Ook 'Leidse' hnlp-truck op weg naar Sahei-gebied PAGINA 4 VARIA DONDERDAG 2 NOVEMBER 1978 Tips voor deze rubriek kunt U elke morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215. U mag ook schrijven. Mede dankzij "fiets-actie'! er zich tenminste één deze in zamelingsactie levendig zal blijven herinneren. In één van de studentenhuizen werd ze uitgenodigd op een home trainer (fiets op rollen) plaats te nemen en snelheid te ma ken. Voor elke kilometer werd een gulden in hei vooruitzicht gesteld. Het werden er 23 Zoals ik al eerder in deze ru briek schreef is het de bedoe ling dat voortaan jaarlijks een groeiend aantal vracht wagens, beladen met medi camenten, landbouwgereed schap en andere hulpgoede ren vanuit Nederland de rit maakt naar het Afrikaans noodgebied en daar op vooraf afgesproken plaatsen uit laadt. Het is een particulier initiatief dat twee jaar terug in Oss van start is gegaan. De achterlig gende gedachte is dat goede ren die naar ontwikkelings landen worden verzonden vaak niet verder komen dan de aanvoerhavensomdat een verder vervoer per auto lan dinwaarts niet of nauwelijks mogelijk blijft. Lange rit De in Oss geïntroduceerde vorm van directe hulpverlening moet, althans zo is het streven van de stichting Sahelp, ook van de grond komen in ande re plaatsen in ons land. Met Oss als coördinator. Leiden is nu elk geval van de partij met één vrachtwagen. Bij Erik Nap hebben zich in middels ook vier Leidse vrachtwagenchauffeurs aan gemeld die bereid zijn de lan ge rit (onder meer door de Sa hara) te maken. Een andere Leidenaar heeft aangeboden mee te gaan als socioloog. Al thans. hij studeert daar nog voor. Hij moet nog de bij deze studie verplichte buitenland se stage lopen. Zijn keuze is gevallen op een onderzoek naar een dergelijke hulpver lening smissie Duits luchtafweerge schut deed gedurende de laatste wereldoorlog enkele honderden Amerikaanse ge vechtsvliegtuigen op Nederlands grondge bied neerkomen. Van de naar schatting 12.000 bemanningsleden die dat overleefden zijn er ongeveer duizend uit handen van de bezet ters gebleven. Zij bleven tot het einde van de oorlog in Nederland onder gedoken of zagen kans zich weer bij de geallieerden aan te sluiten. Over de zogenaamde pilotenhulp in Nederland ge durende de laatste wereld oorlog heeft de Leidschen- damse buschauffeur Bart Rijnhout een boek geschre ven dat halverwege volgend jaar gaat verschijnen. Rijnhout beschrijft er 44 indivi duele gevallen van piloten- hulp in, waarbij hij voor een deel kon putten uit de privé- documentatie van een voor malig piloten-koerier (ie mand die leden van een vlieg tuigbemanning hielp weg te komen uit het gebied waarin ze met hun toestel zijn neer gekomen) en iemand die ge op dat ze dertig bemannings leden uit handen van de vij and hebben gehouden, terwijl het er misschien vijf zijn ge weest. Zoiets wekt wrevel onder andere pilotenhelpers. Over de 44 gevallen echter die ik beschrijf kan geen twijfel be staan wie de ware helpers zijn geweest. Want de meeste in formatie heb ik uit officiële documenten". De buschauffeur heeft bijvoor beeld gebruik gemaakt van In de kolonne legertrucks die de eerste week van komend jaar een tocht zullen ondernemen naar enkele Afrikaanse lan den in het zogenaamde Sahel- gebied, zal er ook één meerij den die de stad Leiden verte genwoordigt. Dat kan, dankzij een deze maand in de Sleutelstad ge houden huis-aan-huis collecte ten bate van de stichting Sa- help. Die heeft tot nu toe bijna 13.000 gulden opgebracht. Ei genlijk onvoldoende om een tweede-hands legertruck van te kopen en te beladen, maar Erik Nap. die in Leiden het Sahel-balletje aan het rollen heeft gebracht, verwacht dat het eindbedrag nog een stuk hoger zal komen te liggen. "In de komende maanden gaan we de Leidse bedrijven nog benaderen en ik verwacht dat die er gezamenlijk nog wel een duizend of zeven aan toe zul len voegen". Aanvankelijk leek de collecte geen succes te kunnen worden omdat organistor Nap slechts over een tiental vrijwilligers kon beschikken, terwijl er langs 35.000 adressen moest worden gegaan. Een oproep in deze rubriek le verde toch nog snel een vijftig extra collectanten op, van wie werkt heeft in één van de toenmalige piloten-opvang centra in Limburg. Die twee spelen een hoofdrol in het boek. Gevoelig Rijnhout "Pilotenhulp gedu rende de laatste wereldoorlog is in Nederland nog een beetje een gevoelige zaak. Het komt namelijk nog steeds voor dat mensen die er destijds bij be trokken zijn geweest in publikaties e.d. teveel eer voor zich proberen op te ei sen. Die geven bijvoorbeeld Bart Rijnhout ...pilotenhulp een gevoelige zaak... Zo'n B-17 maakte op 2 november 1944 een noodlanding in de buurt van LeimuidenDe bemanning dook onder. De piloot kwam terecht op een adres in Hillegom. Maar waar. en bij wie precies Amerikaanse legerrapporten waarin boven Nederland neergeschoten piloten ver tellen waar ze terecht zijn ge komen en door wie ze zijn ge holpen. Het manuscript van het boek is nog niet helemaal compleet. Over één geval, hij wil daar zijn boek mee afslui ten, ontbreken Rijnhout nog wat gegevens. Hij hoopt dat lezers van het Leids/Alphens Dagblad hem iets verder op weg kunnen helpen. Noodlanding Op twee november 1944 maakte een Amerikaanse B-17 een noodlanding op een weiland in de buurt van Leimuiden. Voordat de bezetters ter plaatse waren had de beman ning kans gezien het vliegtuig in brand te steken en er van door te gaan. Slechts één kon worden gearresteerd. De overigen, negen man in to taal, kwamen op onderduika dressen terecht. Een paar be landden in de buurt van Rot terdam, de rest dook onder in de omgeving van Leimuiden. Bart Rijnhout heeft een oor logsrapport achterhaald van de Amerikaanse piloot Walter die in die bewuste B-17 zat. Uit dat verslag heeft de bu schauffeur opgemaakt dat Walter zeven maanden (tot aan de bevrijding) in Hille gom ondergedoken heeft ge zeten. Namen gaf de piloot niet op, hij schreef alleen dat hij er eerst een tijdje in een bakkerij had gewoond en later was over gebracht naar een fruitkwe- kerij. Rijnhout zegt ooit foto's te hebben gezien van de pi loot op zijn onderduikadres in Hillegom, maar hij kan zich niet meer herinneren waar. Hij wil ook geinformeerd worden over andere beman ningsleden van de B-17 die waarschijnlijk ook vlakbij ondergedoken hebben geze ten en daar ook tot het einde van de oorlog zijn gebleven. Het boek over pilotenhulp is niet het auteursdebuut van Rijnhout. Hij heeft ook vier jaar gewerkt aan het verza melen van gegevens over het in de oorlog neerkomen van een Wellington-bommen werper in Leidschendam. Daarover is nogal wat te doen geweest in het verleden. Met name het verzet heeft nogal wat kritiek gehad op de rol die de Wassenaarse politie in de ze heeft gespeeld. Rijnhout heeft het Wassenaarse aspect in het hele gebeuren uitge diept. De publicatie staat ge pland voor begin volgend jaar. ARNHEM - De Waal. Uitloper van de Boven-Rijn en drukst bevareft rivier van ons land. Jaarlijks deinen er zo'n 215.000 schepen over de golven van deze vaarweg, en van dat aantal pendelt een zeer aanzien lijk aantal vrachtvaarders, volgeladen met soms zeer gevaarlijke stoffen, op en neer tussen de Noordzee havens en de industriegebieden van het Westduitse achterland. Een onafzienbare stroom vrachtschepen, tankers, kustvaarders en duwbootcombinaties dob bert dagelijks tussen Ruhrgebied en Rijnmond. Het kan niet uitblijven: weke lijks gebeuren er wel twee of drie aanvaringen op Boven- Rijn of Waal. Meestal loopt het met een sisser af, omdat de lading bestaat uit erts. ko len, schroot, zand, grind, stukgoed of machines. Maar vandaag of morgen komt de grote klap, als zich een cala miteit voordoet met een van de kolossale tankers vol ui terst brandbare, explosieve of giftige stoffen als olie. chemi caliën of vliegtuigbenzi- De autotireiten onderkennen het gevaar. Al jaren wordt er gepraat over een mogelijk heid om te komen tot de op richting van een rampenbe strijdingsorganisatie voor de grote rivieren, over een feil loos werkend alarmerings systeem, over het aanschaf fen van blusboten. Maar^mb- telijke molens malen lang zaam en bovendien ontbreekt het aan geld. Er zijn inventarisaties gemaakt van beschikbaar blus- en red- dingsmaterieel, er zijn rap porten geschreven en nota's ingediend, onderzoeken ver richt. Kortom, een legertje ambtenaren houdt zich al een reeks van jaren met de problemen bezig. Nog onlangs, in juli van dit jaar, heeft Rijkswaterstaat een on derzoek gedaan naar de hoe veelheden gevaarlijke stoffen die dagelijks over de Neder landse binnenwateren wor den vervoerd. Een week lang heeft men onder andere in Tiel schepen met een gevaar lijke lading staan turven. Elke schipper die voorbij voer, werd per marifoon gevraagd naar zijn lading. Werd er niet gereageerd, dan ging de Rijks waterstaat-boot op volle kracht vooruit om het passe rende schip te „enteren" en formulieren in te vullen. Op die i cuur inzicht krijgen in de hoeveelheden van en de fre quentie waarmee de onaf zienbare ladingen ontplofba re stoffen over onze stromen worden getransporteerd. Zorg Maar voor al die gegevens in harde cijfers zijn omgezet, zal er nog vele maanden, mis schien wel jaren, rivierwater naar de zee zijn gestroomd. Reeds in 1973 heeft de voor malige commissaris van de koningin in Gelderland, mr. H. W. Bloemers, de proble men aangekaart. Zijn werk werd met onverminderde ij ver voortgezet door opvolger mr. W. J. Geertsema, mede als gevolg van de toenemende zorg van de Waaloeverge- meenten. Het is dan ook niet mis: als je een uurtje langs de Waal staat, zie je pas hoeveel schepen er op die rivier varen. En de afmetingen van de tan kers en de duwboten worden met de week groter! Mr. Geertsema kaartte de zaak aan in Den Haag en wees erop dat volgens de Gemeentewet de zorg voor brandbestrijding weliswaar aan de gemeenten is opgedragen, maar dat zulks, wat de grote rivieren betreft, in feite een irreële zaak is. Men kan niet ver wachten dat de vrijwillige brandweerkorpsen in de dorpjes van zo'n twintig ge meenten langs de Waal in staat zijn explosies, grote scheepsbranden en andere ernstige calamiteiten op de rivier effectief en doeltref fend aan te pakken. Boven dien zijn die grote doorvaar- troutes niet van gemeentelijk, maar van nationaal en zelfs internationaal belang. De vraag of je op zo'n belangrijke verkeersader als de Waal de zorg voorde brandbestrijding aan de gemeenten kunt op dragen, moet ontkennend worden beantwoord, zo on geveer redeneert men bij de Gelderland. Teer punt van de commissaris van de koningin, is een van de amb tenaren van de provincie die zich intensief met de hele problematiek bezighouden. Hij zetelt, hoe kan het anders, in een werkkamer die uitzicht biedt op de rivier, de Rijn in dit geval. De Ru is gematigd optimistisch over de vorde ringen die worden gemaakt bij het streven naar meer vei ligheid op het water. Kijk. Rijkswaterstaat en de rijkspolitie te water zorgen weliswaar voor de verkeers regeling en de bebakening, maar de bestrijding van ca lamiteiten blijft een teer punt. Het rijk is intussen ook van mening dat je de brandbe strijding op de rivier niet aan de oevergemeenten kunt overlaten. De kreet van de laatste jaren was „blusboten". Maar men heeft berekend dat de exploitatie alleen al van èèn blusboot een miljoen gulden per jaar zou gaan kos ten. En aan èèn blusboot heb je niets. Hoeveel moeten er dan wél komen? Bovendien, ongelukken komen gelukkig niet regelmatig voor. Op het land zet je ook niet naast ie dere chemische fabriek een volledig paraat brandweer korps. Geen haalbare zaak dus, die blusboten. Volgens een nota van mr. Geertsema zou een goed aan gepakte rampenbestrijding op de Nederlandse grote ri vieren een eerste uitgave ver gen van honderd miljoen gul den. Daarbij komen nog de jaarlijks terugkerende perso neelslasten van 50 miljoen gulden. De Ru: „We hebben dat idee van blusboten laten varen en denken meer aan preventieve maatregelen. Want ook al heb je blusboten, de calamiteit als zodanig hou je daar toch niet mee tegen. Waardoor gebeu ren de ongelukken? Voorna melijk door de verkeersrege ling. Een provinciale werk groep houdt zich nu met de zaak bezig. De oplossing is nu, dat Rijkswaterstaat op de rivieren, bij de meest kwets bare punten, verkeersregelk nooppunten maakt en het scheepvaartverkeer op die punten gaat begeleiden. We zoeken het in die preventieve sfeer. Statistisch is aangetoond op welke punten de meeste aan varingen voorkomen. Die bo ten voor de verkeersregeling en -begeleiding dienen ge schikt te worden gemaakt - ze varen immers tóch - om ook beginnende branden te kun nen blussen. Er moet blusma- teriaal aan boord komen en reddingsapparatuur, zoals gasmaskers, beademingstoe stellen. enzovoorts. Het wordt dus een combinatie. Boten met een gemengde taak, die bij eventuele branden gaan samenwerken met de brand weerkorpsen van de oever gemeenten. Daarop willen we het aansturen. Binnenkort zullen er concrete plannen op tafel komen". intussen hebben ook de ge meenten langs de Waal niet stil gezeten. Op initiatief van Dodewaards burgemeester mr. J. A. N. Patijn is er een alarmeringsregeling van de grond gekomen voor zijn en de omliggende gemeen ten. "Klusters" gevolgd, waardoor - mét de omliggende gemeenten - een tweede 'kluster' gevormd is en binnen enkele maanden zullen Wamel en omgeving de derde kluster gaan vormen. De centra van die drie alarme- ringsklusters zijn dus Gendt, Dodewaard en Wamel. Bij dat alarmeringssysteem zijn de brandweercentrales van Arnhem en Nijmegen te hulp geroepen". „Het is de bedoeling dat Rijks waterstaat óf de rijkspolitie te water bij brand of dreigende calamiteiten Nijmegen of Arnhem alarmeren, die op hun beurt de betreffende klusters waarschuwen, zodat de brandweer- en reddings korpsen uit die klusters in ac tie kunnen komen. Een snelle alarmering kan al veel onheil voorkomen. Er is een inven tarisatie gemaakt van het be schikbare materieel van de brandweerkorpsen uit de drie klusters". De heer De Ru vervolgt: „De brandweerlieden van die korpsen krijgen een scholing om vertrouwd te worden met het water. Daartoe zullen be roepskorpsen die ervaring hebben op de rivier (zoals Rotterdam) worden inge schakeld, alsook Rijkswater staat en de rivierpolitie. Er zullen in nautisch opzicht be kwame lieden moeten ko- „En als straks de regionale brandweren van de grond komen, zullen coördinatie en andere zaken wellicht nog be ter gaan. Tot dusver stond men machteloos over de dijk te kijken als er op de rivier een schip in lichterlaaie stond". Een werkgroep waarin de pro vincie, Rijkswaterstaat, rijkspolitie te water en de Waaloeverge meenten verte genwoordigd zijn, heeft een nota geproduceerd over de hele zaak. Die nota wordt binnenkort aangeboden aan de minister van verkeer en waterstaat en zijn ambtsge noot van binnenlandse zaken. „We hopen daarmee iets bin nen te halen, want tot dusver had het rijk geen brandweer- taak. We hopen op financiële steun van het rijk". Ter illustratie van het gevaar op de Waal geeft de heer De Ru een cijfertje: In 1975 ging er alleen al 376.000 ton propy leen, een uiterst brandbaar vloeibaar gemaakt gas, over de Waal; 97 procent daarvan was bestemd voor de Duitse Bondsrepubliek. „Maar wat voor maatregelen we ook treffen, je kunt 'de klap' niet afkopen. We kunnen slechts proberen, door het scheppen van preventieve si tuaties, de kans op een klap zo klein mogelijk te maken".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 4