Mevrouw Veder-Smit en haar filosofie Vijf man per vlot naar Westindische eilanden ^,P atiën tenplichten PAGINA 4 VARIA DINSDAG 21 NOVEMBER 1978 a kt ie 'ederat/e supportersverenigingen betaald vcetbc Supportersverenigingen doen veel om het vandalisme te beteugelen, onder meer met sticker acties. "Geen gein in de trein" is er een uit de reeks van vier, uitgegeven door de Actie federatie supportersverenigingen be taald voetbal. De tekst van de drie andere luidt Geen geweld rond het veld Geen gesmijt bij de strijd; en Geen gemier met bier DEN HAAG - „Vandalisme is een ongrijpbaar euvel. Het komt bij verrassing en er is geen peil op te trekken waar en hoe het ontstaat. Het vandalisme van voetbalsup porters brengt niet alleen meet bare schade toe aan het spoor- wegmaterieel. Het weerhoudt anderen ervan de trein te nemen. Vandalisme kost ons reizi gers". Dit verklaart J. A. Seij van de Spoorwegrecherche in Utrecht, de man die voor de taak staat het ongrijpbare euvel te bestrijden. Inzet van zoveel mogelijk men sen zou de beste bestrijding van „deze uiting van agressie" zijn, maar dat is onbegonnen werk. Niet alleep staat de Spoorwegre cherche voor meer taken, zij wordt ook geconfronteerd met meer uitingen van vandalisme dan die van voetbalsupporters alleen. Verkeerde trein Ogenschijnlijk wat achteloos haalt Seij de schouders op. Wat begin je als de voetbalfans een andere trein nemen dan de supporters trein die volgde? Welke suppor ters in welke trein krijgen plotse ling de kolder in hun hoofd en slaan de zaak kort en klein? „We hebben het een keer gehad, toen zo'n 70 supporters van een wedstrijd terugkwamen, dat er zes nog net een trein eerder wis ten te halen. Voor de begeleiders die op het station aanwezig waren om mee te reizen was dat al een verrassing op zichzelf'. „Ze besloten op de hoofdmacht te wachten want, redeneerden ze niet zo onlogisch, de grootste groep herbergt de meeste kansen op onheil; laat die zes maar gaan. Wel, de grote groep heeft geen problemen gegeven. Maar die zes in de andere trein richtten allerlei vernielingen aan. Zes!" Een andere keer is het gebeurd dat supporters van een club van wie de NS wist dat er nooit proble men ontstonden, de grootst mo gelijke vernielingen aanrichtten terwijl er geen bijzondere bege leiding was. Die zat in andere treinen, waar de Spoorwegre cherche „geen bijzonderheden" noteerde. Al zijn er hier en daar enkele paral lellen te ontdekken in het vanda lisme zoals het zich voordoet aan NS, het geeft Seij te weinig hou vast om te spreken van een pa troon. Zou het bekend zijn onder welke omstandigheden mensen zich vandalistisch gaan gedra gen, en welke mensen dat zijn, dan zou de bestrijding minder problemen geven. Maar zelfs over de sfeer en de omstandigheden waaronder zo'n explosie ontstaat, is niets bekend - ook niet bij NS. De parallellen die er zijn, zijn de leeftijd - ruwweg tussen 10 en 23 jaar - en drankgebruik. Jongens en meisjes van tien tot veertien jaar komen soms „stomdronken" de trein uit, zegt Seij. „Soms ook worden ze door hun ouders naar het stadion gedragen. Dan slapen ze al voor het feest begonnen Volgens Seij kan niet gesproken worden van een bepaalde sociale laag van de bevolking die zich schuldig maakt aan vandalisme, althans niet wat de trein betreft. In het verleden heeft NS al te ma ken gehad met vernielingen in soldatentreinen en ook is het een keer voorgekomen dat een groep Groningse studenten het inte rieur van een trein volledig heeft verwoest. Drank speelde daarbij wel degelijk een rol, zoals de conducteur van de studententrein zich weet te herinneren die bij wijze van grap de pils over zijn hoofd kreeg uit gegoten. Weliswaar hebben de studenten de schade vergoed en hun verontschuldigingen aange boden, maar zonder vandalisme was daarvoor geen aanleiding geweest. Weinig bruikbaar onderzoek Seij vindt dat er naar de oorzaken van vandalisme tot dusver eigen lijk geen praktisch bruikbaar on derzoek is verricht. Het is in ver schillende landen, ook in Neder land, wel gedaan, maar „zodra de onderzoekers vanuit verschil lende invalshoeken gaan werken, komen ze ook tot verschillende conclusies" Met andere woor den, de man in de praktijk heeft er weinig aan. Vandalisme, zo staat voor Seij wel vast, is niet een uiting van balo righeid, maar van agressie en hij voegt eraan toe dat over het ge heel genomen de agressiedelic- ten vooral stijgen door vandalis me en - meer nog - vernieling. Die stijging wijt hij aan „een ver anderde maatschappijbeschou wing: men kijkt anders tegen ge zag en orde aan dan zeg een vijf tien jaar geleden" Dat „anders" manifesteert zich volgens Seij op verschillende manieren, ook „door de manier waarop verzekeringsmaatschap pijen vandaag de dag te werk gaan. Doordat zij toegebrachte schade direct, in elk geval zeer snel vergoeden, nemen zij een stuk verantwoordelijkheidsge voel weg bij degenen die de scha de hebben veroorzaakt" Omdat het vandalisme een alge meen maatschappelijk ver schijnsel is - telefooncellen, abri's en de laatste tram en bus moeten het evenzeer ontgelden - stellen de Spoorwegen zich op het standpunt dat zij zich niet in de goede positie bevinden om het vandalisme dat zich aan NS ma nifesteert, te bestrijden via bij voorbeeld een landelijke cam pagne. Aan de andere kant heeft NS met meer vandalisme te maken dan alleen met dat van voetbalsup porters. Zo goed als de laatste tram en bus, is ook de laatste trein nogal eens doelwit van vernie ling. En verder worden de Spoorwegen geconfronteerd met vandalisme langs de baan. Ste nen naar voorbijrijdende treinen (of vanaf viaducten op auto's, zo als de AVD in Driebergen beves tigt), vernielingen aan seinlichten en andere beveiligingsinstalla ties, stenen of stukken hout op de rails of in de wissels zijn zaken die evenzeer de aandacht vragen. Te weinig mensen Met een personeelsbestand van 250 man komt de Spoorwegrecher che duidelijk mensen te kort om „overal tegelijk" te zijn, zowel door de omvang van het werkter rein - 2800 km baanvak met een 325 stations - als door de wisse lende diensten. „Met drie ploe gen per dag heb je in het gunstig ste geval voor het hele land een negentig mensen tegelijk tot je beschikking" In geselecteerde, potentieel ge vaarlijk veronderstelde voetbal- treinen stuurt NS afhankelijk van de omvang van de groep maxi maal tien tot twaalf mensen mee - conducteurs daarbij inbegrepen - alsmede enkele honden. „In de praktijk werkt dat preventief ge noeg", zegt Seij, al is het toch ook wel voorgekomen dat in weerwil van aanwezige spoorwegrecher cheurs pogingen zijn onderno men de zaak te forceren. Duidelijk genoeg kan NS het alleen niet af. Dat kan NS niet worden verweten, zolang de voetbalwed strijden oorzaak van de groeps vorming zijn. Door een beroep op medewerking te doen bij voetbal en supportersclubs, de KNVB te vragen om een goede spreiding van de wedstrijden, iedereen die zich aangesproken kan voelen te wijzen op zijn eigen verantwoor delijkheid en zich te verzekeren van de medewerking van het jus titiële vervolgingsapparaat is be reikt dat er in elk geval enige te rugloop is in het aantal vernielin gen in de treinen. Strijdige belangen Maar het kan nog wel zo'n twee jaar duren voordat het euvel afdoen de kan worden voorkomen. Oor zaak daarvan is meer of minder het rapport Gezonder betaald voetbal, dat begin april is ver schenen. Zoals bekend wordt hierin geadviseerd de wedstrij den zoveel mogelijk te verschui ven naar de zaterdag. Een tweede onderzoek wees uit dat de zaterdag van vier tot zeven uur de beste tijd is, omdat over het hele weekeinde genomen, dit de uren zijn waarin de gezinnen als geheel recreatief het minst bezig zijn. Iedereen is het daar mee eens, be halve de middenstand in de klei nere plaatsen en de KNVB. De middenstand, aldus CRM-amb- tenaar Jan van Gorssel, is van mening dat zij door wedstrijden op de zaterdagmiddag een groot aantal klanten moet missen. De KNVB is er geen voorstander van omdat, zo verklaart tweede secre taris G. J. Schoenmakers, „onder het winkelpersoneel een groot aantal voetballiefhebbers zit, dat niet naar de wedstrijden kan zo lang de winkels open zijn". De Spoorwegen zouden het prach tig vinden als de wedstrijden za terdagsmiddags tussen vier en zeven werden gehouden. In feite heeft de verschuiving van de zondagmiddag naar de zaterdag avond de problemen alleen maar vergroot. Seij: „De kans is groot dat supporters pas de laatste trein terug naar huis nemen". „Afgezien van de consequenties voor het stellen van personeel, is er het risico dat die laatste trein door welke oorzaak dan ook - vandalisme bijvoorbeeld - niet op tijd aankomt, zodat aanslui tingen worden gemist en NS ver plicht is voor taxi's of onderdak te zorgen. U kunt zich voorstellen tot welke enorme kosten dit leidt". In augustus heeft NS de KNVB per brief verzocht het aantal wed strijden op zaterdagavond zoveel mogelijk te beperken, indien mogelijk zelfs te verhinderen. Tot dusver zonder enig resultaat. KNVB'er Schoenmakers: „De KNVB bepaalt niet wanneer een wedstrijd wordt gehouden, dat doet de thuisspelende club. Die heeft tot drie weken voor de wed strijd het recht te bepalen wan neer er gespeeld zal worden. Tot in 1980 Al met al zal het volgens Van Gors sel van CRM dan nog wel tot het volgende seizoen duren voordat de eredivisie zijn wedstrijden op zaterdagmiddag en -avond houdt, en wordt het wel 1980 voordat ook de eerste divisie zover is. „De uitspraak kan er dan wel komen, er moet ook gespeeld kunnen worden. In het donker van de winter gaat dat niet. Eerst zal overal de benodigde verlich ting moeten worden geinstal- leerd. Teleurstelling voor de Spoorwe gen, die, aldus Seij, „de KNVB erop moest wijzen dat het vanda lisme, of het nu in de trein of op het veld is, het aanzien van het voetballen schaadt". Schoenma kers verdedigt zich enigszins met erop te wijzen dat het voetbal vandalisme „nu eenmaal een in ternationaal verschijnsel" is, „in Engeland veel heviger dan hier. De clubs doen er alles aan. Maar wat begin je als een stelletje jon gelui het besluit neemt, om eens „voetbalsupportertje te spe len?". NAARDEN - Als bewindslieden aan het filosoferen slaan over hun toekomstige taak gaat hel fali- kant mis. Geen enkele filosoof, dus wijsgeer, staat met zijn beide benen op de grond. Hij - in dit geval zij - zweeft in „hoger sfe ren" en dat moeten ministers en staatssecretarissen niet doen Hoe dat zij, de nieuwe staatsse cretaris van volksgezondheid, mevr. Veder-Smit, heeft zich on langs aan het filosoferen ge waagd en daarbij de ene fout op de andere gestapeld. De eerste fout is het identificeren van volksgezondheidszorg („openba re gezondheidszorg" of als men wil „overheidsgezondheids- zorg") met gezondheidszorg in de zin van persoonlijke, individuele gezondheidszorg. Ons volk bestaat uit 14 miljoen „zielen", ruw geschat 3,5 miljoen „gezinnen" (samenlevingsver banden") en zeg ook globaal 7 miljoen „volwassenen", die ieder voor zichzelf moeten weten wat oen en ruw g „minderjarigen" miljoen meerderjarigen de les en de weg naar de volwassenheid goed of verkeerd gewezen kun nen worden. Hoeveel 18 tot 21-ja- rigen binnenkort van de min derjarige naar de meerderjarige leeftijd zullen overgaan en hoe veel minderjarigen men dan nog een zeker zelfbeschikkingsrecht wil geven, zij hier buiten be schouwing gelaten. De tweede - veel ernstiger - fout van hare excellentie is, dat zij het beschikkingsrecht van de mon dige patiënt over eigen leven en welzijn - want dat is de kern van het zogenaamd ..patiëntenrecht" - een met dat zelfbeschikkings recht volkomen strijdige reeks van „patiëntenplichten", is gaan construeren, die van dat zelfbe schikkingsrecht niets overlaten. Waar filosofie al niet toe kan lei den! De door de bewindsvrouw gefiloso feerde patiëntenplichten zijn: 1. Zich op de hoogte stellen van de voorwaarden voor gezondheid en veiligheid: 2. Te streven naar gezond levens gedrag en de condities, die daar voor bevorderlijk zijn; 3. Bij opvoeding aandacht te beste den aan goede en verantwoorde levensgewoonten 4. Een verantwoord gebruik te ma ken van de voorzieningen welke de gezondheidszorg biedt; 5. Naar vermogen die voorzienin gen van gezondheidszorg te steunen, die daarvoor een beroep op hem doen. Goed bedoeld Het is allemaal heel goed bedoeld, maar volkomen onjuist, sterker, typisch onhollands. Een Neder lander laat zich niet betuttelen, noch door zijn dokter, noch door zijn buurman en zeker niet door de overheid. En allerminst wat Mevrouw Veder-Smit waagt zich aan filosofieën zijn eet-, drink-, rook- en andere gewoonten betreft. En als men tegen hem zegtje moet" (het is je plicht) is zijn antwoord steevast ..niets te moeten, bemoei je met je eigen zaken". Dan wordt de Ne derlander agressief en recalci trant; dan neemt hij een sigaret en een borrel extra. Natuurlijk wordt er veel te veel ge geten. De jeugd snoept veel te veel (een mooi nieuw woord, dat Van Dale's „Groot Woordenboek der Nederlandse Taal" zelfs nog niet kent. is een „tussendoortje". In ontelbare gezinnen is het (slechte) gewoonte geworden, dat het eerste wat uit school komen de kinderen thuis vragen is „of er iets lekkers is". Ontelbaar is het aantal kinderen dat „snoepgeld" - geen centen meer. maar dubbeltjes kwartjes en gul dens - krijgt. Vlak bij school zijn de frietjes en de ijsjes enz. te krij gen. En al heet dat dan in de zo genaamde „betere kringen" geen snoepgeld meer, maar „zakgeld een belangrijk deel daarvan wordt versnoept. Niemand zal zich de illusie maken, dat ook maar èèn kind bereid zal zijn re keningen verantwoording van de besteding van zijn zakgeld af te leggen. Kom nou! Elke „kettin groker" weet dat hij een long of luchtpijpkanker riskeert. Wie dan leeft dan zorgt. Elke „glaasje-opper" weet dat hij zich moet laten rijden, maar tol ministers-met-gratis-rijkschauf feur toe, maal niet te spreken over het hand over hand dalende peil van de Nederlandse „geestelijke volksgezondheid". Natuurlijk is het streven van de bewindslieden naar goede volksvoorlichting met betrekking tot de risico's, die er aan bepaalde verkeerde le vensgewoonten verbonden zijn lofwaardig. Maar zelfs de vraag of het daaraan bestede geld wel goed besteed is, is niet zo sim pel. Aanmoediging Verbod is voor de gemiddelde Ne derlander eerder een aanmoedi ging tot overtreding dan het te gendeel. Weinig Nederlanders nemen sedert mensenheugenis bordjes met „VERBODEN TOEGANG" (ondanks het erbij vermelde artikel van het wetboek van strafrecht) au serieux. De Romeinen wisten het 2000 jaar geleden al, dat van wetten niets te verwachten was als de zeden en levensgewoonten daarmee in strijd waren. Een bekend Drents spreekwoord was en is misschien nog „als je de varkens vooruit wilt hebben, moetje ze aan hun staart trekken („agge de keue vruut wilt hè. mut oe ze an hun steert trek'n"). Afzonderlijk en speciaal nog iets over de gestelde plicht een „ver antwoord gebruik" te maken van de voorzieningen, welke de ge zondheidszorg biedt. Dat slaat kennelijk op de „ziekenfonds voorzieningen". Schrijver dezes is de eerste die geen gelegenheid laat voorbijgaan om te pas en te onpas de - gezien de miljarden- kosten" van die voorzieningen (f 1000 per ziel per jaar, dus voor de 10 miljoen ziekenfondszielen 10 miljard, waarop bij redelijke ombuiging en inlevering twee miljard kan worden bespaard - aan het misdadige grenzende „overconsumptie" te heke len. Maar als ervan „schuld" sprake is. heeft de patiënt niet „DE" schuld: maar de verantwoorde lijke „voorschrijver". Het bestek van dit artikel laat niet toe uitvoe rig de problematiek van elke af zonderlijke verstrekking te ana lyseren. Dezerzijds wordt dus maar èèn „verstrekking" en wel de duurste en meest misbruikte als voorbeeld genomen, namelijk de ziekenhuisverpleging: aan de opname en de duur heeft de pa tiënt helemaal geen aandeel. Het is de duurst en meest in kosten gestegen verstrekking. Van de ziekenfondspakkettkosten is ruw de helft voor deze verstrek king. Terwijl de pakketkosten sedert 1968 verviervoudigden, zijn de ziekenhuiskosten vervijfvou digd. Controle op opname en verpleegduur zijn volstrekt on voldoende. Het „econometrisch" proefschrift, waarop dr. J. Rutten 27 juni 1978 tot doctor jurist pro moveerde is gewijd aan het ge bruik van de gezondheidszorg voorzieningen in Nederland. Daarin leverde hij het bewijs van de juistheid van mijn vernieti gende oordeel over het beleid van Ziekenfondsraad en „volksge zondheid". Daargelaten, dat die „ziekenverzorgingsverspilling" wel veel met individuele gezond heidszorg, maar eigenlijk niets met openbare (volksgezond heidszorg te maken heeft. De onmiskenbare onjuiste veron derstelling van de bewindslieden voor volksgezondheid en milieu hygiëne is en blijft, dat zij iets met de individuele (persoonlijke) ge zondheids- en ziekenverzorging te maken hebben, zolang zij krachtens een nog lang niet aan genomen wetsontwerp op de „gezondheidsvoorzieningen" daartoe de bevoegdheid mis- Er is nu alleen een raamwet („Ge zondheidswet 1956"), die zich niet tot de „ziekenverzorging" - voor zover niet op het terrein van de „openbare gezondheidszorg" gelegen - uitstrekt. Er bestaat zelfs geen wettelijke regeling, die het toezicht op (niet psychiatri sche) patiënten en (niet psychia trische) ziekeninrichtingen re gelt. Het toezicht op geestelijk gestoorden en hun inrichtings- verpleging is nog altijd bij de „Krankzinnigenwet van 1884" geregeld, maar daarvoor bestaat een apart corps geneeskundige inspecteurs. De enige plicht van de patiënt is de kosten van zieken- en gezond heidszorg. dus het gelag, te beta- dat i gee ciale, maar een fiscale verplich ting. Een hoe langer hoe duurder plicht. Loonbelasting en zieken verzorgingsbelasting slokken nu al een derde van de bruto-inkom- sten van de modale en „dubbel- modale" werknemer op. Mevrouw Verder-Smit moet er eens over filosoferen met hoeveel procent de „koopkracht" - het besteedbare inkomen - van Jan Modaal en Jan Dubbeïmodaal stijgt als hij ophoudt met snoe pen. te veel eten, roken en alco hol? LEEUWARDEN - Vijf jonge mannen uit.de Friese hoofd stad willen volgend jaar een vlotreis maken, die zou moe- ten beginnen op de Rijn bij Bazel en waarvan als hel eindpunt het Westindisch ei- landengebied wordt ge noemd. Het zal een milieu kruistocht worden: de be manning wil op de Rijn me tingen verrichten over de ver vuiling. Op de Atlantische Oceaan zulten deze werk zaamheden worden voortge- Vier van de vijf initiatiefne mers hebben deel uitgemaakt van de bemanning van de Sterke Yerke I en U. De Yerke- vlotten werden bekend van reizen in Friesland.op het IJs- selmeer en op de Waddenzee Sterke Yerke II bereikte in 1976 Londen na een oversteek van de Noordzee vanuit IJ- muiden. De namen van de bemannings leden zijn Guus Schweig- mann (26). stuurman op de grote handelsvaart;zijn broer Chris Schweigmann (24), tex- lielverkoper; Leo van der Ploeg (23), zonder beroep Chris Brink (29), servicetech nicus bij een computerfirma, en Frits Riemersma (26), stu dent biologie en geografie. De laatste is nieuwkomer in het Sterke Yerke-gezelschap. De opzet om de vervuiling van de rivieren en zeeën te meten komt voort uit de waarne mingen die de Yerke-beman- ningen hebben gedaan op hun reizen over hel IJsselmeer, waarin een deel van het vuile Rijnwater uitmondt via de IJssel, en op de Wadden- en de Noordzee. Het Rijnwater komt met de getijden en stro mingen grotendeels in de Waddenzee terecht, en het staat vast dal deze zeebewe gingen kwalijke gevolgen hebben voor het dierenleven boven en onder water. Voor de nieuwe vlotreis is daarom een plan ontwikkeld waaruit moet blijken hoe ver het ver vuilde Rijnwater op de zeeën doordringt. Tijdens de reis zal de beman ning op vastgestelde punten flesjes in het water gooien met daarin de oproep aan de vin der om de vindplaats te mel den. Inmiddels is een bouw plan gemaakt voor de Sterke Yerke III. Het vlot krijgt de zelfde maten als zijn voor gangers, 12-meter lang en 5 meter breedmaar de bouw wijze verschilt duidelijk. De drums worden vervangen door vijf langsscheepse drij vers. Er zijn berekeningen gemaakt die aantonen dat het vlot inclusief opbouw 7,4 ton draagvermogen heeft. De langsscheepse buizen, die deugdelijk met elkaar zullen worden verbonden, krijgen elk een functie. De buitenste buizen, met een doorsiiee van 80 centimeter, worden be stemd voor de opslag van drinkwater. De binnenste buis zal dienst gaan doen als ziekenboeg, navigatieruimte en radiokamer, terwijl de overige buizen zullen worden gebruikt voor de opslag van voedsel, zeilenkleding en re paratiemateriaal. De voorbereiding van de be manningsleden wordt afge stemd op de vervulling van alle voorkomende werkzaam heden door iedereen, maar met speciaaltaken. De be manning is al begonnen aan een navigatiecursus, die wordt gegeven door Sake Mercus in het Friese Delfstra- huizen. Mercus heeft hiertoe een pakket samengesteld dat ook is afgestemd op het over leven op zee. De bemanning volgt voorts een aangepaste EHBO-cursus. In het gede tailleerde plan ivordt ook aandacht besteed, aan de huishouding. De vlotreis gaat ruim 300.000 gulden kos ten. Het Yerke-gezelschap, behalve de bemanning een aantal en thousiaste medewerkers die te beschouwen zijn als walper- soneel, heeft inmiddels al en kele bedrijven bereid gevon den om het project te steunen. Een bedrijf in Leeuwarden heeft verf aangeboden en een haardenfabrikant heeft ter rein beschikbaar gesteld voor de bouw van het vlot. Ook heeft zich al een ondernemer gemeld voor het vervoer van het vlot naar Bazel. Een Am sterdamse firma heeft drie buitenboordmotoren van 15 pk elk beschikbaar gesteld. De werkgroep beschouwt deze toezeggingen als een heel goe de slap op weg naar het grote

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 4