Op de arbeidsmarkt zien
mannen vrouwen als concurrenten
Veel vrouwen balen van huishouding
HEDYD' ANCONA OVER WERKVERDELING
ZATERDAG 5 AUGUSTUS 1978
EXTRA
l'AGINA 21
,J3en je huisvrouw? Nou, nou,
goed zeg!". Zoiets krijg je als
huisvrouw nooit te horenDe zorg
voor huis en gezin wordt „maat
schappelijk laag gewaardeerd"
zoals dat heet. Ook door vrouwen
zelf. Op de vraag „wat doe je?"
antwoorden we „niets" of, schou
derophalend, „och, huisvrouw".
Toch zou er een complete chaos
ontstaan als huisvrouwen het
bijltje erbij neer zouden gooi-
Elke huisvrouw weet uit ervaring
dat het huishouden met een paar
kinderen een hele klus is. Volgens
onderzoek (Philips) kost het je
zo'n 60 uur per week. Ook is dat
werk behoorlijk zwaar. Een Duits
onderzoek zegt dat de inspanning
ligt tussen het werk van een ma
chinebankwerker en dat van een
boekhouder.
Volgens een ongeschreven wet
wordt al dat werk gedaan door
vrouwen. Erg verknocht zijn we
er niet aan. Uit een recente pei
ling (Margriet) blijkt dat meer
dan de helft van de huisvrouwen
„baalt" van haar dagelijkse be
zigheden.
Werken
Het is dan ook niet verwonderlijk
dat sieeds meer getrouwde vrou
wen gaan werken, wat niet bete
kent datje dan je huishouden niet
meer hoeft te doen. Omdat uit on
derzoeken blijkt dat mannen hun
werkende vrouwen niet gaan
helpen, lopen deze vrouwen ern
stig de kans overbelast te raken
Zij roeien tegen de stroom op; zij
werken, terwijl de voorzieningen
om dat ook redelijkerwijs te kun
nen doen, nog ontbreken. De sta
tistieken doen verwachten dat
steeds meer vrouwen zullen gaan
werken. Willen zij niet in de knel
raken, dan moet er vaart gezet
worden achter noodzakelijke
veranderingen. Behalve verde
ling van werk buitens- en bin
nenshuis, zijn reorganisatie van
het huishouden nodig en moge
lijkheden voor kinderop
vang.
Ondanks de lage waardering,
leunt de maatschappij als geheel
zwaar op de huisvrouw. In de
huidige organisatie is zij onmis
baar, als de spil waar het gezin
om draait. Voor dat werk krijgt
zij geen zelfstandig inkomen: fi
nancieel is zij afhankelijk van
haar man; daarmee wordt reke
ning gehouden in de hoogte van
zijn loon, sociale verzekerings
wetgeving, alimentatieregelin
gen, enz.
Je kunt dus niet zeggen dat huis
vrouwen hun werk „gratis" doen
(al hebben sommige vrouwen wel
dat gevoel). Een feit is wel dat zij
het goedkoper doen dan als ie
mand (instellingen, bedrijven)
buiten het gezin haar taken zou
den overnemen. Dat is de belang
rijkste reden dat gemeenschap
pelijke voorzieningen die de
huisvrouw ontlastten (wasserij
en, gaarkeukens, e.d.) in de jaren
'30 weer werden afgeschaft: als de
huisvrouw het deed, was het
goedkoper. Iets anders wat er la
ter toe heeft bijgedragen om het
huishouden per gezin te organise
ren, was de enorme afzetmarkt
die dat opleverde voor huishou
delijke apparatuur: elk gezin zijn
eigen wasmachine.
Voordelen
Nu, omdat steeds meer huisvrou
wen buitenshuis willen werken,
toch weer de behoefte gaat ont
staan naar voorzieningen die de
huisvrouw ontlasten, zijn er - met
een beetje fantasie - ook grote
voordelen op te sommen. Zou het
bijvoorbeeld niet veel economi
scher zijn de was de deur uit te
doen? Het schept arbeidsplaat
sen, wasserijen kunnen zuiniger
omspringen met energie, zeep en
water, en je zou je zelfs kunnen
voorstellen dat die grote wasfa
brieken fosfaatzuiveringsin
stallaties zouden hebben in hun
fabrieksriool. Een wasfabriek
kan zijn machines continu laten
draaien, terwijl zo'n ding thuis
plaats inneemt en het grootste
deel van de tijd buiten werking
is.
Waarom behoren - in tijd van
werkloosheid - glazenwassers en
stoepenboeners tot een uitster
vend ras, net zoals leveranciers
aan de deur die brood en melk in
een kastje zetten om 's zaterdags
te komen afrekenen? Waarom
kan je nergens meer je kousen, la
ten ophalen Waarom zijn we al
lemaal doe-het-zelvers geworden
en hebben we de schilder en de be
hanger afgeschaft? Waarom
kunnen de kinderen niet tussen de
middag overblijven onder lei
ding van speciaal daarvoor aan
getrokken krachten? Met een
beetje goede wil is veel van het
huishoudelijk werk te vergemeen-
schappelijkenzodat van die 60
uur per week de nodige uurtjes
afgetrokken kunnen worden. Een
huisvrouw is dan lang niet meer
zo onmisbaar en hoeft niet meer te
werken „achter de coulissen van
de samenleving".
Het huishouden is van economi
sche waarde. De huisvrouw pro
duceert (ze maakt van een pakje
soep eetbare soep) en helpt mee
aan de produktie: zij zorgt ervoor
dat mannen dagelijks schoon, ge-
voed en geestelijk en lichamelijk
uitgerust weer aan hun dagtaak
kunnen beginnen zij zorgt ervoor
dat de arbeidskrachten voor de
toekomst er komen en voedt ze
daartoe op. Verder zijn huis
vrouwen van economische waar
de in de tijd dat het slecht gaat:
als er minder geld binnenkomt,
knoopt zij de eindjes aan elkaar,
doet meer haar best voor koopjes
en naait en verstelt vaker kleding
en verpleegt zieken langer
thuis.
Huisvrouwenloon
Sommigen concluderen uit dat
alles dat huisvrouwen, voor hun
bijdrage aan het nationaal pro-
dukt (prof. Priemus) zelfstandig
huisvrouwenloon zouden moeten
krijgen. Feministen in Nederland
(in Canada en Engeland strijden
actiegroepen voor Wages for Hou
sework) zijn tegen huisvrouwen
loon. Zij vinden dat dat zou bete
kenen dat huisvrouwen nog meer
dan nu zouden worden vastge
pind op het werk binnenshuis,
terwijl er juist naar gestreefd zou
moeten worden dat vrouwen zich
naar eigen aanleg kunnen ont
plooien in werk dat hen bevredi
ging schenkt.
DEN HAAG (GPD) - Vrou
wen worden over het al
gemeen het eerst ontsla
gen als bedrijven in moei
lijkheden raken. Van de
werkloosheid zijn vooral
de vrouwen de dupe. Ge
rekend naar het percenta
ge vrouwen op de ar
beidsmarkt worden er
meer vrouwen werkloos
dan mannen en hun aantal
stijgt ook sneller.
In weerwil van de economische
problemen gaan steeds meer
vrouwen werken en willen steeds
meer vrouwen gaan werken. De
Emancipatie Kommissie ver
wacht dat er tussen nu en het jaar
2000 twee maal zoveel vrouwen
op de arbeidsmarkt zullen ko
men. „Vrouwen eisen een blij
vend aandeel van de arbeids
markt op", stellen economen vast
en dat is een nieuwe ontwikke
ling. Tot nu toe lieten vrouwen
zich gebruiken als arbeidsreser
ve. Was er genoeg werk, dan werd
gestimuleerd dat vrouwen gin
gen werken. Bij gebrek aan ar
beidsplaatsen werden de vrou
wen weer „teruggestuurd naar de
keuken"
In feite gebeurt dat nu w<
ditmaal niet zonder protest van
de kant van de vrouwen. Recent
zijn acties van het FN V-secreta
riaat voor vrouwelijke werkne
mers („Meiden, wat 'n slechte tij
den"), van de ABOP-vrouwen
(onderwijzeressen die proteste
ren tegen het hanteren van het
begrip kostwinner bij dé verde
ling van werk), van de Rooie
Vrouwen („Vrouwen hebben
recht op werk"), van de Emanci
patie Kommissie („Economische
problemen mogen geen hinder
paal vormen om door te gaan met
een rechtvaardige verdeling van
de arbeid tussen mannen en
vrouwen") en van actiegroepen
als „Vrouwen eisen werk" en
„Vrouw en werk"
Concurrenten
Op de arbeidsmarkt zien mannen
vrouwen als concurrenten: het is
niet voor niets dat vrouwen zich
apart organiseren binnen hun
vakbond: ABOP-vrouwen, AB-
VA-vrouwen enz. Er zullen in
grijpende veranderingen moeten
komen om voor vrouwen een
plaats op de arbeidsmarkt in te
ruimen. Het idee van (veel) korter
werken door meer mensen vindt
steeds meer weerklank, maar
vooral bij degenen die er belang
bij hebben. Werkgevers en wer
kende mannen hebben dat niet,
zo menen zij zelf.
Als de traditionele tweedeling
mannen buitenshuis vrouwen
binnenshuis gaat verdwijnen,
zijn er meer ingrijpende maat
schappelijke veranderingen no
dig: het werk binnenshuis moet
ook verdeeld worden onder
mannen en vrouwen. Verder zijn
een andere organisatie van het
huishouden en van kinderop
vang nodig.
Omdat nóch het bedrijfsleven nóch
de mannen om al die veranderin
gen zitten te springen (integen
deel zelfs) zullen vrouwen hun ei
sen moeten bewerkstelligen op
het politieke vlak.
We praten erover met Hedy d'An-
cona, Eerste-Kamerlid voor de
PvdA en - in de tijd dat het waar
schijnlijk leek dat er een tweede
kabinet-Den Uyl zou komen - de
belangrijkste kandidaat voor het
staatssecretarisschap van eman
cipatiezaken.
Moeder-de-vrouw
Huisvrouw is geen beroep. „Huis
houdelijke arbeid is geen werk,
het is een taak. Er is geen enkel
argument te bedenken om die
taak uitsluitend aan vrouwen toe
te bedelen", zei Hedy d'Ancona
uitdagend tijdens een discussie
dag van Rooie Vrouwen in Vier
houten. „Het moest eindelijk
maar eens hardop gezegd wor
den", verklaarde ze na afloop,
maar haar uitspraak had niet het
effect gehad van een knuppel in
een hoenderhok: geen van de
meer dan duizend aanwezige
PvdA-vrouwen (van alle leeftij
den) had geprotesteerd. Er werd
juist instemmend geklapt.
Je zou daaruit kunnen opmaken
dat vrouwen (uit PvdA-kring) het
uitstekend vinden als het huis
houden niet langer het exclusie
ve terrein van moeder-de-vrouw
zou zijn. Toch zullen er vrouwen
zijn die bij zo'n uitspraak het ge
voel krijgen dat de poten onder
hun stoel worden weggezaagd,
dat de zin van hun huisvrouwen
bestaan wordt ondergraven.
Onmisbaar
„Ja", zegt Hedy, als we elkaar ont
moeten in Den Haag, ,je hebt
vrouwen die zich de koningin-
van-het-binnengebeuren voelen.
„Ga uit mijn keuken" roepen en
zich bedreigd voelen als andere
moeders vragen om een over-
blijfregeling op de school van de
kinderen". Ze vindt dat heel ver
klaarbaar: „Volgens de traditie
zijn de taken duidelijk verdeeld:
de man werkt, de vrouw doet het
huishouden. Dat is rustig, ieder
heeft zijn eigen verantwoorde
lijkheden. Als vrouw ben je dan
onmisbaar, dat geeft een heel
prettig gevoel, dat je niet graag
wilt opgeven. Die vrouwen heb
ben de neiging hun verworven
plaats te beschermen, ook al is
dat geen leuke plaats. Uit onder
zoeken (Margriet-Oakley) blijkt
dat de overgrote meerderheid
van de vrouwen huishoudelijke
taken onbevredigend vindt. Maar
zij klagen niet, vanuit het idee
„moeder zit er nu eenmaal voor"
Daarom uit die onvrede zich bij
vrouwen ook zo raar (rugklach
ten, slapeloosheid, valium, sher
ry). Toch gaan ze, als de verdeling
en reorganisatie van huishoude
lijk werk-kinderopvang ter spra
ke komt, hun plekje verdedigen.
Dat moet ook wel, want andere
plekken zijn immers niet binnen
hun bereik".
Veel vrouwen hebben zich. nooit
voorbereid op werken buitens
huis. Als ze desondanks willen
werken, maken ze weinig kans op
het vinden van een baan en zeker
op parttime werk of werk dat
enigszins te combineren valt met
kinderen en huishouden. Toch
vindt Hedy d'Ancona de tweede
ling man werkt (betaald) bui
tenshuis - vrouw (onbetaald)
binnenshuis principieel onjuist:
iedereen moet de gelegenheid
hebben om werk, naar persoon
lijke voorkeur en aanleg, te doen
dat voldoening schenkt en een
zelfstandig inkomen oplevert.
Dat betekent wel dat ook de ta
ken binnenshuis verdeeld moe
ten worden.
De emancipatie van de vrouw is
voer voor sociologen. Talloze on
derzoeken hebben inmiddels
aangetoond dat als vrouwen bui
tenshuis gaan werken, de rol van
de man niet verandert: hij zeemt
geen ramen, zijn eigen overhem
den strijkt hij niet. Met andere
woorden, het huishouden blijft
de taak van de vrouw, door te
gaan werken wordt zij dubbel
belast. Haar positie is niet benij
denswaardig: zij moet ervoor
zorgen dat het gezin niet merkt
dat zij werkt (terwijl haar werk
gever er niets van mag merken
dat zij een gezin heeft).
Uit onderzoek (Sociaal Cultureel
Planbureau) blijkt zelfs dat het
een zekere dwang van uit: ieder
een zal er bij betrokken zijn, ie
dereen moet meedoen. Een om
vangrijker reorganisatie van de
samenleving kan je je nauwelijks
indenken. Er is dan ook niet veel
kijk op dat zo'n maatschappij er
snel zal komen. Hoewel het idee
van werktijdverkorting snel in
gang vindt, gaat het nooit om zo'n
rigoureuze werktijdverkorting.
Bij degenen die korter werken
bepleiten gaat het meestal om de
verdeling van het schaarse werk
(vakbonden, Den Uyl), maar dan
met behoud van loon. Anderen
(minister Albeda - sociale zaken,
voor zijn ministerschap lid van de
Emancipatie Kommissie
Boersma, in de tijd dat hij nog
minister was) zien er wel een
middel in ruimte op de arbeids
markt voor vrouwen te creëren,
maar gaan in hun filosofieën toch
nooit zo ver als Hedy d'Ancona.
Onder politici heeft zij weinig
medestanders, behalve bij de
vrouwen van haar eigen par
tij-
Van de werkgevers valt ook niet te
verwachten dat zo'n plan jui
chend wordt ingehaald. Je kunt
je voorstellen wat voor reorgani
satie (produktie, administratie,
personeelsbeleid) een vijf-uren
dag zou geven. Bovendien be
staat er geen gebrek aan arbeids
krachten in alle takken van werk
en zullen vrouwen ook niet geïn
teresseerd zijn in arbeid in al die
takken. Het bedrijfsleven heeft
nooit voorstellen tot werktijd
verkorting toegejuicht; wat in het
verleden werd bereikt, werd af
gedwongen door politici en bon
den (kanten waarvan Hedy voor
alsnog weinig steun kan ver
wachten).
Rol
Veel steun is er net zomin te ver
wachten van de mannen, echtge
noten. werknemers. In de tien
jaar dat de vrouwenbeweging nu
bestaat, zijn er nauwelijks man
nen aan hun eigen rol gaan twij
felen, hoewel dat toch ook niet
zo'n leuke rol is. Actiegroepen
van mannen die meer betrokken
willen worden bij.de opvoeding
van de kinderen, meer in het
huishouden willen gaan doen of
minder gedwongen willen zijn
geld in het laatje te brengen, be
staan eenvoudigweg niet. Man
nen staan niet te trappelen om
korter te werken, zeker niet als
dat ten koste van het loonzakje
gaat.
Tenslotte is het ook nog de vraag in
hoeverre vrouwen Hedy d'Anco-
na's idealen delen: volgens het
Margriet-onderzoek vindt 70 pro
cent van de ondervraagde vrou
wen dat vrouwen het recht heb
ben op werk buitenshuis. Maar
„recht" is nog geen „plicht". Hoe
vrouwen denken over de plicht
vijf uur te werken, daar kan nog
eens een sociolo(o)g(e) een on
derzoekje aan wagen.
'/y
korte termijn-beslissingen steeds
toetsen: het is zaak stap voor stap
dichter bij het ideaal te komen.
Niet iedereen heeft dezelfde
idealen, dus worden er ook
voortdurend beslissingen geno
men die de maatschappij verder
van Hedy's ideaal afbrengen.
Zij geeft voorbeelden: „Het ont
slaan van werkende vrouwen om
werk te scheppen voor mannen
(zoals dat overal, maar „georgani
seerd" gebeurt in het onderwijs)
of het bezuinigen op voorzienin-
gen zoals crèches. Het bevorde
ren van vrijwilligerswerk, waar ik
op zich niet tegen ben, maar wél
als het verricht moet worden
door vooral vrouwen: elkaar on
betaald helpen is net zo min spe
cifiek vrouwelijk als het huis
houden".
Voor Hedy d'Ancona ziet de ideale
maatschappij er zo uit:
,Er zijn drie soorten van arbeid die
rechtvaardig verdeeld moeten
worden onder mannen en vrou
wen: betaalde arbeid buitens
huis, onbetaalde arbeid buitens
huis (vrijwilligerswerk, ouder
participatie, actiegroepen, in
spraakorganen, buurtwerk enz.)
en arbeid binnenshuis.
Hedy
d.'Ancona.
,Jiuis-
houdelijke
-arbeid
is geen
werk
het is
een taak"
"taalde kracht in dienst te nemen.
Hedy d'Ancona heeft dan ook
oppas (drie dagen) en een werk
ster, maar ze noemt dat een
noodoplossing, die niets heeft te
maken met de oplossing van het
vrouwenprobleem. De volledige
vervanging van een huisvrouw-
moeder (die dag en nacht be
schikbaar is) is voor haast ieder
een onbetaalbaar. (Vandaar de
„vrouwenpolis"). Iemand voor 40
uur in dienst nemen is voor ver
reweg de meeste mensen ook te
duur. Het zou erop neerkomen
dat oppas alleen goed per indivi
dueel gezin te regelen zou zijn in
een gezin waar goed wordt ver
diend. Werkelijke oplossingen
liggen op het terrein van korter
werken, reorganisatie van huis
houden en kinderopvang.
Dp zich is het trouwens de vraag of
het in dienst nemen van een
vrouw (oppas, werkster) wel ver
kieslijk is: die vrouw werkt dan
weer in de beslotenheid van een
huishouden, met het enige ver
schil dat het niet haar eigen huis
houden is en dat zij er geld mee
verdient. In Parijs, zo vertelt onze
correspondent, wordt het ge
woonte om een vrouw van een
buitenlandse arbeider voor huis
houdelijk werk in te huren: het
nieuwe proletariaat. Met dit soort
ontwikkelingen is de emancipa
tie van de vrouw niet gediend.
Van „zusterschap" is weinig
sprake als de ene vrouw (met op
leiding) haar blik verruimt ten
koste van de andere (met minder
mogelijkheden) die dan twee
huishoudens te verzorgen
krijgt.
Een betere oplossing is denkbaar,
maar (als het ooit zover komt) te
verwezenlijken op langere ter
mijn. Politici als Hedv d'Ancona
(en niet alleen politici) hebben
een beeld van een ideale maat
schappij voor ogen, waaraan zij
- Omdat betaalde arbeid buitens
huis schaars is, én om tijd te
krijgen voor die twee andere
vormen van arbeid, werkt ie
dereen die werken kan parttime,
en wel vijf uur per dag.
- Betaald werk buitenshuis ver
richten is niet alleen een recht,
maar ook een plicht. Niet alleen
een plicht van mannen, ook van
- Net zoals nu ontvangen mensen
die niet kunnen werken (of zijn
gepensioneerd) een sociale uit
kering, per individu. Alle socia
le voorzieningen zijn individu
eel.
- Het inkomen voor vijf uur wer
ken gaat achteruit ten opzichte
van wat er nu wordt verdiend.
Een minimuminkomen is niet
gebaseerd op wat een gezin no
dig heeft, maar op wat een indi
vidu nodig heeft.
Voor gezinnen met kinderen is er
een kinderbijdrageregeling.
De inkomensongelijkheid tus
sen huishoudens die bestaan
uit één persoon (alleenstaande)
of twee werkende personen
wordt door middel van belas
tingen rechtgetrokken (ten slot
te: twee personen eten meer,
maar bewonen zoals één per
soon één huis enz.).
Als voordeel van zo'n systeem ziet
Hedy dat „ieder mens over een
zelfstandig inkomen beschikt,
waardoor bijvoorbeeld huwelijk,
gezin en andere samenlevings
vormen niet langer gebaseerd
zijn op economische, maar vooral
op emotionele gebondenheid"
Een ander voordeel is dat meis
jes, wetend dat zij ook buitens
huis zullen werken, gestimuleerd
worden (beroeps)opleidingen te
volgen.
Gedurende de vijf uur dat ouders
werken worden de kinderen op
gevangen. Voor de kleintjes is er
de crèche, voor de groteren zijn er
scholen met een continurooster
(zonder middagpauze) van 9 tot 2.
Hedy: „In de resterende tijd
wordt onbetaald werk binnens-
en buitenshuis gedeeld. De man
is meer dan nu betrokken bij de
opvoeding en opvang van de kin
deren. Het huishouden wordt ten
dele vergemeensehappelijkt: er
komen voorzieningen waarvan
ieder naar keuze gebruik kan
maken (wasserijen, kleine, goed
kope eetgelegenheden e.d.). Een
voordeel is daarbij dat socialise
ring van het huishouden ar
beidsplaatsen schept".
Dwang
Tot zover Hedy's droom. Omdat
opvalt dat heteen samenhangend
geheel van regelingen is, gaat er
aandeel in het huishouden van
een man met een werkende
vrouw kleiner is, dan het aandeel
van een man met een vrouw die
thuis is.
„Er is geen enkel argument te be
denken waarom huishoudelijk
werk uitsluitend vrouwenwerk
zou zijn", zegt Hedy d'Ancona,
maar laat dat maar eens tot je man
doordringen. Dat blijkt Hedy zelf
ook niet te lukken: „Ik kan ra
zend worden als Ed (van Thijn,
Tweede-Kamerlid van de PvdA)
vraagt: „Kan ik wat voor je
doen?" Met andere woorden: het
is mijn taak, mijn handel, waar
voor ik in principe hoor te zorgen.
Als Ed helpt (in de kruimeltjes
tijd die er naast zijn werk over
blijven) doet hij het voor mij, om
mij te ontlasten. Dan zeg ik: „Het
is toch ook jou huishouden?"
Bovendien betekent „Kan ik je
helpen" niet „Schat, zal ik de wc
voor je boenen?" Het betekent
(onderzoek Ann Oakley, Engels
sociologe): „Zal ik de kinderen
voorlezen, terwijl jij afwast?" of
andere aardige kanten van het
huishouden zoals koken of bood
schappen doen.
Hedy: „En dan hebben we het nog
over aardige, emancipatiegezin-
de mannen. Het enige wat erop zit
is van tijd tot tijd eens flink ruzie
maken over de verdeling van
huishoudelijke taken". Daarbij
kan ze zich dan beroepen op het
beginselprogramma van de
PvdA, rlat zegt dat betaald werk
buitenshuis gecombineerd moet
kunnen worden met onbetaald
werk binnenshuis, dat mannen
en vrouwen buiten en binnen
dienen te delen.
Wat het werk buitenshuis betreft
komt Hedy aardig aan haar trek
ken: ze is lid van de Eerste Kamer
en heeft daarnaast een fulltime
baan (samen met Maurice de
Hond - van de verkiezingsprog
noses - beheert zij een bureau dat
sociologisch onderzoek doet).
Verder zit Hedy d'Ancona in de
redactie van het feministisch
maandblad Opzij, houdt zij lezin
gen en is actief in haar partij. Ze
heeft twee kinderen (7 en 10) en
zorgt dat gezin en huishouden
soepel draaien.
Zusterschap
Het is duidelijk dat als twee men
sen in een gezin hele dagen (en
langer) werken er - ook al levert
de man zijn aandeel binnenshuis
- veel te weinig tijd overblijft
voor gezin en huishouden. Daar
om vindt Hedy het - nog afgezien
van de noodzaak ervan vanwege
de schaarse arbeidsplaatsen -
noodzakelijk dat werkverdeling
binnen en buiten gekoppeld
wordt aan werktijdverkorting
koppeling moet je in de politiek
ook steeds maken". Dat in Oost-
europese landen, waar vrouwen
al tientallen jaren buitenshuis
werken, ook altijd het huishou
den de taak van de vrouw bleef,
wijt Hedy uitsluitend aan het feit
dat de mensen daar beiden een
hele dagtaak hebben.
Haar optimistische verwachting
wordt met gesteund door het on
derzoek naar vrijetijdsbesteding
van het Sociaal Cultureel Plan
bureau. Daaruit blijkt dat de vrije
tijd die mannen erbij gekregen
hebben door de vijfdaagse, 40-
urige werkweek niet wordt be
steed aan huishoudelijk werk,
ook niet als die mannen een wer
kende vrouw hebben. Als die lijn
zich voortzet, zullen er andere
middelen moeten komen om
mannen tot het huishouden te
verleiden.
In een gezin waar twee mensen een
inkomen verwerven, wordt het
financieel mogelijk om een be-