Op de arbeidsmarkt zien mannen vrouwen als concurrenten Veel vrouwen balen van huishouding HEDYD' ANCONA OVER WERKVERDELING ZATERDAG 5 AUGUSTUS 1978 EXTRA l'AGINA 21 ,J3en je huisvrouw? Nou, nou, goed zeg!". Zoiets krijg je als huisvrouw nooit te horenDe zorg voor huis en gezin wordt „maat schappelijk laag gewaardeerd" zoals dat heet. Ook door vrouwen zelf. Op de vraag „wat doe je?" antwoorden we „niets" of, schou derophalend, „och, huisvrouw". Toch zou er een complete chaos ontstaan als huisvrouwen het bijltje erbij neer zouden gooi- Elke huisvrouw weet uit ervaring dat het huishouden met een paar kinderen een hele klus is. Volgens onderzoek (Philips) kost het je zo'n 60 uur per week. Ook is dat werk behoorlijk zwaar. Een Duits onderzoek zegt dat de inspanning ligt tussen het werk van een ma chinebankwerker en dat van een boekhouder. Volgens een ongeschreven wet wordt al dat werk gedaan door vrouwen. Erg verknocht zijn we er niet aan. Uit een recente pei ling (Margriet) blijkt dat meer dan de helft van de huisvrouwen „baalt" van haar dagelijkse be zigheden. Werken Het is dan ook niet verwonderlijk dat sieeds meer getrouwde vrou wen gaan werken, wat niet bete kent datje dan je huishouden niet meer hoeft te doen. Omdat uit on derzoeken blijkt dat mannen hun werkende vrouwen niet gaan helpen, lopen deze vrouwen ern stig de kans overbelast te raken Zij roeien tegen de stroom op; zij werken, terwijl de voorzieningen om dat ook redelijkerwijs te kun nen doen, nog ontbreken. De sta tistieken doen verwachten dat steeds meer vrouwen zullen gaan werken. Willen zij niet in de knel raken, dan moet er vaart gezet worden achter noodzakelijke veranderingen. Behalve verde ling van werk buitens- en bin nenshuis, zijn reorganisatie van het huishouden nodig en moge lijkheden voor kinderop vang. Ondanks de lage waardering, leunt de maatschappij als geheel zwaar op de huisvrouw. In de huidige organisatie is zij onmis baar, als de spil waar het gezin om draait. Voor dat werk krijgt zij geen zelfstandig inkomen: fi nancieel is zij afhankelijk van haar man; daarmee wordt reke ning gehouden in de hoogte van zijn loon, sociale verzekerings wetgeving, alimentatieregelin gen, enz. Je kunt dus niet zeggen dat huis vrouwen hun werk „gratis" doen (al hebben sommige vrouwen wel dat gevoel). Een feit is wel dat zij het goedkoper doen dan als ie mand (instellingen, bedrijven) buiten het gezin haar taken zou den overnemen. Dat is de belang rijkste reden dat gemeenschap pelijke voorzieningen die de huisvrouw ontlastten (wasserij en, gaarkeukens, e.d.) in de jaren '30 weer werden afgeschaft: als de huisvrouw het deed, was het goedkoper. Iets anders wat er la ter toe heeft bijgedragen om het huishouden per gezin te organise ren, was de enorme afzetmarkt die dat opleverde voor huishou delijke apparatuur: elk gezin zijn eigen wasmachine. Voordelen Nu, omdat steeds meer huisvrou wen buitenshuis willen werken, toch weer de behoefte gaat ont staan naar voorzieningen die de huisvrouw ontlasten, zijn er - met een beetje fantasie - ook grote voordelen op te sommen. Zou het bijvoorbeeld niet veel economi scher zijn de was de deur uit te doen? Het schept arbeidsplaat sen, wasserijen kunnen zuiniger omspringen met energie, zeep en water, en je zou je zelfs kunnen voorstellen dat die grote wasfa brieken fosfaatzuiveringsin stallaties zouden hebben in hun fabrieksriool. Een wasfabriek kan zijn machines continu laten draaien, terwijl zo'n ding thuis plaats inneemt en het grootste deel van de tijd buiten werking is. Waarom behoren - in tijd van werkloosheid - glazenwassers en stoepenboeners tot een uitster vend ras, net zoals leveranciers aan de deur die brood en melk in een kastje zetten om 's zaterdags te komen afrekenen? Waarom kan je nergens meer je kousen, la ten ophalen Waarom zijn we al lemaal doe-het-zelvers geworden en hebben we de schilder en de be hanger afgeschaft? Waarom kunnen de kinderen niet tussen de middag overblijven onder lei ding van speciaal daarvoor aan getrokken krachten? Met een beetje goede wil is veel van het huishoudelijk werk te vergemeen- schappelijkenzodat van die 60 uur per week de nodige uurtjes afgetrokken kunnen worden. Een huisvrouw is dan lang niet meer zo onmisbaar en hoeft niet meer te werken „achter de coulissen van de samenleving". Het huishouden is van economi sche waarde. De huisvrouw pro duceert (ze maakt van een pakje soep eetbare soep) en helpt mee aan de produktie: zij zorgt ervoor dat mannen dagelijks schoon, ge- voed en geestelijk en lichamelijk uitgerust weer aan hun dagtaak kunnen beginnen zij zorgt ervoor dat de arbeidskrachten voor de toekomst er komen en voedt ze daartoe op. Verder zijn huis vrouwen van economische waar de in de tijd dat het slecht gaat: als er minder geld binnenkomt, knoopt zij de eindjes aan elkaar, doet meer haar best voor koopjes en naait en verstelt vaker kleding en verpleegt zieken langer thuis. Huisvrouwenloon Sommigen concluderen uit dat alles dat huisvrouwen, voor hun bijdrage aan het nationaal pro- dukt (prof. Priemus) zelfstandig huisvrouwenloon zouden moeten krijgen. Feministen in Nederland (in Canada en Engeland strijden actiegroepen voor Wages for Hou sework) zijn tegen huisvrouwen loon. Zij vinden dat dat zou bete kenen dat huisvrouwen nog meer dan nu zouden worden vastge pind op het werk binnenshuis, terwijl er juist naar gestreefd zou moeten worden dat vrouwen zich naar eigen aanleg kunnen ont plooien in werk dat hen bevredi ging schenkt. DEN HAAG (GPD) - Vrou wen worden over het al gemeen het eerst ontsla gen als bedrijven in moei lijkheden raken. Van de werkloosheid zijn vooral de vrouwen de dupe. Ge rekend naar het percenta ge vrouwen op de ar beidsmarkt worden er meer vrouwen werkloos dan mannen en hun aantal stijgt ook sneller. In weerwil van de economische problemen gaan steeds meer vrouwen werken en willen steeds meer vrouwen gaan werken. De Emancipatie Kommissie ver wacht dat er tussen nu en het jaar 2000 twee maal zoveel vrouwen op de arbeidsmarkt zullen ko men. „Vrouwen eisen een blij vend aandeel van de arbeids markt op", stellen economen vast en dat is een nieuwe ontwikke ling. Tot nu toe lieten vrouwen zich gebruiken als arbeidsreser ve. Was er genoeg werk, dan werd gestimuleerd dat vrouwen gin gen werken. Bij gebrek aan ar beidsplaatsen werden de vrou wen weer „teruggestuurd naar de keuken" In feite gebeurt dat nu w< ditmaal niet zonder protest van de kant van de vrouwen. Recent zijn acties van het FN V-secreta riaat voor vrouwelijke werkne mers („Meiden, wat 'n slechte tij den"), van de ABOP-vrouwen (onderwijzeressen die proteste ren tegen het hanteren van het begrip kostwinner bij dé verde ling van werk), van de Rooie Vrouwen („Vrouwen hebben recht op werk"), van de Emanci patie Kommissie („Economische problemen mogen geen hinder paal vormen om door te gaan met een rechtvaardige verdeling van de arbeid tussen mannen en vrouwen") en van actiegroepen als „Vrouwen eisen werk" en „Vrouw en werk" Concurrenten Op de arbeidsmarkt zien mannen vrouwen als concurrenten: het is niet voor niets dat vrouwen zich apart organiseren binnen hun vakbond: ABOP-vrouwen, AB- VA-vrouwen enz. Er zullen in grijpende veranderingen moeten komen om voor vrouwen een plaats op de arbeidsmarkt in te ruimen. Het idee van (veel) korter werken door meer mensen vindt steeds meer weerklank, maar vooral bij degenen die er belang bij hebben. Werkgevers en wer kende mannen hebben dat niet, zo menen zij zelf. Als de traditionele tweedeling mannen buitenshuis vrouwen binnenshuis gaat verdwijnen, zijn er meer ingrijpende maat schappelijke veranderingen no dig: het werk binnenshuis moet ook verdeeld worden onder mannen en vrouwen. Verder zijn een andere organisatie van het huishouden en van kinderop vang nodig. Omdat nóch het bedrijfsleven nóch de mannen om al die veranderin gen zitten te springen (integen deel zelfs) zullen vrouwen hun ei sen moeten bewerkstelligen op het politieke vlak. We praten erover met Hedy d'An- cona, Eerste-Kamerlid voor de PvdA en - in de tijd dat het waar schijnlijk leek dat er een tweede kabinet-Den Uyl zou komen - de belangrijkste kandidaat voor het staatssecretarisschap van eman cipatiezaken. Moeder-de-vrouw Huisvrouw is geen beroep. „Huis houdelijke arbeid is geen werk, het is een taak. Er is geen enkel argument te bedenken om die taak uitsluitend aan vrouwen toe te bedelen", zei Hedy d'Ancona uitdagend tijdens een discussie dag van Rooie Vrouwen in Vier houten. „Het moest eindelijk maar eens hardop gezegd wor den", verklaarde ze na afloop, maar haar uitspraak had niet het effect gehad van een knuppel in een hoenderhok: geen van de meer dan duizend aanwezige PvdA-vrouwen (van alle leeftij den) had geprotesteerd. Er werd juist instemmend geklapt. Je zou daaruit kunnen opmaken dat vrouwen (uit PvdA-kring) het uitstekend vinden als het huis houden niet langer het exclusie ve terrein van moeder-de-vrouw zou zijn. Toch zullen er vrouwen zijn die bij zo'n uitspraak het ge voel krijgen dat de poten onder hun stoel worden weggezaagd, dat de zin van hun huisvrouwen bestaan wordt ondergraven. Onmisbaar „Ja", zegt Hedy, als we elkaar ont moeten in Den Haag, ,je hebt vrouwen die zich de koningin- van-het-binnengebeuren voelen. „Ga uit mijn keuken" roepen en zich bedreigd voelen als andere moeders vragen om een over- blijfregeling op de school van de kinderen". Ze vindt dat heel ver klaarbaar: „Volgens de traditie zijn de taken duidelijk verdeeld: de man werkt, de vrouw doet het huishouden. Dat is rustig, ieder heeft zijn eigen verantwoorde lijkheden. Als vrouw ben je dan onmisbaar, dat geeft een heel prettig gevoel, dat je niet graag wilt opgeven. Die vrouwen heb ben de neiging hun verworven plaats te beschermen, ook al is dat geen leuke plaats. Uit onder zoeken (Margriet-Oakley) blijkt dat de overgrote meerderheid van de vrouwen huishoudelijke taken onbevredigend vindt. Maar zij klagen niet, vanuit het idee „moeder zit er nu eenmaal voor" Daarom uit die onvrede zich bij vrouwen ook zo raar (rugklach ten, slapeloosheid, valium, sher ry). Toch gaan ze, als de verdeling en reorganisatie van huishoude lijk werk-kinderopvang ter spra ke komt, hun plekje verdedigen. Dat moet ook wel, want andere plekken zijn immers niet binnen hun bereik". Veel vrouwen hebben zich. nooit voorbereid op werken buitens huis. Als ze desondanks willen werken, maken ze weinig kans op het vinden van een baan en zeker op parttime werk of werk dat enigszins te combineren valt met kinderen en huishouden. Toch vindt Hedy d'Ancona de tweede ling man werkt (betaald) bui tenshuis - vrouw (onbetaald) binnenshuis principieel onjuist: iedereen moet de gelegenheid hebben om werk, naar persoon lijke voorkeur en aanleg, te doen dat voldoening schenkt en een zelfstandig inkomen oplevert. Dat betekent wel dat ook de ta ken binnenshuis verdeeld moe ten worden. De emancipatie van de vrouw is voer voor sociologen. Talloze on derzoeken hebben inmiddels aangetoond dat als vrouwen bui tenshuis gaan werken, de rol van de man niet verandert: hij zeemt geen ramen, zijn eigen overhem den strijkt hij niet. Met andere woorden, het huishouden blijft de taak van de vrouw, door te gaan werken wordt zij dubbel belast. Haar positie is niet benij denswaardig: zij moet ervoor zorgen dat het gezin niet merkt dat zij werkt (terwijl haar werk gever er niets van mag merken dat zij een gezin heeft). Uit onderzoek (Sociaal Cultureel Planbureau) blijkt zelfs dat het een zekere dwang van uit: ieder een zal er bij betrokken zijn, ie dereen moet meedoen. Een om vangrijker reorganisatie van de samenleving kan je je nauwelijks indenken. Er is dan ook niet veel kijk op dat zo'n maatschappij er snel zal komen. Hoewel het idee van werktijdverkorting snel in gang vindt, gaat het nooit om zo'n rigoureuze werktijdverkorting. Bij degenen die korter werken bepleiten gaat het meestal om de verdeling van het schaarse werk (vakbonden, Den Uyl), maar dan met behoud van loon. Anderen (minister Albeda - sociale zaken, voor zijn ministerschap lid van de Emancipatie Kommissie Boersma, in de tijd dat hij nog minister was) zien er wel een middel in ruimte op de arbeids markt voor vrouwen te creëren, maar gaan in hun filosofieën toch nooit zo ver als Hedy d'Ancona. Onder politici heeft zij weinig medestanders, behalve bij de vrouwen van haar eigen par tij- Van de werkgevers valt ook niet te verwachten dat zo'n plan jui chend wordt ingehaald. Je kunt je voorstellen wat voor reorgani satie (produktie, administratie, personeelsbeleid) een vijf-uren dag zou geven. Bovendien be staat er geen gebrek aan arbeids krachten in alle takken van werk en zullen vrouwen ook niet geïn teresseerd zijn in arbeid in al die takken. Het bedrijfsleven heeft nooit voorstellen tot werktijd verkorting toegejuicht; wat in het verleden werd bereikt, werd af gedwongen door politici en bon den (kanten waarvan Hedy voor alsnog weinig steun kan ver wachten). Rol Veel steun is er net zomin te ver wachten van de mannen, echtge noten. werknemers. In de tien jaar dat de vrouwenbeweging nu bestaat, zijn er nauwelijks man nen aan hun eigen rol gaan twij felen, hoewel dat toch ook niet zo'n leuke rol is. Actiegroepen van mannen die meer betrokken willen worden bij.de opvoeding van de kinderen, meer in het huishouden willen gaan doen of minder gedwongen willen zijn geld in het laatje te brengen, be staan eenvoudigweg niet. Man nen staan niet te trappelen om korter te werken, zeker niet als dat ten koste van het loonzakje gaat. Tenslotte is het ook nog de vraag in hoeverre vrouwen Hedy d'Anco- na's idealen delen: volgens het Margriet-onderzoek vindt 70 pro cent van de ondervraagde vrou wen dat vrouwen het recht heb ben op werk buitenshuis. Maar „recht" is nog geen „plicht". Hoe vrouwen denken over de plicht vijf uur te werken, daar kan nog eens een sociolo(o)g(e) een on derzoekje aan wagen. '/y korte termijn-beslissingen steeds toetsen: het is zaak stap voor stap dichter bij het ideaal te komen. Niet iedereen heeft dezelfde idealen, dus worden er ook voortdurend beslissingen geno men die de maatschappij verder van Hedy's ideaal afbrengen. Zij geeft voorbeelden: „Het ont slaan van werkende vrouwen om werk te scheppen voor mannen (zoals dat overal, maar „georgani seerd" gebeurt in het onderwijs) of het bezuinigen op voorzienin- gen zoals crèches. Het bevorde ren van vrijwilligerswerk, waar ik op zich niet tegen ben, maar wél als het verricht moet worden door vooral vrouwen: elkaar on betaald helpen is net zo min spe cifiek vrouwelijk als het huis houden". Voor Hedy d'Ancona ziet de ideale maatschappij er zo uit: ,Er zijn drie soorten van arbeid die rechtvaardig verdeeld moeten worden onder mannen en vrou wen: betaalde arbeid buitens huis, onbetaalde arbeid buitens huis (vrijwilligerswerk, ouder participatie, actiegroepen, in spraakorganen, buurtwerk enz.) en arbeid binnenshuis. Hedy d.'Ancona. ,Jiuis- houdelijke -arbeid is geen werk het is een taak" "taalde kracht in dienst te nemen. Hedy d'Ancona heeft dan ook oppas (drie dagen) en een werk ster, maar ze noemt dat een noodoplossing, die niets heeft te maken met de oplossing van het vrouwenprobleem. De volledige vervanging van een huisvrouw- moeder (die dag en nacht be schikbaar is) is voor haast ieder een onbetaalbaar. (Vandaar de „vrouwenpolis"). Iemand voor 40 uur in dienst nemen is voor ver reweg de meeste mensen ook te duur. Het zou erop neerkomen dat oppas alleen goed per indivi dueel gezin te regelen zou zijn in een gezin waar goed wordt ver diend. Werkelijke oplossingen liggen op het terrein van korter werken, reorganisatie van huis houden en kinderopvang. Dp zich is het trouwens de vraag of het in dienst nemen van een vrouw (oppas, werkster) wel ver kieslijk is: die vrouw werkt dan weer in de beslotenheid van een huishouden, met het enige ver schil dat het niet haar eigen huis houden is en dat zij er geld mee verdient. In Parijs, zo vertelt onze correspondent, wordt het ge woonte om een vrouw van een buitenlandse arbeider voor huis houdelijk werk in te huren: het nieuwe proletariaat. Met dit soort ontwikkelingen is de emancipa tie van de vrouw niet gediend. Van „zusterschap" is weinig sprake als de ene vrouw (met op leiding) haar blik verruimt ten koste van de andere (met minder mogelijkheden) die dan twee huishoudens te verzorgen krijgt. Een betere oplossing is denkbaar, maar (als het ooit zover komt) te verwezenlijken op langere ter mijn. Politici als Hedv d'Ancona (en niet alleen politici) hebben een beeld van een ideale maat schappij voor ogen, waaraan zij - Omdat betaalde arbeid buitens huis schaars is, én om tijd te krijgen voor die twee andere vormen van arbeid, werkt ie dereen die werken kan parttime, en wel vijf uur per dag. - Betaald werk buitenshuis ver richten is niet alleen een recht, maar ook een plicht. Niet alleen een plicht van mannen, ook van - Net zoals nu ontvangen mensen die niet kunnen werken (of zijn gepensioneerd) een sociale uit kering, per individu. Alle socia le voorzieningen zijn individu eel. - Het inkomen voor vijf uur wer ken gaat achteruit ten opzichte van wat er nu wordt verdiend. Een minimuminkomen is niet gebaseerd op wat een gezin no dig heeft, maar op wat een indi vidu nodig heeft. Voor gezinnen met kinderen is er een kinderbijdrageregeling. De inkomensongelijkheid tus sen huishoudens die bestaan uit één persoon (alleenstaande) of twee werkende personen wordt door middel van belas tingen rechtgetrokken (ten slot te: twee personen eten meer, maar bewonen zoals één per soon één huis enz.). Als voordeel van zo'n systeem ziet Hedy dat „ieder mens over een zelfstandig inkomen beschikt, waardoor bijvoorbeeld huwelijk, gezin en andere samenlevings vormen niet langer gebaseerd zijn op economische, maar vooral op emotionele gebondenheid" Een ander voordeel is dat meis jes, wetend dat zij ook buitens huis zullen werken, gestimuleerd worden (beroeps)opleidingen te volgen. Gedurende de vijf uur dat ouders werken worden de kinderen op gevangen. Voor de kleintjes is er de crèche, voor de groteren zijn er scholen met een continurooster (zonder middagpauze) van 9 tot 2. Hedy: „In de resterende tijd wordt onbetaald werk binnens- en buitenshuis gedeeld. De man is meer dan nu betrokken bij de opvoeding en opvang van de kin deren. Het huishouden wordt ten dele vergemeensehappelijkt: er komen voorzieningen waarvan ieder naar keuze gebruik kan maken (wasserijen, kleine, goed kope eetgelegenheden e.d.). Een voordeel is daarbij dat socialise ring van het huishouden ar beidsplaatsen schept". Dwang Tot zover Hedy's droom. Omdat opvalt dat heteen samenhangend geheel van regelingen is, gaat er aandeel in het huishouden van een man met een werkende vrouw kleiner is, dan het aandeel van een man met een vrouw die thuis is. „Er is geen enkel argument te be denken waarom huishoudelijk werk uitsluitend vrouwenwerk zou zijn", zegt Hedy d'Ancona, maar laat dat maar eens tot je man doordringen. Dat blijkt Hedy zelf ook niet te lukken: „Ik kan ra zend worden als Ed (van Thijn, Tweede-Kamerlid van de PvdA) vraagt: „Kan ik wat voor je doen?" Met andere woorden: het is mijn taak, mijn handel, waar voor ik in principe hoor te zorgen. Als Ed helpt (in de kruimeltjes tijd die er naast zijn werk over blijven) doet hij het voor mij, om mij te ontlasten. Dan zeg ik: „Het is toch ook jou huishouden?" Bovendien betekent „Kan ik je helpen" niet „Schat, zal ik de wc voor je boenen?" Het betekent (onderzoek Ann Oakley, Engels sociologe): „Zal ik de kinderen voorlezen, terwijl jij afwast?" of andere aardige kanten van het huishouden zoals koken of bood schappen doen. Hedy: „En dan hebben we het nog over aardige, emancipatiegezin- de mannen. Het enige wat erop zit is van tijd tot tijd eens flink ruzie maken over de verdeling van huishoudelijke taken". Daarbij kan ze zich dan beroepen op het beginselprogramma van de PvdA, rlat zegt dat betaald werk buitenshuis gecombineerd moet kunnen worden met onbetaald werk binnenshuis, dat mannen en vrouwen buiten en binnen dienen te delen. Wat het werk buitenshuis betreft komt Hedy aardig aan haar trek ken: ze is lid van de Eerste Kamer en heeft daarnaast een fulltime baan (samen met Maurice de Hond - van de verkiezingsprog noses - beheert zij een bureau dat sociologisch onderzoek doet). Verder zit Hedy d'Ancona in de redactie van het feministisch maandblad Opzij, houdt zij lezin gen en is actief in haar partij. Ze heeft twee kinderen (7 en 10) en zorgt dat gezin en huishouden soepel draaien. Zusterschap Het is duidelijk dat als twee men sen in een gezin hele dagen (en langer) werken er - ook al levert de man zijn aandeel binnenshuis - veel te weinig tijd overblijft voor gezin en huishouden. Daar om vindt Hedy het - nog afgezien van de noodzaak ervan vanwege de schaarse arbeidsplaatsen - noodzakelijk dat werkverdeling binnen en buiten gekoppeld wordt aan werktijdverkorting koppeling moet je in de politiek ook steeds maken". Dat in Oost- europese landen, waar vrouwen al tientallen jaren buitenshuis werken, ook altijd het huishou den de taak van de vrouw bleef, wijt Hedy uitsluitend aan het feit dat de mensen daar beiden een hele dagtaak hebben. Haar optimistische verwachting wordt met gesteund door het on derzoek naar vrijetijdsbesteding van het Sociaal Cultureel Plan bureau. Daaruit blijkt dat de vrije tijd die mannen erbij gekregen hebben door de vijfdaagse, 40- urige werkweek niet wordt be steed aan huishoudelijk werk, ook niet als die mannen een wer kende vrouw hebben. Als die lijn zich voortzet, zullen er andere middelen moeten komen om mannen tot het huishouden te verleiden. In een gezin waar twee mensen een inkomen verwerven, wordt het financieel mogelijk om een be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 21