Joep vond eindelijk zijn moeder Echtpaar probeert Voorhout te slijten aan de Amerikanen 'Vele vormen van kanker zijn goed geneesbaar' Smakelijke wegwijze voor Leidse regio PAGINA 4 VARIA DINSDAG 1 AUGUSTUS 1978 m door Herman van Amsterdam Toeristen die een bezoek brengen aan Nederland zien doorgaans geen heil in een verblijf in Voorhout. Jaarlijks zijn het er in totaal maar een paar duizend. Voor de ruim 200 Voorhoutse gezinnen die bij de VVV als logeeradres staan genoteerd, is het dan ook lang geen vetpot. Maar wat niet is kan nog komen. Tenminste twee Voorhouters, Bert en An de Haan, zijn er stellig van overtuigd dat voor hun woonplaats wel degelijk een rol als toeristische trek pleister is weggelegd. Al een jaar of acht verdienen ze wat bij ("de meeste Voorhouters denken dat we er schatrijk van worden maar dan vergis sen ze zich") aan het verzor gen van alle logies maar ze achten nu de tijd rijp om de zaken wat groter aan te pak ken. Zo verhuist de administratie, die tot nu toe werd afgehan deld in een kleine ruimte on der de gangtrap, naar een aan de woning aan te bouwen ser re. Bert de Haan heeft er in middels een paar reizen naar Amerika opzitten en daar ge probeerd reisorganisaties warm te krijgen voor een be zoek aan Voorhout. Met het oog daar op heeft hij alvast folders laten drukken. Nou ja, foldersZes kleine velletjes getypte informatie, bijeen gehouden door een simpel nietje. Bij lange na niet de zonnige kleurenfolders waarmee toeristische attrac ties doorgaans aan de man worden gebracht. Met opzet. Ze willen er in dit stadium nog niet al^teveel geld tegen aan gooien. Eerst maar eens proberen of de toeristische trek naar Voorhout inderdaad groter gaat worden. Ze willen het toerisme wat pro fessioneler aanpakken. Van daar ook dat de kleine organi satie zich voortaan bedient van een grote naam: Interna tional Tourist Service. Toen Bert de Haan in Amerika was heeft hij in Houston een kan toor geopend, dat onder de zelfde naam gaat proberen Amerikanen naar Voorhout te krijgen. En omgekeerd wil hij Nederlanders zien te inte resseren voor de States. In de advertenties die hij gaat plaatsen zal hij zich presente ren als Texas-specialist. "Geen bluf', zegt hij, "want ik weet het nodige van Amerika af. Twee keer heb ik het hele land doorkruist", zegt De Haan, die een baan heeft bij de KLM en vroeger veel op stap was voor deze vliegmaat schappij. Voorhout tot ver over de gren zen bekendheid te geven, dat willen Bert en An voor elkaar zien te krijgen. "En nu maar hopen dat de Voorhoutse middenstand een beetje meewerkt", zegt An de Haan. "Want daar heeft het tot nu toe aan ontbroken. "Met als gevolg", zegt ze, "dat veel toe risten Voorhout als vakan tieadres niet zien zitten. En ik kan me dat best voor stellen. Want wat valt er te beleven? Je hebt hier zegge en schrijve één „chinees" en één restau rant en dan heb je het gehad, 's Avonds ergens een drankje drinken is er niet bij. Een bui tenlandse krant kopen kan niet in Voorhout. Naar een sou veniers winkel zoek je te vergeefs. De winkels open 's avonds? Vergeet het maar. Geen degelijk zwembad, geen park om in te wandelen. Zo kan ik nog wel even door gaan. Geen wonder dat veel toeristen die hier wel neer strijken, er de smoor in krij gen. Vooral jongeren vinden het hier maar een saaie be doeling". "Mijn man", zegt ze, "heeft het probleem al een paar keer voorgelegd aan het bestuur van de middenstandsvereni ging. Omdat hij beseft dat met een beetje goede wil het hier goed kan gaan lopen. Maar ze willen niet naar 'm luisteren. Ja, waar blijf je dan? Nergens toch?". Het valt te betwijfelen of de Voorhoutse middenstand in de nabije toekomst uit een ander vaatje wil gaan tappen Voorzitter van de midden standsvereniging Hoek zegt: „Hoe je het ook went of keert, Voorhout is in geen enkel op zicht aantrekkelijk te maken voor toeristen. We hebben gewoon niets te bieden. Wat dat betreft moeten we nuchter zijn. We kunnen na tuurlijk wel in samenwerking met het VW een prachtige folder laten drukken en Voorhout verkopen als een lieflijke bloemenplaats waar Tips voor deze rubriek kunt U elke morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215. U mag ook schrijven. Hoge Noorse onderscheiding voor Katwijks schoolmeisje Op het kortgeleden in het Noor se Sandjeford gehouden in ternationale goochelcongres heeft het 12-jarige Katwijkse goochelaarstertje Sylvia Vermeulen de vloer aange veegd met zowel de Noorse als Finse juniorenkampioen. Ze klopte beide 20-jarigen met een straatlengte verschil, waardoor ze zowel in de afde ling Scene Magie als bij het onderdeel Goochelen de gouden plak verdiende. Sylvia, die het dit keer moest opnemen tegen bijna dertig jeugdige goochelaars uit on der meer Amerika, Bulgarije en alle andere Europese lan den, verdiende met haar trucs ook de Grand Prix, een on derscheiding die in Noorwe gen nog slechts weinig goo chelaars te beurt is gevallen en ook maar eens in de zoveel jaren wordt uitgereikt. De Katwijkse, met haar 12 jaar de jongste deelneemster, heeft na afloop van het con- .Sylvia... gres veel buitenlandse iivita- ties gekregen. Onder meer een aanbod om volgen! jaar een maand lang avomvoor- stellingen te geven ii een groot Zweeds parktheéer en een verzoek om van dtpartij te zijn op diverse gochel- congressen in Ameria en Nieuw Zeeland. Haarvader, die als haar managr op treedt, heeft echter vor alle eer bedankt. van alles is te beleven maar dan komt de toerist bedrogen uit. De middenstanders hier zullen zich echt niet in het avontuur storten, omdat van te voren vast staat dat zoiets alleen maar geld gaat kosten. Ze worden er geen cent beter t toeristen Voorhout niet a "Het streven van het echtpaar De Haan juich ik toe. Maar la ten we wel bedenken dat het doel louter is om meer aan het toerisme te verdienen. Dat is hun goed recht, net zo goed als de middenstanders het recht hebben daaraan geen medewerking te verlenen" Journalisten van de Leidsche Courant met hun werkterrein in Leiden en wijde omgeving gaven in de afgelopen jaren regelmatig mond en oren goed de kost in totaal 56 uitnodi gende uitspanningen. De cu linaire trektocht leidde langs Italiaanse eethuisjes, bistro's, herbergen tot een tot restau rant omgebouwde hooiberg. Al deze smulpartijen worden uit de doeken gedaan in het boekje "Etenswaardigheden" dat het uitzendbureau LUB A heeft laten samenstellen ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan. De smakelijke weg wijzer bevat ook veel streek- specialiteiten. DEN HAAG (GPD) - Dat is de hamvraag van onze tijd: hoe overleef ik kanker. Want de ziek te, die niet zelden met „k" of „de gevreesde ziekte", wordt aange* duid, heeft de reputatie altijd do delijk te zijn. Dat is niet zo. Vele vormen van kanker zijn in een niet-onaan- zienlijk percentage geneesbaar Huidkanker vrijwel geen doden, vrijwel geen invaliden. Ziekte van Hodgkin, een kwaadaardig gezwel (kanker) van de lymfklie- ren: 70 procent geneesbaar. Baarmoederhalskanker voor het overgrote deel geneesbaar. Mits tijdig ontdekt en met alle krach ten bestreden, is wat hier bij hoort. En daar ontbreekt nogal eens iets aan. Zowel wat betreft de middelen als het tijdig en met alle middelen ontdekken en be- strijdingsklaar maken. Er wordt in doktersvakkringen in dit verband gesproken van: ver traging door de zieke en door de dokter. Het eerste betekent: de zieke komt niet naar de dokter op het moment dat hij iets alarme rends bij zichzelf ontdekt of meent te ontdekken. De vertra ging door de dokter als zieken bij hem komen doet hij niet alles om tijdig vast te stellen of hier inder daad kanker aanwezig is. Of hij zorgt niet dat als die zekerheid eenmaal bestaat de behandeling tijdig en met alle middelen wordt begonnen. Deze week kwam ik met drie ge vallen in aanraking. Twee ervan waren mensen die kanker had den. De derde dacht, met reden, dat ze waarschijnlijk kanker had. De eerste: Louis Sinner, een jour nalist en auteur, schreef een week geleden in het zaterdagavondbij voegsel van het NRC een stuk over zijn eigen kanker. Hij ver telde hoe deze ontdekt was, hoe hij vaak gedacht had: waarom zou ik geen kanker krijgen. Hoe hij en zijn vrouw over euthanasie hadden gesproken, ingeval de ziekte zover zou komen dat hij er niet meer tegenop zou kunnen. Hoe de behandeling met bestra ling hem was meegevallen. Hoe de huisdokter bij hem was geko men en hem had gevraagd of hij Door Boris Bouncius arts in het verleden moeilijkheden had gehad. Sinner had „nee" geantwoord en er was verder niet over gepraat. Het hele verhaal klonk erg pessimistisch, zo van: dit is me overkomen, het zal mijn einde wel worden, ik moet het moedig dragen. Zo nodig vraag ik aan een van de artsen me te do den. Wat scheelt hier aan, zal de lezer zich afvragen. Het antwoord is dat zo langzamerhand, ook in dokterskringen, de mening post vat dat het ontstaan van kanker de mensen maar niet zo over komt. Dat als het eerste dan al het geval zou zijn, de uitzaaiingen te maken hebben met teveel aan stress. Een professor Holmes heeft een als waar aangenomen boek gepubliceerd,bewijzende dat onaangename gebeurtenis sen als dood van een partner, verhuizing, ontslag, gevangen schap een puntenwaarde kunnen krijgen en dat wie in een jaar ge noeg punten heeft verzameld, een goede kans maakt iets ern stigs te krijgen: ongeval, ziekte als hartaanval of beroerte, maar ook kanker. Wie het wel en wie het niet zal tref fen is niet te voorspellen. Wel zijn er dus artsen en psychotherapeu ten die kankerpatiënten helpen uit eventuele moeilijkheden te komen waarin ze verkeerden, onder het motto: baat het niet dan schaadt het toch niet. Als daarbij tenminste niet vergeten wordt, op de normale wijze te bestralen, te snijden, chemotherapie t® te passen. Psychotherapie is dus erbij en niet in de plaats van. Ik denk dat aan Sinner dit alles had moeten worden meegedeeld te worden, het daarbij aan hem overlatende of hij al dan niet van het aangebodene gebruik zou willen maken. Wat voor hem geldt, gaat voor iedereen op. Met andere woorden: voor alle kan kerpatiënten hoort psychothera pie te worden beschikbaar ge steld, in èèn of andere vorm. De tweede met een kanker probleem: een jonge vrouw die me opbelde. Ze vertelde dat ruim drie maanden geleden haar huis dokter een strijkje had gemaakt in verband met de pilcontrole. In tegenstelling tot wat gewoonlijk het geval was, kreeg ze bericht, dat het niet helemaal goed was. Het moest na enige tijd overge daan worden. Met veel moeite kreeg ze de man ertoe het weer te doen. Het zat nog niet goed, het moest nog eens worden gedaan. Dat gebeurde 14 dagen later, het was alarmerend. De vrouw werd verwezen naar een vrouwenarts, waarheen ze nu binnenkort zal gaan. Ze vreest kanker te hebben, ze denkt dat alles bij haar wegge nomen zal moeten worden. Ze zei me dat ze veel liever had ge had dat de huisdokter, zodra er iets afwijkends was geconsta teerd, haar direct naar de vrou wenarts had verwezen in plaats van drie maanden te wachten. Ze dacht zelf nu al wat laat te zijn. Ook meende zij dat anderen, minder op de hoogte dan zijzelf, veel te laat zouden zijn. Met ande re woorden: een doktersvertra ging van de eerste orde, vermoe delijk omdat de huisarts zelf eens wilde kijken wat het zou wor den. De derde patiënt zag ik gedurende een zondagdienst. De man was benauwd. Hij had slechte longen, zo vertelde zijn vrouw. Heel vaak deed zij het woord voor haar man. Toen ik daar wat van zei, hield ze er even mee op. Het was duidelijk dat de man bang voor haar was. Hij keek telkens naar haar voor hij op mijn vragen antwoordde, tot hij geïnteresseerd raakte in wat ik met hem deed. Toen werd hij actief. Inmiddels was ik te we ten gekomen dat de man kort ge leden geopereerd was aan de pro staat. Toen de man even weg was om zijn pillen te halen, zei zijn vrouw: „Hij heeft die ziekte". Welke vroeg ik. „Dat weet u wel", was haar antwoord. Nee. Intussen kwam de man binnen. Hij deed alsof hij mijn vraag in het geheel niet had gehoord. Ik denk dat zij bezig was voor hem te verhullen wat hij mankeerde en dat hij deed alsof er niets bijzonders aan de hand was. Ze zaten verstoppertje te spelen, niet alleen met elkaar, maar ook met mij. Dat betekent: die man en vrouw deden alsof de man geen prostaatkanker had, alsof er een goedaardig gezwel was wegge haald. Prostaatkanker wor behandeld met hormonen. Nivil het er bij mij niet in, dat deian zijn hor- moonpillen zal slilen terwijl hij niet weet wat hij slt of waarom. Er is een goede ka; dat hij ze in de wc spuugt. Laataan dat er in dit geval psychherapie zou kunnen gebeuremlleen al om dat de vrouw de mi als een kind behandelt, als iemd die geen rechten heeft. Ool«en recht om te leven. Ook hier geen optiale mogelijk heid tot behandelg. Het ziet er naar uit dat er eestel regels no dig zijn in het pgramma rond de behandeling u kanker. De eerste: zodra eedokter denkt dat een van zijn deen best kan ker kon hebbenlient hij deze zieke zo snel molijk te verwij zen naar een stettsen die door de kankerbestriingsorganisa- ties in ons landls volwaardig worden erkendJaar moet zo spoedig mogelijlrorden vastge steld of er al dariet een kanker De tweede: aan iere kankerpa tiënt dient psyclherapie ter be schikking gestete worden van de beste soort, taanvulling van bestraling, chiigische behan deling, chermerapie. Dat houdt in dat aannkerpatiënten als routine de aj van hun kwaal moet worden rïgedeeld. Na vele jaren van onzekerheid HAARLEM (GPD) - De 35e ver jaardag van Joep Wijkstra was een heel bijzondere. Twee dagen ervoor, op vrijdag 28 april van dit jaar, zag hij na meer dan 30 jaar zijn moeder weer. Het werd in Groningen een uitbundig feest. Dat vooral kon worden gevierd dank zij de speurzin van Haar lemse Joep zelf. Want hij wacht nog steeds op bericht van de in geschakelde hulpverleningsin stanties - die hebben nog geen succes gehad bij hun zoekac tie. Joep werd in 1943 in Amsterdam geboren. Zijn moeder, toen al ge scheiden, was voor de bevalling naar een kliniek gegaan. Na de geboorte keerden moeder en zoon weer naar Groningen terug, waar ze in korte tijd op verschil lende adressen woonden. Omdat de situatie voor mevrouw Wijk stra onhoudbaar werd, deed zij via een Duits formulier afstand van Joep. Die kwam via een kin derhuis in Laren terecht in een ander kindertehuis in Bloemen- daal. Hij werd daar door Duitse meisjes verzorgd, die bij de be vrijding de benen namen. Het Rode Kruis nam de zorg voor de kinderen over en Joep kwam in een pleeggezin. Oudere men sen, die toch niet zo best overweg konden met de kleine jongen en na een jaar op een ander adres in Haarlem („Daar weet ik niets meer van", zegt Joep nu), kwam hij in 1950 terecht in een tehuis in Amersfoort. Na twee jaar ver huisde hij naar een ander tehuis, eveneens in Amersfoort en in 1954 was hij weer bij het pleegge zin in Haarlem. Twee jaar ging het redelijk, maar de leeftijd van de pleegouders gaf weer de door slag om Joep naar elders te stu ren. Het werd een observatiehuis in Den Haag, waar hij allerlei tests kreeg te maken. Gedurende die tijd zat hij achter slot en gren del en zag geen buitenlucht. Uit de tests kwam naar voren dat hij maar graficus moest worden. Manchester Dat betekende overplaatsing naar een instituut in Nijmegen, waar een drukkerij bij hoorde. „Al zulk soort dingen werken door in je leven. Een dag in de week moest ik naar de grafische school. lede ren liep daar rond in een spijker broek, maar ik had altijd een ou derwetse manchester broek aan. En tussen de middag gingen ze een patatje halen of zo. In mijn eentje was ik dan blokjes aan het wandelen. Want de tachtig cent zakgeld ging op aan een pakje shag met vloeitjes". In die tijd begon hij naar zijn moeder te vra gen. De boot werd afgehouden, men wist van niets, ze zou wel zijn overleden in de oorlog. In augustus 1960 moest hij op eigen benen staan, hij ging op kamers wonen bij zijn oorspronkelijke pleeggezin in Haarlem. „Ik had nooit geleerd zelfstandig iets te doen, ik kon nog geen girobiljet invullen. Je wordt stuurloos in de maatschappij gezet. Je hebt niet geleerd met iemand om te gaan, daar is mijn huwelijk later ook op stukgelopen. Ik had geen enkel voorbeeld gehad hoe je in een normaal gezin leeft, ik wist niet hoe je zoiets moet aanpak ken". Toen Joep 21 werd moest hij voor de rechter verschijnen die hem vertelde, dat hij nu echt zelfstan dig was. Daar leerde hij een tante kennen, die hem vertelde dat zijn moeder hem graag zou willen ontmoeten. Zij wist niet beter of haar zoon had een gelukkig leven in een pleeggezin achter de rug. Er werd een afspraak gemaakt voor een ontmoeting, maar het liep anders. Joep had inmiddels een vriendin, die later zijn vrouw zou worden. Zij zag er maar niets in en stelde hem voor de keus: je moeder of ik. Joep koos voor het laatste, voor het brok vastigheid in zijn emotionele leven. „Het huwelijk hield geen stand, in 1971 volgde de scheiding. Joep ging naar Leiderdorp en woonde daar een tijd bij een vriendin. Weer bracht hij zijn moeder ter sprake, maar opnieuw onder vond hij weinig begrip en kreeg als reactie soortgelijke opmer kingen als van zijn ex-vrouw. Mei van het afgelopen jaar zocht Joep Haarlem weer op, hij woont nu bij een vriendin in waarmee hij aan het eind van het jaar in het huwe lijk hoopt te treden. En van haar kreeg hij wel steun bij de pogin gen om zijn moeder te vin den. Delicaat Eind vorig jaar schreef Joep een briefje naar de gemeente Gronin gen, die in januari antwoordde dat het verzoek was doorgezon den naar de Raad voor de Kin derbescherming. „Ik was daar verontwaardigd over. Ik was op een leeftijd dat ik zelf alles kon regelen en gingen ze toch weerde Raad inschakelen". Hij belde met deze Raad en kreeg te horen dat het een „delicate" zaak was die „voorzichtig" moest worden aangepakt. Dat werd nog eens in een briefje bevestigd, waarin ook werd opgemerkt, dat het wel lang zou duren. Het was Joep die ie dere keer contact zocht, tot hij een maand later een nieuwe brief kreeg. Men had het probleem doorgeschoven naar een andere hulpverlenende instantie, de FIOM. „Wij hopen dat een oplos sing nu snel wordt gevonden" schreef men er hoopvol bij. Dat gebeurde niet. Het werd april en de FIOM hulde zich in stil zwijgen. „Mijn vriendin zei toen: je bent gek als je nog langer wacht, je moet er zelf wat aan JL Sfi Joep met zijn moeder. Op aiit- woord van instanties wordt nog gewacht. doen". Dus werden alle Wijk- stras opgezocht in het telefoon boek van Groningen. Dat leverde acht adressen op. Na enkele ma len niemand thuis te hebben ge troffen kwam het eerste succesje op het vierde adres. Het bleek een nichtje te zijn, dat geen contact meer had met moeder Wijkstra. Wel wist ze een adres in Dor drecht, dat bleek familie van Joeps vader. Een adres kwam er nog niet uit, maar hij hoorde dat zijn moeder was aangesloten bij de Mormoonse>rk van Gronin gen. „Het viel vooral op dat allerlei particu'en wel bereid waren me odl bij te hel pen". Het volgende teJontje ging naar de kerk in (hingen, vragen naar mevrowWeening. Joep was er ook achgekomen dat ze inmiddels waiertrouwd. Oh, klonk het aan andere kant van de lijn, dan m u mijn moeder hebben: en itrdaad, de tele foon was oppmen door een halfbroer van^p. Vijf minuten later had Joeijn moeder zelf aan het toestmet de bekende brok in de ke En vlak voor z verjaardag ging Joep zijn zeirdiende cadeau incasseren: (hereniging met zijn moederkat was fantas tisch, bovererwachting. Het blijkt nu dat ;og drie broers en twee zusters». We gaan nu uit stekend met hele familie om. Ik heb einde het gevoel dat ik ergens bij hedat ik niet alleen sta". Inmiddels wahij nog steeds op bericht van FIOM. „Ik denk dat ik ze maren bedankbriefje stuur voor s wat ze voor me hebben ged; Ik vind het maar een behandg van niks en ik begrijp heleil niet waarom het zo lang mouren. Er zou zelfs nog een g^k in Groningen moeten pla'inden, hebben ze gezegd. M;dat heb ik toen maar direcfewimpeld. Ik zei: als ik naar ningen kom is het om mijn nier te zien en ner gens andeiJor..."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 4