Pelgrom: 'Boek was opgave voorme' ZATERDAG 14 OKTOBER 19' Tekst op HAARLEM - Van 11 tot 21 oktober is het Kinderboeken week. Op de eerste dag, woensdag, zijn de gouden en zilveren griffels voor de beste kinderboeken en de gouden penselen voor de beste door een Nederlander geïllu streerde kinderboeken uitgereikt. Een van de gouden griffels ging dit jaar naar Miep Diekmann voor haar boek voor zeer jonge kinderen Wiele, wiele stap. De Haarlemse tekenaar The Tjong King kreeg een Gouden Penseel voor de illustraties in Wiele, wiele stap. Miep Diekmann. die woont in een flat in Scheveningen met prach tig uitzicht over de Noordzee, heeft al heel wat jeugdboeken ge schreven, maar nog niet voor zo jonge kinderen. Waarom nu in- wel? ,,Daar is zo a vraagt dat gek. maar schrijven /einig voor. Iedereer m iedereen vindt he' ik heb altijd wilier Behalve Miep Diekmann heeft ook Els Pelgrom een Gouden Griffel gekregen voor haar boek „De kinderen van het achtste woud", dat speelt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het was met het eerste boek van Els Pelgrom. In 1962 verscheen „Het geheimzinnige bos" Tussen het eerste en tweede boek zit een hele tijd. Els Pel grom: „Ik ben altijd van plan geweest dit tweede boek te schrijven, maar ben er niet eerder toe gekomen. Ik heb altijd geschreven op een an dere manier. Dit boek was een opgave voor me. Het is voor een groot deel autobiogra fisch. maar niet helemaal. Ik heb dingen gebruikt die echt zij n gebeurd, maar er ook veel verhaal in geweven. Iedereen vraagt dan „Is dat nou echt gebeurd'' en „Is dat nou zo gebeurd", maar dat vind ik flauwekul. Dat vind ik hele maal niet terzake doen. Het is nu 33 jaar na die tijd. Ik vind het een beetje onzin. Het is een boek. een ding op zich. Je gaat toch ook niet het pere boompje van Van Gogh zoe ken. Dat is allang omgehakt of een grote boom geworden. Het bestaat niet meer". „Ik heb voor mezelf over mijn eigen ervaringen willen schrijven, omdat het een heei fascinerende tijd was. Ik was toen tien jaar. In het boek heb ik het meisje iets ouder ge maakt. Het was heel ingrij pend, niet omdat het eng was. maar omdat het fijn was en dat is eigenlijk heel gek. Een fantastische tijd was het om dat ik echt op zo'n boerderij heb gezeten. Ik vond het prachtig". Els Pelgrom schrijft in het boek heei sterk over de gewone al ledaagse dingen, die mis schien wel alleen in een oor log voor kunnen komen, maar die toch gezellig en knus zijn. In andere jeugdboeken over de oorlog is dat in veel minde re mate aanwezig. Els Pelgrom: „Ik heb ai die kin derboeken over de oorlog ex pres niet gelezen, omdat ik al tijd van plan was om dit boek te schrijven en ik wilde niet beinvloed worden. Ik vind dat iedereen het moet doen zoals hij het beste vindt. Ik ben echt afgegaan op mijn herinneringen als kind. Je maakte wel oorlogshandelin gen mee. maar het dagelijks leven is het dagelijks leven. Dat gaat door. Nou, dat is wel een goeie ervaring. Er ge beurden erg veel fijne dingen in de oorlog, omdat het alle maal heel direct was. De men sen waren ook gemakkelij ker. Ik geloof dat volwasse nen dat ook vaak zo ervaren hebben. Als je tenminste de verhalen later hoorde". Er zijn geen „helden" in het boek. Els Pelgrom: „De men sen op die boerderij waren geweldige mensen, daar vind ik toch wel iets heldhaftigs aan vastzitten. Je hoeft het niet zo duidelijk te zeggen, zo van „Kijk eens wat een held". Ik ben bang om sentimenteel en huilerig te zijn. Dan wordt Slachten Op die boerderij, waar zij tij dens de oorlog verbleef, ge beurden ook allerlei dingen die heel ingrijpend moeten zijn geweest voor een kind dat daar niet aan gewend was, zo als bijvoorbeeld het slachten Els Pelgrom: „Ja. dat was heel gruwelijk. Wij waren ve getariërs. Ik had nooit vlees gegeten. Daarom maakten die slacht en ook dat voorval met het "bokje indruk. Mijn ouders hadden wel dat vegetarisme overboord gegooid toen we op die boerderij kwamen. Ze zeiden dat het niet meer kon in de hongerwinter. Maar misschien dat het daardoor ook nog meer indruk maak te" .Toch hoort die slacht er eigen lijk bij. Het is toch het nor male leven. Ik vond het alle maal ook wel mooi Ik heb het zelf gezien toen de hond een konijn had gevangen, dat ze gingen villen. Dat maakte een enorme indruk, maar ik vond het niet naar. Je ontdekt dan dat het een natuurlijk gebeu ren is. Het ging ook zo van zelfsprekend. Een boer is toch ook nooit vegetariër. En i groot deel i de eld- bevolking is boer. Het heeft iets heel elitairs, bijna bela chelijks, om vegetarisch te honger hebben. Hoewel ik het vegetarisme best kan begrij pen. Ik eet zelf nog erg weinig vlees" „Ze hebben het boek gelezen, vonden het wel goed. Maar het interesseert ze niet zo. Het ligt buiten hun leven" Oorlogsmisdaden In het boek relativeert zij de Duitsers als vijand. „Ja. het maakt ook wel verschil of je dienstplichtige soldaten of SS'ers hebt, die de meest gruwelijke dingen uithaal den. Dienstplichtige soldalen zijn waarschijnlijk overal het zelfde. De pest is dat ze die oorlog in moeten en als het erop aankomt, kunnen ze toch niet aan oorlogsmisda den ontkomen. Nederlanders hebben dat in Indonesië ook gedaan. Maar wat de Duitsers met de joden hebben gedaan staat natuurlijk overal buiten. Daarom moest dat ook in -het boek. Je kunt niet over de Tweede Wereldoorlog praten zonder dat erin te betrekken. Kinderen moeten dat alle maal nog horen. Belangrijk is echter dat je dt lijn doortrekt. Ik ben bang dat veel ouders en onderwijzers over die oorlog praten alsof dat nou dé oorlog was. Wat natuurlijk niet waar is. Het gebeurt nu nog steeds" Evenals de andere prijs winna res Miep Diekmann is Els Pelgrom blij met de prijs. „Toen het boek uitkwam dacht ik niet dat het zo'n suc ces zou hebben. Ik was bang dat het een saai en taai boek was geworden. Ik was ver baasd toen er recensies kwa men en toen het ging lopenIk heb ook wat rapporten van kinderjury's gelezen, dat is erg leuk. Ze vinden het span nend, daar ben ik elke keer weer verbaas.d over. Al die na tuurbeschrijvingen. dat mag toch niet in een kinderboek. Ik sloeg ze zelf altijd over. Maar ik dacht: het moet er maar in hoor, want het hoort erbij" „Zelf heb ik de laatste tijd wei nig kinderboeken gelezen. Expres niet omdat ik dit boek wilde schrijven. Vroeger vond ik de boeken van Laura Ingalls-Wildcr erg goed en van Astrid Lindgren, „Ras mus en de landloper" vond ik grandioos". Vindt Els Pelgrom lezen goed voor kinderen? „Je moét er al heel jong mee beginnen, al op de kleuterleeftijd, Daarom is het' boekje van Miep Diek mann zo goed. Heel begrijpe lijk voor kinderen van die leeftijd en nog poëtisch ook. Ja, lezen is absoluut goed voor kinderen" niet aan bod komen. Jaren gele den waren dat de tieners, toen dat woord nog amper bestond. De laatste tijd is er veel uitgekomen voor tieners. Er is echter heel weinig voor jonge kinderen, dat merk je als je grootmoeder wordt en je weer kleine kinderen om je heen hebt. Ik vind dat er veel keus moet zijn. De mensen van peuterklasjes komen te kort. Er zijn wel mooie prentenboeken met gekleurde platen, maar ik vind dat een kind ook met kleine zwart-wit tekeningen moet kun nen leren kijken. Daarom ben ik zo blij met de tekeningen van The Tjong King. Hij heeft de tekst zo goed aangevoeld en we hebben heel goed samengewerkt" Ervaringen Miep Diekman "lk heb er deze flat van gekocht" - Wiele, wiele stap is geschreven vanuit de ervaringen die heel jonge kinderen op die leeftijd kunnen hebben. Miep Diekmann: „Ja. je moet uit gaan van de logica van het kind. Neem bijvoorbeeld het verhaaltje over de beker die omvalt. Bijna alle kinderen zijn tegenwoordig gewend aan bekers met een ver zwaarde bodem, een beker die niet kan kantelen. Als het kind ergens anders komt en een ge wone beker krijgt, gaat die gega randeerd om. Dan is die beker dom. Zo ook met de trap. Heel weinig volwassenen hebben door dat het voor een kind moeilijker is de trap af te gaan dan op. Ze staan ereenvoudig niet bij stil. De poes die voortdurend door het boek heenloopt, is degene waar het kind zijn ervaring op verhaalt, zonder kwaadwil. Als het ge schrokken is en het maakt de poes aan het schrikken, dan is dat prachtig". „Wij hebben allemaal ideeën over de wereld van vandaag, die ver mengd zijn met nostalgie c-n romantiek. Maar we beseffen niet dat de wereld zoals hij is voor de kinderen van vandaag, heel ge woon is. Ze zijn realist, want ze hebben geen vergelijkingsmate- rieel. Vliegtuigen en auto's horen er allemaal bij. Kinderen zijn zo gewend in auto's te worden rondgereden, dat andere ver voermiddelen heel bijzonder voor hen worden, zoals het kindje dat zei: „Ik vind de tram de mooi ste auto". „Sommige van de verhaaltjes zijn gebaseerd op eigen ervaringen, zoals het gesprek van het kind in het wagentje met de meneer in de rolstoel. Eén van mijn zoons heeft indertijd een dergelijk gesprek gevoegd" Reacties Miep Diekmann: „Ik krijg zoveel reacties van mensen, ook over de versjes, die bijna magisch wer ken. Het verhaaltje van de roltrap wordt opgezegd als hun kinderen op de roltrap staan. Zelfs met oversteken. Proberen om de au to's tegen te houden door het ver sje op te zeggen „Het rijm in de tekst is heel bewust. Ik heb er voor gezorgd dat het ritme ook zo afwisselend moge lijk is. Het formaat en de vorm van het boek zijn ook aangepast aan jonge kinderen, een harde kaft en niet te groot, zodat ze het precies op schoot kunnen hou den. The Tjong King heeft, heel knap. met precies duidelijk ge maakt of het een jongetje of een meisje is. Het laatste verhaaltje gaat over zwanger zijn. Er komt dan ook een tweede deel. waarin een tweede kindje aan de orde komt, de jaloezie die daar vaak bijkomt, enzovoort". Natuurlijk is Miep Diekmann blij met de Gouden Griffel voor Wie le, wiele stap, „maar het is niet zo als in 1957, toen ,,De Boten van Brakkeput" werd bekroond met de Kinderboekenprijs, de voor ganger van de Gouden Griffel. Toen was ik net dertig en bete kende het een doorbraak, een duw in de rug. Bovendien bete kende het boek ook een omme zwaai in de jeugdliteratuur - Er wordt door verschillende ac tiegroepen nogal wat kritiek ge leverd op de jeugdliteratuur. Wat vindt Miep Diekmann hier- „Deze actiegroepen hebben na tuurlijk heel goed werk gedaan vindt de schrijfster, „maar ik heb altijd het idee dat die mensen niet bijgelezen zijn. Toen die begon nen te kankeren van: d'r moeten die en die boeken zijn, toen waren die boeken er al lang. Ze vallen over de boeken waarin de maat schappij nog altijd een beetje op wordt beschreven. De boeken van rozegeur en maneschijn. Maar de boeken van rozegeur en prikkeldraad, die kennen ze niet. En dan blijven ze maar door- drammen. Ik word op het ogenblik doodziek van de aange boden manuscripten: ouders du- gaan scheiden en boeken waarin oude mensen nadrukkelijk voor komen. En dat wordt allemaal zeer eenzijdig afgeschilderd. Maar je moet die toestanden al leen beschrijven voor zover het kind ermee le maken heeft". „Ik wantrouw die zogenaamde progressieve schrijvers toch, omdat ze te veel het volwassen standpunt naar voren brengen. Dan wordt het een pleidooi voor het eigen standpunt. Daar moetje mee uitijken. Ik geloof dat ik dat in Total Loss ben blijven afron den binnen de sfeer van de kinde ren. Kinderen zijn in zulke situa ties hulpeloos. Daar heb je dan wel eens discussies met je uitge ver over, die zegt: „Total Loss" moet de oplossing brengen. Maar dal kan niet. dat is verouderd. Dat is juist de ramp. Je wilt als kind iets veranderen, maar je kunt Vergelijken .Kinderen moeten boeken kunnen vergelijken en een keus hebben. Een boek is ook een reflectie van zijn tijd. Een boek van vroeger en een boek van nu over hetzelfde onderwerp geeft gelegenheid tot vergelijken en dat maakt iemand volwassen. Toen indertijd abor i dec de kwam, hebben wij bij de uit geverij Leopold niet èèn. maar vier boeken over abortus uitge geven met allemaal een andere stellingname. Je schrijft nou eenmaal subjectief, omdat je een bepaald standpunt aanhangt. Jc# moet dejeugd een kans geven om uit standpunten te kiezen. Al die standpunten kunnen niet in èèn boek, net zo min als in èèn film. Dat al die actiegroepen blijven hameren op duordraafbroeken, begrijp ik wel, maar jc kunt die wensdroomboeken niet van de markt halen, dat is ondemocra tisch". Maar er moet een groot tegenaan bod zijn. En dan valt het zo tegen wat je van jonge auteurs bij uit geverijen binnenkrijgt. Of het is conservatief of het is doordram merig. En alle doordrammerij vind ik indoctrinatie, want het kind wordt weer gedwongen of naar links of naar rechts, dat doet er niet toe". - Heeft jeugdliteratuur nog enige invloed op jeugd? „Het kopen van literatuur is niet zo belangrijk", vindt Miep Diek mann, „want er wordt waanzin nig veel via de bibliotheken-gele zen. Toen de bibliotheek tot acht- rgra erd.' groep schrijv sdat\ che klap. Maar goed, bibliotheken schaffen dan meer aan en een kind dat leest boeken hebben. Dat weet ik ker. Op ouder, onde staat vaak een standji met boeken en dan kopen ouder een boek. wat een kind al vier vijf keer heeft gelezen. Daan vind ik de klacht dat kinderb duur zijn ook zo'n flauy kul. Een kind lei Ande il het dan hebber Begeleiden de Haagse Post stond een tijdje geleden een serie artikelen over de uitgeverij. Daarin werd ook geconstateerd dat wij geen be geleiding hebben van jonge au teurs. Overal in het buitenland gebeurt dat wel. In de Verenigde Staten door een editor, in de Oostbloklanden door een lector, die het dan ook strikt politiek be kijkt. Hoewel er in de Verenigde Staten ook censuur bestaat. Dat gebeurt onder druk van de vrou wenbonden. die bepalen wat er in de schoolbibliotheken aange schaft wordt en dat is erg belang rijk. Een vloekende boer moest bijvoorbeeld geschrapt worden. In dat artikel in de Haagse Post kwam de kinderliteratuur overi gens niet aan de orde". „Wat betreft de jonge auteurs moet je rekenen dat iedere auteur wel tien jaar nodig heeft om zich te manifesteren. Je kunt nergens je vaktechnische problemen kwijt. Daarom ben ik bij uitgeverij Leopold begonnen met het coa chen van jonge auteurs. Zo heb ik onder anderen gewerkt met Sin.v van Iterson en Diana Lebacs. Nu zijn we bezig met een Antilliaan se, Angela Matthews, die als kind naar Nederland is getranspor teerd en van pleeggezin naar te huis heeft rondgezworven. Om dat ze openhartig schrijft over de bewustwording van de vrouw, krijgt ze veel ongegronde kritiek te slikken van allerlei kerels. Daar moet je iemand weerbaar tegen maken". „Er is net een boek uit van Frits Enk over homofilie, „Dat zie je toch zo". Het is erg autobiogra fisch. Het is heel belangrijk dat een boek over een dergelijk on derwerp door een Nederlander wordt geschreven. De soort on derwerpen wordt beinvloed door de wetgeving van een land. Het boek van Lynn Hall. „Maak me niet kapot", hebben wij indertijd bij Leopold geweigerd omdat we het zo hypocriet vonden. Maar Hall kon niet anders in de Ver enigde Staten. Denk maar aan de Anita Bryant-toestanden". ander voorbeeld is Brigitte Her die 12 al een manuscript had geschrev Ik ben daar eigenlijk op tegen. Je krijgt dan hetzelfde als met Irm- gard Smits, die is veel te jong be gonnen en heeft zich helemaal kapot geschreven. Maar met be geleiding kun je een hoop leren. Iedere beginnende auteur gooit wat mensen en gebeurtenissen op een hoop. Ze kennen de karak ters van hun boekpersonen niet. ze weten zich geen raad met compositie. Het belangrijkste is dat ze wat te zeggen hebben. De este i ïpte •rij binnenkrijgt gaan toch sprekende tafels, olifanten elijk zwaar op de of hand". - Miep Diekmann gaat veel naai scholen, ook lager beroepson derwijs, technische scholen bij voorbeeld. „Ja. over het algemeen een vrese lijk leuk publiek. „De Dagen van Olim" wordt veel door jongens gelezen, omdat het zoveel over meisjes onthult. Omdat ik een vrouw ben. word ik al snel ge- klassificcerd als meisjesboeken schrijfster. Zelfs als je boeken over jongens gaan. Mijn boeken staan bijvoorbeeld in de Bijen korf onder „meisjesboeken". „Ook op middelbare scholen wordt het steeds beter. Het is enorm veranderd. Middelbare scholen komen bij mij wat dat bet reit «én beetje bekakt over. Docenten kon i de i site of en boek wel Jan een vol len weinig over jeugdboeken. Maar het was ook zo dat er niet veel jeugd boeken geschikt waren voor literatuurlijsten", in samenvattend: „Je moet een breed aanbod van boeken geven. Ik heb niets tegen Arendsoog, maar daarnaast moet je boeken over echte Indianen hebben Z<» is er vergelijkingsmateriaal, dan houdt het elkaar in evenwicht. Zeg mij niet: een kind wil niet U- De en le ande Je le* i het boek ontdekke - Er ontbreekt in Nederland nogal het een en ander aan de begelei ding van jonge schrijvers. Miep Diekmann: „In het weekblad

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 25