Een
literair
duet voor
dame en heer
Boeken kort
Nederlandstalige editie Grote Times Wereldatlas
Hondenboeken aan lopende band
Minister
op
dienstreis:
amusant
jONDERDAG 23 NOVEMBER 1978
PAGINA 17
In zijn boek over de Chinees-
Indiase grensoorlog van begin
zestiger jaren maakt Neville
Maxwell gewag van de lange
voorgeschiedenis die het uit
eindelijke gewapende treffen
voorafging. Het is een welles-
nietes spel over de preciese
grenslijn tussen beide staten in
het onherbergzame Himalaya-
gebied. Landkaarten speelden
een belangrijke rol in de con
troverse, maar niet elke kaart
had evenveel gezag.
In 1935 merkte een hoge amb
tenaar in wat toen nog Brits-In-
dië heette bezorgd en enigszins
wrevelig op dat de Times Atlas
nog altijd een grens aanhield
die in het voordeel van de Chi
nezen was. Wilde men het
standpunt van de regering in
New Delhi binnen de con
troverse versterken, dan zou
men moeten beginnen met de
redactie van de Times-atlas op
andere gedachten te brengen.
Deze bondige anekdote illu
streert misschien de grote auto:
riteit die de Times-atlas in de
Engelssprekende wereld had
en heeft. Wat op de kaarten in de
Times-atlas staat heeft bijna of
ficiële status. Overigens lukt
het de Brits-Indische regering
'om in een latere druk van de at-
,las de grenslijn in enigszins
voor haar gunstige richting her
zien te krijgen. Let wel, de lijn
werd niet opnieuw getrokken,
maar een stukje van het gebied
werd als "ónafgebakend" (Un-
demarcated) aangegeven.
"The Times Atlas of the World,
Comprehensive Edition", dat is
de officiële benaming van zon
dermeer de meest gezagheb
bende en meest begerenswaar
dige onder de grote atlassen.
Het is alshetware één van de
weinige blijvende momenten
uit de tijd van het Britse impe
rium. De "Pax Brittanica" met
het aroma van Victoria en glas
lantaarns in de Londense mist
klinkt nog door in dit werk, ook
al bedient het zich van de mo
dernste hulpmiddelen van kar-
tografie en druktechniek. Het
kan niet toevallig zijn dat de
Times Atlas de regionaalsge-
wijze behandeling begint met
het continent dat het verst van
Groot-Brittannië gelegen is,
Australië!
Sinds kort is er nu een Neder
landstalige editie van de Times
Atlas, een gedurfd project van
Kluwer in Wageningen. De Ne
derlandse versie is volledig
identiek met de Engelse, behal
ve dan dat de namen en om
schrijvingen vernederlandst
zijn. Een enkele keer zelfs nog
naar de spelling De Vries en Te
Winkel, want ergens lezen we
van "Zeeuwsch" Vlaanderen.
Behalve een aantal overzichts
kaarten over klimaat, delfstof
fen. enzovoorts, biedt De Grote
Times Wereldatlas 123 mees
tentijds dubbele kaarten van
grote helderheid, accuratesse
en zelfs schoonheid. Wie alleen
maar Nederlandse atlassen
kent - en de grootste is qua om
vang nog maar de helft van de
Times - ervaart op heel merk
waardige wijze een soort schok
der herkenning, wanneer hij
bijvoorbeeld IJsland bijna le
vensgroot op twee kaartbladen
ziet afgebeeld. IJsland was voor
ons een nietige kruimel aan de
rand van de kaart, maar zie de
aandacht van de kaartenmakers
van de Times Atlas maakt er een
stukje wereld van waar je ken
nelijk kunt wonen, liefhebben
en sterven. Omgekeerd raakt de
ongeoefende gebruiker wat
oriëntatie op de wereld kwijt,
wanneer hij Australië ineens in
drie kaartmoten gehakt ziet.
Maar het went snel.
Opgemerkt werd al dat de uit
gave van Kluwer precies het
spoor volgt van haar Engelse
voorbeeld. Het' is dus heel na
drukkelijk geen op de specifiek
Nederlandse behoeften toege
sneden editie. In de Engelse
versie zijn we als Nederland
heel goed bediend met een
kaart over twee pagina's: voor
de Nederlandse versie is dat na
tuurlijk aan de karige kant. Dus
zal voor een optimale geografi
sche begeleiding van wat rond
ons en in de wereld gebeurt, de
ze eminente atlas met materiaal
over Nederland zelf moeten
worden aangevuld.
Een paar vraagtekentjes: het
gebruik van de eilandnamen
van Indonesië lijkt niet hele
maal consistent. Op de over
zichtskaart Eurazië (no. 16) ge
bruikt men de nieuwe naam
"Kalimantan" als de meest
prominente voor Indonesië's
grootste eiland; op de detail
kaarten echter wordt "Borneo"
weer het grootst afgedrukt. En
schrijft men de hoofdstad van
Indonesië tegenwoordig niet
zonder "d", dus als "Jakarta"?
Het is detailkritiek, een beetje
krassen in de marge van een
kartografisch werk dat zijn
weerga in ons taalgebied niet
heeft.
HAN MULDER
"De Grote Times Wereldatlas"
(Kluwer Algemene Boeken),
Wageningen. Prijs: 199,50.
Literaire briefwisselingen zijn in Nederland, naar ik meen,
vrij zeldzaam. Zeker, de dames en heren auteurs zullen
elkander ongetwijfeld veelvuldig van de laatste nieuwtjes
voorzien, daarbij pen en papier hanterend, maar aan publi
catie van deze intieme pennevruchten wordt weinig ge
dacht. Een voor de hand liggende en zeer acceptabele
reden kan zijn dat de onderlinge kout voor het publiek
van nul en generlei literaire waarde is; een andere dat men
bevreesd is allerhande roddelpraat wereldkundig te ma
ken en nóg meer vijanden te maken dan de gemiddelde
Hollandse auteur al bezit
Deze jammerlijke angst beheerst
gelukkig niet de schrijver Heere
Heeresma en zijn vrouwelijke
collega en debutante Laurie Lan-
genbach, die een jaar of zo gele
den opzien baarde met haar ro
man "Geheime Liefde" Zopas is
van dit duo "wat intieme corres
pondentie" verschenen onder de
aardige titel: "Hier mijn hand en
daar je wang" (uitg. Peter Loeb,
Amsterdam 1978, 16,50). Een
blijde verrassing. Hoewel ik mij
in het algemeen ongaarne posi
tief uitlaat over alle leesvoer dat
de label "Letterkunde" draagt,
ben ik niet te beroerd om een uit
zondering te maken.
Wat een voortreffelijke bundel
brieven! Hoewel de achterzijde
van het boekje op kwasi-verraste
toon spreekt van "een spontane
briefwisseling tussen een coryfee
en een debutante", hoeven we
ons niet af te laten schrikken. De
correspondentie is met uiterste
zorg vervaardigd, zowel inhou
delijk als qua samenstelling,
evenmin is er sprake van een
"wijze papa-domme dochter'
verhouding, integendeel, hier
zijn twee volstrekt gelijkwaardi
ge auteurs aan het woord, waarbij
de "debutante" het misschien
zelfs net op punten wint.
Verrassing
Maar ook Heeresma, die ik nooit
heb kunnen pruimen en die voor
en na zijn briljante "Zwaarmoe
dige verhalen voor bij de centra
le verwarming" nooit iets fat
soenlijks gepubliceerd heeft, ver
rast. Het is allemaal begonnen, zo
blijkt, met een opdracht die Lau
rie schreef in een exemplaar van
haar "Geheime Liefde": "vrijdag,
13 mei, 1977/ voor Heere Heeres
ma: Het is altijd leuk u te spre
ken/ ik hoop dat u het leuk vindt
mij te lezen"
Heeresma vertoefde, zoals velen
van onze meer gefrusteerde en
mislukte landgenoten (Duis,
Hermans c.s.), voor langere duur
in de Franse regionen, in les
Combes Basses, meer speciaal in
"la maison De Branding" Van
hieruit is het merendeel van zijn
epistels aan LL verzonden, hoe
wel hij zich soms ook meldt van
uit hotel 1' Europe, Amsterdam,
de stad waar LL domicilie houdt
("D'straat 1").
De correspondentie is daarom zo
aardig, omdat er duidelijk een
ontwikkeling in het onderlinge
contact plaats vindt, terwijl aard
en gemoed van de schrijver, cq.
schrijfster de lezer geleidelijk
duidelijk worden. Aanvankelijk
zijn beiden afstandelijk, behoed
zaam, weinig geneigd zich bloot
te geven; men spreekt elkaar
minzaam toe, gebruikt de be
leefdheid in acht nemende aan
spreekvorm "U" en reikt naar de
hoogste toppen van hoffelijk
heid.
Een spelletje dat prachtig volge
houden wordt, door Laurie onge
twijfeld met de meeste moeite,
want zij is zoals HH haar in het
begin al schetst "Misschien is
het zo dat ik u erg los in uw huid
vind zitten. U gaat op bijkans
animale (is natuurlijke) wijze met
uw verstand en emoties om. U
bent kennelijk zeer eksakt wat u
bent, niet gehinderd door oer
wouden van traditie, gewoonten,
overlevering. U kunt zich direkt
bezig houden met wat u zelf bent
te verhelderen." (p. 15)
Contact
Lang slaagt Heeresma erin zich
Laurie van het lijf te houden in
haar slinkse pogingen het contact
te verinnigen, maar het pleit zon
der meer voor zijn schrijverschap
dat hij zich stukje bij beetje laat
inpalmen. Heel voorzichtig ove
rigens, want het banale en onbe
duidende overheerst aanvanke
lijk: "Ach, mejuffrouw Langen-
bach, laten we er niet omheen
draaien. Het verstand van de
meeste mannen'zit, excusez-moi,
in hun pik." (p. 45).
Maar dergelijke platitudes vangt
hijzelf onmiddellijk weer op, met
kracht van spot en ironie: "Het
valt op dat die relaties (vrienden
heb ik niet) die maar niet begrij
pen hoe ik aan de naam van mijn
huis kom omdat de dichtstbij
zijnde zee zo'n 250 km verwijderd
is, mij, mijn gedragingen en op
vattingen, maar altmodisch vin
den. En het is waar. Zij zijn erg
vooruitstrevend en van een op
perste vrijmaking wat o.a. wil
zeggen dat ze alles kussen wat
hen maar voor de lippen komt en
in hun blote kont ongegeneerd
mijn buren, eenvoudige hard
werkende mensen met een hart
van goud, groeten." (p.45/46).
Veel komt aan de orde, ook de
Smart der Uitgewekenen, de
triest- en troosteloosheid dierge
nen die hun heil in het stuitende
buitenland zoeken teneinde ons
De Leidse rechtshistoricus A.M.
Elias heeft uit de laden van het
Algemeen Rijksarchief een relaas
opgediept van Willem Fredenk
Roëll, minister tijdens het Ko
ninkrijk Holland. Het is het vaak
amusante verslag van een reis
van meer dan drie maanden naar
Zuid-Frankrijk. Hu moet daar
koning Lode wijk Napoleon op
zoeken, maar Roëll maakt van de
gelegenheid gebruik om goed
zijn ogen de kost te geven en
soms ook eens een om weggetje te
maken. Een soort snoepreisje
dus.
Roëll noteert met het oog voor de
tail en kan schrijven. Zijn dage
lijkse aantekeningen geven een
heel compleet beeld van wat he
ren en dames uit de betere stand
zo rond 1800 bezighield en be
zielde. Er worden vele bezoeken
afgelegd en er worden vele
merkwaardigheden en rariteiten
bezichtigd. De aanblik van een
prachtige rij populieren vermag
bij Roëll kennelijk groter emotie
op te wekken dan het lot van het
grauw in Parijs, want daarover
verneemt men niets. En daarin
zal Roëll ook wel het typisch aris
tocratische kind van zijn tijd zijn
geweest.
Schalks in zijn soms brede formu
leringen kan Roëll wel zijn. Zo
bijvoorbeeld bij een bezoek aan
het Theatre des Vaudevilles: "het
gezelschap, hetwelk men er aan
treft, schijnt over het algemeen
niet van het zwaarste soort te zijn.
Alhoewel ik eene der eerste
plaatsen occupeerde wierd ik
zulks bijzonder in mijne nabij
heid gewaar hetwelk mij nader
hand niet behoefde te verwonde
ren, toen ik vernam dat het juist
die plaatsen zijn, alwaar zommige
Parijsche schoonheden zig bij
voorkeur ophouden om zoveel te
betere gelegenheid tot het maken
van kennis vooral met vreemde
lingen te vinden". Ach ja, een
man in de grote stad en al zolang
alleen op pad!
HAN MULDER
A.M. Elias: "Een minister op
dienstreis, W.F. Röeil in 1807 per
koets door Frankrijk", uitgave
Fibula-Van Dishoeck, Haarlem.
29,50.
Heere Hperesma
zoete belastingstelsel te ont
vluchten; kankeren op het va
derland, maar in tweespalt: "Wat
heb ik hier eigenlijk nog te ma
ken? Kompassie met mijn lezers
die hier leven en werken moeten,
misschien. Maar te zoeken heb ik
in dit land niks meer. Gelukkig
maar want ik zou onherroepelijk
nog grotere moeilijkheden met
de overheid, die vierde macht
met zijn alsmaar uitdijende amb
tenarenkorps, krijgen dan ik nu
al heb. Trouwens, waar zou ik
hier, behalve de knip, mijn akku
kunnen opladen met enig
geestelijk niveau en allure"*"
(p.64/65).
Grappig
Grappig dat hij zich niettemin toch
wendt tot een landgenote om de
ze reparatie te verzorgen. Zijn
klaagzangen worden door Laurie
Langenbach schitterend opge
vangen, overigens zonder dat ze
door de knieën gaat of zichzelf
vergeet "Waarom zou ik altijd de
optimistische noten in deze cor
respondence verzorgen? Ik ben
ook een mens! Moet u horen,
mijnheer H., ik neem er geen ge
noegen mee. Het komt mij de
strot uit. Alles!. En Iedereen! Was
er maar zoiets als de padvinderij
voor volwassenen. Dan schafte ik
mij een kek uniformpje aan en
poetste ik niet twee maar drie
maal per dag mijn tanden."
(p.116/117).
•Al lezende krijg ik sterk de indruk
dat de "debutante" zich op een
hoger niveau bevindt dan de ou
de meester, maar zich, goedhartig
aan hém aanpast in plaats van
andersom. Tegelijkertijd bereikt
zij door haar geest, luciditeit en
inspirerende invloed dat Hee
resma soms toppen van de oude
schrijfvaardigheid bereikt.
Steeds opnieuw lokt ze, daagt ze
uit, is grillig, diepzinnig, meele
vend, en doorhalen van niet ver
langd is; immer soepel schrij
vend, nimmer spel, decorum en
ernst van de zaak verwarrend,
komt zij naar voren als een uiterst
begaafd auteur, een diva voor wie
men knielt of beter nog, wier
werk men zich rept om aan te
schaffen en innig te koesteren.
Een niet kapot te krijgen persoon
lijkheid, zulks in tegenstelling tot
haar gearriveerde partner, zelfs
niet door dé Schepper en Vernie
tiger van de Literatuur, de Alko-
hol: "Desalniettemin beleef ik
vandaag mijn achtste dag van al
gehele nuchterheid. Mijn drank
gebruik was u wellicht nooit op
gevallen? Dat komt omdat ik, uit
solidariteit met u, nooit in uw ge
zelschap alcohol houdende
dranken dronk. Voor u, die alco
holist is geweest, moet het afzwe
ren van de drank een nog veel
heftiger strijd met zich mee heb
ben gebracht dan voor mij. Mijn
drankgebruik was nooit extrava
gant. omdat ik mijzelf tegen uit
spattingen beschermde door
mijn afkeer van onelegant ge
drag. Zodra ik merkte dat ik
dreigde mij te gaan misdragen,
hield ik op met drinken." (p.l 12)
Zou het toch waar zijn dat vrouwen
flinker zijn dan mannen?
ROB VOOREN
Op een net zo speelse manier als de
talrijke cocker-spaniels door het
boek "Van pup tot hond" darte
len, gaan de schrijvers van dit zo
veelste boek over de hond,
Christl en Walter Poduschka, te
werk met het doel een aandachti
ge omgang tussen de mens en het
dier te realiseren. Dan pas zal d<;
eigenaar aan zijn hond, die be
hoefte heeft aan dat nauwe con
tact het meeste plezier beleven,
zo is de achtergrondgedachte.
In een tijd dat het kopen van een
hond nog steeds een rage is, ver
schijnen uiteraard ook de boeken
over de honden aan de lopende
band. Alle rassen en soorten ko
men gedetailleerd aan bod met
wat ze wel en niet mogen, hoe ze
zijn en hoe ze worden. Ieder boek
weet het naast de algemeen gel
dende opvoedings- en etensre-
gels en de anatomische uitleg
over honden wel nog wat beter
dan het andere.
Het echtpaar Poduschka voegt een
nieuw boek aan de rijen toe, maar
valt toch wel gedeeltelijk buiten
de genoemde categorie van be
tweters. Het is een wat meer pre-
tentielozer werkje geworden wat
uit de pennen van de twee die
renpsychologen tevoorschijn is
gekomen. Het kan gezien worden
als een soort dagboek, bijgehou
den tijdens het fokken, de ge
boorte en het leven van met name
cocker-spaniels. De omgang met
de opgroeiende pup maakt het
boek zelfs interessant voor men
sen die geen hond bezitten en ook
nooit een gaan bezitten.
Christl en Walter gaan er terecht
van uit dat veel van de gedragin
■0 i
gen en gewoonten van het coc-
kerras overeenkomen met die
van andere honden en nemen dan
ook genoegen met het observe
ren van de cockers die met hun
leven en opgroeien
De Poduschka's weten naast het
vertederende, wat het boek niet
alleen krijgt door de 130 foto's
van voor het merendeel schattige
pups in de meest rare houdingen,
maar ook door hun alledaagse
manier van schrijven over hun
honden, ook nog instructies te
geven. Zo wordt uitgelegd waar
om het jonge dier en de volwas
sen hond zich in een bepaalde si
tuatie op een bepaalde manier
gedraagt.
Daarbij wordt zo goed mogëlijk
aangegeven op welke manier de
mens daarop moet reageren. En
dat is juist het sterke punt van dit
boek, omdat het nog zoveel voor
komt dat de mens juist in de eer
ste levensfase van de hond het
dier een foute begeleiding geeft,
met alle nare gevolgen van dien
in een later stadium.
De begeleiding van de hond is erg
belangrijk vooral omdat hij in het
gevoelsleven erg veel op de mens
lijkt. Een bewijs voor dit laatste is
het verdriet wat een hond kan
hebben, beledigd kan hij zijn en
blij zijn eveneens, zelfs nog beter
dan wij. "En in het liefhebben is
hij ongetwijfeld onze meerdere",
schrijft de bekende dierenpsy
choloog dr. Konrad Lorenz in het
voorwoord.
Christl en Walter confronteren in
het begin van het boek. de lezer
met het aankoopidee van een
hond. Wat kan dat voor gevolgen
hebben? Door te wijzen op de
vernielzucht van de jonge pups,
de bevuiling en het gebonden
zijn. plaatsen zij het hebben van
een hond niet in een negatief
daglicht, maar wordt gewoon de
realiteit aangegeven, die vaak erg
hard is en waar o zoveel kopers
van zo'n schattig jong hondje niet
bij stilstaan. En als het baasje en
het vrouwtje dan later niet meer
lekker een weekendje er tussen
uit kunnen omdat die hond er
ook nog is, dan moet het on
schuldige dier er achteraf maar al
te vaak onder lijden. Maar, als je
weet waar je aan begint en het
zeker denkt aan te kunnen dan
zul je wel erg veel plezier aan de
hond hebben, zo valt verder uit
de tekst op te maken.
Beide auteurs zelf hebben er on
noemelijk veel plezier aan. Voor
hen is het niet alleen een levens
taak en een hobby om de dieren
te houden, te verzorgen, te ver
wennen, kortom ze lief te hebben.
De potentiële koper en lezer van d it
boek hoeft zeker niet dezelfde
houding ten opzichte van zijn
nieuwe aanwinst aan te nemen,
maar de houding van de beide au
teurs kan wel gezien worden als
een belangrijke aanzet.
Christl en Walter's ideeën gaan
vaak zo ver. dal ze voor andere
mensen wat moeilijkheden zou
den opleveren. In het boek wordt
het likken van de hond eigenlijk
overal waar die maar op het men
selijk lichaam bij kan en in het
bed aanwezig zijn van de dieren
als een doodnormale zaak gezien
Het is naïef om daarbij hygiëni
sche aspecten aan de kant te zet
ten. zoals het echtpaar doet. Wat
het gescheiden slapen betreft van
beide echtelieden in aparte ka
mers voor de ruimte van de hon
den, zoals Christl en Walter
"noodgedwongen moesten
doen", laat ik verder aan U ter
beoordeling over. Ik heb als hon
denbezitter daar zo mijn eigen
ideeën over.
Een ding is echter zeker. De schrij
vers zijn echte hondenliefheb
bers die hun principes, ideeen en
kennis op papier gezet hebben.
Vandaar ook een waardevol boek
voor iedere honde-eigenaar,
omdat het zeker nog leerzaam is,
naast de boeken die U al heeft
over de voeding, de beweging, de
trucjes die en op welke manier
uw hond kunnen worden bijge
bracht enzovoorts. Omdat het
hierbij gaat om de begeleiding
van en de omgang met het dier en
de daarmee gepaard gaande lief
de.
Walter en Christl Poduschka be
sluiten dan ook: "Een goede be
handeling van de hond door de
mens en het begrip voor zijn we
zen, voor zijn behoefte en zijn
aanleg brengen schatten aan het
licht die ons veel vreugde bezor
gen".
CHARLES LENNARTZ
"Van pup tot hond". Zo ontwik-
kol Uw hond zich goed. Van
Walter en Christl Poduschka
19,90. Uitgeverij: L.J. Veen,
Wageningen.
'Sociologische Encyclopedie" onder redactie van drs. L. Rademaker,
Aula, vier delen a 13.50 (intekenprijs 11,25 per deel); ook gebonden,
twee delen a 39,75 (intekenprijs 79,50 per set). Uitgave Het Spectrum
Utrecht/Antwerpen.
Aan deze sociologische encyclopedie is door een kleine honderd deskun
digen meegewerkt. Ook de leek vindt dikwijls een antwoord op zijn
vragen. Bovendien blijkt deel vier geheel gevuld met recente literatuur
over de behandelde onderwerpen en dat maakt de uitgave voor sociolo-
giestudenten waarschijnlijk erg nuttig.
We vinden leesbare stukken over de hoofdfiguren in de sociologie, de
stromingen, deelgebieden van de wetenschap. Helderheid wordt ver
schaft over een stuk begrippenkader en daarbij wordt soms - niet altijd -
het nodige van de gewichtigheid en modieusheid afgelegd. Of het voor
Jan Blokker voldoende is om zijn amusante oorlog met de sociologie te
beëindigen, moet worden afgewacht. De sociologie komt in elk geval
i stuk dichterbij.
H.M.