"Tien tonnen gouds voor heidense sport? Neen!" Sr// dien mei een blank wapen in een reine hand Vijftig jaar geleden Olympische Spelen in Amsterdam ZATERDAG 15 JULI 1978 EXTRA PAGINA 17 T?srr~ Door Ruud Paauw Eind van deze maand is het vijftig jaar geleden dat in Amsterdam de Olympische Spelen werden gehouden. Het grootste sport evenement dat Ne derland ooit binnen zijn grenzen heeft ge had. Op 28 juli 1928, op een nogal grauwe zaterdagmiddag, sprak de aan voerder van het Nederlands elf tal, Harry Denis, namens de deel nemers de Olympische eed uit. Dertigduizend toeschouwers ke ken toe. Meer kon het Olympisch Stadion van architect Jan Wils er toen niet bevatten. De officiële opening werd verricht door prins Hendrik. Het was het Nederlandsch Olympisch Comi té (NOC), dat de organisatie op de schouders had genomen, liever geweest als het staatshoofd deze taak ter hand had genomen, zoals bij alle vorige Olympische Spelen was gebeurd. Maar koningin Wil- helmina had laten afweten. Het Olympisch protocol zou haar te "gebiedend" zijn geweest, zo wilde het ene verhaal; het was haar afgeraden door haar advi seurs, zo wilde het andere, om bepaalde groeperingen in Ne derland niet te verbitteren. Het was de laatste van een serie te leurstellingen die het NOC in de loop der jaren had moeten ver werken. Want huidige Olympi sche steden als Montreal en Los Angeles mogen dan breed uitha len over hun problemen, Am sterdam kon er in de jaren twintig ook een onaardig boekje over opendoen, al lagen de moeilijk heden voor een deel in een ander vlak. Amsterdam dankte de toewijzing van de Spelen van 1928 voor een Dr. JTh. de Visserde CHU-mi nister van onderwijs, die zich zo in spande voor de Olympische subsi die. niet gering deel aan de activitei ten van baron Van Tuyll van Se- rooskerken, een edelman die al sinds 1912 had geijverd voor de kandidatuur van de hoofdstad. Van Tuyll was zeer goed bevriend met de Fransman Pierre de Cou- bertin, aan wie de herinvoering van de moderne Olympische Spelen te danken was. Èn in 1921 hadden zij samen het congres van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) zodanig bewerkt dat het Olympisch festijn van 1928 aan Amsterdam werd toe gewezen. In 1923 kondigden de Verenigde Staten echter aan dat zij tijdens het later dat jaar in Rome te hou den IOC-congres een poging zouden doen dat besluit onge daan te maken. Zij wilden de Spelen zelf organiseren in 1928. In die actie school een gevaar, want de Amerikanen hadden grote in vloed binnen de IOC-burcht. Maar Van Tuyll vond er een aar dig foefje op. Hij haalde de minis ter van buitenlandse zaken over om de Nederlandse gezant in Rome namens de regering een dankwoord te laten spreken voor het in Amsterdam gestelde ver trouwen en dat dan wel vóór de IOC-vergadering een aanvang had genomen. Dat zou het IOC meteen plat maken. Aan de Ame rikaanse lokroep kon daarna fat soenshalve geen gehoor meer worden gegeven. En zo de baron het had uitgedok terd, gebeurde het ook. Daarna toog het NOC aan de arbeid om de nodige gelden en stadions te verkrijgen. De eisen waren in die tijd nog niet zo hoog, de kos ten evenmin, zelfs als men na drukkelijk voor ogen houdt dat met de gulden van toen heel wat meer kon worden gedaan dan met die van nu. Subsidie De Olympische begroting ver meldde een bedrag van nog geen drieeneenhalf miljoen gul den De gemeente Amster dam en de provincie Noord-Hol land tastten royaal in de buidel, particulieren droegen een steen tje bij en ten slotte restte er een bedrag van een miljoen. Om dat in handen te krijgen vroeg het NOC de regering toestemming een loterij te houden. Minister Colijn verzette zich daar uit alle macht tegen. Wel liet het kabinet het NOC in gewatteerde bewoor dingen weten dat een subsidie van 250.000 gulden (en dat gedu rende vier jaar) tot de mogelijk heden behoorde Het voorstel daartoe werd inge diend door dr. J. Th. de Visser (CHU), de toenmalige minister van onderwijs, kunsten en we tenschappen, een even welbe spraakt als moedig man die er in eigen kring narigheid genoeg door zou ondervinden Begin mei-1925 boog de Tweede Kamer zich over de materie Twee zittingsdagen werden er aan gespendeerd. Onze jongens op het Binnenhof maakten er een adembenemende gebeurtenis van, een soort tragedie in caba- retvorm. Minister De Visser kwam van meet af aan onder zwaar spervuur te liggen van de confessionele frac ties. Het zwaarste geschut droeg ds. Kersten (SGP) aan, een bui tenbeentje maar naar wie in dit soort kwesties niet alleen door de eigen aanhang werd geluisterd De SGP-predikant schilderde zijn toorn uitvoerig: "De Olympische Spelen zijn in beginsel heidens en het is niet gewenst deze te doen herleven. Ik beklaag de geestelijk-arme mens die naar deze vermaken grijpt. Het ligt eerder op de weg der regering de ze Spelen te verbieden en het ganse kabinet is door dit voorstel veroordeeld. De vrees voor de ontheiliging van de zondag heeft de regering misschien wel be zield, (het NOC had daaromtrent de regering toezeggingen ge daan) maar zullen al die vreem delingen die naar Nederland ko men op zondag zijn op te sluiten in hun hotels?" Na deze laatste zin werd ter linkerzijde in de Ka mer nogal gelachen. Ontaard Prof. Visscher (ARP); "Sport is ontaard in een sportmanie en minderwaardig aan wat ze in Oud-Hellas was. Daar be schouwde men haar als middel tot verbetering en ontplooiing van alle menselijke krachten en om die reden was het een deel .der religie. De ontkerstening van de sport is een schadelijke factor geworden en de geestelijke vor ming van dit geslacht lijdt er on der. De glorie van de sport is al leen schijn. IJdel is alle mani festatie van brute kracht. Het is in strijd met het apostolisch woord dat zegt dat de lichamelijke oefe ning tot weinig nut is. Maar hoe is het dan mogelijk dat een zich christelijk noemende regering aan deze Spelen steun wil verle nen met tien tonnen gouds?" Scheurer (ARP): "De sport van he den bestaat uitsluitend uit wed strijden die de hartstochten op wekken van onze jongelieden en onze jonge dochters en die liefst op zondag worden gehouden. Het gaat slechts om eer en roem, alles in strijd met de ordonantiën Gods. De vrouw door de sport aangegrepen, verliest haar gevoel voor kiesheid. Zie haar dunne kledij en haar korte rokken. Men juicht deze helden toe en om hangt hen met erekransen. Zo wordt een volk niet groot, maar ondermijnd in zijn innerlijke geestesschatten. De subsidie gaat ook in tegen de bezuiniging en soberheid waardoor ons volk zich weer moet verheffen. Door de Olympische Spelen wordt het volk juist opgeroepen om uit te gaan" Benepen Voor tegenvuur zorgden de socia listen. Kleerekoper: "Als Nederland thans van de organisatie van de Spelen afziet, zal het bekend staan als een benepen om niet te zeggen belachelijk land. Wat bezuiniging betreft: het economisch gewin zal hoger zijn dan het miljoen dat er nu voor wordt uitgetrokken" Schaper, door de woorden van de protestantse partijen in grote woede ontstoken: "De mensen doen veel beter op zondag naar sport te kijken dan drie keer op die dag naar de woorden van ds. Kersten te luisteren. Want wie dat gewoon is moet noodzakelijker wijs wel op het verkeerde pad te recht komen. De sport gaat het alcoholgebruik tegen, soberheid en matigheid zijn door de sport zeer bevorderd. Hoe ging het eigenlijk toe in de jeugd van de heren Visscher en Kersten, die nu zo bang zijn voor de zedeloosheid die de Spelen met zich mee zouden brengen? De jongelui gingen toen in een janplezier potverteren en bij elke brug riepen ze: heul, heul en dan hadden ze het recht het meisje dat naast hen zat te kussen. En bij het pandverbeuren werd machtig veel gekust en gegild. Nee, vroe ger was het niet zo best. Ik heb nog een prent in mijn bezit uit ver vervlogen dagen. Die wil ik wel beschikbaarstellen, zij het alleen aan de heren van de Tweede Ka- Naaktcultuur De roomskatholieke fractie was voornamelijk om financiële overwegingen niet enthousiast over de subsidie. Over de ethiek liet men zich minder fel uit. (Hoe ook in die kringen overigens werd gedacht, kwam tot uiting in een stukje in de Katholieke Illu stratie van die dagen: "Zwem men, die naaktcultuur viert op de Olympiade hoogtij. Niet? Werp één blik in de bladen met figu ren...bah, niet om te willen be schrijven. Of laat men zich soms zo, in nog nat aanplakkend tri- cootje, een vrouw met besef van vrouwelijk hoogstaan, fotografe ren? En lopen niet tientallen met kiektoestellen juist in en om het stadion om al die naaktheid vast te leggen? De vrouw wordt zo verlaagd tot allemansbezit, tot meid van de straat. Onze spor tende dames mogen dat eens goed doordenken, eens door die gedachte heenkijken als door een prisma, waarachter de toekomst donkert"). Minister De Visser (zelf predikant) ontkende in zijn slotwoord dat zijn voorstel in flagrante strijd zou zijn met Gods woord. Hij noemde de namen van "grote, Godvrezende mannen" die aan sport grote waarde hechtten en riep bewogen uitG "Zijn al die personen loochenaars van het woord Gods, zijn zij allen een schandvlek voor de natie?". De vijandigheid van zijn geestge noten tegen sportieve activiteiten begreep hij niet: "Ware de licha melijke oefening anti-christelijk, waarom heeft men dan toege staan dat bij alle takken van on derwijs deze oefening verplicht is gesteld?" Maar hoe vurig hij ook pleitte, de minister redde het niet. Met 48 tegen 36 stemmen werd zijn sub sidie-voorstel verworpen. Van de Nederlandse overheid zou geen steun voor de organisatie van de Olympische Spelen komen. Dat negatieve besluit wekte woede én wanhoop in de gelederen van het Nederlandsch Olympisch Comité. Woede, omdat de over heid in 1923 het IOC dank had ge bracht voor het in Amsterdam gestelde vertrouwen, maar nu puntje bij paaltje kwam toch maar mooi de beurs stijf dicht hield. De voorzitter van het NOCn baron Schimmelpennick van der Oye, (hij was de in 1924 overleden Van Tuyll opgevolgd) zei in een verklaring knarsetan dend dat Nederland door het ka- merbesluit was gebracht tot "de klasse van internationale klaplo pers". "Sinds 1896 zijn we om de vier jaar gast geweest van diverse landen. Thans was het onze beurt gast heer te zijn en nu dreigen we de zaak te moeten teruggegeven. Woede maar ook wanhoop: het NOC zat in hevige tijdnood. Eind mei 1925 moest men in Praag het IOC de definitieve garantie geven dat de Spelen in Amsterdam kon den doorgaan. Er bleef niet an ders over dan een beroep te doen op de Nederlandse bevolking. En dat leidde tot "een ware opvlam ming van het particuliere initia tief'. In een paar weken tijd werd niet één maar anderhalf miljoen gulden bijeengebracht. De Olym pische Spelen van Amsterdam waren op het nippertje gered. Op gelucht nam het NOC de trein naar Praag. Zo'n 3000 atleten uit 45 landen stroomden op 28 juli 1928 het fon kelnieuwe Olympisch Stadion van Amsterdam in voor de ope ningsceremonie. Frankrijk was daar niet bij. Een paar dagen voor de Spelen begonnenhadden Franse atleten een kijkje in het stadion willen nemen en dat was hun door een suppoost verboden Bij de woordenwisseling die daarbij ontstond, waren klappen gevallen en de Franse ploeg nam die zaak zo hoog op dat zij op staande voet het ontslag van de suppoost eiste. Het NOC poogde de zaak te sussen maar dat was kennelijk niet geheel gelukt. Want toen de Fransen het stadion wil den binnen marcheren en de ge hate suppoost ontwaarden maakten zij meteen rechtsom keert.... Aan de wedstrijden zelf deden de Fransen overigens wel mee. Het NOC had dr. De Visser (inmid dels oud-minister), die zo veel voor de goede zaak had gedaan, gevraagd bij de openingscere monie het wijdingswoord te spreken. In De Vissers rede kwamen zijn (te grote) optimisme en idealisme duidelijk tot uiting: "De fijnheid van het spel zal alle grofheden bannen. En elke strij der zal er van doordrongen zijn dat de overwinnaar slechts dan persoonlijke en nationale eer ten deel valt, wanneer de zege be vochten wordt met een blank wapen in een reine hand". Ach ja. Was het een indrukwekkend ope ningsdéfilé in 1928? Daarover lie pen de meningen uiteen. Leo Lauer, de nogal onstuimige hoofdredacteur van het toonaan gevende blad "Sport in Beeld" schreef dat er nogal slordig werd gemarcheerd, ja hier en daar zelfs geslenterd. Bovendien ergerde hij zich er aan dat er zoveel deel nemers in militair pak liepen. De .pelen waren toch een vredes- Teest? Lauer vond het een aardig tinten- spel, meer niet. Bevende lippen De statige NRC daarentegen raakte in vervoering: "Zelden heeft ons mooie Wilhelmus zo krachtig en zo warm, zo innig en zo opbeu rend geldonken als vanmiddag toen daar die' 1200 zangers het aanhieven en het uitjubelden met hun forse stemmen. Als één man stond de menigte, stil en ont roerd, met af en toe een huivering van emotie over de rug. De bur gers met het hoofd ontbloot, de militairen stram in de houding, de vrouwen bewogen met' be vende lippen". Amsterdam kreeg een bijzondere Olympische primeur: damesatle- tiek. Daar was lang niet ieder een gelukkig mee. Pierre de Cou- bertin was wel geen president van het IOC meer, dat weerhield hem er niet van een brief naar Amsterdam te sturen, waarin hij zijn afkeuring er over uit sprak dat vrouwen in steeds groter aan tal de Spelen konden tv le doen. Ook tal van Nederlanase journalisten waren er niet erg over te spreken. Eén van hen verwoordde het zo: "Moeten vrouwen zich zo uitsloven en in spannen, zodat ze met verwron gen gezichten, verwilderde haren afgemat door de finish gaan9 Hebben vrouwen geen andere, geen betere sport dan deze die er één is voor de man? Dat vrouwen schaatsenrijden met elegante maar forse slag, dat zij zo'n beetje tennissen met hupse gebaartjes, dat ze glijden op een rijwiel, zachtkens zonder zich ernstig in te spannen, dat ze paardrijden, dat zij dansen of in de stuurstoel van een wherry zitten, dat ze zelf eens de riem ter hand nemen en de mooie roeibeweging verrich ten zonder dat die storend op haar gratiewe kunnen het het ons best voorstellen. Maar sport die zoveel eist, zo grote inspanning, neen, die is niet voor de vrouw. Daar zijn ze beide te goed voor, de vrouw en de sport' Een stukje schromelijk overdreven proza. De damesatletiek was een groot succes. Alleen op de 800 meter bleek dat een aantal deel neemsters daarvoor onvoldoen de getraind was. "Verscheidene deelneemsters moesten na de fi nish door de verzorgers in dekens worden gepakt en op de grond gelegd worden, waardoor op een gegeven ogenblik de omgeving van de finish op een slagveld leek", aldus een verslaggever. Maar voor het overige viel er niets op aan te merken. Slechts één Nederlands meisje viel bij de atletiek in de prijzen: Lien Gisolf werd met een sprong van 1.56 meter tweede bij het hoog springen. De grote verrassing bij het here- natletiektoernooi was de pijnlij ke serie nederlagen die de Ame rikanen (onder leiding van nie mand minder dan generaal Ma- cArthur) op de loopnummèrs le den. Zij wonnen de 400 m en de beide estafettes en verder niets. Op de sprint (100 en 200 m) be haalden zij zelfs geen enkele me daille. En zij waren juist met zo veel praatjes naar Amsterdam gekomen.... Hoogtepunten waren de gevechten die de Finnen Nurmi en Ritola met elkaar leverden op de lange afstanden. Nurmi won de 10.000 m in 30.18.8 (het gaat tegenwoor dig een kleine drie minutren sneller) en Ritola de 5000 m in 14.31.0. Het zou de laatste keer zijn dat de fameuze Nurmi op de Olympische Spelen uitkwam. In 1932 werd hij tot prof verklaard omdat hij een wat al te ruime hand had gehad bij het indienen van zijn declaraties. De zwemwedstrijden werden ge houden in een accommodatie die enkele honderden meters van het Olympisch Stadion af lag. Het zwemstadion, dat niet meer dan 5000 toeschouwers kon bevatten, zag er niet alleen krikkemikkig uit, het was het ook. Er zat een lek in de bodem, zodat het bad lang zaam leeg liep. Daar merkte ove rigens niemand wat van, want 's nachts werd het gewoon weer bijgevuld. Daar in dat weinig flatteuze bad beleefde de Nederlandse zwem- sport één van zijn schoonste uren (of beter minuten). Marie ("Zus") Braun won daar na een hevig ge vecht met twee Engelse dames de 100 m rugslag in 1.22.0, nadat ze al eerder zilver had veroverd op de 400 m vrije slag. Een ooggetuige zag het zo: "Ja, we hadden allemaal heimelijk in ons hart de hoop gekoesterd dat ze zou winnen, de kleine Braun, maar na de series waren we er toch lang niet zeker van. Een wedstrijd blijft een wedstrijd en de Engelsen hadden zich ook van grote klasse getoond. En toen on ze Hollandse, aangemoedigd en nagestaard door duizenden, van start was gegaan, toen al onze hoop op haar gevestigd was, zal menig hart iets sneller hebben geklopt. Wie gedurende de race goed naar de toeschouwers heeft gekeken zal opgemerkt hebben dat er ver scheidene mensen waren die de race niet durfden volgen, die hun ogen afwendden, omdat de mo gelijkheid van een nederlaag niet uitgesloten leek en omdat de spanning, het geweldig-emotio- nerende van deze wedstrijd te veel van de zenuwen vergde. Het ging slag voor slag gelijk op en de ogen van de voorzitter-kam prechter werden op zware proef gesteld. Toch had de Nederland se een ondeelbaar ogenblik van een seconde eerder aangetikt dan de Engelse mej. King. Het ver schil zou nog zichtbaarder zijn geweest als zij niet eenmaal had misgeslagen. Maar toch werd zij eerste. Dat was ee"i schitterende prestatie. Want het valt toch niet weg te cijferen dat onze Neder landse na het eerste keerpunt op de vierde plaats lag" Tranen "Het Wilhelmus klonk op; statig ging de vaderlandse driekleur omhoog. Het was het ogenblik waarop iedereen had gewacht. Op het platform stond een klein Hollands meisje. Met haar moe der (de befaamde trainster "ma" Braun). Er stonden ook veel bloemen. Van Rotterdamse ver enigingen en van clubgenoten. Marietje en haar moeder staarden omhoog. Naar de vlag die door haar toedoen daar wapperde. Ze hadden tranen in de ogen. En zij niet alleen. Vele pinkten een traan weg Omdat het zo prettig en zo heerlijk was, die vlag in ons eigen land, op onze eigen Olym pische Spelen" Het was niet het enige goud dat Ne derland ten deel viel. De dames- turnploeg, de wielrenners Ber nard Leene en Daan van Dijk op tandem, de bokser Bep van Kla veren, de ruiter C.F. Pahud de Mortanges en de ruiterequipe kregen eveneens het hoogste eremetaal uitgereikt. Daarbij kwamen nog twee gouden me dailles bij de (inmiddels al lang ter ziele zijnde) Olympische kunstwedstrijden, o.a. Jan Wils werd bekroond voor zijn ontwerp voor het Olympisch Stadion. De Olympische Spelen van Am sterdam waren sportief en orga nisatorisch een groot succes. Het buitenland was zeer lovend over wat Nederland geboden had. Ook financieel sprong het NOC er goed uit. Het was niet eens nodig alle garanties aan te boren. Vooral het voetbaltoernooi, door Uruguay gewonnen, had veel geld in het laatje gebracht. De fi nale Uruguay - Argentinië moe?* twee keer worden gespeeld (de Marie (zus) Braun, die na hevige strijd de 100 meter rugslag won. eerste maal eindigde de strijd ge lijk), waardoor het NOC de in komsten van twee volle stadions kon innen. De Spelen van Amsterdam waren de laatste die in het teken van eenvoud en soberheid stonden. Van 1932 af werden zij een geld verslindend prestige-object. De Nederlandse damesploegdie goud won in het gymnastiektoernooi, aan de slag bij het brugtumen. De belangstelling voor dit onderdeel was niet groot.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 17