Mevrouw Veder-Smit
en haar filosofie
Vijf man per vlot naar
Westindische eilanden
^,P atiën tenplichten
PAGINA 4
VARIA
DINSDAG 21 NOVEMBER 1978
a kt ie 'ederat/e supportersverenigingen betaald vcetbc
Supportersverenigingen doen veel om het vandalisme te beteugelen,
onder meer met sticker acties. "Geen gein in de trein" is er een uit de reeks
van vier, uitgegeven door de Actie federatie supportersverenigingen be
taald voetbal. De tekst van de drie andere luidt Geen geweld rond het veld
Geen gesmijt bij de strijd; en Geen gemier met bier
DEN HAAG - „Vandalisme is een
ongrijpbaar euvel. Het komt bij
verrassing en er is geen peil op te
trekken waar en hoe het ontstaat.
Het vandalisme van voetbalsup
porters brengt niet alleen meet
bare schade toe aan het spoor-
wegmaterieel. Het weerhoudt
anderen ervan de trein te nemen.
Vandalisme kost ons reizi
gers".
Dit verklaart J. A. Seij van de
Spoorwegrecherche in Utrecht,
de man die voor de taak staat het
ongrijpbare euvel te bestrijden.
Inzet van zoveel mogelijk men
sen zou de beste bestrijding van
„deze uiting van agressie" zijn,
maar dat is onbegonnen werk.
Niet alleep staat de Spoorwegre
cherche voor meer taken, zij
wordt ook geconfronteerd met
meer uitingen van vandalisme
dan die van voetbalsupporters
alleen.
Verkeerde trein
Ogenschijnlijk wat achteloos haalt
Seij de schouders op. Wat begin
je als de voetbalfans een andere
trein nemen dan de supporters
trein die volgde? Welke suppor
ters in welke trein krijgen plotse
ling de kolder in hun hoofd en
slaan de zaak kort en klein?
„We hebben het een keer gehad,
toen zo'n 70 supporters van een
wedstrijd terugkwamen, dat er
zes nog net een trein eerder wis
ten te halen. Voor de begeleiders
die op het station aanwezig waren
om mee te reizen was dat al een
verrassing op zichzelf'.
„Ze besloten op de hoofdmacht te
wachten want, redeneerden ze
niet zo onlogisch, de grootste
groep herbergt de meeste kansen
op onheil; laat die zes maar gaan.
Wel, de grote groep heeft geen
problemen gegeven. Maar die zes
in de andere trein richtten allerlei
vernielingen aan. Zes!"
Een andere keer is het gebeurd dat
supporters van een club van wie
de NS wist dat er nooit proble
men ontstonden, de grootst mo
gelijke vernielingen aanrichtten
terwijl er geen bijzondere bege
leiding was. Die zat in andere
treinen, waar de Spoorwegre
cherche „geen bijzonderheden"
noteerde.
Al zijn er hier en daar enkele paral
lellen te ontdekken in het vanda
lisme zoals het zich voordoet aan
NS, het geeft Seij te weinig hou
vast om te spreken van een pa
troon. Zou het bekend zijn onder
welke omstandigheden mensen
zich vandalistisch gaan gedra
gen, en welke mensen dat zijn,
dan zou de bestrijding minder
problemen geven. Maar zelfs over
de sfeer en de omstandigheden
waaronder zo'n explosie ontstaat,
is niets bekend - ook niet bij
NS.
De parallellen die er zijn, zijn de
leeftijd - ruwweg tussen 10 en 23
jaar - en drankgebruik. Jongens
en meisjes van tien tot veertien
jaar komen soms „stomdronken"
de trein uit, zegt Seij. „Soms ook
worden ze door hun ouders naar
het stadion gedragen. Dan slapen
ze al voor het feest begonnen
Volgens Seij kan niet gesproken
worden van een bepaalde sociale
laag van de bevolking die zich
schuldig maakt aan vandalisme,
althans niet wat de trein betreft.
In het verleden heeft NS al te ma
ken gehad met vernielingen in
soldatentreinen en ook is het een
keer voorgekomen dat een groep
Groningse studenten het inte
rieur van een trein volledig heeft
verwoest.
Drank speelde daarbij wel degelijk
een rol, zoals de conducteur van
de studententrein zich weet te
herinneren die bij wijze van grap
de pils over zijn hoofd kreeg uit
gegoten. Weliswaar hebben de
studenten de schade vergoed en
hun verontschuldigingen aange
boden, maar zonder vandalisme
was daarvoor geen aanleiding
geweest.
Weinig bruikbaar
onderzoek
Seij vindt dat er naar de oorzaken
van vandalisme tot dusver eigen
lijk geen praktisch bruikbaar on
derzoek is verricht. Het is in ver
schillende landen, ook in Neder
land, wel gedaan, maar „zodra de
onderzoekers vanuit verschil
lende invalshoeken gaan werken,
komen ze ook tot verschillende
conclusies" Met andere woor
den, de man in de praktijk heeft
er weinig aan.
Vandalisme, zo staat voor Seij wel
vast, is niet een uiting van balo
righeid, maar van agressie en hij
voegt eraan toe dat over het ge
heel genomen de agressiedelic-
ten vooral stijgen door vandalis
me en - meer nog - vernieling.
Die stijging wijt hij aan „een ver
anderde maatschappijbeschou
wing: men kijkt anders tegen ge
zag en orde aan dan zeg een vijf
tien jaar geleden"
Dat „anders" manifesteert zich
volgens Seij op verschillende
manieren, ook „door de manier
waarop verzekeringsmaatschap
pijen vandaag de dag te werk
gaan. Doordat zij toegebrachte
schade direct, in elk geval zeer
snel vergoeden, nemen zij een
stuk verantwoordelijkheidsge
voel weg bij degenen die de scha
de hebben veroorzaakt"
Omdat het vandalisme een alge
meen maatschappelijk ver
schijnsel is - telefooncellen,
abri's en de laatste tram en bus
moeten het evenzeer ontgelden -
stellen de Spoorwegen zich op
het standpunt dat zij zich niet in
de goede positie bevinden om het
vandalisme dat zich aan NS ma
nifesteert, te bestrijden via bij
voorbeeld een landelijke cam
pagne.
Aan de andere kant heeft NS met
meer vandalisme te maken dan
alleen met dat van voetbalsup
porters. Zo goed als de laatste
tram en bus, is ook de laatste trein
nogal eens doelwit van vernie
ling. En verder worden de
Spoorwegen geconfronteerd met
vandalisme langs de baan. Ste
nen naar voorbijrijdende treinen
(of vanaf viaducten op auto's, zo
als de AVD in Driebergen beves
tigt), vernielingen aan seinlichten
en andere beveiligingsinstalla
ties, stenen of stukken hout op de
rails of in de wissels zijn zaken die
evenzeer de aandacht vragen.
Te weinig mensen
Met een personeelsbestand van 250
man komt de Spoorwegrecher
che duidelijk mensen te kort om
„overal tegelijk" te zijn, zowel
door de omvang van het werkter
rein - 2800 km baanvak met een
325 stations - als door de wisse
lende diensten. „Met drie ploe
gen per dag heb je in het gunstig
ste geval voor het hele land een
negentig mensen tegelijk tot je
beschikking"
In geselecteerde, potentieel ge
vaarlijk veronderstelde voetbal-
treinen stuurt NS afhankelijk van
de omvang van de groep maxi
maal tien tot twaalf mensen mee -
conducteurs daarbij inbegrepen
- alsmede enkele honden. „In de
praktijk werkt dat preventief ge
noeg", zegt Seij, al is het toch ook
wel voorgekomen dat in weerwil
van aanwezige spoorwegrecher
cheurs pogingen zijn onderno
men de zaak te forceren.
Duidelijk genoeg kan NS het alleen
niet af. Dat kan NS niet worden
verweten, zolang de voetbalwed
strijden oorzaak van de groeps
vorming zijn. Door een beroep op
medewerking te doen bij voetbal
en supportersclubs, de KNVB te
vragen om een goede spreiding
van de wedstrijden, iedereen die
zich aangesproken kan voelen te
wijzen op zijn eigen verantwoor
delijkheid en zich te verzekeren
van de medewerking van het jus
titiële vervolgingsapparaat is be
reikt dat er in elk geval enige te
rugloop is in het aantal vernielin
gen in de treinen.
Strijdige belangen
Maar het kan nog wel zo'n twee jaar
duren voordat het euvel afdoen
de kan worden voorkomen. Oor
zaak daarvan is meer of minder
het rapport Gezonder betaald
voetbal, dat begin april is ver
schenen. Zoals bekend wordt
hierin geadviseerd de wedstrij
den zoveel mogelijk te verschui
ven naar de zaterdag.
Een tweede onderzoek wees uit dat
de zaterdag van vier tot zeven uur
de beste tijd is, omdat over het
hele weekeinde genomen, dit de
uren zijn waarin de gezinnen als
geheel recreatief het minst bezig
zijn.
Iedereen is het daar mee eens, be
halve de middenstand in de klei
nere plaatsen en de KNVB. De
middenstand, aldus CRM-amb-
tenaar Jan van Gorssel, is van
mening dat zij door wedstrijden
op de zaterdagmiddag een groot
aantal klanten moet missen. De
KNVB is er geen voorstander van
omdat, zo verklaart tweede secre
taris G. J. Schoenmakers, „onder
het winkelpersoneel een groot
aantal voetballiefhebbers zit, dat
niet naar de wedstrijden kan zo
lang de winkels open zijn".
De Spoorwegen zouden het prach
tig vinden als de wedstrijden za
terdagsmiddags tussen vier en
zeven werden gehouden. In feite
heeft de verschuiving van de
zondagmiddag naar de zaterdag
avond de problemen alleen maar
vergroot. Seij: „De kans is groot
dat supporters pas de laatste trein
terug naar huis nemen".
„Afgezien van de consequenties
voor het stellen van personeel, is
er het risico dat die laatste trein
door welke oorzaak dan ook -
vandalisme bijvoorbeeld - niet
op tijd aankomt, zodat aanslui
tingen worden gemist en NS ver
plicht is voor taxi's of onderdak
te zorgen. U kunt zich voorstellen
tot welke enorme kosten dit
leidt".
In augustus heeft NS de KNVB per
brief verzocht het aantal wed
strijden op zaterdagavond zoveel
mogelijk te beperken, indien
mogelijk zelfs te verhinderen. Tot
dusver zonder enig resultaat.
KNVB'er Schoenmakers: „De
KNVB bepaalt niet wanneer een
wedstrijd wordt gehouden, dat
doet de thuisspelende club. Die
heeft tot drie weken voor de wed
strijd het recht te bepalen wan
neer er gespeeld zal worden.
Tot in 1980
Al met al zal het volgens Van Gors
sel van CRM dan nog wel tot het
volgende seizoen duren voordat
de eredivisie zijn wedstrijden op
zaterdagmiddag en -avond
houdt, en wordt het wel 1980
voordat ook de eerste divisie
zover is. „De uitspraak kan er dan
wel komen, er moet ook gespeeld
kunnen worden. In het donker
van de winter gaat dat niet. Eerst
zal overal de benodigde verlich
ting moeten worden geinstal-
leerd.
Teleurstelling voor de Spoorwe
gen, die, aldus Seij, „de KNVB
erop moest wijzen dat het vanda
lisme, of het nu in de trein of op
het veld is, het aanzien van het
voetballen schaadt". Schoenma
kers verdedigt zich enigszins met
erop te wijzen dat het voetbal
vandalisme „nu eenmaal een in
ternationaal verschijnsel" is, „in
Engeland veel heviger dan hier.
De clubs doen er alles aan. Maar
wat begin je als een stelletje jon
gelui het besluit neemt, om eens
„voetbalsupportertje te spe
len?".
NAARDEN - Als bewindslieden
aan het filosoferen slaan over hun
toekomstige taak gaat hel fali-
kant mis. Geen enkele filosoof,
dus wijsgeer, staat met zijn beide
benen op de grond. Hij - in dit
geval zij - zweeft in „hoger sfe
ren" en dat moeten ministers en
staatssecretarissen niet doen
Hoe dat zij, de nieuwe staatsse
cretaris van volksgezondheid,
mevr. Veder-Smit, heeft zich on
langs aan het filosoferen ge
waagd en daarbij de ene fout op
de andere gestapeld. De eerste
fout is het identificeren van
volksgezondheidszorg („openba
re gezondheidszorg" of als men
wil „overheidsgezondheids-
zorg") met gezondheidszorg in de
zin van persoonlijke, individuele
gezondheidszorg.
Ons volk bestaat uit 14 miljoen
„zielen", ruw geschat 3,5 miljoen
„gezinnen" (samenlevingsver
banden") en zeg ook globaal 7
miljoen „volwassenen", die ieder
voor zichzelf moeten weten wat
oen en ruw g
„minderjarigen"
miljoen meerderjarigen de les en
de weg naar de volwassenheid
goed of verkeerd gewezen kun
nen worden. Hoeveel 18 tot 21-ja-
rigen binnenkort van de min
derjarige naar de meerderjarige
leeftijd zullen overgaan en hoe
veel minderjarigen men dan nog
een zeker zelfbeschikkingsrecht
wil geven, zij hier buiten be
schouwing gelaten.
De tweede - veel ernstiger - fout
van hare excellentie is, dat zij het
beschikkingsrecht van de mon
dige patiënt over eigen leven en
welzijn - want dat is de kern van
het zogenaamd ..patiëntenrecht"
- een met dat zelfbeschikkings
recht volkomen strijdige reeks
van „patiëntenplichten", is gaan
construeren, die van dat zelfbe
schikkingsrecht niets overlaten.
Waar filosofie al niet toe kan lei
den!
De door de bewindsvrouw gefiloso
feerde patiëntenplichten
zijn:
1. Zich op de hoogte stellen van de
voorwaarden voor gezondheid en
veiligheid:
2. Te streven naar gezond levens
gedrag en de condities, die daar
voor bevorderlijk zijn;
3. Bij opvoeding aandacht te beste
den aan goede en verantwoorde
levensgewoonten
4. Een verantwoord gebruik te ma
ken van de voorzieningen welke
de gezondheidszorg biedt;
5. Naar vermogen die voorzienin
gen van gezondheidszorg te
steunen, die daarvoor een beroep
op hem doen.
Goed bedoeld
Het is allemaal heel goed bedoeld,
maar volkomen onjuist, sterker,
typisch onhollands. Een Neder
lander laat zich niet betuttelen,
noch door zijn dokter, noch door
zijn buurman en zeker niet door
de overheid. En allerminst wat
Mevrouw Veder-Smit waagt zich aan filosofieën
zijn eet-, drink-, rook- en andere
gewoonten betreft. En als men
tegen hem zegtje moet" (het is je
plicht) is zijn antwoord steevast
..niets te moeten, bemoei je met je
eigen zaken". Dan wordt de Ne
derlander agressief en recalci
trant; dan neemt hij een sigaret
en een borrel extra.
Natuurlijk wordt er veel te veel ge
geten. De jeugd snoept veel te
veel (een mooi nieuw woord, dat
Van Dale's „Groot Woordenboek
der Nederlandse Taal" zelfs nog
niet kent. is een „tussendoortje".
In ontelbare gezinnen is het
(slechte) gewoonte geworden, dat
het eerste wat uit school komen
de kinderen thuis vragen is „of er
iets lekkers is".
Ontelbaar is het aantal kinderen dat
„snoepgeld" - geen centen meer.
maar dubbeltjes kwartjes en gul
dens - krijgt. Vlak bij school zijn
de frietjes en de ijsjes enz. te krij
gen. En al heet dat dan in de zo
genaamde „betere kringen" geen
snoepgeld meer, maar „zakgeld
een belangrijk deel daarvan
wordt versnoept. Niemand zal
zich de illusie maken, dat ook
maar èèn kind bereid zal zijn re
keningen verantwoording van de
besteding van zijn zakgeld af te
leggen. Kom nou! Elke „kettin
groker" weet dat hij een long of
luchtpijpkanker riskeert. Wie
dan leeft dan zorgt.
Elke „glaasje-opper" weet dat hij
zich moet laten rijden, maar tol
ministers-met-gratis-rijkschauf
feur toe,
maal niet te spreken over het
hand over hand dalende peil van
de Nederlandse „geestelijke
volksgezondheid". Natuurlijk is
het streven van de bewindslieden
naar goede volksvoorlichting
met betrekking tot de risico's, die
er aan bepaalde verkeerde le
vensgewoonten verbonden zijn
lofwaardig. Maar zelfs de vraag of
het daaraan bestede geld wel
goed besteed is, is niet zo sim
pel.
Aanmoediging
Verbod is voor de gemiddelde Ne
derlander eerder een aanmoedi
ging tot overtreding dan het te
gendeel. Weinig Nederlanders
nemen sedert mensenheugenis
bordjes met „VERBODEN
TOEGANG" (ondanks het erbij
vermelde artikel van het wetboek
van strafrecht) au serieux. De
Romeinen wisten het 2000 jaar
geleden al, dat van wetten niets te
verwachten was als de zeden en
levensgewoonten daarmee in
strijd waren. Een bekend Drents
spreekwoord was en is misschien
nog „als je de varkens vooruit
wilt hebben, moetje ze aan hun
staart trekken („agge de keue
vruut wilt hè. mut oe ze an hun
steert trek'n").
Afzonderlijk en speciaal nog iets
over de gestelde plicht een „ver
antwoord gebruik" te maken van
de voorzieningen, welke de ge
zondheidszorg biedt. Dat slaat
kennelijk op de „ziekenfonds
voorzieningen". Schrijver dezes
is de eerste die geen gelegenheid
laat voorbijgaan om te pas en te
onpas de - gezien de miljarden-
kosten" van die voorzieningen
(f 1000 per ziel per jaar, dus voor
de 10 miljoen ziekenfondszielen
10 miljard, waarop bij redelijke
ombuiging en inlevering twee
miljard kan worden bespaard -
aan het misdadige grenzende
„overconsumptie" te heke
len.
Maar als ervan „schuld" sprake is.
heeft de patiënt niet „DE"
schuld: maar de verantwoorde
lijke „voorschrijver". Het bestek
van dit artikel laat niet toe uitvoe
rig de problematiek van elke af
zonderlijke verstrekking te ana
lyseren. Dezerzijds wordt dus
maar èèn „verstrekking" en wel
de duurste en meest misbruikte
als voorbeeld genomen, namelijk
de ziekenhuisverpleging: aan de
opname en de duur heeft de pa
tiënt helemaal geen aandeel. Het
is de duurst en meest in kosten
gestegen verstrekking. Van de
ziekenfondspakkettkosten is
ruw de helft voor deze verstrek
king.
Terwijl de pakketkosten sedert
1968 verviervoudigden, zijn de
ziekenhuiskosten vervijfvou
digd. Controle op opname en
verpleegduur zijn volstrekt on
voldoende. Het „econometrisch"
proefschrift, waarop dr. J. Rutten
27 juni 1978 tot doctor jurist pro
moveerde is gewijd aan het ge
bruik van de gezondheidszorg
voorzieningen in Nederland.
Daarin leverde hij het bewijs van
de juistheid van mijn vernieti
gende oordeel over het beleid van
Ziekenfondsraad en „volksge
zondheid". Daargelaten, dat die
„ziekenverzorgingsverspilling"
wel veel met individuele gezond
heidszorg, maar eigenlijk niets
met openbare (volksgezond
heidszorg te maken heeft.
De onmiskenbare onjuiste veron
derstelling van de bewindslieden
voor volksgezondheid en milieu
hygiëne is en blijft, dat zij iets met
de individuele (persoonlijke) ge
zondheids- en ziekenverzorging
te maken hebben, zolang zij
krachtens een nog lang niet aan
genomen wetsontwerp op de
„gezondheidsvoorzieningen"
daartoe de bevoegdheid mis-
Er is nu alleen een raamwet („Ge
zondheidswet 1956"), die zich
niet tot de „ziekenverzorging" -
voor zover niet op het terrein van
de „openbare gezondheidszorg"
gelegen - uitstrekt. Er bestaat
zelfs geen wettelijke regeling, die
het toezicht op (niet psychiatri
sche) patiënten en (niet psychia
trische) ziekeninrichtingen re
gelt. Het toezicht op geestelijk
gestoorden en hun inrichtings-
verpleging is nog altijd bij de
„Krankzinnigenwet van 1884"
geregeld, maar daarvoor bestaat
een apart corps geneeskundige
inspecteurs.
De enige plicht van de patiënt is de
kosten van zieken- en gezond
heidszorg. dus het gelag, te beta-
dat i
gee
ciale, maar een fiscale verplich
ting. Een hoe langer hoe duurder
plicht. Loonbelasting en zieken
verzorgingsbelasting slokken nu
al een derde van de bruto-inkom-
sten van de modale en „dubbel-
modale" werknemer op.
Mevrouw Verder-Smit moet er
eens over filosoferen met hoeveel
procent de „koopkracht" - het
besteedbare inkomen - van Jan
Modaal en Jan Dubbeïmodaal
stijgt als hij ophoudt met snoe
pen. te veel eten, roken en alco
hol?
LEEUWARDEN - Vijf jonge
mannen uit.de Friese hoofd
stad willen volgend jaar een
vlotreis maken, die zou moe-
ten beginnen op de Rijn bij
Bazel en waarvan als hel
eindpunt het Westindisch ei-
landengebied wordt ge
noemd. Het zal een milieu
kruistocht worden: de be
manning wil op de Rijn me
tingen verrichten over de ver
vuiling. Op de Atlantische
Oceaan zulten deze werk
zaamheden worden voortge-
Vier van de vijf initiatiefne
mers hebben deel uitgemaakt
van de bemanning van de
Sterke Yerke I en U. De Yerke-
vlotten werden bekend van
reizen in Friesland.op het IJs-
selmeer en op de Waddenzee
Sterke Yerke II bereikte in
1976 Londen na een oversteek
van de Noordzee vanuit IJ-
muiden.
De namen van de bemannings
leden zijn Guus Schweig-
mann (26). stuurman op de
grote handelsvaart;zijn broer
Chris Schweigmann (24), tex-
lielverkoper; Leo van der
Ploeg (23), zonder beroep
Chris Brink (29), servicetech
nicus bij een computerfirma,
en Frits Riemersma (26), stu
dent biologie en geografie. De
laatste is nieuwkomer in het
Sterke Yerke-gezelschap.
De opzet om de vervuiling van
de rivieren en zeeën te meten
komt voort uit de waarne
mingen die de Yerke-beman-
ningen hebben gedaan op hun
reizen over hel IJsselmeer,
waarin een deel van het vuile
Rijnwater uitmondt via de
IJssel, en op de Wadden- en de
Noordzee. Het Rijnwater
komt met de getijden en stro
mingen grotendeels in de
Waddenzee terecht, en het
staat vast dal deze zeebewe
gingen kwalijke gevolgen
hebben voor het dierenleven
boven en onder water. Voor de
nieuwe vlotreis is daarom een
plan ontwikkeld waaruit
moet blijken hoe ver het ver
vuilde Rijnwater op de zeeën
doordringt.
Tijdens de reis zal de beman
ning op vastgestelde punten
flesjes in het water gooien met
daarin de oproep aan de vin
der om de vindplaats te mel
den. Inmiddels is een bouw
plan gemaakt voor de Sterke
Yerke III. Het vlot krijgt de
zelfde maten als zijn voor
gangers, 12-meter lang en 5
meter breedmaar de bouw
wijze verschilt duidelijk. De
drums worden vervangen
door vijf langsscheepse drij
vers. Er zijn berekeningen
gemaakt die aantonen dat het
vlot inclusief opbouw 7,4 ton
draagvermogen heeft. De
langsscheepse buizen, die
deugdelijk met elkaar zullen
worden verbonden, krijgen
elk een functie. De buitenste
buizen, met een doorsiiee van
80 centimeter, worden be
stemd voor de opslag van
drinkwater. De binnenste
buis zal dienst gaan doen als
ziekenboeg, navigatieruimte
en radiokamer, terwijl de
overige buizen zullen worden
gebruikt voor de opslag van
voedsel, zeilenkleding en re
paratiemateriaal.
De voorbereiding van de be
manningsleden wordt afge
stemd op de vervulling van
alle voorkomende werkzaam
heden door iedereen, maar
met speciaaltaken. De be
manning is al begonnen aan
een navigatiecursus, die
wordt gegeven door Sake
Mercus in het Friese Delfstra-
huizen. Mercus heeft hiertoe
een pakket samengesteld dat
ook is afgestemd op het over
leven op zee. De bemanning
volgt voorts een aangepaste
EHBO-cursus. In het gede
tailleerde plan ivordt ook
aandacht besteed, aan de
huishouding. De vlotreis gaat
ruim 300.000 gulden kos
ten.
Het Yerke-gezelschap, behalve
de bemanning een aantal en
thousiaste medewerkers die te
beschouwen zijn als walper-
soneel, heeft inmiddels al en
kele bedrijven bereid gevon
den om het project te steunen.
Een bedrijf in Leeuwarden
heeft verf aangeboden en een
haardenfabrikant heeft ter
rein beschikbaar gesteld voor
de bouw van het vlot. Ook
heeft zich al een ondernemer
gemeld voor het vervoer van
het vlot naar Bazel. Een Am
sterdamse firma heeft drie
buitenboordmotoren van 15
pk elk beschikbaar gesteld. De
werkgroep beschouwt deze
toezeggingen als een heel goe
de slap op weg naar het grote