"Rosenberg, jij schakelt
vanavond nummer 9 uit"
fissen
Wim Rijsbergen:
"We maken altijd
goede uitslagen:
thuis voor Bastia,
"uit" voor
de tegenstander"
ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1978
PAGINA 21
BASTIA - Ze weten nog niet pre
cies wat ze aan hem hebben, de
Bastia-socios. Terwijl de altijd en
overal in de stad opduikende
Johnny Rep spontaan wordt
aangeklampt, kijken de suppor
ters van de Corsicaanse voet
balclub bij Wim Rijsbergen nog
uitgebreid de kat uit de
boom.
Hoewel ook de Leidenaar alles mee
lijkt te hebben (zijn mondiale be
kendheid, zijn blonde haar),
heerst er wat meer terughou
dendheid ten aanzien van zijn
persoon. Tien weken is hij er nu,
maar de schroom openbaart zich
nog altijd op dezelfde wijze. Bij
ontmoetingen is er eerst het dra
len en het vragen naar zijn naam.
Niet omdat ze hem niet zouden
kennen, maar uit angst dat een
verkeerde lettercombinatie
wordt gebruikt - wat onveran
derlijk het geval is - klinkt stee
vast het schuchter vragende
„Vim Riesbergen?"
Pas wanneer hij dat vriendelijk en
toeschietelijk heeft bevestigd,
krijgt de toenaderingspoging het
luidruchtige en overdonderende
gevolg dat op een zuidelijk eiland
j verwacht mag worden. Pen en
papier worden hem in de handen
gedrukt; een fototoestel „danst"
rond hem en het kind dat om zijn
hals is „gehangen" om te worden
vastgelegd voor het verre nage-
slacht. „Kijk jongen, dat is opa,
j met Vim Riesbergen. Een be-
I roemde voetballer uit Holland,
die speelde toen voor Bastia. Dat
I waren voor onze club nog eens
I mooie tijden"
Mooie tijden zijn het zeker voor
Wim Rijsbergen (26 jaar, 30 maal
international). Hij roept het bij
herhaling zeer uitbundig. „Hier
heb ik altijd van gedroomd, dit is
pas leven. Dit had ik veel eerder
moeten doen. Op ^o'n prachtig
eiland je hobby uitoefenen en
nog veel beter verdienen dan in
Holland, mijn liefje wat wil je nog
meer?"
Sprookjesachtig
Na het moeilijke, kille laatste jaar
bij Feyenoord heeft zijn bestaan
van dit moment dan ook sprook
jesachtige vormen aangenomen.
Op Corsica, waar hij vorstelijk
verdient en tot nu toe letterlijk en
figuurlijk alleen nog maar de zon
heeft gezien, bewoont Rijsbergen
sinds begin september een schit
terende villa in Fica Bruna, een
voorstadje van Bastia. Hij moet er
weliswaar een forse maandhuur
voor neertellen, maar dat heeft hij
er graag voor over om vrouw
j Loes en zijn zeer gezond ogende
zoon Bob (anderhalf bijna) de el
lende van twee eerste maanden in
j een kleine hotelkamer te doen
vergeten.
In zijn riante onderkomen met de
zeer toepasselijke naam L'Oasis,
aan de voet van de bergen die
Corsica doormidden klieven,
heeft hij zich in alle rust kunnen
aanpassen aan het klimaat en het
l levensritme. Volledig ontspan-
i nen. De druk die hij in zijn zeven
de en laatste seizoen meesjouwde
door de Rotterdamse Kuip, is van
hem weggeëbd; de daardoor
soms veroorzaakte kribbigheid is
veranderd in spontane vrolijk
heid. Vooral nu het stadium
waarin hij zomaar met voetballen
wilde stoppen („Als ik weer bij
Feyenoord had moeten tekenen
was ik er echt mee opgehouden")
voorgoed verleden tijd is.
Hij is vrijer geworden, herkent dat
j zelf. „Bij Feyenoord was het laat
ste jaar zo rot, omdat ik het me zo
aantrok dat het slecht ging. Ik
was altijd met voetbal bezig, liep
er steeds over te denken hoe we
het spel zouden kunnen verbete
ren, maar dat lukte maar niet. Als
je dan ook nog eens belachelijk
wordt gemaakt, wordt de span
ning helemaal groot. Achteraf ge
zien ben ik wel blij dat ik ook dat
nog heb meegemaakt, want het
was een harde leerschool. Maar ik
ben ook blij dat ze hier anders
zijn. Als Bastia verloren heeft, is
er èèn dag diepe ellende, maar
vierentwintig uur later wordt er
alleen nog over de volgende wed
strijd gepraat".
Hij bereidt zich daarop voor in het
tempo van de bevolking: jagend
I over de wegen alsof het laatste
1 uur geslagen heeft, eenmaal op
het doel aangekomen freewhee
lend alsof de tijd stilstaat. Eèn
I (ochtend)training („want het is
nog te warm om meer te doen")
wordt gevolgd door de siësta, een
trimuurtje en een verblijf in de
grote tuin.
Alles lijkt rozegeur en mane
schijn.
Hoewel...
De Morenkop, die als symbool van
j Corsica ook het clubshirt van
Bastia siert, heeft nog een tweede
profiel. Zoals van de andere kant
van de bergen de bewolking over
Bastia en de aanpalende wijken
heenvalt, zo kent ook ijn per
soonlijke toekomstvi.' .e een
spontane zonsverduist ;ring in
die dagen. Het zijn m >mentop-
namen nog, maar aane ingeplakt
kunnen ze straks wél c e film van
zijn Corsicaanse carriè e worden.
Hij zelf kan daarvan de regisseur
zijn; de hoofdrolspelers zijn on
verbiddelijk de supporters
Speelt hij slecht, dan kan zijn
driejarig verblijf op het eiland
een hel worden, manifesteert hij
zich sterk, dan blijft Corsica voor
hem een paradijs.
Rijsbergen heeft afwisselend goed
en minder goed gespeeld, maar
het voordeel van de twijfel wordt
hem niet gegund. Rep wel, maar
die is er al een seizoen, die ken
nen ze. Bovendien maken een
paar fraaie aanvallende acties
veel, zo niet alles goed. Rijsber
gen moet als nieuweling en ver
dediger constant sterk zijn. Hij
mag niet slecht spelen, hij is im
mers Rijsbergen?
Het blijkt uit het september-frag
ment uit zijn bestaan; die thuis
wedstrijd tegen Lyon, waarin de
stilte hoorbaar valt wanneer hij
aan de bal is. Terwijl de publiek-
bespelende Rep in zijn creatieve
bevliegingen wordt begeleid
door fanatiek gejubel, slaan de
socios de sobere acties van Rijs
bergen zwijgend gade. Hij is dan
ook, vlak na het begin van de
wedstrijd, eenmaal in de fout ge
sprongen op die nazomeravond
met een kleffe warmte, waarvan
hij in het begin bijna flauwviel.
In het gammele stadion Furiani
waar iedere vorm van accomoda
te ontbreekt is zo vaak als ijs
koud beschreven voorstopper
zijn gevoel voor richting even
kwijtgeraakt. Hij heeft de bal zo
maar in de voeten van een tegen
stander gespeeld. Zonder gevolg,
maar de reactie golft onmiddel
lijk in een mengelmoes van Frans
en Italiaans van de tribunes,
waarop 4000 Corsicanen nadien
met argusogen de bewegingen
van de Hollander gadeslaan.
Rijsbergen wil anders dan de
middenvelders, die duidelijk het
„na ons de zondvloed" aanhan
gen, zijn fout per se goedmaken.
Hij gaat meer doen dan hij kan,
wil met ingewikkelde oplossin
gen de gunst terugwinnen „want
als het lukt vinden ze dat prach
tig". „Dus" gaat het nog een paar
keer fout.
Het wordt er ook al niet beter op als
Bastia maar niet kan scoren en
Lyon-spelers de 0-0 uit volkomen
vrije positie tot driemaal toe
kunnen bedreigen. De spits die
Rijsbergen moet uitschakelen is
er weliswaar niet bij; h ij zal er
(voorbijgaande aan de tactische
zwakte van Bastia en de off-side
situaties) ongetwijfeld voor wor
den op aangekeken. Nog niet
openlijk, omdat het 0-0-„rampje"
wordt voorkomen door de arbiter
die een buitenspeldoelpunt van
Krimau van zijn goedkeuring
voorziet, maar ook bedekte toe
spelingen kunnen hard aanko-
tia-spelers na thuiswedstrijden
plegen te eten, dat „Riesbergen
niet zo best heeft gespeeld"
Op de tribune heeft Maarten de Vos
dat voelen aankomen. De IF-di-
recteur, met vakantie op het ei
land waar hij Rijsbergen ge
bracht heeft met een transfer die
razendsnel geregeld was, venti
leert daar hoe Wim zich eigenlijk
zou moeten manifesteren. „De
mensen hier moeten trots op hem
kunnen zijn. Die moeten zien dat
hij dè voorstopper van de Franse
competitie is. Niet zomaar één
van de velen, maar de man die het
maakt. Die autoritair zijn man
uitschakelt, soeverein „over
hem heen gaat en dan ook de
goede voortzetting kiest. Als je
nu niet zou weten dat hij Rijsber
gen heet, zou je zeggen: dat is een
leuke voorstopper. Meer niet. Dat
kan natuurlijk niet. Hij moet hier
tenslotte drie jaar blijven"
Wim Rijsbergen zelf onderkent het
zoals hij ook beseft dat er ver
schillend over hem wordt ge
dacht. Als mens („want ik ben
hier nog niet zo lang en er hangt
toch iets om je waar ze doorheen
moeten") en als voetballer.
Terecht
„Dat is logisch en terecht'vindl
hij. „De mensen denken ook: nou
hebben we zo'n dure verdediger
van zes ton gekocht en nou ver
liezen we in uitwedstrijden nog
met zulke grote cijfers, nou vallen
er nog zulke gaten. Dat gaat er
niet bij ze in. Zoals een spits
wordt gekocht om te scoren, zo
ben ik aangetrokken om dat te
voorkomen. De ellende is alleen
dat ze denken dat Rijsbergen al
les, maar dan ook alles kan te
genhouden. Dat hij ook zijn ar
men mag gebruiken en in z'n een
tje de hele boel kan organiseren.
Lukt dat niet, dan wordt dat mij
verweten. Dat daarvoor heel wat
redenen kunnen zijn, komt niet
bij ze op. Wim Rijsbergen staat
daar toch?"
vendien kun je maar moeilijk or
ganiseren als iedereen maar
vooruit blijft vliegen. Of we nou
thuis of uit spelen, het is altijd
hetzelfde, ze denken alleen maar
aanvallend. Daarom maken we
ook altijd goede uitslagen. Thuis
PAUL DE TOMBE
OP
Hij weet dan ook niet precies wat
hij aan ze heeft, aan de Bastia-so
cios. Hij zelf kan al heel wat oor
zaken noemen na de duels die hij
tot nog toe heeft gespeeld, afwis
selend op de libero-plek waar
voor hij was aangetrokken, en in
de voorstopperpositie die hij
soms in het belang van de ploeg
moet innemen. Met die plaats
verwisseling heeft hij geen moei
te („Mij maakt dat niet uit, ik vind
het ook geen degradatie. Als ik
wat voor de ploeg moet doen, dan
doe ik dat, al kun je als ausputzer
natuurlijk wel wat ouder wor
den"), wél met de zaken die om
hem heen en vooral vöör hem
plaatsvinden.
•We hebben nog geen wedstrijd ge
speeld waarin de verdediging de
zelfde samenstelling had en bo
voor Bastia: uit voor de tegen
stander. Persoonlijks duels ver
lies ik weinig, maar ik heb niet de
illusie dat ik meer kan doen. Als
ze met z'n drieën op je afkomen,
ben je natuurlijk ook nergens. En
ze blijven maar hollen. Moet ik als
nieuweling en buitenlander dan
gaan zeggen dat ze eens wat meer
achter moeten blijven? Moet ik
tegen Papi, die de gevierde man
is hier, roepen dat hij nou eens
één meter mee moet verdedigen?
Ik blijf toch de vreemdeling, ik
kan nog niet precies zeggen wat
ik wil. Dat moet de trainer
doen"
Ijskoud
hoofdstad-club Ajaccio (tweede
divisie). Een man met universele
verklaringen. „Of het doelpunt
van Krimau buitenspel was, kon
ik niet zien vanuit mijn positie,
wél zag ik dat Rep eenmaal een
penalty werd onthouden", maar
ook een man met karakter. Vorig
seizoen Frans oefenmeester van
het jaar door de UEFA-Cupsuc-
cessen van Bastia. Dit seizoen op
zoek naar de juiste formule. Bas
tia bivakkeert in de middenmoot,
royaal achter leider Strassbourg.
Zijn opdracht: weer Europees
voetbal naar het eiland halen.
Ziin doel: minimaal een derde
plaats. Zijn probleem: de organi
satie in de verdediging, maar
eerst en vooral op het midden
veld.
„Een verdedigende middenvelder,
daar hebben we grote behoefte
aan", weet Rijsbergen. „De drie
man die we nu hebben, staan al
leen in de opstelling voor ons.
Daarna zie je ze nooit meer terug.
Ze hadden er één, Larios, die is
naar St Etienne, nu moet een an
der gevonden worden. En snel
ook, want het gaat fout zolang we
geen goede nummer zes heb
ben"
Een nummer zes. De posities in het
Franse voetbal worden aange
duid met getallen. Waar in Ne
derland het nummer bekend
wordt door de man die ermee
speelt, daar is in Frankrijk zo on
geveer het omgekeerde het geval.
Het doet soms koddig aan voor
Rijsbergen als de opstelling be
kend wordt gemaakt. „Alsof de
trainer getallen uit een hoed trekt
en dan zegt: jij bent nummer ne
gen, jij bent nummer tien".
Namen zeggen niks, nummers al
les, lijkt het motto van iedereen
die met voetbal te maken heeft.
De Corsicaanse kranten publice
ren zijn naam in elk geval met
bewonderenswaardige hardnek
kigheid op foutieve wijze. Hij
heet Riesbergen, Risjbergen,
Rijbergen. „En de trainer denkt
dat ik een genaturaliseerde Ame
rikaan ben', lacht hij jolig. „Die
noemt me Rosenberg; jij speelt
vanavond nummer vijf, Rosen
berg, jij schakelt de nummer ne
gen uit".
Rosenberg ziet er de humor van in.
„Nou ja, ik heb ook goede contac
ten gelegd in Amerika, bij de
Cosmos. Misschien wat voor la
ter. Trouwens, als voetballer mag
je dan vaak buiten de maat
schappij staan, als je de top hebt
gehaald, leer je mensen kennen
die je anders nooit ontmoet zou
hebben. Dat is het mooie ervan.
Je moet je er een hoop voor ont
zeggen, al heb ik dat nooit zo ge
voeld, en als je op het verkeerde
paard wed, ben je maatschappe
lijk nergens, maar als je het redt,
kan je toch wel ergens terecht, la
ter".
Voorlopig bepaalt hij zich tot het
heden, ziet hij ook de gein in van
de wijze waarop Bastia bestuurd
wordt. In een gebouwtje, nog
gammeler dan het stadion, hui
zen de secretaris, de penning
meester en hèèl af en toe wandel
daar ook de manager binnen
Jules Filippi. Een heel apart fi
guur voor wie Brox heeft mee
gemaakt. En Stephan. Diens op
treden tijdens de procedure rond
het aantrekken van een nieuwe
(Feyenoord)trainer was voor
Rijsbergen destijds de bekende
druppel. Nadat de spelersin
spraak tot een lachertje was ge
maakt., had Riisbereen Steühan
John Rep en Wim Rijsbergen la-
*1 ten onze verslaggever Paul de Tom-
beeen beetje kennis maken met Bas-
toegevoegd: „U bent zo onbe
trouwbaar. met u wil ik niet meer
samenwerken'. „Maar ach,,' zegt
Willem, „van de andere kant
heeft hij later toch ook mijn
transfersom weer zodanig laten
zakken, dat Bastia me kon ko
pen".
Filippi is in elk geval héél anders
Hij is overal en nergens en alles
kan. „Pas de problème", is zijn
devies. Met dat motto lijken
trouwens meer mensen te leven
op Corsica, een ruig land, met een
vriendelijke, maar stugge bevol
king, die ooit Napoleon heeft
voortgebracht. Net zoals die kei
zer trekken de Corsicanen ook nu
nog vaak naar het Franse vaste
land. Ze gaan er werken, want
behalve in de veeteelt, de land
bouw en het nu dan wel snel op
komende toerisme, is er maar
weinig werkgelegenheid op het
eiland (waar ook het daar fel be
kritiseerde Vreemdelingenle
gioen huist).
De lonen en pensioenen van de uit
Frankrijk teruggekeerde Corsi
canen vormen dan ook een be
langrijke bron van inkomsten in
het weinig welvarende gebied,
waar ontevredenheid heeft geleid
tot het ontstaan van verschillen
de nationalistische en afschei
dingsbewegingen. „Daar merken
we weinig van, maar zo te horen
willen ze die afscheiding wél
graag", zegt Rijsbergen, „want ze
kunnen de punthoeden (de Fran
se militairen) niet uitstaan".
Er zijn ook Corsicanen die een
eenmalige trip naar het vasteland
maken. Dan zijn er twee moge
lijkheden: óf ze komen direct als
welgestelden terug, óf ze moeten
driejaar wachten voordat ze hun
passies (jeu de boule, jagen) weer
kunnen uitoefenen. „Ze vissen
hier niet met hengels, maar met
handgranaten", en „voor iedere
Corsicaanse jongen die geboren
wordt, hangt het geweer al aan de
muur", dat zijn twee uitspraken
van Jan de Haas, een Nederlan
der, die al zeven jaar als maitre
d'hotel op Corsica werkt.
Een plastische omschrijving, die
voor elke thuiswedstrijd van Bas
tia in een soort mixture van pan
tomime en overdreven toneelspel
gestalte krijgt dankzij Jules Fi
lippi. Hij kent zijn supporters, die
niet schromen hun vreugde op de
tribunes te onderstrepen met het
afvuren van (licht)kogels. Met
veel gevoel voor drama stelt hij
zich dan op in de kleedkamer dat
de grootte heeft van een honde-
hok. Beweegt een vinger in een
snijbeweging over zijn hals, of zet
die als een pistool op zijn slaap en
zegt met gebroken stem tegen de
spelers („Gagner (winnen) hé, ou
catastrofe pour Jules - pang,
pang".
Bastia heeft thuis al eens verloren,
van Marseille, en Filippi leeft
nog. „Maar hij was wel gelijk tien
jaar ouder geworden", lacht Rijs
bergen, wienS aankoop wat min
der mysterieus was dan die van
Rep. De aanvaller werd aange
trokken één maand nadat Bastia
bijna failliet was gegaan; voor de
verdediger was het geld aanwezig
na het goede UEFA-Cupseizoen.
Een bron van inkomsten die
kennelijk erg groot is geweest,
want daaruit moet ook de even
tuele bouw van een nieuw sta
dion a la PSV gefinancierd wor
den. Hard nodig, want de bouw
val die er nu staat, heeft niet eens
een bestuurskamer. „En op dat
niveau kan dat natuurlijk niet",
zegt Rijsbergen, die gekocht is
om mee te helpen het Europees
voetbal weer naar Bastia te ha
len.
.,Ze dachten dat
kampioen zouden worden"
schetst hij de sfeer bij zijn aan
komst. „Inmiddels hebben ze er
al weer mee leren leven dat we de
uitwedstrijden verliezen. Alleen
in Bastia zelf moeten we per se
winnen, elk ander resultaat is een
ramp. Dat moet dus sowieso ge
beuren en als we daarbij ook in de
uitwedstrijden nog wat punten
gaan pakken zijn ze helemaal te
vreden. Voor mezelf zal ik er alLes
aan doen dat te bereiken".
Als voetballer én als („een beetje
rechtsdenkend") mens. „Ik heb
een paar principes, daar hou ik
me aan. Maar als ze niet van me
profiteren en zelf hun beloften
nakomen, geef ik snel mijn hele
hebben en houwen weg. Soms
ben ik daarbij te goed van ver
trouwen, maar ik weiger een el
lendeling te worden omdat ik
toevallig meer heb dan een ander.
Ik weet waar ik vandaan kom en
dut dit allemaal maar betrekke
lijk is. Ik hoef me niks te verbeel
den".
Als ze hem eenmaal iets beter ken
nen, zullen ze snel weten wat ze
aan hem hebben, de Bastia-so
cios.