De meedogenloze commandant Welke toekomst heeft de kerk? Blik in de weekbladen EISEVIERS HP deTijd DONDERDAG 17 AUGUSTUS 1978 PAGINA 15 Het Geweten van de Neder landse Natie, de Busken Huet van de Literaire Kritiek, de Peetoom van het Moralisme anno 1978: dat zijn voor de hand liggende benamingen waarmee men onze beste se cundaire auteur van dit mo ment, Gerrit Komrij, kan om schrijven. Zelden heb ik zo fluks de pyjama uit- en het nette pak aangetrokken als toen ik me zijn nieuwste bun del "synopsis", Papieren Tij gers" (De Arbeiderspers 1978), aan wilde schaffen voor de uitzinnige meute uit. Een waarachtig groot schrijver, deze Komrij, althans waar hij zijn schrijnend licht laat schijnen over wat er zoal mis is in de Nederlanden; daar naast schijnt hij ook gedicht jes te schrijven, maar daar hebben we het nu niet over. Wie zich zijn dodelijke bundel "Treurbuis"-kritieken herin nert onder de titel "Horen Zien en Zwijgen" (wie niet?), verkneutert zich al bij lezing van het motto (naar William Blake): "The tigers of wrath are wiser than the horses of instruction". Het is handen- wrijven geblazen. De aanloop tot het grote kanon gebulder is wat zwak: licht en verspreid mitrailleurvuur in. de richting van Pietje Bell (mét veel missers en kenne lijke desinteresse ten aanzien van het kleine voetvolk), sex- boekjes (waar Komrij weinig raad mee weet), stereoscoop- plaatjes (een losse flodder), misselijk makende tijdver schijnselen als de bladen "Story" en "Privé" (goed ge mikt en een voltreffer), wordt besloten door een hoogstko- mische eenmansdialoog "over de elite" (stompzinnig doorvuren als iedereen al bij de Kadi-wagen gevulde koe ken hapt). Lunchpauze De lunchpauze van de Komrij- stoottroepen duurt voort een hapje Art Deco, een stukje Er- té, kruimels binnenhuisarchi tectuur. Dan wordt het de Commandant recht ernst. De lichtere tanks zetten zich in beweging (over misdaadlite ratuur, een plotse vlammen werper op Joegoslavië als "gastvrij" vakantieoord), onmiddellijk gevolgd door een slinks oprukkend corps mariniers met als doelwit Je roen Brouwers' anecdotische "Zachtjes knetteren de lette- Na een gematigde schijnaanval op de inhoud van Brouwers' roddels volgt de vernietiging van het slachtoffer door een handig opgestelde sluip schutter De Commandant heeft een éigen anecdote in petto: "Het gaat toevallig over de samensteller van dit boek en het veelgeprezen won derkind Adriaan Venema Ik (Gerrit Komrij) zag eens in een boekenstalletje in de Mol- steeg te Amsterdam het boek Een sterfgeval in Duitsland van Adriaan Venema, en in dit boek las ik als opdracht: "Voor Jeroen Brouwers. Mijn vriend na één nacht". Erg leuk is het niet, ik weet het, en ik herinner me ook nauwe lijks of het niet omgekeerd was, of de opdracht niet in een boek van de ander stond. Ja, het is een stomvervelende anecdote rustig-aan! Maar ze beantwoordt aan de roddel zucht van enkelen aan het peil van een anecdotenboek over Nederlandsche schrij vers en, wederom denkend aan die ene nacht met iemand die al na veertien dagen de bibliofiele herinnering eraan, gaat verpatsen, aan horizon taal collectivisme. Nee, het was toch omgekeerd, bedenk ik me nu. Het was een boek dat door Adriaan Ve nema was verpatst. Die jon gen verkoopt van alles." (p. 103). Pats! Twee vliegen in één klap! En walst de Komrij-militie over de Vijand, de Laffen en Onbekwamen, de Hypocrie ten en Zeurpieten, zo verplet tert de Commandant Leugen en Bedrog waar ook ter Ne derland. Rijstebrij Us we voorbijgaan aan de co- prafagische en petomanische (alles over stront en scheten) verpozingen als "Met een broek vol strond de wereld rond" etc. (sorry, Maestro, die rijstebrij lust ik niet), berei ken we het hoofdkwartier van de Vijand. We zien de slach ting met bajonet, de handgra naat, de blote sabel of de sim- Gerrit Komrij pele wurging van haar gene raals: H. M. van der Zeyde (in haar monomane verdediging van de dichteres Ida Ger- hardt), Jacques Hamelink (overste Bullebak) en vooral Harry Mulisch, die in een fan tastische, kortstondige schermutseling Komrij's ge vreesde Rapier recht in zijn hart terugvindt (lees de ach terflap!). Huub Oosterhuis (katholieke- rig dichter) heeft geen schijn van kans: "Voor Oosterhuis dus onomwonden de dood straf! Kijk, in zijn vroege bundels was hij nog een zéér middelmatig dichter die het van zowat iedereen afgeke ken had, nog het meest van de slechtsten (p. 131). Het zelfde lot wacht reetlikker Dirk Ayelt Kooiman, debu tant J. J. Groeneboom ("Het is theewaterliteratuur; een teil vol lauw water waar een boom van een kerel met een oplawaai van jewelste een piepklein theebuiltje door heen heeft gejaagd") en (ein delijk! eindelijk!) de Vijfti- Ondanks een korte sprint ont komt ook Foei Aos (Habakuk II de Balker) zijn noodlot niet: "Wie ze schrijft, hij schrijve voort. Hoe slaapverwekkend door overdaad het boek ook is, door af en toe terugkeren de uitschieters in de woor- denkolk van ordeloze gebeur tenissen is het een roman ge worden van een, zoals dat heet, "geboren verteller" Zwijg is een dynamisch, vi taal, revolutionair, rein, over donderend boek. Nou ja, ik hou niet van dynamische, vi tale, revolutionaire, reine en overdonderende boeken." (p. 165). Heeft de Commandant van de Armée-tegen-Leugen-en-Be- drog, deze Komrij, deze starre beroepsmilitair dan geen en kel mededogen9 Toch wel. Wreed is hij niet, en hij her kent een capabel mens als hij die tegenkomt. Hij laat ze het leven, al dan niet door senti ment bewogen: Bob den Uyl, Hans Vervoort, Maartje Luc- cioni en vooral Gerrit van de Linde ("De Schoolmeester" uit de 19e eeuw), in wie hij een compatriot herkent, behou den het vege lijf. Mits beter schap beloofd wordt. Ook de Oegestgeester F. B. Hotz ont snapt middels een schitte rend, gefingeerd telefoonge sprek het vuurpeloton. Betweter? Wie is Gerrit Komrij? Een ras sadist? Een betweter? Een gefrustreerd dichter? Drager van een zotskap? Een botte beroepsofficier? Dat-ie verle gen is (Aad Nuis), is een bele digende en laffe omschrijving Komrij's eer te na, dunkt me. Het kost Komrij misschien moeite ?ich te geven aan het volk, maar hij schuwt die zelfoperatie niet - voor wie le zen kan. Een mensenhater wordt hij genoemd, wellicht terecht, maar hij weet het zelf: zijn oordeel en veroordeling worden soms vertroebeld wanneer hij te maken heeft met - naar zijn idee - gelijkge stemden. Een triest voor beeld van dezen, expres tot het laatst bewaard, is de infantiele papzak Loesberg, Propria Cures-redacteur, schrijver en Grote Belediger (zoals ieder recent op de TV heeft kunnen aanschouwen): Loesberg de Incompetente, Loesberg de Leugenaar, l Loesberg de Bedreiger - uit gerekend Loesberg kan Komrij niet vernietigen, van de aardbodem wegvagen. Het is de inhoud van Loesbergs "Enige defecten" die Komrij bevallen: mensenhaat, des tructie etc.: "Haat jegens ou ders, haat jegens het huwe lijk, haat tegen kinderen; ti rades tegen dommen, tegen Belgen, tegen onvolmaakten, tegen vrouwen, tegen debie len (p. 185). Loesberg-de-Poseur. Ware Komrij niet de ontmaskeraar van Leugen en Bedrog, hij zou Loesberg blind aanbid den. Immers, wat Loesberg afwijst, vermoordt, is ook wat Komrij - o zo graag - tot pulp zou stampen? En dan toch, Komrij als magistrale criticus "Nu ja, een knappe structuur, die betere lezers en ontleders waardig is dan ik. Zelf genoot ik vooral van de walgelijke consequentheid, de vernieti gende opmerkingen over het mensdom, de irritante en derhalve verfrissende betwe terij, de ruïne-achtige stijl, zo heel anders dan we gewend zijn, hortend, maar leesbaar, de valse onbetrouwbaarheid. Ik weet eigenlijk toch niet of juist ik u dit boek wel mag aanraden." (p. 188) Mijn hemel, een nachtmerrie: Komrij die een voorbeeld neemt aan Loesberg! SOS! Maar het zal er niet van komen. Komrij bewijst zijn strijd al léén aan te kunnen, zonder in het hoofdkwartier veilig te schuilen. Het is onze plicht Komrij innig lief te hebben, deze zwaarmoedige don qui- chotte. Ik hoop niet dat hij zich, eenzaam op het veld van eer en doden, achtergebleven, radeloos voor de kop schiet. ROB VOOREN PS - Beste Gerritik weet dat je het druk hebt (een hoop schrijverij en zo), dus ik hou me wat in: is het érg veel ge vraagd je volkse uitgeverij (de "arbeiderspers", niet waar?) eens ferm met een knuppel op de vingers te tik ken? Ik maak er nauwelijks een punt van, hoor, maar om bijna 30 piek uit te geven voor een (jóuw) boek dat na één keer lezen uit een stapel losbladig drukwerk bestaat, dat lijkt me toch wat overdre ven in de gebruikelijke volks verlakkerij. Komaan, een paar centen meer voor góeie lijm, dat kan er toch wel van af? Anders moet ik de rommel vastnieten en aan een koordje in de WC hangen, naast de Bescheur kalender - op zich óok een prima idee. Doe je een goed woordje voor ons? Alvast be dankt, hoor Rob Woensdag 9 augustus volgde ik op de kleurentelevisie het uit gebreide verslag van de tocht die met het stoffelijk overschot van paus Paulus VI gemaakt werd van Castel Candolfo naar de Sint Pieter te Rome Het was wat je noemt een uit vaart door een prachtige landstreek in de langzaam ondergaande zon. Een uit vaart van een man en hope lijk van een tijdperk. Voorop reden de witte protseri ge majorettes van de Ita liaanse carabinieri. Daar achter bewoog zich als een glimmende tor de lijkwagen Onhandig naar links uitwij kend dan weer naar rechts zelden het midden houdend. Langs de weg vooral in Rome stond voorop breed gebarend de politie en daarachter dui zenden grauwe nonnen die ondanks hun nederigheid bij dit soort plechtigheden altijd voorop te zien zijn. Daarach ter de gewone Romeinen met wat kleurige toeristen die het vooral ging om een mooi shot. Bij de Via della Concïliazione werd hij opgewacht door een vrij schamele groep uit de 119 kardinalen die de nieuwe paus zullen moeten kiezen allemaal in het kardinaals rood, bisschopskruis aan en brandende kaarsen in de hand. In de Sint Pieter werd de paus weer uitgestald, omgeven door de vreemd uitgedoste Zwitserse Garde, hune rode clowneske pakken aan die mij doen terugdenken aan het handjevol Nederlandse Zouaven, die onder leiding van Pieter de Jong uit Lutje broek het pauselijk grondge bied moesten helpen verdedi gen. In zo'n soort pak is Pieter de Jong vereeuwigd in Ou denbosch vóór het kitscherig namaaksel van de Sint Pieter te Rome. Duizenden Romeinen trokken daar per uur langs om iets van dat skeletachtige man netje te zien. Een grote mijter op dat magere hoofdeen voorhoofd vol diepe rimpels en verder zijn er een paar handen zichtbaar, eigenlijk wat knokels, moeizaam in el kaar gestrengeld. Onder het gewaad is een magere gestalte zichtbaar. Heel het figuurtje spreekt van een waarlijk do delijke uitputting. Dat was een plechtige begrafe nis, voor het eerst buiten op het Sint Pietersplein. En ivaartoe dit alles, vraag je je in arremoede af. Al die opge legde protserige bombarie en luxe van mijters en dure ge waden en kelken en gouden schalen rond deze man, die volkomen ten onrechte ge noemd wordt de plaatsbekle der van Christus. In de Sint Pieter worden door lopend lijkmissen gecele breerd voor zijn zielerust. Heidenser en onwaarachtiger kan het niet. Wat is zielerust? En wat is een lijkmis? Voor wie terugdenkt aan de avond dat Jezus met zijn leerlingen bijeen was om het Pascha te vieren en de leerlingen vroeg dit voortaan te blijven doen tot gedachtenis aan Hemis de combinatie onbegrijpelijk. Deze paus heeft het niet meege zeten. Na de misschien wat overtrokken populariteit van zijn voorganger stond hij ook wel voor een onmogelijke op- Door Piet Wesseling gave. Daarbij kwam dat hij niets mee had. Hij was een ernstig maaglijder, zeer men senschuw, studeerde zelfs tij dens zijn seminarie thuis, moest na zijn priesterwijding zijn juridische studie onder breken voor een ongelukkig verlopen kerkelijk zending in Warschau, bleef verder in di plomatieke dienst tot Pius XII hem benoemde tot aartsbis schop van Milaan. Daar werd hij de rode bisschop genoemd, maar populair was hij aller minst. Een grote afstande lijkheid tot de mensen heeft hij nooit kunnen c Zijn voorganger genoemde hem tot kardinaal en hij verbleef daarna tot zijn pauskeuze in Rome. Hij was angstig en zeer scrupuleus en traditioneel ka tholiek opgevoed. Het geloof was een berg van onver murwbare granietblokken, zoals de onfeilbaarheid van de paus, de onwrikbaarheid van dogma's, de eenheid tus sen kerk en staat, de zuiver heid en het celibaat. Voor en boven dit alles de goddelijke natuurwet, helemaal in de schepping verankerd. Straks gaat de pauskeuze be ginnen. Men is hevig bezig de kaarten te schudden. Over heel de katholieke wereld zijn er verschillende stromingen te ontdekken waar het de keuze betreft. Een eerste groep wenst dat men zo sterk mogelijk en met behulp van alle beschik bare krachten terugkeert naar het oer-traditionele ge loof in al zijn door de traditie geheiligde uitingsvormen. De gelovige heeft er zich maar bij neer te leggen, anders kan hij gaan. Al te lang zijn de teu gels van een onverantwoord liberalisme gevierd. Orde en wel moeten de mensen tegen zichzelf beschermen. Naast de goddelijke geboden en verbo den is er de heilige traditie waaraan ieder evenzeer heeft te gehoorzamen. De tweede groep verwijt de kerk haar verfoeilijk traditiona lisme. Alle moderne uitvin dingen horen zorgvuldig in gebouwd te worden in de ge loofsinhoud. Talloze vroeger als goddelijke wetten geac cepteerde waarheden zijn allang verworpen. De mens heeft zijn verstand niet voor niets gekregen. Dank zij de duizelingwekkende vaart van de medische wetenschap zijn er nog maar enkele ziek tes over waartegen men ab soluut geen verweer heeft. Het is heel mooi om over vrede en gerechtigheid en de rechten van de mens te spreken, maar het is belangrijker ter plekke aanwezig te zijn en overal te helpen waar dit mogelijk is. Hel geloof in God is ondenk baar zonder liefde voor de evenmens. Een derde groep, ogenschijnlijk in getal de meeste mensen om vattend, heeft zich al teleurge steld van elk geloof afgewend Deze groep verwacht alleen nog heil van een steeds verder oprukken van alle vormen van menselijke wetenschap. Welke kant kunnen wij nu nog uit waar het om ons geloof in de Kerk gaat. Het gaat in we zen niet om de vraag of het instituut rooms katholieke Kerk traditioneel moet blij ven of dat het instituut pro gressieveren linkser zich moet gaan opstellen. De vraag waar alles om draait is: heeft het machtsinstituut van de Kerk nog recht van bestaan? Pater Jan van Kilsdonk s.j verwoordde enkele maanden geleden in De Populier te Am sterdam tijdens een forumge sprek over de vraag "Halen de kerken 1984?" het probleem op zijn eigen scherpzinnige wij ze: "Waar die officiële kerk mee tobt, de laatste twintig jaar, dat is met het volstrekte verlies van elk begaafd kader. Er is niets meer over, tenzij schijn en masker. Je hoeft maar te tellen. Dit is geen me ning. maar een berekening, dus veel eenvoudiger en veel ombarmhartiger. Het is één grote vertoning, bijna niets anders. En dan is er van een begrijpend meeleven van de leeftijdsgroep tussen twintig en veertig ook vrijwel niets over, noch bij de studerende jeugd noch bij de arbeiders jeugd. Die laatste zogenaam de "schare" staat ook niet voor de kerk." Eerst zal er grondig en voortva rend puin geruimd moeten worden en dan: op zoek naar de nieuwe kerk. Een groepje mensen, zomaar bijeen op een doordeweekse avond in Argentinië, maakt zich bezorgd over wat er om hen heen allemaal aan de hand is. De gruwelijke getui genissen stapelen zich op. Een van de aanwezigen zegt Christus na alsof het op dat ogenblik voor het eerst ge beurde: "Waar twee of meer samen zijn in mijn naam, ben ik hun midden." Ze nemen wat voedsel en drank tot zich en de ene zegt weer: "Lieve vrienden,Hij isvan onsen wij zijn van Hem. Wij houden vol. Amen." De oude kerk op het Sint Pie tersplein sterft en in Argenti nië wordt een nieuwe kerk ge boren. L/n VRIJ NEDERLAND De tiende verjaardag van de onder drukking van de Praagse Lente door de Russen en de dood van paus Paulus met speculaties rond zijn opvolging, zijn twee onder werpen die deze week in het grootste deel van de weekbladen worden behandeld. Vrij Neder land heeft daarnaast nog een le zenswaardig artikel over "De verlammende, oppervlakkige, overambitieuze, zeurderige lei ding van de PvdA". Wouter Gort zak, directeur van de Wiardi Beekman Stichting licht daarin zijn eigen partij door. "De Partij van de Arbeid is een politiek cha otisch gezelschap. We vinden ze allemaal in de PvdA terug: van bijna-stalinisten tot neo-libera- len". Gortzak vindt dat de partij een middenkoers moet gaan varen. Op gevaar af dat hij een te rechtse benadering voorstaat, toont hij zich voorstander van deze nieu we politieke lijn, "waarin velen zich zullen herkennen en waarte gen weinigen zich zullen verzet ten" Tour-winnaar Bernard Hinault wordt nog eens opgezocht door VN-redacteur Piet Piryns. "Het bedrijf Tour de France is een klassiek voorbeeld van een kapi talistisch bedrijf. Het gaat om geld, dat is toch duidelijk? Als Lévitan zo nodig de Tour in Lei den moet laten starten, omdat hij daar weer een organisator het vel over de oren kan trekken, is dat zijn zaak, maar hij zal zo langza merhand toch eens moeten kie zen of hij nu de Tour de France of de Tour d'Europe wil organise ren". Zo sprak Hinault, daarmee terugspelend op de staking in Valence d'Agen. MAGAZINE Het omslagartikel van Elsevier be vat een gesprek met nazi-jager Simon Wiesenthal. "Wat drijft Simon Wiesenthal" vragen René de Bok en Jules Huf zich af. De nu bijna 70-jarige Wiesenthal moet overigens haast maken, want volgend jaar loopt het jacht seizoen ten einde: dan zullen de oorlogsmisdaden in West-Duits- land vei jaren. Minister Wiegel van binnenlandse zaken wil paal en perk stellen aan het politieke duwwerk en de lob by's die nog steeds onmisbaar zijn om burgemeester te kunnen worden. De Leiase burgemeester Vis, voor zitter van het genootschap van burgemeesters over de "afvalra ce": "Het was vaak te gek om los te lopen zoals het toeging bij be noemingen. Bij de ene gemeente werd een duidelijke pressie uit geoefend op de kandidaat om voor de vertrouwenscommissie te verschijnen; bij de andere ge meente tilde men daar niet zo zwaar aan. De benoemingspro cedures een janboel te noemen is een sterk woord, maar ik weet wel dat verschillende kandidaten zich ergerden". Verder signaleert Elsevier een nieuw gevaar voor onze con sumptiemaatschappij: de "chip" oftewel de micro-computer. (Hervormd Nederland heeft hel in het omslagartikel ook over dit verschijnsel, maar de benadering door HN verschilt enigszins var die van Elsevier). Nederland slaapt, volgens Elsevier. Terwijl het op deze geheel nieu we markt toch zijn slag zou kun nen slaan. Maar Nederland hoeft er niet meer op te rekenen nog aan zet te komen in de micro- computerstrijd. De pegels zijn al verdeeld. Het grote Amerika eist de winst op. En zelfs het achter lijke Groot-Brittannië tracht nog een graantje van de "chips" mee te pikken. Elsevier leutert dan bij monde van een TNO-deskundige nog door over de verhoogde ar beidsvreugde die de individuele werknemer kan beleven door ge bruik van dit apparaat. De "Lieve Lita"-rubrieken zijn ja renlang een bron van vermaak geweest. HP neemt 40 jaar "Mar griet weet raad" onder de loep en constateert een volwassener aanpak van de problemen, waarmee men dit soort rubrieken overspoelt. De citaten van vroeger zijn echter het aardigst om te lezen: "Hou je van twee jongens tegelijk? Onzin, dat denk je maar! In je hart hou je het meest van je verloofde in In- dië". (1946). "Kus-graag me vrouwtje. Behoud uw liefkoozin- gen voor uw eigen man, voor uw kindertjes. Kunt u heusch met de hartstochtelijke zoen van een vreemde man op uw lippen, de onschuldige mondjes van uw kinderen kussen...?" (1946). Dat waren tenminste nog eens tijden! Bob Rooyens komt in De Tijd over als een wat teleurgesteld man die zijn geluk voor het merendeel in Duitsland zoekt. Een begaafd, zij het niet door iedereen gewaar deerd televisiemaker. Hij is van mening dat er in Nederland ei genlijk nooit iets echt kan; Er wordt altijd meteen naar de por temonnee gekeken, terwijl een goede show echt niet zoveel hoeft te kosten als men hier wel vreest. "In de Nederlandse televisie wordt in het geheel niet commercieel gedacht" is zijn verwijt. Wat hij dan wel erg leuk vond? "Dat was een paar weken geleden. Toen was ik zo gelukkig om te aanschouwen hoe Fred Emmer de condoom-analyse van de Con sumentenbond aan de kijkers meedeelde. Dat is het mooiste amusement dat ik in jaren gezien heb".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 15