Kabinet had de
Kamer eerder
moeten inlichten
Germaanse SS geen militaire organisatie
Berghuis
getipt over
SS-verleden
van Aantjes
Singer
naaimachine
Tuijnman breekt het openbaar vervoer af
Scherpe kritiek Vondeling
Fietsers
willen
reflector
Inval politie voor
boete van 35 gulden
WOENSDAG 15 NOVEMBER 1978
PAGINA 7
DEN HAAG (GPD) - De oud
voorzitter van de ARP, dr. W.
Berghuis, blijkt in 1967 getipt
te zijn over het feit dat mr.
Aantjes lid is geweest van de
SS. Dit valt op te maken uit de
brief van Berghuis aan Aan
tjes van 7 juni 1967, waarin
deze opheldering vraagt over
Aantjes' oorlogsverleden, na
dat Aantjes was gepasseerd
als minister in het kabinet-De
Jong in verband met geruch
ten over zijn gedrag in de be
zettingstijd.
Berghuis stelde Aantjes toen
een zestal gerichte vragen,
waarvan één luidt: "Is het
waar dat jij lid bent geweest
van de Germaanse SS?" De
andere vragen betreffen Aan
tjes' beweerde lidmaatschap
van de NSB, zijn functie in
het kamp bij Assen en het ge
rucht dat hij daar geregeld de
Hitlergroet bracht.
Aantjes ontkent in zijn ant
woord alle zes punten. In zijn
brief van 12 juni 1967 aan
Berghuis (die gisterochtend
uit de kelders van de Vrije
Universiteit in Amsterdam is
opgediept en direct is doorge
stuurd naar de Tweede Ka
mer) geeft hij alleen toe dat hij
in Duitsland is ingegaan op de
werving voor "politiedien
sten" in Nederland.
Tot dusver is door de AR-top,
die in de jaren vijftig en zestig
met Aantjes' oorlogsverleden
in aanraking kwam, steeds
ontkend dat het woord SS in
verband met Aantjes was ge
vallen. Het kamerlid Schakel
en oud-voorzitter Berghuis
hebben vorige week herhaal
delijk verklaard pas door het
recente onderzoek van dr. De
Jong van Aantjes' SS-lid-
maatschap te hebben verno-
Dr. Vondekng, de voorzitter
van de kamercommissie die
het debat van morgen voor
bereidt, heeft voorts de ant
woorden ontvangen van alle
partij- en fractievoorzitters en
kabinetsformateurs, die iets
van Aantjes' oorlogsverleden
hebben kunnen opgevangen.
Geen van allen hebben zij in
formatie ontvangen over
Aantjes' SS-lidmaatschap,
ook Biesheuvel en De Jong
niet, die direct waren betrok
ken bij het passeren van Aan
tjes als minister in 1967.
De AR-voorzitters Veerman en
De Koning (de huidige minis
ter) hebben wél informaties
over Aantjes ontvangen.
Veerman maakte er in 1969
niet verder werk van, na rug
gespraak met Smallenbroek.
De Koning negeerde de me
dedelingen, omdat de infor
mant zijn anonimiteit niet
wilde opgeven.
Over de meest recente periode,
de kabinetsformatie van vo
rig jaar, zegt Den Uyl dat hij
als formateur met Van Agt
kort gesproken heeft over het
oorlogsverleden van Aantjes,
toen deze opeens door Van
Agt als kandidaat voor bin
nenlandse zaken naar voren
werd geschoven.
Frappant is dat premier Van
Agt in zijn brief aan de ka
mercommissie verklaart als
kabinetsformateur op geen
enkele wijze met het verleden
van Aantjes in aanraking te
zijn gekomen, noch uit ande
re bron berichten daarom
trent te hebben vernomen.
Dr. Vondeling wist gister
avond nog niet of hij Van Agt
op dit punt nog nader aan de
tand zal voelen.
De Rijksuniversiteit te Utrecht
heeft inmiddels nadere gege
vens verzameld over het zui-
veringsonderzoek dat na de
oorlog ook tegen Aantjes is
ingesteld toen deze zich aan
meldde voor de juridische fa
culteit. Het inschrijvingsfor
mulier en de verklaring van
Aantjes waarbij deze moet
hebben meegedeeld dat hij
niet in Duitsland heeft ge
werkt (anders was hij zeker
niet toegelaten) zijn naar alle
waarschijnlijkheid vernie
tigd.
Wel is een brief bewaard van
Aantjes aan de zuiverings
commissie, die de Rijksuni
versiteit gisteren naar de
Tweede Kamer heeft ge
stuurd. In deze brief van 27
november 1945 komt Aantjes
terug op zijn eerdere zuive
ringsverklaring en deelt hij de
commissie mee dat hij in juli
1943 naar Duitsland is gegaan
na een oproep van Rauter van
5 mei 1943.
Tweede-Kamervoorzitter Von
deling liet gisteren weten nog
een aantal andere politici over
Aantjes' oorlogsverleden om
informatie te zullen vragen.
De bijzondere Tweede-Kamer
commissie die de zaak Aan
tjes onderzoekt besloot giste
ren niet over te gaan tot het
mondeling horen van dr. L. de
Jong van het Rijksinstituut
voor Oorlogs Documentatie.
Dit tot grote woede van de
CPN-fractie die daar vorige
week al sterk op aangedron
gen had.
Regering trekt Nederlanderschap Aantjes nu niet in twijfel
DEN HAAG (GPD) - De regering vindt dat
ex-CDA-fractieleider mr. W. Aantjes
vrijwel zeker niet zijn Nederlanderschap
heeft verloren door zich aan te melden
voor de SS. Uit de nu beschikbare gege
vens kan niet worden afgeleid dat Aan
tjes in 1944 daadwerkelijk in vreemde
krijgsdienst is getreden.
Dat stelde de regering gisteren in een be
geleidende brief bij de antwoorden op de
116 door de Tweede Kamer gestelde vra
gen naar aanleiding van de affaire-Aan-
tjes. De Kamer besloot om morgenoch
tend vanaf kwart over tien een uitge
breid debat aan de zaak-Aantjes te wij
den.
De gegevens uit het rapport van dr. L. de
Jong en de heer A. van der Leeuw van
het Rijksinstituut voor Oorlogsdocu
mentatie (RIOD) zijn onvoldoende dui
delijk over de dienstneming van Aan
tjes, zo vindt de regering. De Germaanse
SS, waarvan Aantjes lid zou zijn ge
weest, was een politieke en geen militai
re organisatie. Bovendien blijkt Aantjes
alleen in werkelijke dienst te zijn geroe
pen, maar heeft hij geweigerd ten velde
te trekken. De regering ziet daarom nu
onvoldoende aanleiding om Aantjes'
Nederlanderschap in twijfel te trek
ken.
Wel kondigt zij aan dat het onderzoek naar
dit aspect van de zaak nog niet is vol
tooid. J ustitie zal nog een nader ambte
lijk onderzoek instellen. Dat is overigens
het enige onderzoek dat de regering uit
eigener beweging nog in deze zaak wil
laten instellen. De regering stelt in de
brief dat verder onderzoek niet haar ver
antwoordelijkheid is.
De antwoorden op de vragen uit de Twee
de Kamer geven op sommige punten de
heer Aantjes gelijk, op andere spreken
zij zijn verklaringen tegen. Zo hebben de
heren De Jong en Van der Leeuw toege
geven dat - zoals Aantjes eerder al zei -
veel Nederlanders die in Duitsland te
werk waren gesteld, van dienstneming
bij de Waffen-SS gebruik maakten om
naar Nederland te vluchten.
Daarentegen spreken de onderzoekers te
gen dat vluchten en onderduiken in Ne
derland vervolgens erg moeilijk zou zijn.
Gebleken is dat van de Nederlanders die
van deze mogelijkheid gebruik maakten
nauwelijks éénderde ook werkelijk op
de SS-bestemming in ons land aankwa
men. De rest verdween gewoon tijdens
het transport, of verdween tijdens de
opleiding. Deze vluchters zijn ook nooit
als SS-vrijwilligers aangemerkt. Het feit
dat dit gegeven ontbrak in het eerste
rapport van de heer De Jong wordt ver
oorzaakt door het feit dat dat rapport op
het moment van publikatie nog niet was
afgerond.
Dr. De Jong heeft blijkens de antwoorden
nu verklaard dat het heel wel mogelijk is
dat Aantjes als gestrafte in het kamp
Port-Natal is terechtgekomen en pas na
enige tijd als functionaris van de kamp
leiding werd aangesteld. Dat is in tegen
spraak met eerdere mededelingen van
het RIOD dat Aantjes alleen als bewaker
werkzaam was geweest. Dat antwoord
geeft Aantjes ook gelijk, die vorige week
zei dat hij gevangene en geen bewaker
De Jong en Van der Leeuw stellen ook het
niet uitgesloten te achten dat militairen
van de Landstorm, waartoe Aantjes be
hoorde, bij de kampbewaking werden
ingeschakeld.
De onderzoekers hebben overigens laten
weten nog onvoldoende getuigen te
hebben kunnen horen, omdat zij hun
onderzoek niet konden afronden. Oor
zaak daarvan was dat de berichten over
het onderzoek waren uitgelekt en per-
spublikaties de zaak in een stroomver
snelling brachten. „Onder druk van de
publiciteit is het onderzoek nog niet vol
tooid", aldus De Jong in de antwoorden
aan de Tweede Kamer. Dat is ook de re
den dat alleen belastende getuigen zijn
gehoord en nog geen getuigen a déchar-
Uit de antwoorden blijkt voorts dat de
bron van de Haagse ad vocaat mr. I. Hes -
door wiens tip het Rijksinstituut met het
onderzoek naar Aantjes begon - nog
steeds niet bekend is. Hes sprak van
„wandelgangen in de Eerste Kamer".
Weinig opheldering is verder gegeven over
de vraag waarom de Politieke Opspo-
rings Dienst (POD) na de oorlog geen
stappen tegen Aantjes heeft onderno
men. Volgens De Jong was het namelijk
ruim bekend dat het wachtbataljon van
de Landstorm - waarvan Aantjes lid was
- tot de SS behoorde. Daarover blijken
geen gegevens te zijn verstrekt aan de
zuiveringscommissie, die Aantjes ook
heeft onderzocht. Gegevens over deze
zaak ontbreken volledig.
Op de vraag waarom De Jong ervan uitge
gaan is dat niemand in de Anti-Revolu
tionaire Partij van Aantjes' exacte oor
logsverleden op de hoogte was, wordt
letterlijk geantwoord: „De heer De Jong
zegt dat hij zich niet anders kan voor
stellen dan dat, ware dit het geval ge
weest, de betreffende politici maatrege
len zouden hebben genomen". Dat is dus
niet gebeurd.
Volgens het Rijksinstituut zijn ook niet
eerder verzoeken om informatie over
Aantjes binnengekomen, ook niet van
de zijde van de ARP-top. Het Rijksinsti
tuut heeft ook uit de vele geruchten die
over Aantjes' verleden de ronde deden -
en die hij deels in publieke interviews al
had toegegeven - nooit aanleiding ge
zien een onderzoek in te stellen.
De regering stelt nog eens dat het niet haar
taak is de onderzoeksresultaten naar
buiten te brengen. Zij heeft alleen als
taak gezien het doorgeven van het rap
port aan de Tweede Kamer. Het kabinet
waagt zich ook niet aan een oordeel over
de presentatie van het rapport door dr. L.
de Jong. „Hoewel wij een andere voor
stelling hadden van de manier waarop
de media door de onderzoekers zouden
worden ingelicht, achten wij een ver
oordeling van de directeur van het RIOD
op dit punt te ver gaan", zo stelt de rege
ring.
Ook het feit dat aan het rapport van het
RIOD geen aanhangsel met de mening
van mr. Aantjes zelf was bevestigd, komt
volgens de regering door de druk die
door de krantepublikaties is veroor
zaakt. De zin uit de brief van de regering
van vorige week, dat zij zich met de eva
luatie van het onderzoek door het RIOD
kon verenigen, betekent volgens de re
gering ten slotte niets meer dan dat zij
het eens is met de wijze waarop het on
derzoek is ingesteld en niet met de in
houd.
DEN HAAG (GPD) - Twee
de-Kamervoorzitter dr.
Anne Vondeling heeft
scherpe kritiek op de
handelwijze van het ka
binet bij de bekendma
king van het oorlogsver
leden van ex-CDA-leider
Aantjes. Vondeling vindt
dat hij als kamervoorzit
ter eerder van de feiten
rond Aantjes op de hoogte
had moeten worden ge
bracht. Bovendien had de
regering de zaak meteen
in handen van de Tweede
Kamer moeten geven.
Maandag al heeft Vondeling zijn vi
sie uiteengezet in een brief aan de
leden van de bijzondere kamer
commissie die de zaak-Aantjes
onderzoekt. Ook minister-presi
dent Van Agt, minister De Ruiter
(justitie) en minister Pais (on
derwijs) zijn via een afschrift van
zijn kritiek op de hoogte ge
steld.
Vondeling vindt dat hij als kamer
voorzitter vanaf het eerste mo
ment dat - door het onderzoek
van het Rijks Instituut voor Oor-
logs Documentatie - twijfels re
zen over het Nederlanderschap
van Aantjes, had moeten worden
geinformeerd. Het niet-Neder-
lander zijn heeft directe gevolgen
voor het kamerlidmaatschap en
het is de kamervoorzitter die in
zo'n geval in actie moet komen,
en niet de regering, aldus Vonde
ling.
De kamervoorzitter schrijft in zijn
brief dat de Tweede Kamer ei
genlijk zelfs in deze zaak meer
recht van spreken heeft dan de
regering, die de affaire enkele da
gen zelfs geheim heeft gehouden
Vondeling werd bijvoorbeeld pas
vorige week maandag 6 novem
ber door premier Van Agt opge
beld met het bericht dat die mid
dag in de bladen van de Gemeen
schappelijke Pers Dienst „een
erg vervelend verhaal" over het
oorlogsverleden van Aantjes zou
verschijnen. Verdere bijzonder
heden verstrekte Van Agt niet.
Hij kondigde alleen aan dat later
die dag een brief aan de Tweede
Kamer zou worden gezon
den.
Vondeling bekritiseert dat er vijf
dagen hebben gelegen tussen het
moment dat bij de regering twij
fels rezen over het Nederlander-
Singer naaimachine type 377 ter waarde van f 499.-
Stabiele portable zig-zag naaimachine. Semi lichtgewicht
met handgreep. Tal van
interessante extra's,
zoals een liggend spoel-
klosje voor de naald en
exclusieve naaldhouder.
Als u niet wint is er al
een automatische Singer
zig-zag voor f 349,-
(Evt prijswijzigingen
voorbehouden
SINGER
t.b.v. Nat. Puzzelactie „Het Gehandicapte Kind"
schap van Aantjes en het moment
dat Vondeling daar over werd in
gelicht. „De kans is groot dat de
werkwijze anders zou zijn ge
weest wanneer ik daar eerder
over zou zijn ingelicht" zo
schrijft Vondeling.
Hij vindt dat het gedrag van een
volksvertegenwoordiger in eer
ste instantie degene aangaat die
hem kandidaat stelt, dus zijn ei
gen partij, en vervolgens de Sta-
ten-Generaal, waartoe hij be
hoort als vertegenwoordiger van
het volk. „Pas in de allerlaatste
plaats de ministers", aldus Von
deling. „Persoonlijke zaken die
het functioneren van een kamer
lid als zodanig, als politicus dus,
betreffen, zijn zaken waarmee de
regering zich niet zou moeten
willen bemoeien". Wanneer de
regering toch dergelijke zaken ter
ore komen, dient zij die direct aan
de Kamer door te geven. Die
beoordeelt dan wel wat er verder
moet gebeuren.
Vondeling vindt wel dat het Rijks
instituut zijn minister van het
onderzoek op de hoogte had moe
ten stellen, maar daar had het bij
kunnen blijven. Kamervoorzitter
Vondeling, mr. Aantjes en de
beide onderzoekers hadden de
zaak dan verder kunnen ontwik
kelen, zo schrijft Vondeling. De
ministers hadden zich daarbij ui
terst terughoudend dienen op te
stellen.
Vondeling zou vervolgens Aantjes
hebben geadviseerd om de
plaatsvervangend fractievoorzit
ter van het CDA en de CDA-voor
zitter te waarschuwen. Weliswaar
zou de kamervoorzitter na afron
ding van dat onderzoek de feiten
openbaar hebben gemaakt, maar
dat zou dan in overleg tussen
Aantjes en de Tweede Kamer zijn
gebeurd. „In elk geval niet door
of vanwege de ministers"
Vondeling stelt deze zaak zo kri
tisch te benaderen opdat de
scheidslijnen tussen de verant
woordelijkheden van kabinet cn
parlement zo duidelijk mogelijk
dienen te blijven. „Van mij mag
worden verwacht dat ik op de
parlementaire rechten sta wan
neer die in het geding zijn". Von
deling stelt de brief geschreven te
hebben omdat hij zelf niet aan het
debat van morgen wil mee
doen.
DEN HAAG - Militairen demonstreerden gisteren op het Haagse Bu
taris Van Lent de wedde te verlagen. Na de demonstratie werden ai
25.000 handtekeningen aangeboden van burgers en dienstplichtigenT
gen werden Jiog handtekeningen ingezameld.
nenhof tegen het voorstel van staatssecre-
n Kamer-voorzitter Vondeling ongeveer
t aan het laatste moment van overhandi-
UTRECHT (ANP) - Fietsend
Nederland is zo massaal
overgegaan tot de aankoop
van een reflectorplaatje, dat
dc rijwielhandelaren en de
fabrikanten de vraag niet of
nauwelijks kunnen bijbe
nen. Dit blijkt uit een mini-
onderzoek dat Veilig Ver
keer Nederland verrichtte.
Hoewel de reflector pas vol
gend jaar november wette
lijk verplicht wordt zien
kennelijk veel wielrijders
het belang er van in en stel
len ze de aankoopdatum niet
uit. "Vaders kopen ze met
vijf tegelijk om in één klap
het hele gezin in het duister
beter zichtbaar te maken",
aldus "Wegwijs", het blad
van WN.
Twee Nederlandse fabrikan
ten in Joure en Doesburg, die
samen goed zijn voor 200.000
stuks per week, worden bij
na belegerd door de rijwiel
handelaren, die op hun beurt
weer worden overspoeld
door de vraag naar het
reflectorplaatje. Het order
boek van één fabrikant zit al
vol tot volgend jaar mei.
Sommige winkeliers kopen de
plaatjes met honderd tege
lijk in. maar zijn binnen de
kortste keren weer uitver
kocht. Uit het VVN-onder-
zoekje bleek dat sommige
tussenverkopers de omzet in
reflectoren zagen vervier
voudigen.
CAPELLE AAN DEN IJSSEL
(GPD) - Twee agenten van de po
litie van het Zuidhollandse Ca-
pelle aan den IJssel moeten bij
hun korpschef uitleggen wat er
gebeurd is toen zij maandagoch
tend bij een inwoonster van Ca-
pelle een boete wilden innen.
Volgens deze inwoonster, me
vrouw D. van Ringelenstijn, heb
ben de agenten zich uitermate
onheus gedragen toen zij een be
keuring ter grootte van 35 gulden
wilden komen verzilveren. De
politiemensen zouden haar huis
zijn binnengevallen, vernielin
gen hebben aangericht en haar
hondje hebben mishandeld.
Mevrouw Van Ringelenstijn heeft
daarop een klacht ingediend bij
de hoofdofficier van justitie in
Rotterdam. Deze heeft de korps
chef van de politie in Capelle op
dracht gegeven de zaak tot op de
bodem uit te zoeken.
De bekeuring die de agenten wil
den innen, was voor een overtre
ding die de zoon van mevrouw
Van Ringelenstijn met zijn
brommer had gemaakt. De jon
geman vaart en zit volgens zijn
moeder momenteel in de buurt
van Ghana.
Afgelopen vrijdag kwamen agen
ten langs om de 35 gulden op te
halen. Mevrouw Van Ringelen
stijn had alleen een briefje van
honderd gulden en dat konden de
politiemensen niet wisselen.
Volgens mevrouw Van Ringelen
stijn is toen afgesproken dat de
politie zaterdag terug zou ko-
De agenten kwamen 's zaterdags
niet, maar belden maandagoch
tend om zeven uur aan. Toen me
vrouw Van Ringelenstijn open-
DEN HAAG (GPD) - Minister
Tuijnman (verkeer) heeft zich
door zijn collega-bewindslieden
„als een doetje laten behandelen"
door van alle ministers de groot
ste portie voor zijn rekening te
nemen bij de bijstelling van de
meerjarenramingen. Het open
baar vervoer „breekt hij stukje bij
beetje af'. Bij beslissingen waar
over de Tweede Kamer moet
worden gehoord, stelt hij zich op
als iemand die het allemaal wel in
zijn eentje zal bepalen.
Deze verwijten richtte gisteren Ed
van Thijn (PvdA) tot minister S.
Tuijnman, die hij daarom de
slechtste bewindsman in dit ka
binet achtte. „Hij komt met de
slechtste rapportcijfers uit de
bus", aldus Van Thijn, die de eer
ste spreker was bij de behande
ling van de verkeer- en water
staatsbegroting voor 1979.
Bij de bijstellingen voor de meerja
renramingen, aldus Van Thijn,
wordt voor drie achtereenvol
gende jaren een derde afgeknab
beld tot een totaal van 1,2 miljard
gulden. Met enige moeite was het
hem gelukt erachter te komen ten
koste van welk onderdeel dit
werd verwezenlijkt. Het bleek
het openbaar vervoer te zijn.
Want tegenover een geringe da
ling van investeringen en ver
goedingen voor openbaar ver
voer, staat ondanks de totale
vermindering een vergroting van
middelen voor wegenaanleg.
Van Thijn vond het onaanvaard
baar dat de investeringen voor
wegenaanleg stijgen van 799
miljoen in 1979 naar 843 miljoen
in 1981 en dat tegelijk die voor het
openbaar vervoer dalen van 427
miljoen naar 350 miljoen in het
zelfde tijdvak. Voor Schakel
(CDA) gingen Van Thijns aan
vallen te ver voor zover het de
verkeersproblematiek betrof.
„De verkeersdiscussie in Neder
land wordt al jarenlang belast
door een dubbele hypotheek".
aldus Schakel. „Openbaar en par
ticulier veivoer zijn niet eikaars Volgens V's collega w
tegenhangers; de kwalen kunnen
niet worden genezen met een na
tionaal saneringsplan".
„Het is onmogelijk de geweldige
vervoersbehoefte van elke dag
alleen met openbaar of alleen met
particulier vervoer te verwerken.
We hebben beide nodig: een
kwalitatief hoogwaardig open
baar veivoer en wegen voor het
particulier
deed. drongen twee politiemen
sen haar flatwoning binnen. „Ze
doorzochten alles, maar lieten
geen huiszoekingsbevel of zoiets
zien", aldus de vrouw.
Toen de agenten in haar slaapka
mer de speurtocht wensten voort
te zetten, greep mevrouw Van
Ringelenstijn in en begon een
worsteling. Daarbij sneuvelde
wat huisraad en werd een deur
vernield. Haar hondje, dat te hulp
wilde schieten, kreeg een trap,
aldus mevrouw Van Ringelen
stijn.
Zonder dat de bekeuring werd
geind verlieten de twee agenten
het huis. De politie van Capelle
aan den IJssel en de burgemees
ter van dit forensenstadje wilden
gisteravond geen commentaar op
de loop der gebeurtenissen ge-
Celstraf voor
stelende agent
AMSTERDAM (ANP) - De officier
van justitie bij de rechtbank in
Amsterdam, mr. R.A.M. Behling,
heeft gisteren drie weken on
voorwaardelijke gevangenschap
geëist tegen de 27 jarige Amster
damse politieagent J.G.V. De
agent wordt ervan beschuldigd
een auto, die hij wegens techni
sche gebreken in beslag had ge
nomen, te hebben verdonkere
maand, hetgeen in officiële ter
men "verduistering in dienstbe
trekking" heet. Oplegging van de
geëiste straf zal voor de agent
vrijwel zeker ontslag uit het
korps betekenen.
Het gisteren behandelde vergrijp
betrof een Fiat 128, die op 9 mei
door V. en een collega werd aan
gehouden op het Johan Visser
plein. De bestuurder zou te ver
staan zijn gegeven dat hij aan zijn
auto geconstateerde gebreken
nog dezelfde dag moest herstel
len. Officieel bestaat daarvoor
termijn van 20 dagen.
_a was de man. die
ook de nodige papieren miste,
enigszins "onder druk gezet",
waarna hij een afstand-verkla
ring had getekend. Deze verkla
ring werd door V niet, zoals te
doen gebruikelijk, doorgestuurd
naar de gemeentelijke wrakken-
dienst.
Ter zitting bezwoer V. dinsdag aan
rechtbankpresident Slagter. dat
hij niet had beseft dat hij een
strafbaar feit beging.