Elke partij in Leiden is verliezer na de 'formatie' 1 v's "R" van roofvis is weer in de maand. sport ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1978 LEIDEN - De stemming in de Leidse gemeenteraad bij de installatie van het nieuwe "college van burgemeester en wethouders eerder deze week was veelzeggend. Na de verbeten slijtageslag van drie maanden, met als onverwachts resultaat een geforceerde en ongewilde links/liberale coalitie van PvdA en VVD, ontstond nergens opgewonden vreugde en verkeerde geen enkele party in een blinde overwinningsroes. Dat kon eenvoudig ook niet: de Leidse collegevorming telt uiteindelyk geen echte win naars, er zyn alleen maar verliezers Het verlies in de Leidse politiek heeft verschillende gezichten. Voor CDA en D'66 is het simpel maar hard het verlies van de on derhandelingen en een plaats in het college. Het CDA stond van meet af aan onvrijwillig aan de kant en D'66 viel bij het bereiken van de haven genadeloos uit de boot. Voor de winnaars van de verkiezingen rest nul fortabele en vrij machteloze posi tie in de oppositiebanken. Voor PvdA en WD is het een ver lies op termijn. De winnaars van de onderhandelingen hebben voor het aangaan van hun unieke samenwerking andere partijen afgestoten en hun eigen voorkeur moeten verloochenen. Deze op stelling zal PvdA en WD on danks het binnenhalen de verkiezingen Door Kees van der Malen begeerde en riante wethouders zetels in de toekomst onvermij delijk opbreken. Breuk Voor de PvdA ligt het verlies in de breuk met de kleine linkse partij en, die bijna een breuk in de eigen fractie en in ieder geval een voortdurende tegenstelling in de eigen afdeling tot gevolg heeft De breuk in de fractie is (voorlo pig) voorkomen, maar de interne tegenstellingen in de partij zal steeds weer terugkeren. Voor de WD ligt het verlies in de ondergeschoven positie - twee van de zes wethouders - in het college. De liberalen zullen de prijs voor hun begerigheid naar de collegezetels in deze ongelijke verhouding voortdurend moeten betalen. En als ze in het college geen steun krijgen, zullen ze die bij afwezigheid van bondgenoten in de raad zeker missen. De PvdA moest voor het aangaan van de links/liberale coalitie het uitgangspunt van de linkse een heid laten vallen, de WD liet voor het bemachtigen van een plaats in het college het principe van een zo breed mogelijk sa mengesteld stadsbestuur vallen Het principe van de brede basis is in de praktijk zo krap mogelijk (met maar één partij) uitgewerkt De WD lijkt in deze oppositie het mikpunt te worden van een aan val op twee fronten. De liberalen kregen deze week al een harde Het Leidse college van PvdA en WD oppositie van het CDA aange zegd, moeten bedacht zijn op de natuurlijke tegenstand van de linkse oppositie en werden ver rast door een opmerkelijk koele en harde opstelling van de PvdA. De PvdA-fractie toonde zich een weinig kameraadschappelijke bondgenoot. De fractie gaf via zijn voorzitter Jit Peters openlijk uiting aan zijn weerzin over het samengaan van de liberalen (mis schien is het in de toekomst niet meer nodig") en sprak openlijk twijfel uit aan de kwaliteit van de WD-wethouders ("ze moeten het vertrouwen nog verdienen") Onfatsoenlijk Deze opstelling van de PvdA is be halve politiek ongebruikelijk en onfatsoenlijk ook twijfelachtig en halfhartig. De fractie misken de zo regelrecht het akkoord met de liberalen, dus de door henzelf geschapen politieke realiteit en koesterde ten onrechte de zelf verbroken linkse eenheid. Dat de Pvda de kleine linkse partij en aanriep om steun voor de toe komst was weliswaar zwak maar gerechtvaardigd. Dat de PvdA de WD openlijk afviel was behalve vreemd ook ten onrechte. De PvdA heeft zich zelf tot een ak koord met de VVD veroordeeld, ze zal nu de consequenties van die vrijwillig gekozen verbintenis moeten dragen. Drie maanden onderhandelen over het nieuwe stadsbestuur heeft zijn sporen in de Leidse politiek naar alle kanten achter gelaten De gevolgen vai>- de machtspoli tiek van de PvdA (de oude meer derheidsstrategie is in feite on verkort gehandhaafd en uitge voerd) en de 'regeerwellust' van de WD zijn in de vorming van het links liberalen college duide lijk zichtbaar geworden. De machtsstrijd rondom was minder zichtbaar, die werd voor een deel ook achter de schermen gevoerd De grootste strijd werd uitgevoch ten in de PvdA. Een deel daarvan - de tegenstellingen tussen afde ling en fractie - kwam naar bui ten, een ander deel - de machts strijd in de fractie - is minder voor het voetlicht gekomen Zwenking Eigenlijk tekende de zwenking van de PvdA naar rechts zich al vroeg af, zonder dat alle medespelers zich dat ook duidelijk bewust wa ren. Al in juni werd de positie van fractievoorzitter Leo Meijer - sterk voorstander van een linkse coalitie - wankel. Het bestuur verzette zich om persoonlijke re denen tegen hem en ook binnen de fractie kwamen bezwaren te gen zijn leiding. Als nieuwe troonpretendent werd Jit Peters naar voren geschoven. Leo Meijer werd op dat moment nog niet echt aan de kant gezet maar voorzichtig opzij gescho ven. De fractievoorzitter viel pas echt in ongenade toen zijn voor keur voor een links college niet langer parallel liep met de voor keur van onderhandelingssleider Hans van Dam voor de PvdA. Van Dam liet Meijer eenvoudig vallen, verleende hem althans geen steun meer als fractieleider en maakte de positie van Meijer kansloos. De gewezen fractielei der hield die eer aan zichzelf en stelde zich niet meer beschik baar. Daarmee was in de fractie de weg voor Jit Peters - gematigd links en voorstander van een coalitie met de WD - vrij en een belangrijke stap naar de coalitie met de WD gezet. Binnen de fractie onderging Leo Meijer snel een metamorfose. Als fervent pleitbezorger van een linkse coalitie veranderde hy binnen korte tijd tot een heftig verdediger van de samenwerking met de WD. In een poging om zijn eigen gezicht te redden, toonde hij zich onversaagd loyaal aan de liberale zaak. Machtsstrijd Deze naar buiten toe geca moufleerde machtsstrijd binnen de fractie was bij de beslissende keuze van de PvdA-fractie niet zonder belang. Toen de keuze in de fractie gemaakt moest worden en de zittende wethouders een links alternatief onmogelijk maakten door zich op voorhand niet beschikbaar te stellen, wis ten zij zich gesteund door de lei ding van de fractie. In de turbulente maanden van de collegevorming ontkwam ook het CDA niet aan interne verwik kelingen. De christen-democra ten zaten in de eindfase zonder kansen op een plaats in het colle ge, maar ook zonder (wegens vakantie afwezige) fractievoorzit ter. In de frustratie over deze kansloze positie werd de schijn baar onaantastbare positie van fractieleider Helmuth Driessen een moment bedreigd. Binnen de fractie ontstond sterke onvrede over de afwezigheid van hun leider in de beslissende maanden voor de politieke ver houdingen van de komende vier jaar. Een minderheid in de fractie had toenemende moeite met deze situatie en gaf daar ook uiting Onaangetast De gelederen in het CD A-kamp sloten zich echter snel toen de in terne tegenstellingen naar buiten kwamen. Ondanks zijn afwezig heid en zonder zijn invloed aan te wenden zag Driessen zijn positie op grote afstand onaangetast. De WD is intussen nog voor inter ne verdeeldheid gespaard geble ven. De race naar de wethouders zetels werkte verbindend binnen de fractie. De liberalen moeten nu alleen maar afwachten of de eigen achterban even ingenomen is met de veroverde - onderge schoven - positie. De afkeer in PvdA-kring over de liberalen is openlijk naar buiten gekomen en breed uitgemeten. De weerzin in WD-kring tegen de PvdA is minder geëtaleerd, maar sluimert onmiskenbaar. De "r" zit weer in de maand. In vroeger dagen was dat het sein voor zorgzame vaders en moeders om de fles met levertraan uit de kast op te diepen en de inhoud daarvan lepelsgewijs aan de kinderen toe te dienen voor het naar bed gaan. Meestal tot afgrqzen van die zelfde jeugd, die de smaak van het goedje maar wei nig wisten te waarderen.Tegenwoordig heeft die "r" een geheel andere betekenis gekregen. De "r" in de maand is voor de meeste sportvissers het sein om de jacht op de roofvis te openen. Zolang de zon nog hoog staat, de avonden lang zijn en de watertemperatuur nog stijgt is de belagen over gering. Veel r ling bestaat maanden voo brasem, 1 de roofvis te het algemeen leer belangstel- moet die scheiding van de seizoenen niet al te absoluut worden gezien. Daaraan heb ben we ons in het verleden al teveel schuldig gemaakt. Daardoor is het beeld ont staan dat de brasem een vis zou zijn die alleen in de zo mermaanden te vangen zou zijn. Niets is minder waar. Datzelfde geldt voor de kar per. De eerste maanden van het seizoen zijn meestal goede karpermaanden. Toegege ven. Maar wie de vangststatis tieken bijhoudt zal tot de ont dekking komen dat met name de oktobermaand bij uitstek een periode kan zijn waarin de karper aast. Andersom gaat die redenering eveneens op. Ook op een warme julidag is het best mogelijk om een snoek aan de haak te slaan. Nee, ik geloof dat het meer een kwestie van gevoel is, dan van vangstmogelijkheden. In dit artikel wilde ik wat dieper op het snoeken ingaan. En wel in het bijzonder de ver schillende manier waarop men deze rover aan de schub ben kan komen. Want daarin zijn nogal wat variaties mo gelijk. De vraag waar we de snoek het beste kunnen zoe ken is moeilijk te beantwoor den. Een vuistregel zou kun nen zijn dat de Esox lucius een voorkeur heeft voor hel der water omdat het een roof vis is die "op gezicht" jaagt en dus in troebel water weinig klaar kan maken. Vissterfte Die regel gaat meestal op, maar niet altijd. Zo heeft een vis sterfte in de Maresingel in Leiden enkele jaren geleden bewezen dat in dit stadswater knapen van snoeken rond zwommen. Van een meter en meer. En niemand zal willen of durven beweren dat de kwaliteit en de helderheid van het water daar nu zo op timaal zyn. Evenmin kan worden gezegd dat de snoek een voorliefde heeft voor polderwater, want snoek wordt evengoed ge vangen op uitgestrekte plas sen. Nee, u zult zelf uw speur zin moeten scherpen om Spinnertjes hoeven niet groot te zijn om grote snoeken te vangen,en ook een enkele haak is voldoende plekjes te ontdekken waar de snoek huist. Als ik mag af gaan op de indrukken die en kele snoekvissers hebben, dan is er de laatste jaren een opleving in de snoekstand in de omgeving van Leiden te bespeuren. Het zou het resul taat kunnen zyn van de uitzet ting van kleine snoekjes, die enkele jaren achtereen in een groot aantal wateren heeft plaatsgevonden. Wel is die snoek in de meeste gevallen wat aan de kleine kant. Dat houdt een belofte in voor de toekomst, zeker wanneer we ze na de vangst voorzichtig onthaken en terugzetten. Hoe ;n we nu op de snoek? De meest traditionele manier is het gebruik van de slee- phengel. In vroeger dagen was dat een lange knoestige stok waaraan een zeer dikke lijn met grote drijvers was be vestigd. De haak werd voor zien van een aasvisje en als de snoek had toegebeten werd die met een forse zwaai op de kant gegooid. Het woord "dril" stond in die dagen nog niet in een sportvisserslexi- Verfijnd De materialen zijn inmiddels verfijnd, maar het "slepen" is blijven bestaan. Nog steeds zie je hengelaars met flinke lange geringde hengels pol derslootjes "afstropen" op zoek naar de snoek. Heel vaak gebeurt dat op een weinig succesvolle manier. Dat is niet te wijten aan het mate riaal of het aas, maar aan de sportvisser zelf. Hij onder schat de waakzaamheid van de snoek evenals de voort planting van het geluid van voetstappen in een drassige bodem. Als de hengelaar namelijk te dicht langs de waterkant loopt, en dat is vaak de prak tijk, dan is de vis er al vandoor nog voor de visser de kans heeft gehad om het aas te pre senteren. Men jaagt als het ware de snoek voor zich uit. Vist u dus slepend dan is het vaak zover mogelijk van het water te blijven en zo zachtjes mogelijk te lopen. Een fout die helaas ook nog te vaak gemaakt wordt is het gebruik te grote drij- is uit het ver- aoekvisser het Herplicht was paar uit de te i Een erfen leden toen de sn aan zijn status a om op de lijn ee kluiten gewassen groen-witte drijvers te monteren. Niet be seffend dat ze zoveel weer stand veroorzaken dat vele aanbeten direct werden beëindigd omdat de hongeri ge snoek lont had geroken. Gebruik daarom bescheiden drijvertjes: Weidelijk Hoewel de laatste jaren veel propaganda is gemaakt voor het weidelijk vissen, zie je nog steeds snoekvissers bezig die als haak een drietandig exemplaar gebruiken. De dreg is kennelijk een onui troeibaar kwaad, hoewel ie dere hengelaar weet dat dit soort haken meer schade in de bek van een vis aanricht dan werkelijk nodig is. Daar om vanaf deze plaats nog eens een pleidooi voor het gebruik van de enkele haak. En als u het helemaal volgens de re gels wilt doen, knijp dan ook de weerhaken nog plat. Naast het vissen mot levend aas, is de laatste tijd vooral het vissen met kunstaas in op komst. Kunstaas is er in vele soorten: spinners, lepels, pluggen, wobblers, jigs om er maar eens een paar te noe men. Geen wonder dat som mige hengelaars door de bo dem het bos niet meer zien. Gevolg is dat ze kunstaas ko pen dat voor ons soort vissen totaal ongeschikt is. Neem bijvoorbeeld de verzwaarde spinners, waarmee je henge laars soms de polder ziet in trekken. Verzwaarde spin ners worden gemaakt voor stromend water en niet voor ondiepe poldersloten. Verder zie je ook nogal eens dat veel te grote spinners worden ge bruikt. Kennelijk aange schaft met de gedachte dat je met grote spinners ook wel grote snoeken zulen vangen. Maar ik verzeker u.dat er ka pitale snoeken te vangen zijn met bijvoorbeeld een Ondex- drietje Dan nog iets over de lepel. Er zijn vele soorten lepels in de handel, maar helaas zijn er niet al teveel goede. En onder goede versta ik dan lepels, die in het water de juiste bewe gingen maken om de bijtlust van de snoek op te wekken. Er zijn lepels, die veel te zwaar zyn en andere die een onjuiste vorm hebben, voor ons ondiepe viswater. Een goede reputatie op lepelge- bied heeft het merk Heintz. Zo goed dat er zelfs al verval singen in de handel zijn. Tenslotte nog een advies aan de gebruikers van kunstaas. Het is helemaal geen prestatie om een lepel of spinner een flink eind weg te smijten en weer binnen te draaien. Bedenk echter dat de afstand niet het belangrijkste is, maar de wij ze waarop het kunstaas wordt binnengvist. Meestal wordt een spinner of lepel te snel binnengedraaid, waardoor het kunstaas in minder suc cesvolle waterlagen belandt en de vis nauwelijks de kans krygt om toe te happen. En daar gaat het tenslotte om. ADVERTENTIE Fred Veltman Het aangewezen adres voor al uw hengelsport.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 27