Dr. PJ. Koets: 'Voorproever" nieuwe Kronkel bundel Doe het /joordMM "OPGEKNAPT. '5 Minuten voor straks' is een boekje voor wie ook later prettig wil leven. .Als.um de keuken viuq klaar wilt zijn, dan neemtutoch kipschnitzels. PAGINA 16 VARIA DINSDAG 3 OKTOBER 1978 Simon Carmiggelt - hier op de foto met Tony van Verre tijdens de voorbereidingen van het radio-in terview dat nu opnieuw wordt uitgezonden - schreef aan dr. Koets: "De eerste alinea, die je zo vervelend vond, heb ik met harde hand verwijderd. Ik ben dus niet zo erg eigenwijs. Het stukje is er bepaald door opgeknapt ADVERTENTIE Vraag het aan! Bij uzv verzekeringsadviseur of bij Bureau Voorlichting Verzekering, Antwoordnummer 89, Den Haag. 5 minuten voor straks. Denk aan straks. 'ublikatic Bureau Voorlichting Verzekering, Den Haat ÏÏÜ1ISS5U fflgjg verzekeringsadviseur: Dr. P J. Koets (76), woonachtig in het nu, na het toeristenseizoen nog bezadigder in het Schouwse landschap genestelde dorp Elle- meet, heeft ritsen van die Car- miggelt-boekjes met zulke kant tekeningen. Zo lees ik in weer een ander boekje: „Op bladzijde 77 en 78 zul je leren, hoe goed ik naar je geluisterd heb. De tweede helft van het stukje schrapte ik over eenkomstig je advies". De mededelingen vormen een af spiegeling van het effect van dr Koets' arbeid als voorproever van de in het Parool afgedrukte cur siefjes, Kronkels genaamd, die gewogen, te licht of juist goed worden bevonden om te worden opgenomen in een bundel. Sinds een jaar of acht helpt dr. Koets, oud-journalist en voormalig raadslid en wethouder te Am sterdam, Simon Carmiggelt bij het maken van een keuze uit de Kronkelproduktie van het ver streken jaar voor het passend op vullen van weer een nieuwe bun del. Samen met die andere keu zeheer en net als Koets een oude vriend van Simon, Wim Hilbers, hielp dr. Koets ook voor de zo juist verschenen nieuwe bundel „Bemoei je d'r niet mee" een aan tal Kronkels door de Zeef van de kritiek. Oude vriendschap Dr. Koets z'n bezigheden als voor proever voor nieuwe Carmig- geltbundels komen voort uit een oude vriendschap. P. J. heeft Si mon van nabij leren kHhnen in de tien jaar dat hij hoofdredacteur van Het Parool was. Dr. Koets: „Toen schreef hij al een hele tijd zijn kronkels. Het gekke was dat ik voordat ik bij het Parool kwam. nooit een Kronkel had gelezen. Ik las Het Parool wel, maar interesseerde me meer in het nieuws. Zo n cursiefje sloeg ik altijd over. Maar toen ik, zeer tot mijn verbazing, werd uitge- Een miHoen gulden aanprijzen 150Zareska prijzen: Smyrna handwerkpakketten van 45 x 90 cm met een winkelwaarde van fTJ,-per stuk. Kompleet met stramien, wol, en werkbeschrijving. Geschonken door Hageo, nogd om hoofdredacteur van die krant te worden, dacht ik: Ja, nu moet je wel alles gaan lezen wat daarin dat Parool staat. Toen ben ik voor het eerst Kronkels gaan lezen. En net zoals de meeste Kronkel-lezers ben ik verslaafd geraakt" Dr. Koets leerde Simon Carmiggelt kennen in een tijd dat dat die nog drie keer in de week een Kronkel schreef. Verder was Carmiggelt ook toneel- en filmredacteur van het Parool. Dr. Koets: „Ik herin ner me nog dat, toen ik een poosje als hoofdredacteur bij het Parool werkte, Carmiggelt bij me kwam en zei: Ik krijg eigenlijk een beetje genoeg van dat films en toneel recenseren. Als ik eens el ke dag een Kronkel ging schrij- Om kort te gaan: Carmiggelt schrijft ze nog steeds, die dage lijkse cursiefjes in het Parool. Zes keer per week. Met de vakantie periode eraf zo'n zesenveertig weken per jaar. Een stoet van 275 stukjes per jaar, als we de bere kening van Nico Scheepmaker in een „Trijfel" van een dag of tien terug mogen aanhouden. Eind augustus verscheen de nieuwste bundel van Simon Carmiggelt, die dit jaar zijn pensioenjaar be leeft. Op 7 oktober wordt hij 65 Maar hij gaat door met zijn stuk jes. En daarmee zal ook de ver schijning van nieuwe reeksen bundels voortgang vinden. Systematisch We waren gebleven in het Schouw se Ellemeet, waar dr. Koets dage lijks aantekening houdt van de Kronkels die wél en welke niet in aanmerking komen om te wor den opgenomen in een volgende bundel. Na de vervulling van zijn Amsterdamse wethouderschap schreef dr. Koets vanuit Ellemeet zijn oude vriend Carmiggelt nog geregeld over zijn indrukken bij het lezen van de Kronkels. En op een bepaald moment, vertelt dr. Koets, kreeg ik van Simon het verzoek: Zou je het een beetje systematisch willen doen. Ik heb een enkele vriend die dat ook doet. Het hoeft je alleen maar een briefkaartje te kosten, eens in de maand, met zo'n vier of vijf ti tels". „Daar ben ik", meldt Koets, „toen enthousiast aan begonnen. Dat maandbericht, zal ik maar zeg gen, dat is nu zo'n beetje uitge dijd. Ik schrijf nu altijd in de eer ste week van de maand een brief en geef dan niet alleen op wat ik de allerbeste vond, maar ook die, Kronkels die voor mij een plaatsje hadden gekregen op de reservebank. Ik schrijf dan de ti tel op en zet er bijvoorbeeld bij: een dubbel gesorteerde meikers, naar mijn gevoelen. Of iets an ders". „En geleidelijk aan heb ik ook ge merkt dat Sirpon het wel prettig vond als ik niet alleen opgaf wat mij getroffen had, wat ik boeiend vond, of roerend soms. Hij kon het ook waarderen als ik er bij voorbeeld bij schreef dat een be paald stuk beter zou worden als in het midden die paar regels zouden worden geschrapt, omdat ik het een beetje vulsel .vond". „Ik schrijf heel vaak, want ik ben een enorme bewonderaar van Carmiggelt. Het is echt een kun stenaar in de beste zin van het woord. Zoals Marnix Gijssen heeft gezegd: Het is de enige man die in driekwart kolom een hele roman kan schrijven. Zo voel ik het ook aan. Hij is er natuurlijk ook wel eens naast. Dan heeft hij zijn dag zeker niet. Slecht gesla pen of zo. Of kiespijn hebben en toch zo'n stukje moeten schrij- Uitspringend stukjes bij waarvan ik zeg: zonde als dat alleen in een legger van een krant bewaard zou blijven. Vandaar dat ik in verschillende Carmiggelt-uitgaven ook ver schillende knipsels van Kronkels bewaar, omdat er wel eens din gen zijn waarvan ik zeg: Ik weet niet of deze ook in een bundel wordt opgenomen, maar ik wil dit stukje toch niet kwijtra- „Maar dat is maar een enkele keer hoor. Want Carmiggelt heeft het indertijd wel eens gezegd: zou je per maand vier of vijf Kronkelti- tels willen noteren die er voor jou uitspringen. Maar ik ben altijd ver over die score heen. Bij mij zijn het er meestal acht of tien. Ik heb Simon wel eens gevraagd: Klopt mijn keus met je eigen keus. En toen heeft hij mij ge zegd: De digen die jij kiest, zijn vaak dezelfde als welke ik goed vond. Maar jouw mazen zijn blijkbaar wat wijder want er komen meer vissen binnen" Dagelijks Het moet dr. Koets overigens wel van het hart: Hij vindt het een angstig gevoel dat hij er door zijn oordeel aan zou kunnen bijdra gen dat bepaalde stukjes na die eerste verschijning in de krant onbenut blijven. „Ik ben', zegt Koets, „dan ook dolblij dat ik niet de énige persoon "ben die de be slissing moet nemen van: dit bij die andere honderden Kronkels wegleggen op de zolder, en dat drukken. Ik vind het ook jammer dat Carmiggelt het zelf niet wil dat er nog eens een nalezing wordt gehouden uit die vele ver geten Kronkels. Ik geloof dat je daar vast nog erg goeie dingen tussen zou vinden". Maatstaven Hoe gaat dr. Koets in zijn Kronkel selectie te werk? „Een van mijn maatstaven is", zegt de voor proever uit Ellemeet, „dat er be paalde Kronkels zijn die naar mijn gevoelen erg aan de. actuali teit zijn gebonden. Dat kan dan best een aardig stukje zijn. maar over tien jaar weet misschien niemand meer waar dat op slaat. Dus zoiets neem ik niet in mijn maandelijkse lijstje op. Dat is naar myn gevoelen te tijd-gebon- „Een ander criterium vind ik altijd: ben ik zelf er door geroerd, heb ik een brok in m'n keel gekregen, zijn de tranen me in de ogen ge sprongen. wat echt ook nog wel eens gebeurt met die grote ge voeligheid van die Kronkels, of heb ik me rot gelachen, wat na tuurlijk ook nog wel eens het ge val is. Ik vind een van de grote aantrekkelijkheden van Carmig gelt, dat hij in bijna al zyn stuk ken zelf een rol speelt en nooit zichzelf serieus neemt. Hij neemt een loopje met zichzelf. En daar door zijn er buitengewoon vaak Het is een dagelijkse handeling in huize Koets. P. J. pakt de krant, zoekt in die vertrouwde rechter bovenhoek naar de Kronkel en maakt, na uitgelachen te zijn of wellicht een traan te hebben weggepinkt, na een tweede lezing van de uitschieters onder de Kronkels een korte notitie, zo in deze geest: maandag 18 septem ber. en dan volgt de titel, met daaropvolgend een korte aan duiding waar het stukje over gaat, opdat Koets zich na een paar weken, bij het opstellen van het „maandbericht", de bewuste Kronkel weer voor de geest kan brengen. .,En als ik dat stukje dan nog eens doorleef en achteraf nog even kan grienen of ga glimlachen, dan komt die Kronkel op de lijst". Dr. Koets stelt zich daarbij niet op als de journalist die een stukje van een collega leest. „Ik ben", zegt hij „meer de ontvankelijke lezer met affiniteit. Carmiggelt staat in leeftijd en achtergrond voldoen de ver van mij af om me daar niet volstrekt mee te identificeren. Als hij mij raakt en treft, dan geldt dat dacht ik ook voor vele anderen" Somberder? In een bespreking van Carmiggelts nieuwste bundel „Bemoei je d'r niet mee" in een landelijk och tendblad, meldt de recensent: Carmiggelts stukjes zijn in de loop der jaren steeds somberder en soberder geworden. Hoe ziet Kronkel-keurmeester Koets dat? Hij zegt: „Soberder? Ja, dat ge loof ik wel. Maar somberder niet. Kijk, het is duidelijk dat Carmig gelt, als je hem psychologisch zou moeten onderbrengen, een sterk melancholische ondertoon heeft. Misschien dat mei het klimmen van de jaren de melancholie ster ker wordt. Ik heb een grote be wondering voor dat meeleven van Carmiggelt, die het eenvou dig menselijke kan onderkennen en waarderen. En wat dat sobere betreft: ik geloof wel dat Carmig gelt gegroeid is naar een minder uitdrukkelijk leuk willen zijn Het is natuurlijk helemaal geen lolbroek, geen vent die lollig wil wezen. Maar hij heeft misschien iets gehad van: hier mot ik toch een grapje maken, Tegenwoordig is het meer een door de kunst herschapen natuur. Ook als-ie Keuzeheer Koets wil ook nog even iets anders kwijt: „Ik schrijf Si mon nog wel eens wanneer ik het over een bepaald stukje heb: geen Kronkel voor een bundel, maar een voortreffelijke Carmig gelt die niet verloren moet gaan. Ik heb al eens tegen hem gezegd: Ik zou zo graag hebben datje ook nog eens een keer, terugkijkend op je leven, misschien geen me moires in die zin zou schrijven maar eigen ontmoetingen en in drukken die naar mijn gevoelen een beetje verloren gaan als je ze in een bundel Kronkels hebt. Ik weet niet of hij dat ooit zal doen Er zijn prachtige dingen bij. En als ik die dan in een bundel tegen kom, denk ik: gelukkig dat ze vastgelegd zijn. Zoals die Kron kel over de begrafenis van Jac ques Bloem, een prachtige per soonlijke ervaring, maar zozeer een ervaring van Carmiggelt. Dat soort stukjes zou eigenlijk apart gebundeld moeten worden" Bewogenheid „Carmiggelt heeft", zo stelt dr Koets verder vast, „niet alleen een sterke sociale bewogenheid maar vooral ook een ogen open voor wat tegenwoordig de un derdog wordt genoemd. Juist het hooghartige van een individu te genover een groep, ja daar kan Carmiggelt zich over opwinden. Let maar eens op hoe vaak hij de laatste tijd over Surinamers schrijft. Altijd haast in begrij pende en bewonderende zin. Ze ker als het kinderen betreft. Dan schrijft-ie over een welgemaakt Surinaams jongetje, met zo'n har telijke parelende schaterlach, waar je alleen maar met de groot ste vreugde naar kijken kan, en zovoorts. Een raciaal vooroor deel, ja dat kan Carmiggelt in derdaad geweldig kwaad ma ken!". Bewondering en genegenheid: dat is het wat duidelijk doorklinkt in de woorden van dr. Koets als hij praat over zijn oude vriend Si mon Carmiggelt. Maar, zegt hij. er past zeker een pluim op de hoed van het Nederlandse volk, dat de ze man op zo'n ruime schaal ge waardeerd en bewonderd wordt". RIJNSBURGERWEG 135 TELEFOON 156844 LEIDEN ADVERTENTIE Stad des doods, door Herbert Lie- berman. Uitgeverij Elsevier. Pa perback 22,50 Verdwenen goden, door John Alle gro, Elsevier. Paperback 17,50 Kardinale fout, door John G. Dun ne. Elsevier. Paperback, 21.50 Oorlogsbuit, dor D. Scott. Elsevier. 22.50 Mannen in oorlog, door Ph. Capu- to. Elsevier, 26.50 Twee weken van huis, door Irwin Shaw Elsevier, 21.50 Eerste wacht, Varen en vechten door K. Norel. Deel 1. Elsevier, 8.90 Dagwacht - Varen en vechten, door K. Norel. Deel 3. Elsevier, f8.90. Hartinfarct, door Dr. C. Halhuber en Prof. dr. M. J. Halhuber. Rugklachten, door Renate Zauner en Prof. dr. Albert Göb. door Dr. C. Halhuber en Prof. dr. Albert Göb. Slaapstoornissen, door Renate Zauner en Prof. dr. Albert Göb. Slaapstoornissen, door Prof. dr. D. Langen. Hoge bloeddruk, door Prof. dr. Hanns P. Wolff. Verschenen in de nieuwe serie: Spreekuur thuis, onder redactie van Aart Gisolf, arts. Uitgeverij Elsevier. De apostelen van broeder Bisset, door H. Green. Uitgeverij Hol- landia. Baarn 19.75 Schipper mag ik overvaren, door Kate Greenaway. Spelletjesboek geïllustreerd met 24 kleurenpla ten. Hollandia. 19.75 Spelen met uw intelligentie, door J. H.E. Eelkman Rooda. Uitge verij Luitingh, Laren NH. 19.90 Zelf leren typen. De snelle metho de om thuis te leren typen, door E. Eichenbergen en L I. Eichen- berger-Boot. Luitingh. 19.50. Meisje van duizenden jaren, Bun del verzen van Lida Bedard. Stichting voor literaire publica ties De Beuk, Amsterdam. 8.50 Dood over de finish, door Robert J. Blom. De Beuk. 9.50. De verdwenen mummie, Papyrus- reeks nr. 1 Strips van stripteke naar Degieter. Uitgeverij Dupuis, Sittard. 5.50 Da katamarom gaat op stap. Science fiction voor jonge lezers. Dupuis. 5.50 Archie cash. De duivel met enge lenhaar. Strips. Dupuis. 5.50 Baard en Kale in Midden-Ameri- ka, Reeks: Jeugdzonden. Strips. Dupuis. 5.50 De hekserij van oom Hermes. Reeks Isabel nr. 3. Dupuis. 5.50. De titanen, door Roger Leloup. Strips. Dupuis. 5.50 Sammy - lijfwacht-verhalen Okay album nr. 1 Strips. Dupuis. 5.50. Centraal en Oost-Azië, door Wolf Kielich. Redaktie: Joep Bütting- hausen Serie Volken en Stam men. Uitgeverij Het Spectrum, Amsterdam, 27,50. Oceanié en de Filippijnen, door Wolf Kielich, Redaktie: Joep Buttinghausen. Serie Volken en Stammen. Uitgeverij Het Spec trum 27,50. De honingbij, door Karl von Frisch. Serie Dieren dichterbij. Het Spectrum, 19,50. Groeten uit Praag. Tien jaar na de Praagse lente, door Martin van den Heuvel en Hans Renner. Uit geverij Elsevier Nederland, Am sterdam. Paperback 19,50. Leven zonder kalmeringsmidde len, door.Elly Lambooij-Clab- bers. Uitgeverij L.J. Veen, Wage- ningen, Paperback 16,50. Margriet weet raad. Aula-boek. Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht.^/ 9,50. Gerechten uit de snelkookpan, door Isolde Brackle. Verschenen in de Luitingh Gourmet-reeks Uitgeverij Luitingh, Laren NH 22,90. Scheuren en stekken. Het menigvuldigen van tuin- ei merplanten door stekken, afleg gen, marcotteren, scheuren, de len, enten, oculeren en za door Catharina Osgood Foster Uitgeverij Hollandia, Baarn 24,90. De spreeuw, door Hugh Gallacher Serie: Dierendichterbij. Uitgeve rij Het Spectrum, Utrecht, 19,50. De vos, door G.A. van Oort. Serie: Dieren dichterbij. Het Spectrum 19,50. ADVERTENTIE ELLEMEET - Het staat er, in penneschrift, als een soort persoonlijk gericht voorwoord op die eerste bladzijde van eèn Carmiggelt-bundel: „Beste P. J. Als je bladzijde 52 opzoekt, zul je het stukje over ons bezoek aan de Klaag muur vinden en bemerken dat ik de eerste alinea, die je zo vervelend vond, met harde hand hebt verwijderd. Ik ben dus niet zo erg eigenwijs. Het stukje is er bepaald door opgeknapt" En dan volgt de ondertekening: Simon Ca- rimiggelt. Dr.PJ.Koets in zijn werkkamer waar hij de Kronkels "proeft"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 16