Engeland maakt zich op voor het nieuwe jaar Nijssen blijft strijden tegen het „onrecht" i - Het Rode Boekje heeft zijn beste tijd gehad Vaste organist van de Agatha kerk stopt na 34 jaar Chinezen willen geen leuzen maar feiten DONDERDAG 26 OKTOBER 197i door Tips voor deze rubriek kunt U elke Herman van morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215. U mag ook Amsterdam schrijven. De 67-jarige Lissenaar Ernst Gervais treedt a.s. zondag voor het laatst op als vaste or ganist van de Agatha-kerk in Lisse. Gervais, die vanaf zijn geboorte blind is, heeft er dan precies 34 "dienstjaren" op zitten. "Ik kan wel weer wach ten tot ik aan de 35 ben", zegt- hij, "en dat is een mooi rond getal maar ik vind het nu welletjes en ik stop er nu ook Receptie "Ik heb gehoord dat ze na de mis van zondag nog een receptie voor me houden. Nou vooruit, die zal ik dan maar over me heen laten komen. Al hoeft voor mij die drukte eigenlijk niet. Want zo opmerkelijk is het niet wat ik heb gedaan. En praat me er niet over dat het voor een blinde een hele pres tatie is. Nederland telt menig blinde organist. Ik ben echt geen uitzondering" Men kan zeggen van Leen Nijssen wat men wil, één ding kan hem niét in de schoenen worden geschoven: namelijk dat hij het gemeentelijke beleid voor zoete koek slikt. Gervais woont op ongeveer een kilometer afstand van de kerk. Vroeger legde hij die af stand door weer en wind te voet af, daarbij geholpen door een blindegeleidehond. Later liet hij zich door kennissen of familie brengen. Aanvankelijk kroop Ernst Ger vais ook regelmatig doorde weeks achter het orgel om de muziek te verzorgen tijdens rouw- en trouwmissen. De laatste tien jaar echter was hij alleen van de partij op de zondagmorgen. Zodoende kreeg hij wat meer de handen vrij voor zijn muziekschool, die hij overigens normaal voortzet. Gervais staat bekend als een zeer begaafd organist, die het vermogen heeft ontwikkeld een in braille gesteld muziek stuk in een paar uur tijd van buiten te leren. Hij speelt dan ook nauwelijks met een (braille)partituur voor zich. Ter gelegenheid van het af scheid van de vaste kerkorga nist wordt zondag achter in de Agathakerk een expositie gehouden die betrekking heeft op het in 1912 gebouwde ker korgel. Onder meer zullen er te zien zijn opengewerkte "windladen", het pijpwerk en er zal het nodige te lezen zijn over de geschiedenis van het orgel. Het tegendeel is waar. Als geen ander houdt Nijssen de vin ger aan de pols van Voorhout. En onderschrijft in dat ver band in geen geval de theorie dat een eenling slechts mondjesmaat van zijn demo cratisch recht op inspraak gebruik moet maken om ge loofwaardig te blijven. Nijs sen trekt ten strijde als hém dat goed dunkt en in de prak tijk is dat nogal eens. Brief De notulen van de gemeente raad spreken wat dat betreft duidelijke taal. Er gaat bijna geen vergadering voorbij of van Nijssen is er wel een brief tussen de ingekomen stuk ken. En als een keer per kwar taal na afloop van de raads vergadering vanaf de publie ke tribune vragen mogen worden gesteld wie heeft er dan doorgaans het hoogste woord? Juist, Leen Nijssen. Tussendoor "correspondeert" hij ook nog met provinciale instanties of dicht een brief aan de één of andere minister. Kortom, het in de pen klim men gaat hem erg gemakke lijk af. Het plaatselijk weekblad is ook regelmatig in voor een brokje Nijssen-vuurwerk en de on derwerpen zijn gevarieerd. Hij trekt even gemakkelijk van leer tegen hopen honde- poep als tegen de situering van het nieuwe bejaardente huis. Een andere keer zijn het de te smalle bermen, dan valt hij over een stuk asfaltering of heeft hij zijn bedenkingen te gen het plaatsen van licht masten. Zo is er altijd wat. Als "vaste briefschrijver" Nijssen - een paar weken niets van zich heeft laten horen krijgt hij op straat steevast de vraag of hij soms ziek is. "Ja, je krijgt er inderdaad wel een beetje naam door", zegt Nijssen. "Vooral als je zo dikwijls in de pen klimt als ik doe. Maar het is in Voorhout waarschijnlijk nodig. En dan te bedenken dat ik mijn kri tisch oog alleen nog maar laat schijnen over wat zich vlak bij mij in de buurt afspeelt. Stel dat ik de moeite zou nemen elke dag Voorhout te door kruisen, dan zou ik ongetwij feld op nog veel meer zaken stuiten. Dan had ik misschien wel dagwerk aan' het leveren van kritiek". '•"Hoewel, kritiek mag je het ei genlijk niet noemen. Ik pro beer gewoon recht te maken wat krom is. Soms lukt dat, vaak ook niet. Niet dat ik dan Een ingezonden brief van Leen Nijssen behoort vrijwel stee vast tot de geijkte discussiepunten van de Voorhoutse gemeente raad. Leen Nijssen uit Voorhout klimt weer in "de pen": "Als je nooit eens iets van je laat horen, denken de heren bestuurders al snel dat ze alles juist doen...". uit het veld ben geslagen. Wat dat betreft weet ik wel wat doordouwen is. Als ik door de één niet in het gelijk wordt gesteld, probeer ik het ge woon via een ander. En daaé- na desnoods nog eens en nog "De praktijk leert dat van de vijf ongenoegens die ik aan de kaak stel, ik bij één in het ge lijk word gesteld en dat er dan ook iets aan gedaan wordt. Dat vind ik een redelijke sco- "Als je als burger nooit eens iets van je laat horen", meent Nijssen, "denken de heren bestuurders al snel dat alles wat ze doen juist is. Maar zo is het natuurlijk mooi niet. Dat blijkt wel uit het feit dat ze me regelmatig in het gelijk stel len". Leen Nijssen (hij heeft inmiddels al een paar ordners vol correspondentie) gaat daarom doodgemoedereerd door inspraak te vertalen in een niet aflatende stroom meningen op papier. "De kans bestaat natuurlijk dat op de duur zijn brieven niet worden geno men", zegt gemeente-secréta-, ris v. d. Aartweg, "vooral om dat hij vaak op onderwerpen terugkomt die eigenlijk al door ons zijn afgedaan. Zo* hebben we kortgelegei) weer een brief van hem gekregen over hondepoep op straat. Dat is een zaak waar we al di verse keren met hem over in discussie zijn getreden. Daar kun je toch niet mee bezig blijven. Vandaar ook dat we zijn brief dit keer zonder meer als kennisgeving hebben aangenomen. We gaan er niet meer op in". Niet lastig De gemeente-secretaris: "Las tig vinden we mijnheer Nijs sen overigens niet. Vooral als het gaat om verkeerssituaties levert hij met zijn brieven wel degelijk positieve bijdragen aan de discussie. Maar hij zou eens moeten leren te accepte- ren dat we het niet altyd eens hoeven te zijn met zijn ziens wijze". LONDEN (GPD) - Geen van de drie belangrijkste Britse partijen (Labour, Conservatieven, Liberalen) ziét met on verdeeld verlangen uit naar het komende parlementaire jaar. Dit wordt volgende week zoals gebruikelijk geopend met een rede van koningin Elizabeth. Een van de redenen voor het onbehagen is dat alle partijen ingesteld waren op nieuwe algemene verkiezingen en dat geen van alle hun jaarcongressen tijdig konden herstructueren. Afgezien van de vertraagde tijd bom die premier James Callag- han deponeerde toen hij be kendmaakte dat d^jrerkiezingen in ieder geval nietro oktober of november gehouden zouden worden, zyn er andere redenen waarom de drie partijen zich op het ogenblik koest houden. Voor de liberalen is dat het hangende zwaard van Damocles van de Je remy Thorpe-affaire, die begin november voor de rechter komt. Thorpe, de voormalige leider van de liberalen, wordt er met drie anderen van beschuldigd op zijn minst iets geweten te hebben van de poging om het voormalige fo tomodel Norman Scott uit de weg te ruimen. Scott heeft steeds vol gehouden dat hij met Thorpe een homoseksuele relatie had, terwijl Thorpe dat even steevast heeft ontkend. De publiciteit die de rechtszaak in de Britse pers zal krijgen, zal de liberalen weinig goed doen. Daarbij komt dat de liberalen er ondanks hun aandringen bij Thorpe om zich bescheidener op te stellen in het openbare politie ke leven, niet in geslaagd zijn om deze flamboyante politicus aan banden te leggen. Thorpe blijft kandidaat staan in zijn kiesdis trict in Devon, ook al werd hem door zijn eigen partijleiding de functie van zegsman voor bui tenlandse zaken ontnomen. En ook al werd hem, maar niet in zo veel woorden, de toegang tot zijn eigen partijcongres ontzegd (waar hij overigens wel ver scheen). De conservatieven hebben op hun beurt te kampen met hun voor malige leider en premier Edward Heath, die op hun congres de eu vele moed had om tegen alle con servatieve beginselen in premier Callaghans loonbeleid te steu nen. Callaghan wil de loonstij- Jeremy Thorpe: wilde hij een vroegere vriend uit de weg ruimen?. gingen ook dit jaar beperken tot 5 procent. Daar was Heath het mee eens, hoewel zijn eigen partijtop zich had uitgesproken voor vrije onderhandelingen tussen werk gevers en werknemers. Het is nog steeds een omstreden vraag of Heath tegen de draad in ging om zich af te zetten tegen zijn opvolgster als partijleider, Margaret Thatcher, en zich daarmee te verzekeren van een eigen aanhang. Of omdat hij, zo als hij zelf zegt, geloofde te han delen in het nationaal belang. Hoe het ook zij, zijn optreden heeft van het partijcongres van de Tories niet het gebruikelijke beeld achtergelaten van de partij die in gesloten gelederen opmar cheert achter een banier van eensgezindheid waar het de na tionale politiek betreft. Wat de huidige politieke situatie voor Labour en conservatieven nóg onzekerder maakt is de uit slag van het te verwachten on derzoek op grond van het Bing- ham-rapport over de ontduiking van het Rhodesische olie-embar go. Zowel Heath, als de voorma lige premier Harold Wilson, wa ren aan de macht toen de olie stroom naar Rhodesië ondanks het embargo onverdroten voort ging. Het leidt echter geen twijfel dat Wilson, en dus de Labourpar- tij, zich het meest gebrand heeft aan deze affaire. Het Bingham-rapport zal ook begin november in het Lagerhuis aan de orde worden gesteld, en de eerste vraag die beantwoord moet worden is of men een par lementaire enquÜtecommissie wil instellen, of dat overgegaan wordt tot een strafrechtelijke vervolging. Tot het laatste zal het minder snel komen dan het eer ste, maar dat betekent niet dat Wilson niet in het nauw gedreven kan worden met slechte gevolgen voor de Labourpartij. Ten slotte heeft Wilson een op zich zelf onschuldig tv-interview in Canada, waarin het Bingham- rapport ter sprake kwam, door zijn optreden tot een nationale Britse rel gemaakt. Toen de tele visieverslaggeefster hem vroeg naar zijn reactie op perssugge sties dat hij zijn Lagerhuis-func tie zou moeten neerleggen in het licht van de onthullingen van het Bingham-rapport, strekte hij zijn hand uit naar de cameralens en gaf opdracht de camera's stop te zetten (wat overigens niet ge beurde). „U kunt mij niet op een dergelijke manier ondervragen", zei hij verontwaardigd. Daarna liep hij uit het vraaggesprek weg. Toen de BBC het interview in Engeland uitzond, schreef hij een protestbrief en vroeg sinds wan neer de BBC zich aan dergelijke laagheden had overgegeven. Ook de mompelende Labour-krijgs- man Wilson is dus geen aanbeve ling meer voor de Labourpar- tü- Wilson is echter maar een kleine angel in het gevoelige zitvlees van de Labourpartij. Belangrij ker is het opdoemende conflict tussen het Labour-kabinet en de vakbonden over de loonstop van 5 procent, dat de komende winter tot bittere confrontaties kan lei- den. Het is duidelijk dat de be langrijkste vakbonden er genoeg van hebben om aan de leiband van Callaghan en diens minister van financiën Denis Healy te lo pen. De bond van transportar beiders wil een loonsverhoging van 60 procent hebben over de komende drie jaar. De arbeiders in de Ford-fabrieken eisen ruim 30 procent meer, en meteen. De meer dan een miljoep leden van de bond van lokale werkers in re- geringsdienst willen 33,3 pet meer en de mijnwerkers 40 pro cent. Callaghan en Healy hebben inmid dels weliswaar mildere geluiden laten horen, ze suggereren dat er nog te praten valt, maar geen van beiden zal ooit eisen van 30, 40 of van 60 procent verhoging in overweging nemen. Het wordt zeer waarschijnlijk een winter van geschipper, van stakingen, van regeringsgebaren en van vakbondsdreigementen, die eer der uitgevoerd zullen worden dan de gebaren van het kabi net. De eerste proef op de som zal het Lagerhuisdebat zijn over de troonrede van de Koningin, waarin de Labour-regering in vorstelijke taal een hint zal geven van wat het van plan is. Als het slecht afloopt kan het in dat debat uitlopen op een motie van wan trouwen. De enige hoop die La bour dan heeft is de steun van al zijn eigen parlementsleden en die van de Schotse nationalisten. Verder staat Europa onontkoom baar op de agenda: toetreden tot het Europese monetaire systeem of niet, meedoen aan de Europese parlementsverkiezingen of niet. De Europese kwesties spelen in Engeland nog altijd een onderge schikte rol, vergeleken met de na tionale kwesties als de noodzaak van Britse troepen in Noord-Ier- land, een mate van onafhanke lijkheid voor Schotland en Wales, de afschaffing van de doodstraf of het vraagstuk van immigratie van kleurlingen. Het komend jaar zal, hoe en wan neer dan ook, èèn vraag duidelijk maken: Wie er na de volgende verkiezingen aan de macht ko men. En dat is alles wat er met zekerheid gezegd kan wor den. Voorman Mao Tse-toeng (links) en maarschalk Lin Piao (rechts) op de dag dat de Volksrepubliek China twintig jaar bestond (1969).. Mao's Rode Boekje, Lin Piao zwaait ermee, was toen nog volop in zwang. HONGKONG (GPD) - Het is nog niet zo heel lang geleden dat in de tijd van China's culturele revolu tie westerse kooplieden op de jaarbeurs in Kanton rondliepen met het Rode Boekje, waarin de „goddelijke citaten" van de grote leider Mao Tse-toeng zijn ver eeuwigd. Iedere Chinees had des tijds dit boekje steeds onder handbereik. Het behoorde tot zijn uitrusting, zoals ook de beel tenis van Mao op jas of andere kledingstukken werd meegedra gen. Elke buitenlandse gast die in deze woelige jaren een Chinese com mune, fabriek of school bezocht, kreeg het Rode Boekje in zijn ei gen taal uitgereikt. Voor elk ge sprek of onderhandeling werden eerst enkele stelregels van de Grote Leider geciteerd. Bijna el ke redevoering begon destijds met een citaat uit het Rode Boekje. Het was de bijbel van China geworden; hieruit citeren was een verplichte oefening. Als de treinen vertrokken van het station in Kanton zwaaiden de Chinese gastheren met het Rode Boekje als afscheidsgroet. Dit Rode boekje is eigenlijk door maarschalk Lin Piao in vorm ge goten en door hem in voor het volk verstaanbare taal gesteld, wat hem echter ook weer niet verhinderde om tijdens de ver heerlijking van Mao Tse-toeng zijn eigen eerzuchtige idealen na te streven. Lin Piao werd er uit eindelijk van beschuldigd Mao ten val te willen brengen om zelf de macht te kunnen grijpen. Vol gens de berichten kwam hij in ok tober 1971 bij een vliegtuigon geluk om het leven, toen hij wilde vluchten naar de Sowjet- Unie... Het Rode Boekje was echter ook een belangrijk propagandamid del voor de „Bende van vier", on der leiding van Tsjang Tsjing. Deze groepering dacht in naam van Mao te spreken als zij citaten van hem verdraaide en naar eigen goeddunken uitlegde. Anno 1978 leeft Lin Piao niet meer en de „Bende van vier" is van zijn macht ontdaan. Het Rode boekje met de leerregels van Mao Tse- toeng is in de vergetelheid ge raakt en uit de Chinese boekhan dels verdwenen. Hoewel men zich in China ook van daag de dag nog steeds op de leer van Mao beroept, is de nieuwe partijleiding in velerlei opzichten van Mao's lijn afgeweken. De Chinese regering voert een uitge sproken pragmatisch beleid, waarin de economiche opbouw van China heel duidelijk voor rang geniet, en niet langer de ideologische campagnes van de overleden partijvoorzitter. De ideologie van de grote Leider is naar de achtergrond verdrongen. De leuze die tegenwoordig in China algemeen opgeld doet, luidt: „De waarheid zoeken iri de feiten". De eerste secretaris Jen Tsoeng-ji van het partijcomitè in de pro vincie Liaoning schreef onlangs in de Pekingse „Volkskrant", dat Mao zelf erop heeft gewezen dat ook zijn kennnis niet oneindig was. „Mao zou, als hij nu nog zou leven, gezien de gewijzigde om standigheden nieuwe richtlijnen hebben uitgevaardigd en veran deringen hebben aangebracht". Volgens eerste secretaris Jen Tsjoeng-ji zal de leer van Mao Tse-toeng zich ook na zijn dood verder ontwikkelen. „Zij is niet star dogmatisch, zoals de „Bende van vier" het wilde doen voor komen". Eerste secretaris Jen Tsjoeng-ji wees er verder op dat Mao's leer als èèn geheel moet worden ge zien en dat de samenhang weg valt als men er alleen maar citaten uit plukt. „De mensen hebben soms verschil van mening over de uitleg van de richtlijnen van Mao Tse-toeng. Wij kunnen niet zeggen wie gelijk heeft; de waar heid zal aan het licht komen door ze in de praktijk te testen. In de werken van Mao Tse-toeng kun nen geen kant-en-klare antwoor den op allé problemen in de so cialistische revolutie en in de so cialistische opbouw worden ge vonden". Volgens Jen Tsjoeng-ji, die onge twijfeld spreekt in opdracht van de nieuwe partijleiding, blijft de praktijk de enige bron om ant woorden te vinden op alle problemen. Hiermee echter heeft Mao's leer reeds haar waarde verloren, aangezien zij uiteinde lijk theorie is. Tot aan de val van de „Bende van vier" werd ter oplossing van alle problemen de leer van Mao ter harte genomen; zij alleen maakte technische vooruitgang of een sportieve prestatie mogelijk. Als het Rode Boekje met de leer van Mao - waaruit iedereen eens kracht putte - nu al in de verge telheid is geraakt, dan is het zeer wel mogelijk dat op zekere dag de werken van Mao ondeugdelijk blijken, aangezien er fouten en vergissingen in zijn ontdekt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 4