'Goochel-vaders' in clinch over Katwijkse Verbod op komst handel in kievitsei PUBLIEK I „Niet bang zijn onze handen vuil te m PAGINA 4 VARIA WOENSDAG 22 NOVEMBER 1978 1 Tips voor deze rubriek kunt U elke morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215. U mag ook schrijven. Het ziet er niet naar uit dat het Katwijkse gooche- laarstertje Sylvia Vermeulen van de partij zal zijn op het komende in Brussel te houden wereldkam pioenschap. Haar manager, tevens vader, ligt mo menteel in de clinch met de Nederlandse Magische Unie, die weigert de nu 13-jarige talentvolle havo- scholiere in de Nederlandse juniorenploeg op te nemen. De NMU beroept zich op het in ternationale reglement van het kampioenschap. Daarin wordt bepaald dat iemand alleen aan het concours mag deelnemen als de overkoepe lende landelijke organisatie, in dit geval de Nederlandse Magische Unie, daarmee ak koord gaat. In de zaak van Sylvia Vermeulen is dat niet het geval. Reden is dat de Katwijkse niet staat inge schreven als lid van de Bond van Goochelaars. Dat is een vereiste Te ver Haar vader heeft er wel een ver klaring voor dat dochter Syl via geen lid is. Hij zegt: 'De enige vereniging in Neder land waar zij als junior te recht kan is in Haarlem. Daar zou ze dan elke maand een avond naar toe moeten. Ik vind Haarlem te ver weg. ze ker voor een meisje van der tien. Bovendien zitten er daar in de junioren-afdeling alleen maar jongens. Ze zal zich ze ker niet op haar gemak voe len". Vermeulen, zelf ook in het goochelvak, vindt het la riekoek dat de NMU van zijn dochter eist dat ze zich bij een vereniging aansluit. "Ze heeft in de afgelopen jaren voldoende bewezen dat ze het goochelen in de vingers heeft En niet zo'n klein beetje. Hoe komt ze anders aan zo'n volle prijzenkast. En ze wordt toch niet voor niets in talloze lan den uitgenodigd voor een op treden Waarom doen ze dan toch zo formeel bij die NMU? Zo wer ken ze er aan mee dat Sylvia straks zegt, voor mij hoeft dat goochelen niet meer. Dat zou doodzonde zijn. Want talent heeft ze, daar is iedereen het wel over eens". NMU-voorzitter Hart zegt de kritiek van Vermeulen niet te zien zitten"We hebben ons nu eenmaal aan de spelregels te houden. Het zou een mooie boel worden als we voor haar een uitzondering maakten Natuurlijk heeft ze talent, maar dat wil nog niet zeggen dat voor haar dat verplichte lidmaatschap niet telt Ra-ra Trouwens, ik snap niet goed waarom haar vader zo moei lijk doet. Haarlem is zoge naamd te ver uit de buurt Maar hij vertelt er niet bi dat hij wel met zijn dochter door Europa trekt. Ik weet niet in hoeveel landen hij al met haar geweest is. Kijk. dat kan wel Al moet hij er duizenden ki lometers voor reizen. Maar dat stukje Haarlem is te ver Ra-ra, hoe valt dat met elkaar te rijmen?" En hij voegt daar nog aan toe "Als NMU zouden we in het buitenland een heel slechte beurt maken als men aan de weet zou komen dat voor een lid van de Nederlandse ploeg het reglement niet is toege past. Dat kunnen we niet ma ken. We hebben met wereld kampioenen als Fred Kaps en Richard Ross een naam hoog te houden. Een miskleun kun nen we ons niet permitteren Daarom moet Sylvia de nor male weg bewandelen, hoe goed ze ook is." Hart sluit overigens niet uit dat zodra de Katwijkse zich in Haarlem als lid heeft aange meld, voor alle partijen een bevredigende "tussen-oplos- Sylvia (13) alléén als Hollandse sing" zal worden gevonden En dat zou bijvoorbeeld kun nen inhouden dat Sylvia slechts een aantal van de ver plichte maandelijkse bijeen komsten bezoekt en zich voor de overige bijvoorbeeld ziek meldt. "Over zo'n regeling zou in het bestuur nog te praten zijn", zegt de Heemstedenaar "Maar ik weet nu al zeker dat de overige bestuursleden en trouwens ik ook, niets voelen voor een zogenaamde papie ren aanmelding. Dus dat ze zich alleen maar laat in schrijven en daarna nooit meer komt opdagen" Vader Vermeulen blijft het een onverteerbare zaak vinden en meent dat de NMU-voorzitter met opzet zo'n starre houding aanneemt. "Volgens mij is het pure jaloezie", zegt Vermeu len. "Hart heeft zelf ook een dochter, die ongeveer even oud is als Sylvia. Maar die heeft het lang niet zo ver ge schopt Nu reageert hij zich op zo'n manier af. En nog iets Normaal gesproken is Sylvia in elke wedstrijd wel goed voor een eerste of tweede prijs Maar als meneer Hart in de jury zit valt ze gegarandeerd buiten de prijzen. Hoe is dat dan te verklaren?" Hondje Hart op zijn beurt: "Vermeulen mag van mij best op de per soonlij ke toer gaanmaar dan moet hij wel helder blijven denken. Ik heb niets tegen Sylvia. Ze kan het nog erg ver schoppen. Maar wat ik bij haar mis, en dat laat ik als jurylid in de punten ook blij ken is dat ze weinig spon taan is. Ze gedraagt zich vaak te veel als een gedresseerd hond je. Teveel door pa afgericht Dat vind ik jammer voor haar. Ik vraag me bovendien af of hij er wel goed aan doet zo met haar door Europa te trekken Zo mist ze. althans, zo zie ik het als vader, veel sociaal con tact met haar leeftijdge nootjes. Van mijn dochter kan dat in elk geval niét worden gezegd." Beide partijen willen geen duimbreed toegeven. Sylvia zelf ondergaat gelaten het wapengekletter. Ze laat de taktiek aan haar vader over Die heeft al uitnodigingen van buitenlandse verenigin gen gehad die Sylvia graag op de ledenlijst plaatsen, zon der dat ze op maandelijkse clubavonden dient te ver schijnen. Uit Holland "Het probleem is alleen", zegt Vermeulen, "dat ze dan op het wereldkampioenschap niet wordt aangekondigd als Syl via Vermeulen uit Holland maar bijvoorbeeld als Sylvia Vermeulen uit Noorwegen of uit Engeland. Daar voelt de kleine meid niets voor. Ze wil dolgraag naar Brussel. Maar alléén als Sylvia-uit-Hol- land." Van de 1300 Bonaventura-leerlingen hadden zo'n 70 belangstelling voor een kookcursus. Uiteinde lijk kwamen er gistermiddag 20, onder wie één jongen en de leraar FransZij zetten zich aan het bereiden van een gevulde tomaat. Om middelbare scholieren een beetje voor te berei den op wat voor velen komen gaat bij verder stu deren, vond de ouderraad van het Bonaventura- college in Leiden het nuttig dit jaar voor de ver andering maar eens een kookcursus te organise ren. Dat is handig, redeneerde men, want de meeste studenten die op kamers gaan wonen be schikken over twee linkse handen als het gaat om het bereiden van het eigen potje Er was alle reden om met een dergelijke cursus van startte gaan. Een school-enquête had uitgewezen dat 70 van de bijna 1300 leerlingen wel wat voel den voor zo'n cursus. Gistermiddag echter, toen in een gehuurd klaslokaal van de huishoudschool aan het Galgewater, de eerste van de in totaal vijftien lessen op het gas ging, werden er heel wat minder koppen geteld. Twintig leerlingen, onder wie slechts één jongen en nog de leraar Frans, Van Dongen. De cursus koken behoort tot de zogenaamde bui tenschool-activiteiten. Zijn mede bedoeld om de leerlingen naast de pittige studie ook wat ont- spannends voor te schotelen. Maar de driejaar dat er nu iets wordt georganiseerd is de animo niet om over naar huis te schrijven. Vorig jaar bijvoor beeld stopte de ouderraad de nodige energie in het op poten zetten van een cursus EHBO en een cursus make-up. Voor beide meldden zich 7 leer lingen aan. En nu heeft de kookcursus (er werd op zeker 50 leerlingen gerekend) ook al weinig aftrek. "Het is inderdaad om een beetje moedeloos van te wor den", zegt mevrouw Van Haasteren, ouderraad lid en gistermiddag als toeschouwster van de par- tij. Dit zijn toch hardstikke leuke cursussen voor de jongelui. Maar ja, ze zijn tegenwoördig zo laks. Nergens voor te porren. Behalve als er commen taar moet worden geleverd. Moet je ze dan eens horen. We geven de moed niet op. Hopelijk krij gen we er volgend jaar meer naar toe." De twintig leerlingen en leraar stortten zich gister middag op het bereiden van een gevulde tomaat. Daar zijn ze van half 3 tot half 5 mee zoet geweest. JUUll Vader/manager: „Volgens mij is dit pure jaloezie" DEN HAAG (GPD) - „Als het èrgens nodig is, dan wel in Wageningen". Dat zegt mevrouw dr. G. Thomas over haar benoeming tot hoogleraar vrouwenemancipatie aan de Landbouwhogeschool in Wageningen. Ze heeft de op dracht zich bezig te houden met de emancipatie als maat schappelijke stroming, zowel bezien vanuit de westerse situatie als vanuit ontwikkelingen in de niet-westerse we reld. Het hoogleraarschap is een aanbie ding van het Landbouwhoge schoolfonds voor èèn uur per week. Dit fonds draait dan ook voor de kosten op. Mevrouw Thomas is coördinatrice internationale vrouwenzaken op het ministerie van buitenlandse zaken en adviserend lid van de emancipatiecommissie. Je zou verwachten dat technische mensen, zoals ze in Wageningen worden opgeleid, zich niet zozeer met de positie van de vrouw be zighouden. Maar volgens me vrouw Thomas is dat nu juist de grote fout. „Relatief gezien is een groot aantal Nederlanders dat zich met ontwikkelingssamen werking bezighoudt, uit Wage ningen afkomstig. Het is van het grootste belang dat zij rekening houden met de rol die v de niet-westerse wereld landbouw vervullen". Mevrouw Thomas: „De grote klacht in de ontwikkelingssa menwerking is nu echter dat de vrouwen vaak verwaarloosd worden. De Afrikaanse vrouwen bijvoorbeeld beheren van ouds her de landbouw en verzorgen zo de inkomsten voor hun gezin. Hun mannen assisteren hen daarbij hoogstens voor het zware werk. Als nu met onze westerse ontwikkelingshulp een groot schalig landbouwproject wordt opgezet, worden daarbij alleen de mannen betrokken. Vrouwen worden in onze westerse ogen nu eenmaal niet geacht op een trac tor te kunnen rijden, om maar iets te „Het resultaat is, dat de vrouwen hun hulp kwijt zijn en dat de mannen geld gaan verdienen, dat ze meestal echter niet aan hun ge zin afstaan. Dat zijn ze nu een maal niet gewend. Ondanks de eventuele geweldige produktie- verhogingen, gaat de levensstan daard van het grootste deel van de bevolking er op die manier op achteruit. Het klinkt misschien gek als je zegt dat landbouwkun digen die zich met veredeling van plantensoorten bezighouden, de positie van de vrouw daarbij moeten betrekken, maar in ver band met de ontwikkelingssa menwerking is het echt een per tinente noodzakelijkheid" „Iets dergelijks zie je land opnieuw over de bevolking wordt verdeeld. In de Ethiopi sche revolutie bijvoorbeeld kwamen alleen mannen voor stukjes grond in aanmerking. Het werd toen weliswaar niet door westerse mensen zo geregeld, maar wel door Afrikaanse autori teiten die in het westen waren opgeleid en zo de westerse nor men stapsgewijs op hun land toepasten". Mevrouw Thomas vertelde dat de wereldconferentie over de vrouw, die in 1975 in Mexico heeft plaatsgevonden, veel aan dacht heeft geschonken aan deze hele problematiek. In Addis Abeba is zelfs het African Trai ning and Research Centre for Women opgezet voor de regio Afrika. In Nederland ontstaat ook lang zaam maar zeker aandacht voor de positie van de vrouwen in de Derde Wereld. Vooral in Amster dam en Leiden doen cultureel anthropologen onderzoek. Het zelfde geldt voor het Institute for Social Studies in Den Haag, waar alleen buitenlanders studeren. Voor Wageningen is deze bena dering. volgens mevrouw Tho mas, nog geheel nieuw. - Wordt de belangrijkste doelstel ling van uw werk in Wageningen de beinvloeding van het ontwik kelingswerk. zodat niet-westerse vrouwen er beter afkomen? Mevrouw dr. G. Thomas, voor één uur per week hoogleraar vrouwene mancipatie aan de Landbouwhogeschool in Wageningen. Mevrouw Thomas: „Voor zover ik me met de niet-westerse wereld bezig zal houden, is dat zeker het geval. Ongetwijfeld zal echter een deel van mijn tijd op de westerse situatie worden gericht. Hoe groot dat deel zal zijn en wat ik er precies mee ga doen, hangt af van het overleg dat ik met de Wage- ningse studenten zal voe- Vanuit Wageningse studenten kringen was al eerder de roep op gegaan om een hoogleraar ..vrouwenstudies" of „vrouw en wetenschap" te benoemen, ter ondersteuning van hun positie De vrouwelijke studenten voelen zich vaak niet voor vol aangezien en onderzoeken over vrouwen- onderwerpen, al of niet met een feministische invalshoek, krijgen geen begeleiding of worden zelfs niet geaccepteerd. Dit alles onder het mom van onwetenschappe lijkheid. Een benadering waar de vrouwelijke studenten heftig te gen protesteren. Ze hebben ove rigens niets tegen de persoon van mevrouw Thomas, maar alles te gen haar taakomschrijving: ze verwijten de bestuurders van de Landbouwhogeschool „alleen voor emancipatie te zijn zolang die ver van hun eigen bed plaats vindt". Het Thomas om contact met de stu denten op te nemen, wordt door hen met e thousiasme be groet. - U bent aangesteld voor èèn uur per week. Kunt u in zo weinig tijd wel iets nuttigs doen? Mevrouw Thomas: „Het gevaar is levensgroot dat je weinig kunt doen en dat je de progressieve dekmantel wordt voor allerlei te kortkomingen; een soort van wandelend alibi. Aan de andere kant denk ik: als er niemand wordt benoemd, gebeurt er he lemaal niets. Ik kan tenslotte in dat ene uurtje proberen onder zoek op gang te brengen, werk groepen te begeleiden, collega's voor de materie te interesseren. Dat is allemaal heel belangrijk. Tot nu toe gebeurde er op dat punt absoluut niets in Wagenin gen. Bovendien zit er toekomst muziek in. Kijk, dat ene uurtje is voor vijf jaar lang een cadeautje van het Landbouwhogeschool fonds". „Dat cadeautje kan hoogstens met vijf jaar worden verlengd en daarna moet de Landbouwhoge school het zelf voor zijn rekening gaan nemen, want anders stopt het hele project. Zo kun je mijn benoeming beschouwen als een aardige manier om iets op gang te brengen. Zo nodig kan de Land bouwhogeschool te zyner tijd flink onder druk gezet wor den". „We moeten in de emancipatiebe weging niet te bang zijn onze handen vuil te maken. Met de bewustwording zijn we al een heel eind op pad. nu wordt het tijd dat het emancipatiegebeuren in structuren wordt omge zet". LEEUWARDEN (GPD) - „Zeker 90 procent van de in Friesland geraapte kie vitseieren komt niet meer bij de handel terecht. Daarom is het loskoppelen van het zoeken en de ver koop vrij onzinnig. In elk geval als men door een verbod op de handel in kievitseieren het rapen minder aantrekkelijk wil maken!" Dat zegt de heer De Jong van het gelijknamige Leeuwarder poe- liersbedrijf, waar ieder voorjaar de meeste van de in Friesland nog voor de handel beschikbaarge- stelde kievitseieren terechtko men. Het ziet er naar uit dat nog komend voorjaar een verbod van kracht wordt op de handel in kie vitseieren. Het ministerie van CRM werkt nu aan een besluit dat dit mogelijk moet maken. Maar volgens de heer De Jong zijn er niet veel mensen meer die voor vier gulden - een vondst van tien eieren per dag, die 40 cent per stuk opbrengen, is een best ge middelde - nog met het groene donkerbevlekte legsel naar de poelier gaan. Ze geven ze weg aan kennissen of eten ze zelf op. Daardoor worden er allang niet meer zulke grote aantallen verhandeld als een jaar of tien geleden. Een verbod op de handel in kievitseieren zal vol gens hem de animo voor het ra pen dan ook nauwelijks bein- vloeden. Voor zijn bedrijf is het wegvallen van de kievitseierenhandel wel een fikse schadepost. Vrijwel al les wat in Friesland uit de kie vitsnesten wordt opgeraapt en verkocht, vindt via zijn bedrijf een bestemming. De eieren gaan veel naar horecabedrijven in het westen van het land, waar ze hardgekookt, op een blaadje sla als een voorjaarsdelicatesse wor den aangeboden. Ook worden nogal wat kievitseieren naar Bel- gie uitgevoerd. Het aantal aangevoerde kievitseie ren schommelt sterk per seizoen. Ongeveer 20 jaar geleden, in 1957, kwamen er in Friesland nog zo'n 200.000 kievitseieren aan de markt. Nu worden er op de eier markt in Purmerend, waar veel van de in ons land geraapte kie vitseieren terechtkomen, per jaar tussen de 100.000 en 140.000 ver handeld. Ook in Twente, waar het poeliers- bedrijf Van Limbeek in Almelo toonaangevend is op het gebied van de kievitseierenhandel, is duidelijk merkbaar dat veel ra- pers het de moeite niet meer waard vinden hun vondst naar de poelier te brengen. De heer Van Limbeek meent overigens dat ook de animo voor het zoeken hier afneemt. Alleen de Friezen die in Twente wonen, blijven hun aloude volkssport trouw. Een jaar of tien geleden kreeg hij op de topdagen van het seizoen, meestal een dag of drie, wel rond de 1000 kievitseieren aangebo den. In die tijd kocht hij er per tussen de 5000 en 10.000 kuifde weidevogel dan na het sluiten van het' raapseizoen nog wel aan het opzetten van een huishouding toekomt. Vogelwet op. Nu komen er op topdagen niet meer dan 70 tot 80 kievitseieren bij hem terecht. Per seizoen stijgt het totaal niet meer boven de 400. De eerste eieren, die meestal in de derde week van maart worden gevonden, brengen rond èèn gul den op, de laatste, die vlak voor de sluitingsdatum binnenkomen - in Friesland 13, in overig Ne derland 6 april - brengen vaak maar een kwartje op. Voorbereiding Een verbod voor de handel in kie vitseieren is al enige jaren in voorbereiding. Ook de Friese vo gelwachters, allen fervente eier- zoekers, zijn daar voorstanders van. De Stichting Kritisch Fau nabeheer, die zich onder andere afzet tegen de jacht en de hengel sport, hoopt dat dit verbod een eerste stap is op weg naar het ge heel verbieden van het rapen van kievitseieren. Ook verwacht men dat het zogenaamde „melken" nu tot het verleden gaat beho- Dit ..melken" geschiedt door bij het uithalen van de eieren een klein aardappeltje in het nest te depo neren. De kievit blijft dan eieren leggen, die door de rapier gemak kelijk kunnen worden gevonden omdat hij de plaats van het nestal weet. Dat deze geforceerde eicr- produktie de conditie van de vo gel geen goed doet, hoeft geen be toog. Het blijft een vraag of het hennetje van onze zwartwit ge- Het kievitseierenrapen is sinds 1912 wettelijk geregeld. Toen mocht men tot 24 april rapen. In 1937 werd bij artikel 12 van de Vogelwet het einde van de raap- tijd op 20 april vastgesteld. In 1955 werd de raaptijd nog verder ingekort, namelijk tot 13 april. Voor de provincie Friesland bleef de einddatum echter 20 april. In 1975 werd het einde van de raap tijd voor het hele land vastgesteld op 6 april. Het kievitseieren zoe ken werd namelijk een steeds grotere bron van verontrusting en verstoring in het veld. Dit werd in de hand gewerkt door de langere weekeinden, langere vakanties en de sterk toegeno men motorisering. De afstand speelde daardoor geen rol meer In Friesland is de raaptijd sinds 1976 weer met een week verlengd tot 13 april. Die verstoring heeft vooral de laat ste tien jaar onrustbarende vor men aangenomen. In de week einden is het in Friesland vaak zo dat de ene raper staat te wachten tot een andere raper het veld heeft geruimd, aldus de heer Hendriksma, lid van de Vogel wacht, of dat men elkaar voor de voeten loopt. Niet alleen de kie vit, maar ook andere soorten lij den daar volgens hem onder. Wa tersnip, wulp en grutto worden gedurende het grootste deel van de dag uit hun territorium ver jaagd. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat het rapen de stand van de kievit nauwelijks beinvloedt. Hun aantal wordt in ons land op 130.000 paartjes ge schat. Ongeveer 60 procent van dit bestand leeft in de Friese en Noordhollandse weidegebieden, waarvan twee derde weer in Friesland. In deze provincie hui zen per 100 hectare grasland ruim 30 kieviten, in Noord-Holland 17.5. Vogelwachter Hendriksma juicht een verbod van de handel in kie- vitseiren toe, vooral om de rapers ervan te weerhouden meereieren mee te nemen dan ze zelf kunnen consumeren. Hij verwacht er voorlopig echter weinig effect

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 4