Basis niet breed genoeg" 'OPGEBRAND BEN IK NOG LANG NIET' m 1111 Het komend seizoen wordt erg zwaar voor WÊÊÊr^w m IJzeren Rinus terug in de eredi visie DONDERDAG 24 AUGUSTUS 1978 Topjaren voorbij VOLENDAM - Vorig seizoen verraste Volendam vriend en vijand door als eredivisie-de butant te zorgen voor klin kende resultaten. De Volen- dammers, die kennelijk wer den onderschat, eindigden hoog in het klassement en lie ten erkende namen als Feye- noord, FC Utrecht en FC Den Haag ver achter zich. Wie thans een optimistisch Vo lendam verwacht, komt be drogen uit. De 27-jarige Dick Helling, die onlangs een driejarig contract tekende bij Volendam, ziet de aanstaande competitie zelfs met enige zorg tegemoet. „De tegen standers kennen nu de kracht van Volendam. Als ze voet ballen in Volendam zullen zij zich behoudend opstellen. Het maken van doelpunten zal Volendam dan ook veel meer moeite kosten. Daaren tegen kunnen de clubs, die Volendam ontvangen, reke nen op een tactisch meer ge degen tegenstand. Volendam zal dan ook op de counter spelen in uitwedstrijden, zo dat we wellicht dan wat meer punten kunnen pakken". Kortom, Volendam is voorzich tig. Dat moet ook wel, want de wijdbroeken verloren be kwame voetballers als Fred Andrè, Billy Bond, Hans Mol en Pier Tol. De eerste drie zijn met betaald voetbal gestopt, terwijl Tol overging naar AZ'67. Dat laatste zit Dick Helling erg dwars. Hij vindt dat de AZ-leiding erg slim heeft gehandeld door „Tol via handig zakendoen voor niets over te nemen". De Zaanse Volendammer bedoelt daar mee, dat AZ in ruil voor een paar oudere voetballers een jong Volendams talent kon overnemen zonder hiervoor een cent te betalen. Helling vindt niet alleen het vertrek van Tol een gevoelig verlies voor Volendam, ook het ver dwijnen van steunpilaar en ausputzer Fred Andrè, die nu trainer is geworden van Jong- Volendam, is een lelijke streep door de rekening. „Ik hoop dat Theo Vonk van AZ een goede plaatsvervanger voor Andrè zal zijn. Voorts heb ik bepaalde verwachtin gen van Eddy Kraal (ex-Tel star), terwijl uit Jong-Volen- dam naar de a-selectie zijn overgestapt de jeugdige spe lers Jan Karregat, Renè Tol en Toon Veerman", aldus Hel ling. Dick Helling is van rpening, dat Volendam clubs als NEC, NAC, Haarlem en Go Ahead Eagles toch achter zich moet kunnen houden. „Volendam is beslist niet minder dan deze ploegen, hoewel de verras sing van vorig seizoen er toch wel uitligt", ventileert Hel ling. Eind juli begon pas de eerste officiële training van Volendam op een bloedhete dag. Trainer Jan Mak gooide er meteen de zweep over, met als gevolg dat enkele spelers alleen al bij een middagtrai ning twee kilo lichaamsge wicht verloren... Perschef Pè Muhren waagt zich niet aan een prognose. „Het komend seizoen wordt erg zwaar voor Volendam. De te genstanders zullen zich niet meer laten verrassen. Maar we hebben een technisch goede ploeg en ik verwacht op z'n minst, dat we ons royaal kunnen handha ven". Pè Muhren betreurt het dat de gemeente Edam-Volendam de wijdbroeken afgelopen seizoen niet heeft gesteund. De accommodatie van Vo lendam moet hoognodig worden verbeterd. Vandaar, dat men bij de gemeente op steun heeft aangedrongen om de uitbreidingsplannen van Volendam te kunnen realise- ZWOLLE - Toen PEC Zwolle aan het eind van het seizoen '76-'77 op drie fronten de boot jammerlijk miste - in de finale uitgeschakeld voor de KNVB-beker, geen kam pioenschap van de eerste divisie en geen promotie via de nacompetitie door een iets slechter doelsaldo dan Volen dam - was het gejammer in de hoofdstad van Overijssel niet van de lucht. Zoveel tegenslag in zo korte tijd. Het werd bij PEC gevoeld als een mokerslag. Rinus Israel evenwel vormde een uitzondering op het geweeklaag in de Zwolse contreien. Bij hem overheerste meer het gevoel van: 't-is-jam- mer-maar-helaas. Die berusting bij Rinus Israel in het voor PEC com pleet mislukte seizoen is snel verklaard. Na acht jaar Feyenoord, de tijd waarin hij bij de Rotterdammers beslag legde op de Europa Cup, een carrière als international die er zijn mag, besloten met een wereldkam pioenschap in West-Duitsland, kon Israel zich niet meer zo druk maken met wat teleurstellingen. Heini Otto belangrijkste versterking FC Twente „Ik verbaasde me eigenlijk wat over mijn houding", legt de inmiddels 36-jarige veteraan in het betaalde voetbal uit. „Juist omdat ik ook in dat jaar alles gaf in de competitie. Ik ben prof genoeg om een kampioen schap leuk te vinden en om te balen als ik er naast grijp. Maar toch was die gelatenheid er. Komt denk ik toch door watje allemaal gezien hebt in de voetballerij. En dan ga je naar PEC. Dat kon ik niet als een promotie beschouwen. De andere mentaliteit. Het maakt dat je je wat minder betrokken voelt met de club" Meer betrokken Hoe anders reageerde PEC's aanvoerder aan het eind van het afgelopen seizoen toen de Zwollenaren opnieuw een van de kandidaten voor pro motie naar de eredivisie waren. De gelatenheid maakte plaats voor het fanatisme dat Rinus Israel ook aan de dag legde in zijn Feyenoord-pe- riode als er titels en cups voor het grijpen lagen. „Ja, ik voelde me het afgelopen seizoen veel meer betrokken bij alles wat zich binnen de club afspeelde. Ik dacht nee, niet nog een jaar waarin alles mislukt. De vlam sloeg ook over naar mij. Ik heb ook vreselijk hard gewerkt. Op de trainingen in het veld. Ik heb nooit mijn snor gedrukt, maar ik gooide er dit jaar een extra schepje bovenop. En toen het lukte, toen we kampioen werden stond ook ik te glunderen" „Alleen heeft de pers hier er wel van gemaakt, dat dit kampioenschap me meer deed dan het behalen van de Europa Cup met Feyenoord. Dat is natuurlijk onzin. Ach, ze vragen ernaar na de wedstrijd en dan zeg je zoiets in een jolige bui. Ik vond het schitterepd, maar niet te vergelijken met een Europa Cup. Moetje dan zeggen datje er geen reet aan vindt kampioen worden met PEC?" Nu, aan de vooravond van zijn vierde seizoen bij PEC - het vertrek bij Feyenoord werd eerst nog gevolgd door èèn seizoen bij Excelsior - geeft Rinus Israel zich rekenschap van de mogelijkheid dat zijn come-back in de eredivisie het levensgrote risico van de afgang inhoudt. Bij PEC heeft hij de achterliggende driejaar in de eerste divisie voor een groot deel op zijn routine kunnen teren. Hij compenseerde er voorzover dat nodig was de sleet mee in zijn snelheid en reactievermogen. Maar straks, voetbal lend op een niveau hoger, zou de routine opgedaan in totaal zestien jaar betaald voetbal wel eens ontoereikend kunnen zijn, om het gemis aan scherpte te verdoezelen. ENSCHEDE - Het is Spitz Kohn nooit met zoveel woorden gezegd. „Maar toch voel ik gewoon, dat het bestuur op nieuw een top-klassering verlangt, die FC Twente ander maal recht moet geven op deelneming aan een Europees bekertoernooi" Want de jaren dat Europees bekervoetbal in Enschede louter werd gezien als een welkome onder breking van het competitiestramien, behoren inmiddels voorgoed tot het verleden. Ook voor FC Twente is het Europa-Cupvoetbal inmiddels een bittere noodzaak. Slechts op die manier kan het toekomstige evenwicht gehandhaafd blijven tussen inkomsten en uitgaven. Israel: „Ik weet niet of dat zo is. Vergeet niet dat het voetbal in de eredivisie achteruit is gegaan. De topjaren zijn voorbij. Ik ben er heilig van over tuigd dat ik me kan handhaven. Charly Bosveld kan het, dus-waarom ik niet. En ik voetbal trouwens niet alleen. We zijn met elf man. En we hebben een ploeg van jongens die er tegenaan willen. Er loopt klasse genoeg rond voor een goed seizoen. FC Utrecht, NEC, Den Haag, Volen dam. Dat zijn clubs waarvoor wij niet onder doen. Ach, we komen tekort voor het hele grote werk, maar PEC heeft de ploeg om tegen een Feye noord of Ajax voor een verrassing te zorgen en ik kan mijn steentje daartoe bijdragen. Nee, opgebrand ben ik nog lang niet" Niettemin voelt Israel dat het einde van zijn imposante voetbalcarrière aanstaande is. „Het is zeer twijfelachtig of ik er na het komende jaar nog een seizoen aan vastplak. Op grond van mijn capaciteiten geloof ik dat ik best nog twee jaartjes zou mee kunnen. Maar de vraag is of ik de accu na dit seizoen weer voldoende kan opladen. Zoals de zaken er nu voorstaan stop ik er volgend jaar mee. Zestien jaar, het is welletjes geweest. De spanningen die vreten aan je. Dat heb ik de laatste maanden gevoeld, toen we vochten om het kampioenschap. Je mocht geen punten verspe len. Stonden we achter dan ging ik mee naar voren. Een doelpunt force ren. Die rompslomp, die haalde je op je hals. De druk was toch groot. Zeker voor mij. Als aanvoerder voel je je verplicht een stempel op de wedstrijd te drukken. Ik weet niet of ik dat nog langer dan een seizoen kan opbrengen". Toch met plezier Terugblikkend op zijn loopbaan in het betaalde voetbal en met name op de glansrijke periode bij Feyenoord overheerst bij Rinus Israel een opmer kelijke nuchterheid. Drie seizoenen eerste divisie hebben hem niet doen terugsnakken naar de gouden tijden van weleer. „Ik beschouwde het spelen in de eerste divisie als een stapje terug, maar heb het toch met plezier gedaan. Nee, eigenlijk nooit dat gevoel gehad van: wat.jammer- dat-demooie-tijd-voorbij-is. Dat moet je ook niet doen. Als je werkt beleef je leuke dingen en minder leuke. Dat hoort erbij. Het heeft geen enkele zin om te gaan zwijmelen over toen. Daarom houd ik het ook zolang vol. Het zegt me niet zoveel meer. Feyenoord was een eldorado voor mij. Was. Nu staan er weer andere dingen te gebeuren". Dat FC Twente in e waarin het sportief weinig reden tot klagen had desondanks de boeken afsloot met een nadelig exploitatietekort van bijna 300.000 gulden wijt FC Twente aan een aantal externe omstan digheden. Blessures Waarbij de tegenvallende bezoe kersaantallen (gemiddeld bijna 11.000) vanzelfsprekend het zwaarst wogen. Gelet op de som bere financiële positie van het jaar daarvoor, toen FC Twente op een begrotingstekort afstevende van ruim 700.000 gulden, lijkt de Twentse ploeg echter op de goe de weg. FC Twente gaat het tweede jaar in van een driejarenplan dat niet alleen naar een gerenoveerde ploeg moet leiden, maar waarbij het belangrijkste uitgangspunt is dit seizoen quitte te spelen. Veel zal daarbij afhangen van de spor tieve prestaties. „Het verwach tingspatroon ligt hoog", onder kent Spitz Kohn, „maar ik laat het aan anderen over om te oor delen of het te hoog ligt". Feit blijft in elk geval, dat er oneven redig hoge verwachtingen wor den gesteld aan een ploeg, die in feite slechts op èèn plaats (Bert Strijdveen) werd versterkt. De aankoop van Heini Otto kan immers in feite niet als zodanig gelden, omdat Spitz Kohn voor alsnog niet kan beschikken over Arnold Muhren, die zijn contract niet verlengde. Voeg daarbij het wegvallen van de medisch afge keurde Henk van Santen en het psychische vraagteken Jaap Bos, en dan kun je niet tot een andere conclusie komen, dat de A-selec tie uiterst krap van samenstelling is. Spitz Kohn zal het niet ont kennen, te meer omdat FC Twen- tes trainer maar moet afwachten in hoeverre de dertigers Drost, Van der Vall en Van Ierssel het enthousiasme kunnen opbren gen om nog èèn seizoen alles te geven. Kohn: „Dat is het kardi nale punt. Hebben die drie nog de kracht om er nog èèn seizoen flink tegenaan te gaan, dan zal dat zonder twijfel een stimulerende uitwerking hebben op de jonge- In het geval FC Twente echter ge plaagd zou worden door hard nekkige blessures, stapelen de problemen zich op. Want in feite beschikt Kohn over onvoldoende alternatieven om vitale posten in het elftal, zoals die nu bezet wor den door Drost, Overweg en Grit- ter op te vullen. Vooral in dat op zicht is de selectie erg krap, ten minste voor een club die de ab solute top nastreeft. Kohn be denkt: „In het afgelopen seizoen is alles hartstikke gunstig verlo pen, omdat we vrijwel steeds met dezelfde ploeg konden spelen. Maar dat is een geschenk uit de hemel. Daarom kan iedereen ook gemakkelijk roepen dat de af- en opbouwperiode waarmee FC Twente nu bezig is prima is ver lopen. Maar er hoeft weinig te ge beuren of we zitten meteen in de problemen" Dat FC Twente ondanks de finan cieel weinig florissante positie van dit moment desondanks nog in staat was twee spelers van ere divisie-niveau (Otto en Strijd veen) aan te trekken, dankt de Enschedese club aan buiten staanders: een groep zakenlieden (Club van Tien) die een bedrag van èèn miljoen gulden bijeen bracht om de ploeg te versterken. Daarnaast leverde de „gouden actie" die tot doel heeft jeugdig talent aan FC Twente te binden, drie spelers op, die voorlopig in de a-selectie zijn opgenomen: Smand (Hoogeveen), Loovens (HOV Rotterdam) en Scheve (FC Groningen). Die steun van bui tenaf is er dan ook verantwoor delijk voor, dat Spitz Kohn wat meer alternatieven achter de hand heeft dan in het voorbije Maar naar topclubbegrippen gere kend is de situatie nog allerminst ideaal. Met als gevolg daarvan, dat FC Twente vermoedelijk ook het komende seizoen nog niet die speelwijze kan hanteren die Spitz Kohn voor ogen staat en waarbij het accent sterk moet worden verlegd naar snelheid. In de voorbije jaren werd FC Twente meermalen verweten dat de ploeg een breedte-syndroom heeft. Het is vrijwel iedereen ont gaan, dat er met de komst van Thoresen en Wildschut duidelijk meer diepte in het Twentse spel is gebracht. Maar optimaal is het nog niet. Kohn zal de eerste zijn om dat te beamen. Etiket „Het is kennelijk moeilijk om dat etiket kwijt te raken", schampert Kohn. „Ik wil best toegeven, dat het breedtevoetbal op zeker mo ment bij ons de overhand had, maar kennelijk is het iedereen ontgaan, dat FC Twente in de Kohn op de schouders. loop der jaren wel gedwongen werd om zo te gaan voetballen. Met het vertrek van de Van de Kerkhofs, Zuidema en Notten verloren we niet alleen kwaliteit maar vooral snelheid. Daar kwam nog eens bij dat spelers die jaren achtereen het speltype van FC Twente hebben bepaald een jaar tje ouder werden. Jongens als Van Ierssel en Drost zullen het voetballen nooit verleren, maar zij hebben wel belangrijk aan snelheid ingeboet. En dat gaat automatisch ten koste van de aanval". FC Twente bevindt zich derhalve ook nog steeds in een opbouwfa se, maar Kohn zal de prestaties toch andermaal centraal moeten stellen. Ook daarmee heeft hij in zoverre vrede, dat zoiets niet ten koste mag gaan van het uiteinde lijke streven om binnen twee, maximaal driejaar een ploeg af te leveren, die zo'n zes, zeven jaar bij elkaar kan blijven en dan de aanloop kan doen naar een blij vende toppositie. Kohn ten slot te: „Maar zover zijn we nu nog niet. FC Twente is geen PSV. dat spelers heeft om iedereen te laten gaan wanneer het dat wil. Ver geet bovendien niet, dat FC Twente niet altijd de eerste keus kan aantrekken. Zondervan en Brard hadden bijvoorbeeld mijn voorkeur boven Strijdveen. Niet omdat Strijdveen kwalitatief zo veel minder is, maar Zondervan en Brard zijn beiden iy tegen Strijdveen 24, en die twee hadden gewoon beter gepast in de op bouw die mij voor ogen staat". Rinus Israël - glunderen na kampioenschap van PEC Zwolle.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 17