Striptekenaar i onderscheiding Martin i np--I ism&: i-JmmJ Lodewijk: Wt lilllf WÊÈÊÊÈÊÈéê^ JÊBBÊ - - mm;* /y V r pL. ii müt oon 1 1IUI UcM I DE HALVE MAANVIS Was ik maar groot s - Uiy •- ZATERDAG 4 NOVEMBER 1978 ROTTERDAM (GPD) - „Wat me bezielt om stripverhalen te tekenen? Ik weet het niet. Heilig moeten is een te groot woord, maar als je het niet leuk vindt, begin je er niet Uitspraak van Martin Lode- wijk, strip-vader van Agent 327, scenarist, illustrator, ontwerper en amateur zan ger-gitarist. Op de tiende „Dag van het Beeldverhaal" (een jaarlijks terugkerend evenement, ingesteld door het maandblad Stripschrift, gewijd aan alles wat met strips te maken heeft. Dit jaar vond die dag plaats in Rotter dam onder het thema „Strips en Politiek") werd Martin Lodewijk onderscheiden met de jaarlijkse Stripschaps- prijs. Een bronzen plastiek, hem toe gekend voor zijn creatieve ar beid als tekenaar-scenarist van zijn strip Agent 327; als schrijver van de beeldverha len Johnny Goodbye en Ber nard Voorzichtig, en voor het vele werk dat Lodewijk ver richtte voor het inmiddels overleden stripblad Pep en nu verricht voor Eppo. Het bronzen beeldje heeft een in het oog springende plaats gevonden op de monumen tale schouw van Lodewijks woning in Dordrecht. Een fraai onderkomen. De grote glaspartij in de woonkamer geeft een fantastisch uitzicht over het punt waar Dordtse Kil en Merwede samenko- „Van jongs af aan heb ik altijd zitten tekenen. Ik maakte al strips voor ik kon lezen of schrijven. Tijdens mijn lagere schooltijd werd ik vooral geïnspireerd door stripbla den als Kuifje en Robbe does". Ondanks die teken-passie wilde Martin, als rechtgeaard Rot terdammer toch naar zee. Of eerst eigenlek zendeling worden, maar dat door het christelijk onderwijs inge prente plan veranderde al snel voor een toekomstdroom als stuurman op de wilde vaart. Maar uiteindelijk werd het toch striptekenaar. „In 1957, ik was toen zestien, verkocht ik mijn eerste strip aan uitgeverij ATH. Die ga ven van die goedkope boekjes uit van de Onbekende Stille Dat eerste verhaal van Martin Lodewijk werd weliswaar niet uitgegeven, maar Martin nam wel een lopende strip over, Babel en Knetter- ton. Autodidact „Op tekengebied ben ik een au todidact. Ik heb ooit wel eens twee maanden op een kunst academie gezeten. Eèn maand op de dag- en èèn maand op de avondopleiding, maar ik kon de discipline niet opbrengen om daar een hele dag of avond door te brengen. En ik verdiende toen ook al aardig met mijn tekenwerk, dus wat wil je" In 1958 neemt Martin de strip in het Parool, - Frank de Vlie gende Hollander - over, solli citeerde bij Toonder. Robbe does, Sjors, Algemeen Dagblad en de Wereldkroniek en ging, na overal te zijn af gewezen, het reclamevak in. De strips worden voor wat jaartjes afgezworen. Als rond 1966 het fenomeen James Bond „tot leven komt", is dat de kans voor Martin om zich weer op het stripwezen te kunnen storten. Tekenaar Jan Kruis (de man van Jan, Jans en de kinderen) was door het stripblad Pep gevraagd een parodie op een geheim agent te tekenen. Kruis voelde daar niets voor en speelde de opdracht door aan Martin Lodewijk, die zijn Agent 327 het levenslicht liet Succes' „De figuur van mijn Agent 327 is geënt op James Bond, maar ik heb alles zelf wel geschre ven en getekend, 'in zoverre was het dus wel origi neel" De strip bleek een groot succes in het toenmalige Pep en ging later met zijn schepper over naar het nieuwe stripblad Eppo. (Sjors en Pep waren twee Nederlandse stripbla den die noodgedwongen een fusie aangingen, het daaruit ontstane blad Pep sloeg niet aan bij het publiek en stierf een zachte dood. In 1975 werd Pep opgevolgd door Eppo). Naast de wekelijkse Agent 327-strip zijn er tot nu toe vier albums verschenen rond deze geheim agent, het vijfde deel komt tegen het einde van dit jaar van de pers. ..Naast mijn tekenwerk schrijf ik ook nog de verhalen voor Johnny Goodbye en Bernard Voorzichtig, strips die door andere tekenaars worden gemaakt. Dat vind ik erg leuk, ik ben niet zo'n tekenaar die dagen er. nachten zit te zwoe gen achter zijn tekentafel. Ei genlijk lever ik veel liever ideeën en laat ze door anderen uitwerken. Ik ben wat lui en heb nooit zo veel zin om het allemaal nog eens op te teke nen. Scenario's schrijven is veel rustiger. Ik vind het heerlijk iets goeds te beden ken, maar om het allemaal zelf te moeten tekenen, daar laat ik liever andere tekenaars grijze haren van krijgen" Zijsprongetjes „In principe is het zo dat ik per week twee pagina's moet co veren voor Eppo. Maar ik zit altijd tegen of over de dead line, daardoor moet ik altijd razendsnel en uiterst gecon centreerd werken. Meestal weet ik wel waar het verhaal naar toe gaat. Ik werk zelden met een uitgeschreven story- board. Maar zo nu en dan loop ik helemaal vast. In een ver haal van Agent 327 heb ik een pauze moeten inlassen omdat ik er niet meer uitkwam" .,Als ik bezig ben kom ik steeds weer op zijsprongetjes uit. Dat is leuk, zo werk ik veel lekkerder en beter. Ik heb ook wel eens van een heel uitge werkt story-board gewerkt, maar dat verhaal vond ik toen het af was toch wel erg star Meestal komen de beste in vallen als ik bezig ben. Alleen zit ik altijd maar weer tegen de tijd aan te hikken. Ik ben vrijwel altijd te laat en dat is natuurlijk ook vervelend voor de redactie. Je hebt tekenaars die met een enorme zelfdisci pline kunnen werken, die al tijd op tijd zijn, maar dat lukt mij nooit" Eppo Naast zijn normale teken- en schrijfwerk is Martin Lode wijk ook als redacteur ver bonden aan het enige Neder landse stripweekblad Ep po. .,Eppo doet het erg goed. in plaats van Sjors en Pep, twee bladen met een te kleine op lage, is er nu èèn dat wel goed loopt. Maar het belangrijkste is dat we nu meer Nederland se striptekenaars aan het werk hebben kunnen zetten. In Sjors en Pep stonden voor al buitenlandse produkties. Bij Eppo gaan we ervan uit zoveel mogelijk Nederlands werk in te zetten. Natuurlijk kom je niet onder Asterix en Lucky Luke uit, maar voor de rest staat Eppo vol met origi neel werk van Nederlandse schrijvers en tekenaars. En dat loopt zo goed dat een aan tal tekenaars kan leven van hun werk" -,Rijk worden doe je er niet van, af en toe vraag je je ook wel eens af waar je mee bezig bent, maar er kunnen dank zij de Eppo-formule een aantal tekenaars en scenaristen be hoorlijk bestaan, het is nu in ieder geval beter dan het ooit geweest is". Achterstand Nederland heeft altijd een ach terstand gehad op stripte- kengebied. Bijna alles wat hier werd uitgegeven kwam uit het buitenland, vooral uit Amerika en België. Daar kon voor een schijntje de beste strips worden aangekocht. Op een bepaald moment zak te die boel in elkaar en toen bleek ons land nauwelijks een fatsoenlijke tekenaar te bezit ten. Martin Lodewijk: „Je hebt ja ren nodig om zo'n achter stand in te lopen. Maar nu kij ken die buitenlanders erg op van onze strips. Vooral de Amerikanen zijn stinkend jaloers, vooral op onze al bums: veel kleur, fraaie om slag en zo. Het nadeel is wel dat de albums die van Agent 327 zijn uitgebracht, verhalen zijn die al in stripbladen heb ben gestaan. Maar het is on mogelijk om de tijd uit te trekken om alleen maar aan een album te werken. Daar gaat al gauw een half jaar in zitten en misschien verdien je er zo'n 5000 of 6000 gulden aan, dat gaat dus niet. In feite is door het verhaal eerst in een blad af te drukken de finan ciering voor het album al bij na rond, de tekeningen en de films zijn er dan toch al. ..Albums maken is leuk als je er al zo'n stuk of twintig hebt, dan kun je wel van de royal ties leven en gewoon zorgen dat de serie wordt uitgebreid. Zo'n plaatjesboek kost maar net vijf gulden en daar blijft niet veel van over voor de te- kenaaren eigenlijk vind ik die prijs nog aan de hoge kant. Je bent vaak snel uitgelezen, maar aan de andere kant kost een onnozel singeltje ook al meer dan zes piek en dat is na drie minuten al afgelopen. Strips als Asterix, de Smur fen, Lucky Luke en Buck Dannv, daar zijn de tekenaars wel rijk van geworden. Maar vooral ook - kijk maar eens naar de Smurfen - door de merchandering rond die fi guurtjes. Van strips alleen kun je wel aardig rondkomen, maar het is keihard werken, dat tekenen, dat is zuur ver diend" Belang Voor Martin Lodewijk, die tot nu toe vier van zijn albums in zo'n 15.000 exemplaren per PAGINA 33 deel zag verschijnen, gaat het allemaal wat aardig lopen. Probleem vormt Eppo-uitge- verij VNU, een pure „bladen maatschappij", waar het uit geven van albums als winst object nog niet helemaal is doorgedrongen. Daar staat tegenover dat uit het buiten land de interesse voor Agent 327 duidelijk toeneemt. ,Eppo als blad staat centraal in het werk wat we doen, het is waarschijnlijk het enige stripblad dat winst maakt. Belgische bladen als Kuifje en Robbedoes worden alleen maar gebruikt om albums te pousseren. De grote winsten worden daar gemaakt door die albums. Bij Eppo is dat nog omgekeerd. Wij gaan primair uit van het belang van het blad". ,Voor wie ik mijn strips teken? Niet specifiek voor volwasse nen en ook niet precies voor de jeugd. Ik maak mijn ver halen zoals ik ze leuk vind. Natuurlijk weet ik wel dat wat ik maak ook voor kinderen bestemd is. Een blad als Eppo mikt speciaal op een jong publiek. Pep was bestemd voor 17-, 18- of 19-jarigen en misschien daarom was Agent 327 populairder in Pep dan hij nu in Eppo is. Krantestrips, dat is eigenlijk ideaal. Iedere dag een stukkie, lezen, weg gooien en de volgende dag weer verder. In Amerika lukt dat nog steeds, daar worden die dagstrips soms in wel meer dan 300 kranten afge drukt". .Het grote voordeel van een strip die aanslaat is datje kunt blijven tekenen. Maar juist dat tekenen is en blijft erg moeilijk. Natuurlijk komt er na verloop van tijd wel wat ervaring binnensluipen, maar routine wordt het nooit. Daar is tekenen weer net iets te moeilijk voor. Zodra je de er varing aardig onder de knie hebt, komt er altijd weer een of ander probleem om de hoek kijken waar je dan weer op zit te turen. Je probeert het altijd beter te doen dan je kunt". ,Die muziek, dat is puur hobby, lekker afreageren. Ik speel gi taar en zing in de groep Chic- kenfeet. We hebben zelfs al een elpee opgenomen, maar voor mij blijft het vooral even iets anders doen. Ik heb ooit wel èèn moment gedacht om van die muziek mijn beroep te maken, maar daar was ik snel overheen en ik ging maar weer gauw terug naar mijn tekenbord om aan een nieuwe strip te beginnen" De halve maanvis heeft toch zo'n verdriet omdat niemand hem ooit eens voor vol aan ziet hij houdt zich stilletjes schuil tussen het wier en denkt was het maar vast mijn laatste kwartier soms rolt er een traan langs z'n neus naar benee maar wat wil één zo'n traan in die eindeloze zee? Birgit Kamieth 6e klas Mgr. Bekkersschool Mui 39 Katwijk aan Zee Was ik maar groot dan kocht ik een hond dan werd ik jufvrouw dan wenste ik een hond dan speelde ik dokkertje dan kon ik weg. Nicolette van de Zwet 2e klas Mgr. Bekkersschool Mui 39 Katwijk aan Zee. Htrtsi o Mttr* i/iL i K A r*f t !£t(xr 1 Chantal van Ark (6 jaar) Corellistraat 58, Leiden Redactie: Astrid Guns, en Henk de Kat Voor kinderen van 4-12 jaar, elke zaterdag in deze krant. Inzendingen (met vermelding van naam. adres, leeftijd) naar. Kinderrubriek "De Klepperdoos" Witte Singel 1 Lelden Anneke Imthoorn jaar) Hoorneslaan 597 Katwijk I'OJQ Or.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 33