Waar is de Wluwse geit gebleven?
PUBLIEK
Chauffeurs op de bon
Amateur-
duikers op
zoek naar
wrakken in
Noordzee
DINSDAG 24 OKTOBER 19781 DIN
BARNEVELD - Het gaat fout met de huisdierrassen. De
bastaard floreert, maar het echte ras verloedert waar de
boer bij staat. Waar vind je nog de Veluwse geit?
Er zijn wel een paar beestjes te zien
op het Rijksinstituut voor Na
tuurbeheer in Leersum, die erop
lijken. Maar die eigenaardige
sikbok met zijn zware, waaier
vormige hoorns is van het vader
landse toneel verdwenen. Het zal
niet lang duren of de Groningse
knol is er ook niet meer, de fok-
hengsten zijri al weg. Het Gelder
se Paard, tot voor kort de sfeer
maker van het platteland, wordt
reeds wit om de neus. In het hele
land zijn van dit type nog elf
hengsten over, in leeftijd varië
rend van 11 tot 23 jaar. Oudjes
dus, die achter kun kont geen
jonkies meer hebben lopen.
Door
Jos Bouten
Hoe staat het met de duiven?
Slecht. Neem bijvoorbeeld de
Hyacintduif, blauw-grijs met
zwart gespikkelde vleugels en
witte punten op de slagpennen.
Bijna uitgestorven. Bij vier fok
kers zijn misschien vijftig exem
plaren te vinden, dat is alles. De
Barneveldse leraar aan de Prak
tijkschool, Hans de Geus is zo'n
fokker. Hij maakte zich ook druk
om het behoud van de Assen-
delftse Hoen, die ook op sterven
na dood is. De tuin achter zijn
woning aan de Amersfoortse-
straat lijkt sprekend op een
schilderijtje van Jan Steen.
Achterin staan wat boompjes, vol-
gestampt met appels en peren.
Links trippelen kippen in een
ren, rechts koekeloeren konijn
tjes achter het gaas en voorin
staat de trots van de heer des hui
zes: een verzameling hokken,
waarin gevederde vrienden van
verschillende pluimage zijn on
dergebracht. Daarnaast heeft
Hans een schuur gebouwd voor
zijn vele honderden vogeltjes.
Boeiend om hem over zijn hobby
te horen vertellen. Zijn verhaal is
soms verontrustend. Speciaal als
hij het heeft over het gemak
waarmee wij huisdieren weg
drukken uit het Nederlands
landschap. „Cultuurbederfzegt
Hans de Geus.
Het interesseert de moderne boer
niet veel wat voor een dier hij op
stal heeft staan. Als het maar be
wegend vlees is met een teil melk
in de uiers. Om dat doel te berei
ken zijn fokkers bereid de mooi
ste rassen kapotte kruisen. Hans:
„Ik heb het al vaker gezegd, het
maakt een pluimveefokker niets
uit of een kip vier koppen en acht
poten heeft. Als de eierproduktie
maar hoog is en het voerverbruik
laag".
De Geus is mede-oprichter van de
Stichting Zeldzame Huisdierras-
sen, die onlangs een verbijste
rend rapport heeft uitgebracht.
De conclusie van het lange ver
haal is, dat we erg zuinig moeten
zijn met onze beestjes. Zijn we
dat niet dan verdwijnen kostbare
rassen als sneeuw voor de zon.
„Ik hoop nu maar, dat mensen,
die er wat aan kunnen doen, gaan
nadenken over de alarmerende
situatie", zegt Hans.
Op dat punt hoeft hij niet zo be
nauwd te zijn, want in het bestuur
van de stichting zitten figuren
van invloedrijke organisaties, die
gezamenlijk het tij kunnen keren.
Wordt niet te hard alarm gesla
gen? Er zijn bijvoorbeeld nog
nooit zoveel kippen geweest als
tegenwoordig. „Daar heb je het
juist", schampert Hans, „in de
legbatterijen is aan kippen geen
gebrek. Maar die zijn wel van dat
soort, dat het niet lang op een erf
zou uithouden. Veel rassen ver
anderen vrij snel van zeldzaam
tot verleden tijd. Als het eenmaal
zover is zijn tevens bepaalde ei
genschappen voorgoed weg. Ei
genschappen die misschien nu
niet, maar over een jaar of tien bij
de fokkers erg in trek kunnen
zijn. Heb je wel eens van de au-
racana gehoord?
Dat is een kip in Chili. Het dier legt
groene eieren. Daarvoor bestaat
op dit ogenblik totaal geen be
langstelling, maar over een paar
jaar kunnen de handelaren mis
schien niet aan de vraajg voldoen.
Kijk maar naar de bruine eieren.
Vroeger weinig begeerd, nu wil
men er graag een goeie prijs voor
betalen. Zonder de bruintjes kan
de winkelier een behoorlijke
eieromzet wel vergeten".
Schilderij
Hans de Geus vergelijkt een zeld
zaam ras graag met een beroemd
schilderij. „Waarom zijn we be
reid voor een produkt van een
bekend schilder uit vroeger eeu
wen kapitalen te betalen? Das
mijn veel voordeel opleveren. En
daarmee begon de periode van
het Grote Uitsterven. Het teloor
gaan van rassen heeft niét alleen
een reusachtige verarming van
het faunabeeld zoals we dat eeu
wenlang in ons land hebben ge
kend tot gevolg, maar het is ook
niet zonder risico.
Wat nu van weinig nut is kan over
een poosje weer van grote waarde
blijken te zijn. Het nu bijna ver
dwenen trekpaard zou bij een
toenemende energieschaarste
opnieuw van grote betekenis
kunnen worden. Het is nu al zo,
dat de onvermoeibare knol bij de
bosbeheerders weer behoorlijk
in aanzien is gestegen. Het blijkt
namelijk, dat het verslepen van
zware bomen veel beter door een
paard dan door een tractor kan
worden gedaan.
"Is een
huisdierras
dat honderden
jaren oud is,
soms geen
kostbaar
erfgoed?"
Maar intussen zitten we toch maar
mooi met de brokken. Had vroe
ger iedere streek zijn eigen run-
dermerk, tegenwoordig is van die
variëteit haast niets meer over.
Hans: „De zwartbonte is al lang
niet meer een Friese eigenheimer
maar een mengprodukt met veel
vreemd bloed. De lakenvelder,
een oud Nederlands veeras, staat
voor een zwart perspectief. Er
zijn nog maar een paar honderd
exemplaren verdeeld over zeven
tien boerderijen en van dat aantal
heeft slechts 20 procent de juiste
kleurtekening. Kent u hem nog?
De lakenvelder kenmerkt zich
door een witte band (laken) rond
de middenhand (van achter de
schouders tot de heupen). Voor
de kenners moet daar nog bij, dat
de uier en spenen zwart of rood
gekleurd moeten zijn, terwijl er
geen witte aftekeningen aan kop,
poten en staart mogen voorko
men. Verder hebben ze een ge-
DUIF
De Groninger Slenk is vrij
zeldzaam. Mede dankzij „de
Groninger Slenkenclub" is
er nog hoop voor dit type
duif. De club bezit in totaal
250 exemplaren. Met de 150
duiven, die daarnaast tien
fokkers hebben opgekweekt,
zijn er in ons land zo'n 400
Groninger Slenken. Het gaat
hier om een zeer oud duiven-
ras, dat al in de zeventiende
eeuw in de noordelijke pro
vincies voorkwam (rap
port).
EEND
De situatie is uiterst kritiek
voor de oud-Nederlandse
rassen zoals de Krombe-
keend, Krombekwitbor-
steend. De drie aanwezige
fokkers hebben met grote in-
teeltproblemen te kampen.
Zij moeten onmiddellijk
worden geholpen.
PAARD
De snel toenemende mechani
satie hebben de stoere trek
paarden veel terrein moeten
prijsgeven. Het oude Zeeuw
se Trekpaard is geheel ver
dwenen. Het Nederlandse
Trekpaard dat voor dit type
in de plaats is gekomen, is
ook in aantal sterk terugge
lopen. Als de neerwaartse
tendens blijft doorgaan moe
ten maatregelen worden ge
nomen. Dat kan ook een
landbouwbelang zijn, omdat
rekening moet worden ge
houden met de uitputting
van fossiele brandstoffen op
aarde (rapport).
RUND
De zeldzame lakenvelders, de
Blauw- en Vaalbonten en de
Baggerbonten kunnen in
zuivere teelt de concurrentie
met de hoogproduktieve
Fries-Hollandse zwartbon
ten niet volhouden. Ze ma
ken alleen nog een kans als ze
worden gekoesterd in die
renparken, kinderboerderij
en en op natuurterreinen
(rapport).
GROTE HOEN
Soms wordt de situatie bij een
bepaald ras kritiek door het
uitvallen van een of meer
fokkers of door het over
stappen op een ander ras.
Dat is thans met name het
geval bij het Assendelfts
hoen en de Groninger
Meeuw. Iets minder veront
rustend is de situatie bij de
Brabander, de Kraaikoppen,
de Uilebaarden en het
Baardkuifhoen (rap
port).
Tenminste één keer per week,
ook in de wintermaanden,
vaart vanuit IJmuiden een
kleine motorsloep de Noord
zee op met aan boord ama
teur-duikers van de Haarlem
se Onderwatersport Vereni
ging. Hun specialiteit: het op
snorren van scheepswrak
ken. Het werkterrein is de
strook zee tot ongeveer twin
tig kilometer uit de kust met
als begrenzing het voormali
ge REM-eiland voor Noord-
wijk.
Voor de duikers, van wie er ook
de nodige uit de bollenstreek
komen, is er zat werk aan de
winkel. Want aan wrakken
niet te kort op de bodem van
de Noordzee. Niet alleen als
uitvloeisel van de twee we
reldoorlogen maar met de re
gelmaat van de klok gingen
en gaan nog steeds schepen
ten onder in stormachtig
Veel van de scheepswrakken
zijn in de loop der jaren met
een boei gemarkeerd, ter be
veiliging van het scheep
vaartverkeer. Ze staan dus
aangegeven op zeekaarten en
voor de duikers levert het dan
ook geen enkel probleem op
naar die plaatsen toe te varen.
"Toch zijn we niet erg happig
op die gemarkeerde wrak
ken", zegt André Heysteeg,
bestuurslid van de onderwa
tersportvereniging. "Althans
we gaan niet graag duiken.
Gewoonweg omdat we er van
uit gaan dat die gemarkeerde
wrakken al zoveel keer dui
kers op bezoek hebben gehad
dat het nauwelijks aanneem
baar is dat er nog iets aardigs
voor ons is achtergebleven"
"Het is juist de sport om wrak
ken op te sporen waar andere
duikers de ligging niet van
kennen. Dus dat je de eerste
bent. We krijgen nogal eens
tips van vissers, die zich van
vroeger herinneren waar
schepen zijn vergaan. Maar
we gaan ook wel eens op de
bonnefooi de zee op. Dan
gooien we in volle zee een
honderd meter lange lijn
overboord met daaraan een
anker dat we over de zeebo
dem laten slepen. Zodra het
anker ergens vast komt te zit
ten, nemen we polshoogte.
Die manier van werken heeft
ons al een paar keer een boot
opgeleverd", aldus Heysteeg.
Zodra ze een scheepje hebben
gelokaliseerd gaan de Noord-
zee-duikers onder water op
inspectie uit. Dat gebeurt
steeds tussen hoog en laag
water, als er dus geen stro
ming staat. "Natuurlijk
droomt elke duiker ervan on
der water iets zeer kostbaars
aan te treffen", zegt de Haar
lemmer," maar in de praktijk
komt daar natuurlijk nooit
iets van. Wij zijn tenminste
nog nooit op iets van grote
waarde gestuit. Waar we
meestal naar uitkijken is een
souvenir van het schip. In het
meest gunstige geval is dat
een scheepsbel of stuurwiel
maar dat zijn uitzonderingen.
Het draait eerder uit op bij
voorbeeld een patrijspoort of
een naamplaatje ergens van.
Soms geeft alleen het feit dat
het je is gelukt binnen in het
schip te komen je enorme
voldoening. Dan is je dag ook
goed".
De duikers van de Haarlemse
Onderwatersport Vereniging
hebben in het vaak als "sme
rig" aangeduide Noordzee
water doorgaans toch een vrij
goed zicht. Er zijn dagen dat
ze onder water twintig meter
ver kunnen kijken.
Dat ze niet verder gaan dan het
voormalige REM-eiland heeft
een reden. Op de zeebodem
rond het eiland namelijk staat
de nodige kostbare meetap
paratuur opgesteld en op na
drukkelijk verzoek van
rijkswaterstaat komen ze
daar niet al te dicht bij. Dit om
de metingen niet in het hon
derd te laten lopen.
In de loop der jaren hebben de
sportduikers enkele tiental
len wrakken opgespoord en
onderzocht. Dat zou hen on
getwijfeld minder moeite
hebben gekost als ze in het
bezit zouden zijn geweest van
de kaarten zoals die in op
dracht van de Nederlandse
marine zijn vervaardigd door
de hydrografische dienst.
Die dienst heeft bijna constant
twee schepen op zee varen die
met hun erg gevoelige appa
ratuur de bodem van de
Noordzee aftasten en alle gro
te oneffenheden (voorname
lijk schepen) in kaart bren
gen. Nederlandse onderzee
boten die ih de Noordzee va
ren maken gebruik van die in
formatie. De onderzeeboot-
kaarten worden uit handen
van particulieren gehouden.
De Noordzee-duikers hopen
er ooit nog eens een in handen
te krijgen.
Tips voor deze rubriek kunt U elke
morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel.
071-144941, toestel 215. U mag ook
schrijven.
pigmenteerde tong ei donkere
klauwen. Met de Groninger
blaarkoppen gaat het wat beter,
maar volgens de sticlting moet
de situatie wel nauwletend in het
oog worden gehouden
Soortgenoten
Het produktiedier, uitrruntend in
karakterloosheid, met - hoe
somber de situatie nu ook is - in
de toekomst toch rektning hou
den met concurrentie >an pittige,
raszuivere soortgenotei. Hans de
Geus: „We gaan nu ps oog knj-
gen voor de recreatie/e waarde
van het dier. Daar hd vroeger
niemand belangstellng voor.
Een beest moest geld tpbrengen,
anders weg ermee. Wt beginnen
eindelijk in te zien, dit een dier
ook z'n nut kan heblen in het j
landschap en daarin zijn geld i
waard is zonder dat eriirect pro
fijt van wordt getroklen.
Voor het beheer van tereinen zijn
paarden, runderen, s hapen en
geiten van een bepaall type uit
stekend geschikt. En veel goed
koper vaak dan de (ure loon
trekkers, die in hun }laats voor
de fatsoenering van natuurge
bieden moeten zorge:".
De schapen en geiten lomen voor
het baantje van De Ceus voorlo
pig niet in aanmerkiig. Veel ras
sen zij n door niets ortziende fok
kers zo verzwakt, datse het alleen
niet lang in de natiur zouden 1
kunnen redden. Bij eb schapen is
ellende troef. Het »ud-Drentse
type is nagenoeg veriwenen, de
Veluwse heideschajen worden
geplaagd door lamrrErsterft.e en
met vereende krachten wordt het
Kempische heideschaap voor
volledige instorting lehoed.
Terugfokken naar het t'pisch eige
ne. Dat is het parool \an de stich
ting. Daar moet aan voorafgaan I
het opfokken van dejuiste men-
taliteit. Zolang er koeien moeten
komen met mooie vierkante
uiers, omdat anders (e melkma
chine niet „optimal functio
neert" en runderen vorden ont-
hoornd om ervoor tezorgen, dat
ze met lastig zijn in de stal zolang
blijft het droevig gesteld met de
interesse voor het dfer zélf. Wat
doet de stichting eratn? Hans de
Geus: „Wij proberef op allerlei
manieren de belangstelling van
de mensen te wekken voor het
groot brengen van raszuivere die
ren. Alleen „beestjes houden"
vinden wij niet zo interessant.
Het gaat erom, dat nen een be
paald ras uitkiest en dan doelbe
wust gaat proberen het in stand te
houden". Zo begint le toekomst
van de scharrelkip er toch nog
rooskleurig uit te zien
Vijf amateur-duikers van de Haarlemse Onderwatersport Vereniging bekijken een opgedoken
souvenier.
Protest tegen parkeerverbod vrachtwagens
cultuur, roepen we met ons allen,
zoiets mag niet verloren gaan. Is
een huisdierras, dat honderden
jaren oud is, soms geen kostbaar
erfgoed? Voor mij is dat geen
vraag meer".
Zeker een opmerking om over na te
denken. Het is in ieder geval zo,
dat de bekendste penseelvoer-
ders uit de Gouden Eeuw een
stuk minder bekend zouden zijn
geweest als zij geen inspiratie
hadden kunnen peuren uit het
oude vertrouwde huisdier. Jan
Steen en de bekende vogelschil
der Melchior d'Hondecoeter lie
ten zich graag begoochelen door
de mooie kleuren van de krom-
bekeend. Het vierhoornige
schaap, nu uitgestorven, heeft
model gestaan voor Jan van der
Meer de jongere (17e eeuw). Ver
geten we vooral niet de stier, die
Paulus Potter de onsterfelijkheid
heeft ingeduwd en de boere-
hengst, waarop Rien Poortvliet
over de vergetelheid heen
springt.
We staan er misschien niet zo bij stil
maar mege boerderij is veran
derd in een kille onderneming.
waarin een koe geen koe meer is,
maar een „produktieeenheid" en
een kip geen kip maar een legma-
chine. Produktie, produktie,
produktie. Het begin en het eind
van het huidige agrarische voca
bulaire. Wie daar een ander
woord tussendoor gooit is een
sentimentele idioot. Of is er toch
iets aan het veranderen?
Hans de Geus vertelt over een bat-
terijboer (honderden kakelende
legmachientjes in de schuur), die
bij hem een paar krielkipjes
kwam halen om toch iets eigens
in de buurt te hebben. De nadruk
op de produktie heeft het karak
teristieke beeld van het platte
land op veel plaatsen ingrijpend
aangetast. Een onvermijdelijke
ontwikkeling of niet?
De Geus laat die vraag onbeant
woord, hij constateert alleen het
verschijnsel. Sinds de oorlog
heeft de industrialisering van de
landbouw de boer gedwongen tot
verstrekkende beslissingen.
Huisdieren waren voor hem al
leen maar interessant als ze eco
nomisch ook rendabel waren.
Daarom beperkte hij zich tot een
steeds kleiner aantal rassen met
eigenschappen, die op korte ter
Het gemak waarmee we huisdieren uit het Nederlandse landschap weg
drukken. Hans de Geus noemt het cultuurbederf
Een stuk of wat vrachtwagens
uit Abbenes heeft zich de af
gelopen weken gewillig door
de politie een of al meerdere
malen op de bon laten slinge
ren. Over betalen piekeren ze
in geen geval. Ze sturen er op
aan dat ze bij de rechter op het
matje worden geroepen.
De chauffeurs zijn bekeurd om
dat ze aan het einde van de
werkdag hun auto's binnen de
bebouwde kom van Abbenes
parkerenterwijl daar kort
geleden een verbod op is ge
komen. De gemeente Haar
lemmermeer heeft de chauf
feurs verwezen naar parkeer
terreinen in Lisserbroek en
Nieuw Vennep. Die liggen wel
een paar kilometer van het
dorp verwijderd. En de chauf
feurs hebben geen zin daar el
ke morgen (sommigen moeten
al om twee uur 's nachts gaan
rijdendoor weer en wind per
fiets of per auto naar toe te
rijden. Een ander argument is
dat het vaak voor komt dat de
vrachtauto's de avond tevo
ren al zijn beladen. Men vindt
het onverantwoord ze dan
zover weg te zetten. Dat zou
diefstal uit de wagens in de
hand werken.
De dwarsliggende chauffeurs
hebben inmiddels de steun ge
kregen van de dorpsraad. Die
overweegt een dezer dagen het
gemeentebestuur van de
Haarlemmermeer een brief te
sturen waarin wordt gepleit
voor het mogen parkeren in
Abbenes. Weliswaar dan niet
op de plaatsen waar ze nu
staan maar op een daar spe
ciaal voor aan te leggen ter-
Voorzitter Tammes: "De chauf
feurs hebben groot gelijk dat
ze hun poot stijf houden. Men
mag niet van ze verwachten
dat ze in het holst van de nacht
op de fiets stappen om drie
kilometer naar Nieuw Ven
nep of vijf kilometer naar Lis
serbroek te fietsen. In ons ei
gen dorp is grond genoeg om
een parkeerplaats aan te leg
gen. Ik twijfel er bovendien
sterk aan of de gemeente het
recht heeft gehad een par
keerverbod in te stellen. Vol-
Voorzitter Tammes van de dorpsraad Abbenes "De chauffeurs
hebben groot gelijk"
gens mij mag dat alleen als er
een redelijk alternatief is. En
dat is nu bepaald niet het ge
val. Daarom heeft de dorps
raad nu een advocaat in de
arm genomeri om een en ander
uit te zoeken"
Tammes vindt het wel redelijk
dat er in Abbenes een verbod
komt op het parkeren in een
woonwijk. Vooral omdat veel
vrachtauto's zijn uitgerust
met een dieselmotor. Die heb
ben 's morgens een kwartier
nodig om warm te draaien.
Niet zo prettig als dat in kt
holst van de nacht in em
woonwijk gebeurt.
De politie in Abbenes vindt let
geen sterk argument dat ie
vrachtwagens kans lopn
leeggeroofd te worden als ze
op het parkeerterrein in
Nieuw Vennep of Lisserbrek
staan. Adjudant' Zwolsmin:
"Er kan net zo goed uit geto-
len worden als ze in Abboies
staan. Die kans is niet kiener
of groter. De parkeerterrenen
in Nieuw Vennep en Liser
broek vallen onder de nor
male surveillance".