Zwartkruis
moet eind
maken aan chaos rond
't Nederlands elftal
Eindelijk vaste koers
DONDERDAG 24 AUGUSTUS 1978
PAGINA 19
ZEIST - Eindelijk heeft de KNVB dan
toch een vaste koers uitgestippeld
rond het Nederlands elftal. Voor vier
jaar lang - tot en met het Wereldkam
pioenschap voetbal 1982 in Spanje -
is Jan Zwartkruis aangesteld als de
hoogste technische baas. Tot nu toe
leek het Oranjeteam alleen maar te
kunnen gedijen in chaos en improvi
satie want zonder een vaste bonds
coach stormde het nationale team tot
tweemaal toe naar een 2e plaats bij
het wereldkampioenschap. Maar het
is natuurlijk een misverstand om te
veronderstellen dat chaos en impro
visatie voorwaarden zijn voor succes.
Nederland bevocht die successen in
West-Duitsland en Argentinië on
danks en niet dankzij de desorganisa
tie. Er was steeds zoveel talent dat
ook zonder een gedegen voorberei
ding verrassende resultaten werden
behaald.
Legerofficier Jan Zwartkruis (52) staat
nu voor de niet geringe opdracht die
successen van het Nederlandse elftal
te continueren. De nieuwe bonds
coach heeft er in de afgelopen maan
den geen geheim van gemaakt: hij wil
vooral de jeugd een veel grotere kans
geven in de nationale selectie. Zijn
streven naar een verjonging van het
Oranjeteam leidde in Argentinië zelfs
tot conflicten metinterimcoach Ernst
Happel. Maar Zwartkruis kreeg pas
zijn zin toen routiniers als Neeskens,
Suurbier en Rijsbergen door blessu
res aan de kant moesten blijven.
De resultaten op Zuidamerikaanse bo-
dem bleken Jan Zwartkruis in het
gelijk te stellen want een nood eer
dwongen verjongd Nederlands elftal
vocht zich naar eclatante successen
in de WK-strijd: een forse overwin
ning op Oostenrijk, uitschakeling van
West-Duitsland en een geslaagde
sprong naar de finale door een over
winning op Italië. Maar nu de roes
van die successen is uitgewerkt reali
seert ook Jan Zwartkruis zich dat hij
het in de toekomst zonder de routi
niers toch niet kan stellen.
Eerst moet de legerofficier de eindron
de van de Europese titelstrijd in 1980
zien te bereiken. En nu al heeft
Zwartkruis laten doorschemeren dat
hij in die race de deur zeker niet zal
dichtgooien voor de routiniers. IJs
land, Zwitserland en Oostenrijk moe
ten worden uitgeschakeld om die
eindronde van het Europees kam
pioenschap te bereiken. Daarvoor
heeft ook Zwartkruis toch weer ster
ren nodig als Rob Rensenbrink, Jo-
han Neeskens, Ruud Krol, Wim Jan
sen, Johnny Rep, Ane Haan en de ge
broeders Van de Kerkhof. Zwart
kruis heeft bijna vanzelfsprekend nu
al laten weten dat hij Rob Rensen
brink toch weer over de streep wil
trekken. De Anderlecht-vedette bleef
tijdens het Argentijnse avontuur in
de schaduw van zijn eigen mogelijk
heden en voelt er eigenlijk weinig
meer voor om opnieuw op te draven
voor het Oranjeteam.
Zwartkruis mag dan nog zo'n voor
stander van verjonging zijn, toch
heeft hij zelfs een veteraan als Wim
Suurbier niet volledig afgeschreven.
Ook wil Zwartkruis talenten die niet
naar Argentinië wensten te gaan
(Ruud Geels, Jantje Peters, Willy van
der Kuylen, Jan van Beveren, Kees
Kist, Jonny Dusbaba) weef binnen de
kring van de Oranjeselectie trekken.
„Maar", zo heeft Zwartkruis bij her
haling gezegd, „de jeugd krijgt ten
minste gelijkwaardige kansen".
Zwartkruis heeft een formule bedacht
om én de routiniers én de aanstor
mende jeugd in de selectie te houden.
Hij is voorstander van vorming van
twee groepen van 24 spelers: èèn
groep voor de A-selectie en èèn groep
voor Jong-Oranje. Daarvoor heeft de
legerofficier de medewerking nodig
van de profclubs en inmiddels heeft
nij ai overleg gehad met deze „Oran
jeleveranciers". Door de vorming van
deze grote groepen (in totaal 48 spe
lers) komt er meer duidelijkheid want
de clubs weten nu met een aan zeker-*
heid grenzende waarschijnlijkheid
welke spelers op de nominatie staan
voor de selecties.
In dit opzicht heeft de ervaring Jan
Zwartkruis natuurlijk wijzer ge
maakt. Want eerder haakte hij af als
interim-bondscoach omdat hij te
weinig medewerking van de clubs
kreeg. Dat was onmiddellijk na de pe
riode waarin George Knobel de scep
ter als hoogste technische baas
zwaaide. Na de Europese kampioen
schappen van 1976 verdween George
Knobel in een sfeer van rellen van het
toneel. Zwartkruis werd toen te hulp
geroepen maar zag het ook al snel niet
meer zitten.
Dat in- en uitvliegen van bondscoaches
en interimcoaches was de laatste ja
ren eigenlijk geen uitzondering meer
Jan Zwartkruis, spiedend vanaf de bank. Toch gelijk gekregen
Een jaar voor de wereldkampioen
schappen in West-Duitsland (in de
loop van 1973 dus) was vaderfiguur
Fadrhonc nog de enige bondscoach.
Maar de KNVB dacht een sterke man
binnen te halen door Cor van der Hart
weg te kopen bij AZ'67. De praktijk
leerde echter dat het tweemanschap
Fadrhonc-Van Der Hart niet voldeed.
En vlak voor de WK-1974 verscheen
Michels aan het roer van het zwal
kende Oranjeschip.
Toen de finale in Munchen achter de
rugnwas mocht George Knobel pro
beren een vaste lijn te brengen in de
ontwikkeling van het Nederlands elf
tal en daarna was het een wijle de
beurt aan Zwartkruis die het echter
ook liet afweten. Na een soort „stad
houderloos tijdperk" mocht interim-
bondscoach Ernst Happel de draad
weer oppakken. Kortom, een jaren
lange, uiterst warrige en chaotische
begeleiding van het Oranjeteam.
Daarom is de situatie die nu is ontstaan
bijna uniek: de aanstelling van een.
bondscoach voor vier jaar waarbij
zelfs de mogelijkheid is ingebouwd
dat die bondscoach na afloop van die
vier jaar weer een nieuw contract
krijgt aangeboden. De KNVB kon die
vaste lijn uitstippelen omdat er een
uitzonderlijke figuur als Jan Zwart
kruis voorhanden was. Gereputeerde
trainers als Ernst Happel, Rinus Mi
chels, Spitz Kohn en Kees Rijvers la
ten het wel uit hun hoofd om zich te
wagen aan het ongewisse avontuur
van bondscoach in Nederland. Zij
geven veruit de voorkeur aan een
clubteam.
Maar de diplomatieke Zwartkruis is
langzamerhand in de rol van bonds
coach gegroeid. Voornamelijk als
trainercoach van het militaire elftal
leerde hij tal van vaderlandse sterren
kennen. En als interim-bondscoach
bleek hij het vermogen te bezitten het
vertrouwen te winnen van zowel de
gevestigde Oranjespelers als van de
aanstormende jeugd. Daarom lijkt
deze langetermijnplanning rond het
Nederlands elftal met Jan Zwartkruis
een veel grotere kans van slagen te
hebben dan bijvoorbeeld met zwijg
zame despoten als Michels'of Hap
pel.
Want niet alleen jeugdige talenten als
Poortvliet, Brandts en Wildschut,
maar ook routiniers als Rensenbrink,
Neeskens en de beide Van de Kerk-
hofs hebben binnen de Oranjeselec
tie een „praatpaal" nodig. En Jan
Zwartkruis is de „menselijke" bege
leider die zo'n praatpaal kan zijn. Hij
zal nooit - zoals bijvoorbeeld Rinus
Michels destijds - zeggen: „Een voet
baller is voor mij alleen maar een
Altijd zal de selectie voor het Neder
lands elftal wel een kwetsbare onder
neming blijven waarin conflicten en
rellen gemakkelijk kunnen uitbre
ken. Maar met Jan Zwartkruis is nog
de beste garantie voor rust binnenge
haald. Dat zal moeten blijken in het
zeer nabije voetbalseizoen waarin
niet minder dan acht interlands op
het programma staan. De eerste in
terlandwedstrijd ligt al weer dichtbij:
een kwalificatieduel voor het Euro
pees kampioenschap tegen IJsland
op 20 september in Nijmegen.
Door
Nico Scheepmaker
Hebt u, met het nieuwe voetbal
seizoen in zicht, nu ook zo'n
FC Amsterdam-gevoel? Zo'n
degradatiegevoel, alsof je
hetzelfde karwei opeens op
een lager niveau moet gaan
voortzetten? Een maandlang
hebben we in de hoogste
kringen vertoefd, zo niet lij
felijk dan toch in de geest:
Kempes, Passarella, Bettega,
Causio, Rivelino, Leao, Vi-
dela, Neeskens, Krol, dat wa
ren een maandlang onze ge
sprekspartners op voetbalge-
bied. We vonden het de ge
woonste zaak van de wereld
als Krol naar Rensenbrink
passte, deze de bal door
schoof naar Rep, die vervol
gens Neeskens met een hoge
voorzet bediende, maar die,
mooie tijd is voorbij. Ik zie
Krol in het nieuwe seizoen de
bal nog niet van Amsterdam
naar Brussel centeren, waar
na Robbie Rensenbrink een
lange pass naar Bastia geeft,
waar Johnny Rep de bal
prachtig doodmaakt, om hem
vervolgens naar Barcelona te
expediëren.
We zullen, net als FC Amster
dam, een stap terug moeten
doen. De namen in onze ge
spreksstof zullen voortaan
Lubse en Van Kraay zijn,
Gritter en Thijssen, Treytel en
Van der Lem, Zwartkruis,
Erkens en Krol. Dat is ook
niet niks natuurlijk, tenslotte
zijn we met onze voetballers
nu al vijf jaar tweede van de
wereld, en bondsoefenmees-
ter Jan Zwartkruis moet nu
vier jaar lang met gevaar voor
eigen leven Amersfoort door
kruisen op weg naar het al
even beruchte Zeist, dus je
kan niet zeggen dat het alleen
maar hond in de pot is wat ons
te wachten staat. Maar de
glamour van Argentinië is er
af. Van het drie-sterren-res
taurant zijn we weer in de
lunchroom van alledag te
ruggekeerd.
Nu kan het natuurlijk toch nog
best leuk worden, want van
de ruim honderd landen die
de wereld, als ik goed geteld
heb, telt, zijn we toch nog al
tijd tweede, en we zouden
waarschijnlijk beide keren
eerste zijn geworden als we
niet zowel in 1974 als in 1978
in de finale tegen de thuisclub
hadden moeten optornen.
Dat probleem kennen we in
de competitie niet, de
thuisclub is daar ook steeds
Nederlands, dus als Neder
lander winnen we altijd. Het
enige wat me na onze succes
sen op de wereldkampioen
schappen nog een beetje
stoort, is dat we het blijkbaar
nog steeds niet zonder bui
tenlanders kunnen stel
len.
Neem bijvoorbeeld Ajax. Arne
sen, Lerby, Clarke..., aardige
jongens, aardige voetballers,
maar als ze Nederlanders wa
ren, zouden ze toch nooit mee
naar Argentinië hebben ge
mogen? Ja, in hun eigen land
zijn het fikse voetballers, dat
zag je aan Willy Kreuz, die
voetbalde met het Oosten
rijkse elftal zoals hij nog nooit
in Feyenoord had gevoetbald,
totdat hij na enkele wedstrij
den tegen Nederland kwam,
en toen was het natuurlijk
snel met hem en zijn landge
noten gebeurd. Toen liep hij
opeens weer tegen een mootje
PSV en een mootje Ajax te
voetballen, en toen was de
snee er meteen weer uit. Wat
ik maar zeggen wil, is dit: hoe
vaak moeten we de finale van
het wereldkampioenschap
voetbal bereiken voordat we
over voldoende eigenwaan
beschikken om te zeggen:
leuke spelers, al die buiten
landse buitenbeentjes, maar
voor elke meer dan middel
matige Deen moeten we in de
eerste divisie of bij onze ama
teurs toch een gelijkwaardige
Nederlander kunnen vinden.
Gebruik alleen Nederlands
fabrikaat! Ik heb nu Voetbal
International van 4-9 augus
tus 1975 voor me, met alle ou
de en nieuwe contractspelers
van de eredivisieclubs voor
is domweg mislukt Dahlq-
vist, Aabech, Skipper, Ayre,
Wennmachers, Gluie. Laine,
en de rest zat op de reserve
bank of speelde mee. maar
had je door tientallen Neder
landse spelers uit de lagere
regionen met minstens het
zelfde resultaat kunnen ver
vangen.
Als ik met het voorgaande uw
nationale bewustzijn vol
doende heb opgepord, wordt
het tijd om te verklaren dat ik
het met het voorgaande niet
eens ben. Dat geldt niet mijn
kwalificatie van de buiten
landers die drie jaar geleden
onder contract stonden, en
van wie er zo'n vijftiental al
weer uit het Nederlandse
voetbal zijn verdwenen. Maar
wel vind ik dat het Neder
landse voetbal die paar injec
ties per elftal van buitenland
se spelers best kan gebruiken.
Het zijn natuurlijk niet alle
maal eendvogels, zoals Ralf
Edstroem of Jorgen Kristen-
sen of Kristen Nygaard, maar
ook als mindere goden kun
nen zij af en toe een iets ande
re kleur aan ons voetbal mee
geven. Neem bijvoorbeeld
Arnesen en Lerby, die jon
gens draaien toch aardig mee
bij Ajax. Hoewel, nu ik erover
nadenk, zijn zij in hun spel
heel wat Nederlandser dan
bijvoorbeeld Tahamata en
Tscheu-la Ling, terwijl die
toch, zoals de namen al aan
geven, volbloed Nederlan
ders zijn. En heeft Johan
Cruijff nu die typisch Neder
landse toets aan het Spaanse
voetbal meegegeven?
Laten we het er maar op houden
dat een goede voetballer nooit
weg is, of hij nu een Neder
lander of een buitenlander is.
Alleen wordt het tijd dat we
ophouden te denken: hij
komt uit het buitenland, dus
dan zal hij wel heel goed kun
nen voetballen. Want de rest
van de wereld denkt al jaren
lang: hij komt uit Nederland,
dus dan zal hij wel een super
be totaalvoetballer zijn! Ik
heb het ze zelfs zien denken
toen ze Van Agt uit het vlieg
tuig zagen stappen.
de aanvang van het nieuwe
seizoen 1975-1976. Dat is dus
drie jaar geleden. Zal ik alle
buitenlandse spelers er eens
uitpikken, voor de aardig
heid?
PSV: Dahlqvist, Deacy, Eds-
trom; Feyenoord: Kreuz,
Kristensen, Olsen, Ramljak:
Ajax: Steffenhagen: FC
Twente: Aabech, De Clerck,
Grosz: AZ'67: Nygaard; Spar
ta. Skipper; Telstar: Ayre; FC
Amsterdam: -; FC Den Haag:
Albertsen, Perazic; Roda JC:
Wennmachers, Ziegler; Go
Rettkowski, Vuskovic; MVV
Laine; FC Utrecht: Henrik
sen; Excelsior -; De Graaf
schap: -; NAC: Budisic;
Eindhoven: NEC: Kowa-
lik.
Enkelen van hen hebben het
werkelijk „gemaakt": Ed
stroem, Nygaard, Kristensen,
Budisic, Kreuz in zéker op
zicht. Een aantal behoorde tot
de nuttige medespelers: Ko-
walik, Ramljak (tot zijn bles
sure), Grosz, Steffenhagen.
Perazic, Ziegler. Een handvol*
Arnesen en Lerby (hier samen met Ruud Krolheel wat Nederlandser dan Tamahata en Ling.