Kabinet had de Kamer eerder moeten inlichten Germaanse SS geen militaire organisatie Berghuis getipt over SS-verleden van Aantjes Singer naaimachine Tuijnman breekt het openbaar vervoer af Scherpe kritiek Vondeling Fietsers willen reflector Inval politie voor boete van 35 gulden WOENSDAG 15 NOVEMBER 1978 PAGINA 7 DEN HAAG (GPD) - De oud voorzitter van de ARP, dr. W. Berghuis, blijkt in 1967 getipt te zijn over het feit dat mr. Aantjes lid is geweest van de SS. Dit valt op te maken uit de brief van Berghuis aan Aan tjes van 7 juni 1967, waarin deze opheldering vraagt over Aantjes' oorlogsverleden, na dat Aantjes was gepasseerd als minister in het kabinet-De Jong in verband met geruch ten over zijn gedrag in de be zettingstijd. Berghuis stelde Aantjes toen een zestal gerichte vragen, waarvan één luidt: "Is het waar dat jij lid bent geweest van de Germaanse SS?" De andere vragen betreffen Aan tjes' beweerde lidmaatschap van de NSB, zijn functie in het kamp bij Assen en het ge rucht dat hij daar geregeld de Hitlergroet bracht. Aantjes ontkent in zijn ant woord alle zes punten. In zijn brief van 12 juni 1967 aan Berghuis (die gisterochtend uit de kelders van de Vrije Universiteit in Amsterdam is opgediept en direct is doorge stuurd naar de Tweede Ka mer) geeft hij alleen toe dat hij in Duitsland is ingegaan op de werving voor "politiedien sten" in Nederland. Tot dusver is door de AR-top, die in de jaren vijftig en zestig met Aantjes' oorlogsverleden in aanraking kwam, steeds ontkend dat het woord SS in verband met Aantjes was ge vallen. Het kamerlid Schakel en oud-voorzitter Berghuis hebben vorige week herhaal delijk verklaard pas door het recente onderzoek van dr. De Jong van Aantjes' SS-lid- maatschap te hebben verno- Dr. Vondekng, de voorzitter van de kamercommissie die het debat van morgen voor bereidt, heeft voorts de ant woorden ontvangen van alle partij- en fractievoorzitters en kabinetsformateurs, die iets van Aantjes' oorlogsverleden hebben kunnen opgevangen. Geen van allen hebben zij in formatie ontvangen over Aantjes' SS-lidmaatschap, ook Biesheuvel en De Jong niet, die direct waren betrok ken bij het passeren van Aan tjes als minister in 1967. De AR-voorzitters Veerman en De Koning (de huidige minis ter) hebben wél informaties over Aantjes ontvangen. Veerman maakte er in 1969 niet verder werk van, na rug gespraak met Smallenbroek. De Koning negeerde de me dedelingen, omdat de infor mant zijn anonimiteit niet wilde opgeven. Over de meest recente periode, de kabinetsformatie van vo rig jaar, zegt Den Uyl dat hij als formateur met Van Agt kort gesproken heeft over het oorlogsverleden van Aantjes, toen deze opeens door Van Agt als kandidaat voor bin nenlandse zaken naar voren werd geschoven. Frappant is dat premier Van Agt in zijn brief aan de ka mercommissie verklaart als kabinetsformateur op geen enkele wijze met het verleden van Aantjes in aanraking te zijn gekomen, noch uit ande re bron berichten daarom trent te hebben vernomen. Dr. Vondeling wist gister avond nog niet of hij Van Agt op dit punt nog nader aan de tand zal voelen. De Rijksuniversiteit te Utrecht heeft inmiddels nadere gege vens verzameld over het zui- veringsonderzoek dat na de oorlog ook tegen Aantjes is ingesteld toen deze zich aan meldde voor de juridische fa culteit. Het inschrijvingsfor mulier en de verklaring van Aantjes waarbij deze moet hebben meegedeeld dat hij niet in Duitsland heeft ge werkt (anders was hij zeker niet toegelaten) zijn naar alle waarschijnlijkheid vernie tigd. Wel is een brief bewaard van Aantjes aan de zuiverings commissie, die de Rijksuni versiteit gisteren naar de Tweede Kamer heeft ge stuurd. In deze brief van 27 november 1945 komt Aantjes terug op zijn eerdere zuive ringsverklaring en deelt hij de commissie mee dat hij in juli 1943 naar Duitsland is gegaan na een oproep van Rauter van 5 mei 1943. Tweede-Kamervoorzitter Von deling liet gisteren weten nog een aantal andere politici over Aantjes' oorlogsverleden om informatie te zullen vragen. De bijzondere Tweede-Kamer commissie die de zaak Aan tjes onderzoekt besloot giste ren niet over te gaan tot het mondeling horen van dr. L. de Jong van het Rijksinstituut voor Oorlogs Documentatie. Dit tot grote woede van de CPN-fractie die daar vorige week al sterk op aangedron gen had. Regering trekt Nederlanderschap Aantjes nu niet in twijfel DEN HAAG (GPD) - De regering vindt dat ex-CDA-fractieleider mr. W. Aantjes vrijwel zeker niet zijn Nederlanderschap heeft verloren door zich aan te melden voor de SS. Uit de nu beschikbare gege vens kan niet worden afgeleid dat Aan tjes in 1944 daadwerkelijk in vreemde krijgsdienst is getreden. Dat stelde de regering gisteren in een be geleidende brief bij de antwoorden op de 116 door de Tweede Kamer gestelde vra gen naar aanleiding van de affaire-Aan- tjes. De Kamer besloot om morgenoch tend vanaf kwart over tien een uitge breid debat aan de zaak-Aantjes te wij den. De gegevens uit het rapport van dr. L. de Jong en de heer A. van der Leeuw van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocu mentatie (RIOD) zijn onvoldoende dui delijk over de dienstneming van Aan tjes, zo vindt de regering. De Germaanse SS, waarvan Aantjes lid zou zijn ge weest, was een politieke en geen militai re organisatie. Bovendien blijkt Aantjes alleen in werkelijke dienst te zijn geroe pen, maar heeft hij geweigerd ten velde te trekken. De regering ziet daarom nu onvoldoende aanleiding om Aantjes' Nederlanderschap in twijfel te trek ken. Wel kondigt zij aan dat het onderzoek naar dit aspect van de zaak nog niet is vol tooid. J ustitie zal nog een nader ambte lijk onderzoek instellen. Dat is overigens het enige onderzoek dat de regering uit eigener beweging nog in deze zaak wil laten instellen. De regering stelt in de brief dat verder onderzoek niet haar ver antwoordelijkheid is. De antwoorden op de vragen uit de Twee de Kamer geven op sommige punten de heer Aantjes gelijk, op andere spreken zij zijn verklaringen tegen. Zo hebben de heren De Jong en Van der Leeuw toege geven dat - zoals Aantjes eerder al zei - veel Nederlanders die in Duitsland te werk waren gesteld, van dienstneming bij de Waffen-SS gebruik maakten om naar Nederland te vluchten. Daarentegen spreken de onderzoekers te gen dat vluchten en onderduiken in Ne derland vervolgens erg moeilijk zou zijn. Gebleken is dat van de Nederlanders die van deze mogelijkheid gebruik maakten nauwelijks éénderde ook werkelijk op de SS-bestemming in ons land aankwa men. De rest verdween gewoon tijdens het transport, of verdween tijdens de opleiding. Deze vluchters zijn ook nooit als SS-vrijwilligers aangemerkt. Het feit dat dit gegeven ontbrak in het eerste rapport van de heer De Jong wordt ver oorzaakt door het feit dat dat rapport op het moment van publikatie nog niet was afgerond. Dr. De Jong heeft blijkens de antwoorden nu verklaard dat het heel wel mogelijk is dat Aantjes als gestrafte in het kamp Port-Natal is terechtgekomen en pas na enige tijd als functionaris van de kamp leiding werd aangesteld. Dat is in tegen spraak met eerdere mededelingen van het RIOD dat Aantjes alleen als bewaker werkzaam was geweest. Dat antwoord geeft Aantjes ook gelijk, die vorige week zei dat hij gevangene en geen bewaker De Jong en Van der Leeuw stellen ook het niet uitgesloten te achten dat militairen van de Landstorm, waartoe Aantjes be hoorde, bij de kampbewaking werden ingeschakeld. De onderzoekers hebben overigens laten weten nog onvoldoende getuigen te hebben kunnen horen, omdat zij hun onderzoek niet konden afronden. Oor zaak daarvan was dat de berichten over het onderzoek waren uitgelekt en per- spublikaties de zaak in een stroomver snelling brachten. „Onder druk van de publiciteit is het onderzoek nog niet vol tooid", aldus De Jong in de antwoorden aan de Tweede Kamer. Dat is ook de re den dat alleen belastende getuigen zijn gehoord en nog geen getuigen a déchar- Uit de antwoorden blijkt voorts dat de bron van de Haagse ad vocaat mr. I. Hes - door wiens tip het Rijksinstituut met het onderzoek naar Aantjes begon - nog steeds niet bekend is. Hes sprak van „wandelgangen in de Eerste Kamer". Weinig opheldering is verder gegeven over de vraag waarom de Politieke Opspo- rings Dienst (POD) na de oorlog geen stappen tegen Aantjes heeft onderno men. Volgens De Jong was het namelijk ruim bekend dat het wachtbataljon van de Landstorm - waarvan Aantjes lid was - tot de SS behoorde. Daarover blijken geen gegevens te zijn verstrekt aan de zuiveringscommissie, die Aantjes ook heeft onderzocht. Gegevens over deze zaak ontbreken volledig. Op de vraag waarom De Jong ervan uitge gaan is dat niemand in de Anti-Revolu tionaire Partij van Aantjes' exacte oor logsverleden op de hoogte was, wordt letterlijk geantwoord: „De heer De Jong zegt dat hij zich niet anders kan voor stellen dan dat, ware dit het geval ge weest, de betreffende politici maatrege len zouden hebben genomen". Dat is dus niet gebeurd. Volgens het Rijksinstituut zijn ook niet eerder verzoeken om informatie over Aantjes binnengekomen, ook niet van de zijde van de ARP-top. Het Rijksinsti tuut heeft ook uit de vele geruchten die over Aantjes' verleden de ronde deden - en die hij deels in publieke interviews al had toegegeven - nooit aanleiding ge zien een onderzoek in te stellen. De regering stelt nog eens dat het niet haar taak is de onderzoeksresultaten naar buiten te brengen. Zij heeft alleen als taak gezien het doorgeven van het rap port aan de Tweede Kamer. Het kabinet waagt zich ook niet aan een oordeel over de presentatie van het rapport door dr. L. de Jong. „Hoewel wij een andere voor stelling hadden van de manier waarop de media door de onderzoekers zouden worden ingelicht, achten wij een ver oordeling van de directeur van het RIOD op dit punt te ver gaan", zo stelt de rege ring. Ook het feit dat aan het rapport van het RIOD geen aanhangsel met de mening van mr. Aantjes zelf was bevestigd, komt volgens de regering door de druk die door de krantepublikaties is veroor zaakt. De zin uit de brief van de regering van vorige week, dat zij zich met de eva luatie van het onderzoek door het RIOD kon verenigen, betekent volgens de re gering ten slotte niets meer dan dat zij het eens is met de wijze waarop het on derzoek is ingesteld en niet met de in houd. DEN HAAG (GPD) - Twee de-Kamervoorzitter dr. Anne Vondeling heeft scherpe kritiek op de handelwijze van het ka binet bij de bekendma king van het oorlogsver leden van ex-CDA-leider Aantjes. Vondeling vindt dat hij als kamervoorzit ter eerder van de feiten rond Aantjes op de hoogte had moeten worden ge bracht. Bovendien had de regering de zaak meteen in handen van de Tweede Kamer moeten geven. Maandag al heeft Vondeling zijn vi sie uiteengezet in een brief aan de leden van de bijzondere kamer commissie die de zaak-Aantjes onderzoekt. Ook minister-presi dent Van Agt, minister De Ruiter (justitie) en minister Pais (on derwijs) zijn via een afschrift van zijn kritiek op de hoogte ge steld. Vondeling vindt dat hij als kamer voorzitter vanaf het eerste mo ment dat - door het onderzoek van het Rijks Instituut voor Oor- logs Documentatie - twijfels re zen over het Nederlanderschap van Aantjes, had moeten worden geinformeerd. Het niet-Neder- lander zijn heeft directe gevolgen voor het kamerlidmaatschap en het is de kamervoorzitter die in zo'n geval in actie moet komen, en niet de regering, aldus Vonde ling. De kamervoorzitter schrijft in zijn brief dat de Tweede Kamer ei genlijk zelfs in deze zaak meer recht van spreken heeft dan de regering, die de affaire enkele da gen zelfs geheim heeft gehouden Vondeling werd bijvoorbeeld pas vorige week maandag 6 novem ber door premier Van Agt opge beld met het bericht dat die mid dag in de bladen van de Gemeen schappelijke Pers Dienst „een erg vervelend verhaal" over het oorlogsverleden van Aantjes zou verschijnen. Verdere bijzonder heden verstrekte Van Agt niet. Hij kondigde alleen aan dat later die dag een brief aan de Tweede Kamer zou worden gezon den. Vondeling bekritiseert dat er vijf dagen hebben gelegen tussen het moment dat bij de regering twij fels rezen over het Nederlander- Singer naaimachine type 377 ter waarde van f 499.- Stabiele portable zig-zag naaimachine. Semi lichtgewicht met handgreep. Tal van interessante extra's, zoals een liggend spoel- klosje voor de naald en exclusieve naaldhouder. Als u niet wint is er al een automatische Singer zig-zag voor f 349,- (Evt prijswijzigingen voorbehouden SINGER t.b.v. Nat. Puzzelactie „Het Gehandicapte Kind" schap van Aantjes en het moment dat Vondeling daar over werd in gelicht. „De kans is groot dat de werkwijze anders zou zijn ge weest wanneer ik daar eerder over zou zijn ingelicht" zo schrijft Vondeling. Hij vindt dat het gedrag van een volksvertegenwoordiger in eer ste instantie degene aangaat die hem kandidaat stelt, dus zijn ei gen partij, en vervolgens de Sta- ten-Generaal, waartoe hij be hoort als vertegenwoordiger van het volk. „Pas in de allerlaatste plaats de ministers", aldus Von deling. „Persoonlijke zaken die het functioneren van een kamer lid als zodanig, als politicus dus, betreffen, zijn zaken waarmee de regering zich niet zou moeten willen bemoeien". Wanneer de regering toch dergelijke zaken ter ore komen, dient zij die direct aan de Kamer door te geven. Die beoordeelt dan wel wat er verder moet gebeuren. Vondeling vindt wel dat het Rijks instituut zijn minister van het onderzoek op de hoogte had moe ten stellen, maar daar had het bij kunnen blijven. Kamervoorzitter Vondeling, mr. Aantjes en de beide onderzoekers hadden de zaak dan verder kunnen ontwik kelen, zo schrijft Vondeling. De ministers hadden zich daarbij ui terst terughoudend dienen op te stellen. Vondeling zou vervolgens Aantjes hebben geadviseerd om de plaatsvervangend fractievoorzit ter van het CDA en de CDA-voor zitter te waarschuwen. Weliswaar zou de kamervoorzitter na afron ding van dat onderzoek de feiten openbaar hebben gemaakt, maar dat zou dan in overleg tussen Aantjes en de Tweede Kamer zijn gebeurd. „In elk geval niet door of vanwege de ministers" Vondeling stelt deze zaak zo kri tisch te benaderen opdat de scheidslijnen tussen de verant woordelijkheden van kabinet cn parlement zo duidelijk mogelijk dienen te blijven. „Van mij mag worden verwacht dat ik op de parlementaire rechten sta wan neer die in het geding zijn". Von deling stelt de brief geschreven te hebben omdat hij zelf niet aan het debat van morgen wil mee doen. DEN HAAG - Militairen demonstreerden gisteren op het Haagse Bu taris Van Lent de wedde te verlagen. Na de demonstratie werden ai 25.000 handtekeningen aangeboden van burgers en dienstplichtigenT gen werden Jiog handtekeningen ingezameld. nenhof tegen het voorstel van staatssecre- n Kamer-voorzitter Vondeling ongeveer t aan het laatste moment van overhandi- UTRECHT (ANP) - Fietsend Nederland is zo massaal overgegaan tot de aankoop van een reflectorplaatje, dat dc rijwielhandelaren en de fabrikanten de vraag niet of nauwelijks kunnen bijbe nen. Dit blijkt uit een mini- onderzoek dat Veilig Ver keer Nederland verrichtte. Hoewel de reflector pas vol gend jaar november wette lijk verplicht wordt zien kennelijk veel wielrijders het belang er van in en stel len ze de aankoopdatum niet uit. "Vaders kopen ze met vijf tegelijk om in één klap het hele gezin in het duister beter zichtbaar te maken", aldus "Wegwijs", het blad van WN. Twee Nederlandse fabrikan ten in Joure en Doesburg, die samen goed zijn voor 200.000 stuks per week, worden bij na belegerd door de rijwiel handelaren, die op hun beurt weer worden overspoeld door de vraag naar het reflectorplaatje. Het order boek van één fabrikant zit al vol tot volgend jaar mei. Sommige winkeliers kopen de plaatjes met honderd tege lijk in. maar zijn binnen de kortste keren weer uitver kocht. Uit het VVN-onder- zoekje bleek dat sommige tussenverkopers de omzet in reflectoren zagen vervier voudigen. CAPELLE AAN DEN IJSSEL (GPD) - Twee agenten van de po litie van het Zuidhollandse Ca- pelle aan den IJssel moeten bij hun korpschef uitleggen wat er gebeurd is toen zij maandagoch tend bij een inwoonster van Ca- pelle een boete wilden innen. Volgens deze inwoonster, me vrouw D. van Ringelenstijn, heb ben de agenten zich uitermate onheus gedragen toen zij een be keuring ter grootte van 35 gulden wilden komen verzilveren. De politiemensen zouden haar huis zijn binnengevallen, vernielin gen hebben aangericht en haar hondje hebben mishandeld. Mevrouw Van Ringelenstijn heeft daarop een klacht ingediend bij de hoofdofficier van justitie in Rotterdam. Deze heeft de korps chef van de politie in Capelle op dracht gegeven de zaak tot op de bodem uit te zoeken. De bekeuring die de agenten wil den innen, was voor een overtre ding die de zoon van mevrouw Van Ringelenstijn met zijn brommer had gemaakt. De jon geman vaart en zit volgens zijn moeder momenteel in de buurt van Ghana. Afgelopen vrijdag kwamen agen ten langs om de 35 gulden op te halen. Mevrouw Van Ringelen stijn had alleen een briefje van honderd gulden en dat konden de politiemensen niet wisselen. Volgens mevrouw Van Ringelen stijn is toen afgesproken dat de politie zaterdag terug zou ko- De agenten kwamen 's zaterdags niet, maar belden maandagoch tend om zeven uur aan. Toen me vrouw Van Ringelenstijn open- DEN HAAG (GPD) - Minister Tuijnman (verkeer) heeft zich door zijn collega-bewindslieden „als een doetje laten behandelen" door van alle ministers de groot ste portie voor zijn rekening te nemen bij de bijstelling van de meerjarenramingen. Het open baar vervoer „breekt hij stukje bij beetje af'. Bij beslissingen waar over de Tweede Kamer moet worden gehoord, stelt hij zich op als iemand die het allemaal wel in zijn eentje zal bepalen. Deze verwijten richtte gisteren Ed van Thijn (PvdA) tot minister S. Tuijnman, die hij daarom de slechtste bewindsman in dit ka binet achtte. „Hij komt met de slechtste rapportcijfers uit de bus", aldus Van Thijn, die de eer ste spreker was bij de behande ling van de verkeer- en water staatsbegroting voor 1979. Bij de bijstellingen voor de meerja renramingen, aldus Van Thijn, wordt voor drie achtereenvol gende jaren een derde afgeknab beld tot een totaal van 1,2 miljard gulden. Met enige moeite was het hem gelukt erachter te komen ten koste van welk onderdeel dit werd verwezenlijkt. Het bleek het openbaar vervoer te zijn. Want tegenover een geringe da ling van investeringen en ver goedingen voor openbaar ver voer, staat ondanks de totale vermindering een vergroting van middelen voor wegenaanleg. Van Thijn vond het onaanvaard baar dat de investeringen voor wegenaanleg stijgen van 799 miljoen in 1979 naar 843 miljoen in 1981 en dat tegelijk die voor het openbaar vervoer dalen van 427 miljoen naar 350 miljoen in het zelfde tijdvak. Voor Schakel (CDA) gingen Van Thijns aan vallen te ver voor zover het de verkeersproblematiek betrof. „De verkeersdiscussie in Neder land wordt al jarenlang belast door een dubbele hypotheek". aldus Schakel. „Openbaar en par ticulier veivoer zijn niet eikaars Volgens V's collega w tegenhangers; de kwalen kunnen niet worden genezen met een na tionaal saneringsplan". „Het is onmogelijk de geweldige vervoersbehoefte van elke dag alleen met openbaar of alleen met particulier vervoer te verwerken. We hebben beide nodig: een kwalitatief hoogwaardig open baar veivoer en wegen voor het particulier deed. drongen twee politiemen sen haar flatwoning binnen. „Ze doorzochten alles, maar lieten geen huiszoekingsbevel of zoiets zien", aldus de vrouw. Toen de agenten in haar slaapka mer de speurtocht wensten voort te zetten, greep mevrouw Van Ringelenstijn in en begon een worsteling. Daarbij sneuvelde wat huisraad en werd een deur vernield. Haar hondje, dat te hulp wilde schieten, kreeg een trap, aldus mevrouw Van Ringelen stijn. Zonder dat de bekeuring werd geind verlieten de twee agenten het huis. De politie van Capelle aan den IJssel en de burgemees ter van dit forensenstadje wilden gisteravond geen commentaar op de loop der gebeurtenissen ge- Celstraf voor stelende agent AMSTERDAM (ANP) - De officier van justitie bij de rechtbank in Amsterdam, mr. R.A.M. Behling, heeft gisteren drie weken on voorwaardelijke gevangenschap geëist tegen de 27 jarige Amster damse politieagent J.G.V. De agent wordt ervan beschuldigd een auto, die hij wegens techni sche gebreken in beslag had ge nomen, te hebben verdonkere maand, hetgeen in officiële ter men "verduistering in dienstbe trekking" heet. Oplegging van de geëiste straf zal voor de agent vrijwel zeker ontslag uit het korps betekenen. Het gisteren behandelde vergrijp betrof een Fiat 128, die op 9 mei door V. en een collega werd aan gehouden op het Johan Visser plein. De bestuurder zou te ver staan zijn gegeven dat hij aan zijn auto geconstateerde gebreken nog dezelfde dag moest herstel len. Officieel bestaat daarvoor termijn van 20 dagen. _a was de man. die ook de nodige papieren miste, enigszins "onder druk gezet", waarna hij een afstand-verkla ring had getekend. Deze verkla ring werd door V niet, zoals te doen gebruikelijk, doorgestuurd naar de gemeentelijke wrakken- dienst. Ter zitting bezwoer V. dinsdag aan rechtbankpresident Slagter. dat hij niet had beseft dat hij een strafbaar feit beging.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 7