvangcentra in
grote steden terecht. De Hindoes
tanen die dat lot troffen waren
doorgaans goed af. De grote ste
den hadden hun voorzieningen,
en het feit dat grote groepen zich
bij elkaar konden vestigen, was
voor veel Hindoestanen van emi
nent belang.
Het groepsbesef bij de Hindoes
taanse cultuur is aanzienlijk ster
ker dan bij de westerse cultuur
Hier staat alles in het teken van
de individuele ontplooiing, daar
van de groepsemancipatie.
Veel Hindoestanen waren gewend
in groot verband, een zogenaam
de „Joint Family" te wonen
Daarbij wonen drie generaties
(grootouders, ouders, kinderen)
bij elkaar, eventueel aangevuld
door andere familieleden in eer
ste of tweede graad.
In ons land bleek zoiets in de mees
te gevallen onmogelijk, al was het
alleen maar omdat onze huizen
niet op zo n massale bezetting be
rekend zijn. Bij elkaar in de buurt
wonen was dan het alterna
tief.
Om het groepsbelang verder uit te
leggen: als er problemen zijn tus
sen bijvoorbeeld ouders en kind,
dan worden die in eerste instantie
binnen de familie besproken -
met een vaak beslissende in
breng van de grootouders - en
daarna in de groep (familie plus
„de buurt").
Gebundeld
In de grote steden met hun relatief
grote concentratie Hindoestanen
kon dit cultuurpatroon worden
voortgezet. Anders was dat met
degenen die in het kader van het
spreidingsbeleid in kleinere ge
meenten terecht kwamen.
Zeker, met de overheid was afge
sproken dat het principe van de
„gebundelde deconcentratie'
zou worden gehanteerd. Met an
dere woorden: per gemeente
zouden behoorlijk grote groepen
worden gehuisvest, zodat het
groepscontact gehandhaafd Isolement
bleef, en voorzieningen lonend
zijn zin
In de praktijk is daar weinig van
terecht gekomen. De grootte van
de groepen in de kleine gemeen
ten bijvoorbeeld valt vies tegen.
Naar schatting 20.000 Hindoesta
nen zijn verspreid over zo'n 420
gemeenten. Nog geen 50 man per
gemeente dus. Dat maakt voor
zieningen te duur.
Het zijn deze 20.000 Hindoestanen
die ernstig in de problemen zijn
gekomen. We laten de beleidsno
ta van Lalla Rookh spreken: „De
afbrokkeling van het geestelijk
houvast neemt ernstige vormen
aan. Frustraties, geestelijke ont
heemding en desoriëntatie ne
men toe. Jongeren raken op drift,
ouders komen in gewetensnood
en verliezen hierdoor hun ge
zag".
„Door het langer uitblijven van
passende voorzieningen wordt
de geestelijke ontreddering al
leen maar groter. De bovenver
melde problemen worden groter
vanwege het feit dat de Neder
landse samenleving in de diverse
geledingen geen positieve hou
ding heeft ten opzichte van de
Hindostaanse cultuurgroep"
Drs. Sewpersad van de welzijns-
stichting Lalla Rookh somt de
droevige lijst gevolgen op: „Er is
een zeer hoog zelfmoordpercen
tage. Verder is het percentage
Hindoestanen in kleine gemeen
ten die in alcohol hun toevlucht
zoeken hoog. Bij jongeren gaat de
drugproblematiek spelen"
vaak te hulp geroepen als leids
man - ook. Op school praten, la
ten uitleggen, is niet mogelijk
omdat ze het Nederlands onvol
doende beheersen. Sewpersad:
„De inbreng op ouderavonden
blijft beperkt tot lijfelijke aanwe
zigheid".
Khargi vat nog eens samen: „De
groep Hindoestanen in de kleine
gemeenten verkommert. Psy
chisch en emotioneel. Ze func
tioneren niet, ze komen er niet
uit. Er is desoriëntatie. De gezin
nen dreigen te desintegreren. Het
is pure ellende".
De stichting Lalla Rookh ziet het
ook voor de nabije toekomst be
paald niet vrolijk in. In 1980 zul
len de overheidsinstanties ver
dwijnen die de spreiding en de
gespreide hulpverlening - voor-
Verder werd beloofd: complete
voorlichting, complete vrijheid
van keuze, en de mogelijkheid tot
herhuisvesting ingeval de land-
De problemen van de Hindoesta
nen die in kleine concentraties
leven, komen voort uit een bijna
totaal isolement. Bestuurslid
Khargi van Lalla Rookh: „Ze zijn
inde eerste plaats geisoleerd om
dat ze de groep missen, en delen
van de familie niet om zich heen
kunnen hebben. Het isolement
geldt echter ook ten opzichte van
de Nederlandse samenle
ving".
%Velen spreken nauwelijks Ne
derlands. Hun scholing is laag. en
ze komen uit de agrarische hoek.
Vaak waren het handarbeiders.
Hier in Nederland zitten ze in een
groot aantal gevallen zonder
werk. Dan is het isolement wel
compleet".
De sociaal-culturele achtergrond
van deze mensen is afwijkend
van de Nederlandse. Dat kan tot
aparte problemen aanleiding ge-"
ven. Sewpersad: „In de Hindoes
taanse cultuurgroep is de ver
houding ouder-kind anders dan
in Nederland. Je hoort als kind
niet tegen te spreken. Gehoor
zaamheid, gewilligheid, onder
danigheid staan hoog aange
schreven".
„Nu gaat zo'n kind naar school toe
Daar wordt juist iemand van hem
gemaakt die zelf kan oordelen,
zelfstandig is. Het kind leert
mondigheid. Daarmee komt het
terug in de Hindoestaanse kring.
Als zo'n kind alleen maar naar het
waarom van iets vraagt, wordt
het al als brutaal gezien".
Sewpersad vult aan: „De ouders
weten daar geen raad mee. U
moet dat niet onderschatten
Zoiets geeft tot enorme emotio
nele problemen aanleiding. Als je
dochter bijvoorbeeld van huis
wegloopt, kan je als Hindoes
taanse vader net zo goed een eind
aan je leven maken. Dan heb je
compleet gefaald".
Leidsman
De ouders kunnen over hun
problemen niet praten. De groep
is ver weg, de religieuze leider -
Het voortbestaan van de kleine
stichting zelf lijkt ook niet zeker
Niet voor niets heeft het ministe
rie van CRM Lalla Rookh ge
vraagd haar bestaansrecht aan te
Dat komt naar mag worden aange
nomen, omdat de overheid vindt
dat de bestaande Surinaamse
welzijnsstichtingen, die zijn ver
enigd binnen de Stichting Lan
delijke Federatie voor Welzijns-
stichtingen voor Surinamers,
toereikend zijn.
Creoolse broeders
Sewpersad benadrukt dat hel bij
dip stichtingen om „de Creoolse
broeders" gaat. Die zijn meer
vernederlandst, spreken beter
Nederlands, woonden in Suri
name in of bij Paramaribo en
kenden daardoor de Nederlandse
cultuur beter. Bovendien zijn ze
in de meeste gevallen christelijk,
wat ook weer een betere aanslui
ting geeft.
Jgen speech zei hij onlangs: „Bin
nen de Surinaamse welzijns-
stichtingcn wordt wel gesugge
reerd dat er een beleid gevoero
wordt ten behoeve van de Suri
namers. Maar niets is minder
waar. In de praktijk blijkt het
beleid gericht te zyn op de
Creoolse doelgroep".
Meer aandacht voor de Hindoes
taanse cultuurgroep in het wel
zijnswerk lijkt ver weg, en daar
mee ook de oplossing voor de
verkommerende Hindoestanen
in de kleine steden.
Tekenend in dat verband zijn de
plannen die bij het ministerie
voor sociale zaken bestaan voor
de oprichting van een remigratie-
commissie, die Surinamers die
aaar hun vaderland terug willen
moet begeleiden.
De commissie gaat uit elf i
bestaan. Onder hen vier Creolen.
Geen Hindoestanen. En dat ter
wijl in ons land beide groepen
even sterk met elk - naar schat
ting - 65.000 mensen vertegen
woordigd zijn.
De stichting Lalla Rookh lijkt geen
spijkers op laag water te zoeken
als zij stelt dat de Hindoestanen
te weinig aan bod komen. Van
daar ook het citaat, ontleend aan
Mahatma Gandhi, waarmee de
spraakmakende beleidsnota be
gint:
i alle
i vrij mogelijk door mijn huis
door welke dan ook"
MAGAZINE
Naast het omslagartikel, een inter
view met ministersvrouw Don
ker ("Mijn man heeft de zaak-
Menten nooit geseponeerd"), be
steedt Elsevier deze week aan
dacht aan de "opstandige ambte
naren". Een boos vingertje naar
de lagere ambtenaren, die acties
willen en zelfs het volk van de ge
neugten van de elektriciteit wil
len afsluiten. En een pluim voor
de hogere ambtenaren die zich
niet met dergelijke "praktijken"
willen inlaten.
"De georganiseer
de christelijke ambtenaren en de
overheidsdiensten die zichzelf op
sieren met het epitheton "middel
baar en hoger" vertonen aan
merkelijk minder geneigdheid
het Nederlandse publiek lastig te
vallen met hinderlijke acties of
zullen daarvan zelfs geheel af
zien".
Hoofdredacteur Hoogendijk helpt
de opstandige ambtenarenstand
herinneren aan het feit dat ze niet
eens het recht hebben te staken.
Trouwens, aldus Hoogendijk, als
zij het recht willen hebben te sta
ken moeten ze ook maar het risi
co van ontslag erkennen.
'Dat geldt tenslotte ook voor werk
nemers in particuliere bedrij-
Maar waar maken we ons toch ei
genlijk zorgen over? Heeft "ac
tieleider" Dutman dit weekeinde
niet zelf gezegd dat hij de lichtjes
in de kerstboom zal laten bran
den? Nou dan. Verder in Elsevier
het "profiel van een middenvel
der": Ruud Lubbers. Tevens een
interview met de "religieuze
volksmenner ayatollah Shariat
Madari". Over de toestand in Iran
dus.
VRIJ NEDERLAND
In Vrij Nederland het afscheid van
Jan Eter. Dat is die mijnheer
Brandt Corstius die zo goed is in
het verzinnen van pseudonie
men. Dezelfde mijnheer die zich
minder vleiend heeft uitgelaten
over leden van het vorstenhuis.
"Ik had er lol in die stukjes te schrij
ven. U had er lol in ze te lezen. De
lol is er nu af. De gedachte dat alle
zevenhonderdvijftigduizend fas
cisten van Nederland met u mee
lezen verlamt mijn pen. Ik hou er
mee op".
Maar zijn pen is nog niet dermate
verlamd dat hij ophoudt met een
andere rubriek in VN, die hij vol
schrijft onder weer een ander
pseudoniem: Piet Grijs. In die
rubriek reageert hij deze week op
de verontwaardiging die zijn
stukje over het vorstenhuis te
weeg heeft gebracht:
"Maar in
een weekblad gewoon opschrij
ven wat er in je gedachten kwam!
Niet besmuikt of suggestief, of zo
verborgen dat de lezer die het be
grijpt zich schaamt dat hij zulke
vreselijke dingen blijkbaar zelf
denkt, maar gewoon in gewone
woorden. Dat is openbare zelf
moord
In lerzijde deze om over na te den
ken: "Richteren 14:14. "En hij
zeidetothen: "Spijze ging uit van
den Eter en zoetigheid ging uit
van den sterke". En zij konden
dat raadsel in drie dagen niet ver
klaren"."
Verder in VN de belastingontwij
king door de KLM, die door onze
staatssecretaris Neelie Smit-
Kroes wordt gesanctioneerd. Een
interview met Piet van Zeil, de
woordvoerder van het CDA in de
KLM-affaire, die zelf belangheb
bende blijkt, gezien de halve ton
aan gratis tickets die hij ontving.
In het kleurenkatern: De ongelij
ke leggers, een reportage over de
tumsport.
De Tijd vraagt zich af wie Zbigniev
Brzezinski toch is. Carters advi
seur op het terrein van de bui
tenlandse politiek, die wel de
"Woody Woodpecker van het
Witte Huis" wordt genoemd.
"Zbig" werkt op de Sowjet-Unie
als een rode lap op een stier.
"Het Kremlin heeft de vroegere Pool
eerst bijtend, toen bitter en ten
slotte bezorgd verweten dat hij
een onverantwoordelijke politiek
bedrijft en dat hij het luchtkasteel
van de "détente" (de ontspanning
tussen Oost en West - par) zo diep
ondergraaft dat een terugval in
de koude oorlog onvermijdelijk
is".
Brzezinski ontkent niet dat de be
trekking tussen de twee wereld
machten een verregaande in
vloed heeft op zijn denken en
doen. Maar hij ziet de wereld van
vandaag veelvoudiger dan dat
zwart-wit beeld van de koude
oorlog waarin alles bepaald werd
door het gesprek tussen de twee
atoomreuzen. Voor hem is de
Noord-Zuid-verbinding, de op
komst van de zogenaamde derde
wereld, net zo belangrijk als de
verhouding van Washington tot
Moskou. Zbig ziet een wereld vol
gevaren, maar ook positieve mo
gelijkheden".
De Haagse Post staat stil bij de
verloedering van de Black Pan
thers. Tien jaar geleden nog de
helden van de revolutie. "Links
Amerika stond achter hen in hun
processen en tot in Nederland
werden solidariteitsacties ge
voerd".
Pantherleider Huey Newton stond
bijna tien jaar geleden terecht
voor moord op een politie-agent.
Hij werd toen schuldig bevonden
en kreeg door de publiciteit rond
dit indertijd controversiële pro
ces kreeg de Black Panther Party
internationale bekendheid. Nu
moet Newton weer terecht staan,
voor moord op een zwarte prosti-
tuée.
Moordgewelddadenafpersing en
intimidatie door leden van de
Black Panther-beweging zijn al
lemaal gericht tegen andere
zwarten en niet tegen de geves
tigde orde".
De rechtse pers
schreef dit al jarenlang, maar het
belangwekkende is dat de twee
schrijvers van deze regels zelf ra
dicale activisten zijn, waardoor
hun verhaal veel geloofwaardiger
is. Ook links keert zich nu tegen
de Black Panthers.
:In het NAVO-parlement wordt
kennelijk niet gewaardeerd dat
een lid zich kritisch opstelt", zegt
CDA-Tweede-Kameriid Joep de
Boer in Hervormd Nederland
naar aanleiding van zijn "aanva
ring" vorige week met secretaris
generaal Luns van de NAVO en
de Amerikaanse opperbevelheb
ber in Europa, generaal Haig. De
Boer "bestond het" om hun te
vragen met welke pet op zij hun
pleidooi voor o.a. het neutronen
wapen hielden: met hun NAVO-
pet of hun eigen (burger)-pet? En
dat had Joep niet mogen doen.
Niet van Luns, niet van Haig en
ook niet van zijn eigen partij. Foei
toch!
ANNEMIEK RUYGROK