Tussen vervening en verloedering I DE ONTWIKKELING VAN HET HOLLANDSE LANDSCHAP WOENSDAG 16 AUGUSTUS 1978 In het Amsterdams Historisch Museum loopt deze zomer (tot en met 1 oktober) een ten toonstelling over het Hol landse landschap. Deze ten toonstelling geeft een boeiend overzicht van de ontwikkeling van het land schap in Noord- en Zuid- Holland en heeft dan ook als titel "Land van Holland" meegekregen. Het Hollandse landschap is via dia's en foto's van moderne ontwikkelingen, gebruiks voorwerpen van oude tradi ties, door schilderijen en te keningen uit verschillende periodes (waaronder fraaie landschapsgezichten van Ruysdael, Van Goyen, Van Kessel en Cats) en door schit- nodige samenhang, terende historische kaarten De ontwikkeling van het Hol- uit collecties van water- landse landschap wordt schappen in beeld gebracht. weergegeven vanuit de direc- Korte, begrijpelijke teksten te invloed van de verstede- verklaren veel en leggen de lijkte omgeving, de invloed van de economische ontwik keling en de druk en bedrei ging van de moderne, groot-' schalige ontwikkelingen. De tentoonstelling wordt be geleid door een speciaal nummer van het historisch tijdschrift "Holland". In deze uitgave wordt in een reeks specialistische, maar leesbare artikelen een inzicht gegeven in de verschillende invloeden op het landschap alsmede de invloed van het landschap op de kunst. Goois landschap van Cats (lüe eeuw), het arcadische ideaalbeeld (Foto rechts). De polder het Grootslag bij Enk huizen omstreeks 1600, de typisch regelmatige verkaveling van het Hollandse landschap. (Foto links) De hemel groots en grauw, daaronder het geweldig laag land met de plassen: bomen en molens, kerktorens en kassen, verkalend door de sloten, zil vergrauw. Met deze klassieke regels be leed Marsman ('Denkend aan Holland zie ik brede rivieren traag door oneindig laagland gaan') in de onbezorgde jaren dertig zijn hartstochtelijke liefde voor het ongerepte Hollandse landschap van zijn tijd. Marsman woonde toen in Frankrijk, zijn woorden wa ren doortrokken van een on stuimig heimwee naar een zorgvuldig gekoesterd vredi ge wereld. Die vredige wereld - het klassieke Hollandse landschap - is al lang niet meer, ze brokkelt steeds ver der af, maar wordt tegelijk in tenser gekoesterd dan ooit. De heimwee van Marsman is de heimwee van de moderne mens, op zoek naar het verlo ren ideaal van harmonie en rust. Het Hollandse land schap ademt nog iets van dat ideaal dus beschermen en koesteren we het heftig. Vaak terecht, maar dikwijls ook ten onrechte, tegen beter weten Terecht als het gaat tegen aan slagen op de onvervangbare waarden van natuur, milieu en een overzichtelijke en leefbare wereld (de strijd om het groene hart van Holland). Ten onrechte als het gaat om het koesteren van het obligate prentbriefkaart-idee met de lustig draaiende molens, de grazige groene weiden en de hoge blauwe luchten. Het laatste is het conserveren van een toeristisch en kunst- gezinnig clichébeeld. Goed verkoopbaar dus moeilijk uit te roeien. Het eerste is het be houd van werkelijke waar den, vaak moeilijk aan te to nen en zo moeilijk te behou den. Bezorgdheid De gemiddelde bezorgdheid om het Hollandse landschap ontkomt niet aan een zekere ambivalentie. Ze houdt onge veer het midden tussen onge rustheid over een verdere verloedering en een neiging tot behoud van het klassieke idee. De gedachte dat het al tijd al zo geweest is, is moei lijk uit te roeien.Het besef dat het Hollandse landschap in een ontwikkeling van eeuwen gevormd en veranderd is, te gelijk gering. In het Amsterdams Historisch Museum wordt nu al enkele maanden een uitvoerige en aantrekkelijke poging gedaan om gevormde en gegroeide misverstanden over het Hol landse landschap weg te ne men. Met de tentoonstelling "Het land van Holland" wordt inzicht gegeven in de wording (maar ook de verwording) van het Hollandse landschap. Het ontstaan ervan begint zo rondom het eerste millen nium, het jaar 1000 dus. Hol land is nog niet meer dan een groot moerasgebied, stroom gebied voor rivieren naar de zee. Menselijke bewoning is slechts op enkele plaatsen mogelijk, zoals achter de dui- nen (Kennemerland) en op hogere plaatsen (Het Gooi). In deze situatie komt verande ring als de bouw van dijken zich ontwikkelt en de afwate ring van de rivieren door de mens beïnvloedt wordt. Het veengebied komt droog en geleidelijk aan geschikt voor menselijke bewoning. Met de vervening begint de vorming van het Hollandse landschap, als een eerste gevolg van menselijk ingrijpen. Vanuit de ontstane bewoners concentraties - de oude kern en van Holland - ontstaat de drang en levensnoodzaak de omgeving te ontginnen. Het ingrijpen in het landschap gaat echter niet ongecontro leerd en losweg, maar langs vaste lijnen. Landmeters ga ven (in opdracht van de land heer) de grenzen van de ont ginning aan. Rechtlijnig Zo ontstaat het typisch regel matige en streng rechtlijnige verkavelingspatroon in het Hollandse landschap. De verkaveling is een toonbeeld van de vergaande invloed van de mens op het landschap. Die invloed tekent zich sterk af in het verschil tussen het pol derlandschap in Noord- en Zuid-Holland. In Zuid-Hol land is de verkaveling veel rechtlijniger dan in Noord- Holland. Omdat - menselijk genoeg - de landmeters in het zuiden veel actiever en stren ger optraden dan in het noor den... Duikelen we enkele eeuwen verder in de tijd dan brengt de 15e eeuw de ontwikkeling van het Hollandse landschap in een stroomversnelling. De molen is ontdekt als middel om het waterland droog te krijgen. Een revolutionaire ontwikkeling, die aanvanke lijk bescheiden, langzaam verbeterend en tenslotte uit groeit tot een systeem voor het leegmalen van hele ge bieden (droogmakerijen). Verloedering in het landschap Molens De molen doet zijn intrede in het landschap, niet vanwege zijn schoonheid en land schappelijke waarde, maar puur om economische reden: de drooglegging van het land. Met de latere toepassing van de molen voor andere doel einden (zoals zaag-, olie-, meel, papier- en verfmolens) wordt het landschap geleide lijk aan door de nieuwe ont wikkeling gedomineerd. In de eerste helft van de 18 eeuw telde de Zaanstreek zo een kleine 600 windwatermolens. Een economische bedrijvig heid van grote omvang, maar zeker ook toen niet gezien en gewaardeerd als een sieraad in het landschap. Door Kees van der Maten De opkomst vai de 17e eeuw gaf een sterke impuls aan de ontwikkeling van de stad. De stedelijke in vloeden op het Hollandse landschap worden steeds gro ter. Het platteland is niet lan ger alleen agrarisch, maar moet steeds verder wijken voor de bekoring die de ste deling vindt in het buitenge bied. Lanen van vermaak De stedeling - economisch welvarend - zoekt voor zijn geld en rust een aantrekkelij ke bestemming. Zo ontstaan de fraaie buitenplaatsen aan Vecht en Amstel. De gewone burgerij zoekt intussen zijn ontspanning en vertier in het aangelegde groen aan de rand van de stad ("de lanen van vermaak"), zoals de Scheve- ningse bosjes bij Den Haag. Zo in de loop van de zeventien de en de achttiende eeuw ont staat het gecultiveerde Hol lands landschap dat we nog altijd voor typisch en karak teristiek verslijten. Land schapsschilders als Ruysdael, Hobbema en Cats scheppen (overigens vanuit hun atelier) een gekunsteld landschap dat vervolgens eeuwenlang door generaties hardnekkig als oorspronkelijk wordt vastge houden. Het agrarische pré-industriële landschap (de polders met hun molens) onder de hoge imponerende luchten werd door de landschapsschilders vaak getransformeerd tot een romantisch ideaalbeeld. Ar cadische landschappen met veel groen zonder binding met de werkelijke realiteit worden de latere voorbeelden van het "typisch Hollandse landschap". Dit droombeeld van Holland is en blijft nog altijd niet weg te branden. Verloedering Inmiddels zijn we enkele eeu wen verder en de ingrepen in het landschap zijn omvang rijk en diepgaand. De ten toonstelling in het Amster dams Historisch Museum brengt ze in een dia-serie pijnlijk nauwkeurig in volle afstotende omvang in beeld. De verloedering van het Hol landse landschap in een keu rige volgorde. Groeiende bergen autoafval, chaotisch en detonerend in het omvang en ligging, op rukkende fabriekscom plexen met de kille en ratio nele vormgeving van de in dustriële hoogconjunctuur, oneindige rijen caravans als een soort afzichtelijke reu- zenslakken in het landschap en netten van hoogspan ningskabels als de moderne vormgevers van het open ge bied. De conclusie lijkt snel getrok ken. Het is allemaal even smerig en totaal niet passend, althans zolang het oude ide aalbeeld blijft. Maar dat oude ideaalbeeld is niet te conser veren, want het ingrijpen van de mens gaat verder. Het landschap wordt steeds an ders en dat is niet altijd per definitie lelijker. Onbegrepen In één van de laatste nummers van het vooraanstaande tijd schrift voor huisvesting en omgeving Wonen-TA BK doet landschapsarchitect Han Lörzing een voorzichtig, maar in ieder geval ondogma tisch pleidooi vooreen andere kijk op het Hollandse land schap. Lörzing spreekt over "de onbegrepen landschap pen van de twintigste eeuw". De auteur doelt op landschap pen als de omgeving van de verfoeide industriegebieden, de weinig gewaardeerde strakke ruilverkavelingen de afzichtelijke hoogspannings netten en de grootschalige, monotone kassenbouw. Zelf ziet hij ze als overgangen en nieuwe karakters in het land schap, de tegenstanders van de nieuwe landschappen verwijt hij vasthouden aan "nostalgie" en het koesteren van "kerstkaartlandschap pen". Woestijn Lörzing ziet in het krampachtig vasthouden aan de oude landschappen de dreiging van "een woestijn van kneu terigheid en knusheid". "Af gezien van de schaarse uit zonderingen die het als openluchtmuseum goed doen, lijkt mij nauwelijks een ernstiger aantasting van het landschap denkbaar dan to tale bevriezing," zegt hij veel betekenend. Hij illustreert zijn opvatting dat het landschap onvermijdelijk voortdurend verandert ("Er wordt nog elke dag landschap gemaakt, of wij dat nu leuk vinden of niet") met een spre kend voorbeeld. Het gaat dan om de plas Broek- velden bij Den Haag. Ooit een binnenzee, later een moeras, door menselijk ingrijpen ge worden tot een weidegebied en inmiddels door ander m- grij pen - de winning van zand - weer geworden tot waterge bied. Lörzing vraagt zich dan ook af wat nu het karaktistie- ke van dit landschap is. Modernist De handschoen die Lörzing op gooit, is die van een "moder nist". In zijn onconventionele benadering is de Rotterdam se landschapsarchitect een pleitbezorger van de groot schaligheid. zijn tegenstan ders zijn de "traditionalis ten", beschermers van het oude, kleinschalige land schap, Lörzing wil een kans voor het modern landschap "...Ook de twintigste eeuw heeft er recht op zijn wensen op een be hoorlijke manier vertaald te zien in het landschap." vindt hij. Het pleidooi van Lörzing klinkt origineel, maar lijkt niet direct massale instem ming te krijgen. De gemiddelde liefhebber van het landschap blijft met Marsman verknocht aan het Hollandse landschap van "het geweldig laagland met de plassen". En zei Marsman tenslotte niet in een extatisch verlangen: dit is de ruimte waarin ik wil klinken. laat mij een avond in de plassen blinken daarna mag ik verdampen als een wolk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 17