De Linie", blad in nden van Jezuïte Promotie LIEFDE EN ZAKELIJKHEID ELSKVIERS deTijd HP I DONDERDAG 13 JULI 1978 De geschiedenis van de katholieke pers in Nederland na de Tweede Wereldoorlog vormt nog grotendeels onontgon nen terrein. Op dit gebied begeeft zich vrijwel uitsluitend dr. Joan Hemels, die al menig doorwrochte publikatie op zijn naam heeft staan. Eind dit jaar verschijnt van zijn hand "Ideaal en ideologie van een eeuw katholieke pers". Dezer dagen heeft hij een waardig secondant gekregen in de per soon van dr. B. R. C. A. Boersema, die eind juni in Nijmegen promo veerde op het proefschrift: "De Linie, 1946-1963. Een weekblad in handen van Jezuïeten" (APA- Holland Universiteits Pers Am sterdam, 62.40). Met nadruk schrijft hij niet: "in handen van dé Jezuïeten", want aldus de auteur: "De Linie een "weekblad in handen van Jezuïe ten" noemen is juist, als men zich realiseert dat de steun voor het blad voornamelijk kwam van de provinciale leiding en het gene ralaat in Rome. en dat het geens zins een weekblad was van dé Je zuïeten, gezien kritiek en tegen stand in eigen gelederen". En die kritiek en tegenstand was niet mals. Op een daartoe spe ciaal belegde Linie-bijeenkomst van de belangrijkste Nederland se Jezuïeten 24 en 25 april 1947 kreeg de redactie de wind van vo ren: sensatielust (teveel stunts), kibbelzucht met "anders den kende" katholieken (als Van Duinkerken), opschepperigheid (door de stellige toon), gebrek aan christelijke naastenliefde, ar rogantie, inconsequentie (wel A zeggen maar er geen B op laten volgen), journalistiek dilettan tisme. gebrek aan vroomheid en te weinig kerkelijk. Alle kritiek wordt nader verklaar baar, als men leest, dat "de redac tie te weinig luisterde naar de S. J.-achterban". De oprichter en eerste hoofdredacteur van het blad, de hartstochtelijke, kenner van het kerkelijk recht en schrij ver over de zeden, pater prof. dr. J. H. C. Creyghton S. J., bleef ove rigens bij zijn stelling, dat "De Linie zijn kracht ontleent aan een onverbrekelijke relatie met de Sociëteit van Jezus" verder. Zij beschuldigde de redactie van De Linie van "totali taire, dictatoriale en neo- of cryp to- fascistische tendensen". De kritiek op het fascistische karak ter van het blad was gebaseerd op het oorlogsverleden van enkele leken-redacteuren ("want die we ten hoe onze moeilijkheden fei telijk kunnen worden uitgebuit", aldus de motivering van de hoofdredacteuren om ook leken in de redactie op te nemen) als Albert Kuyle, Theo Knol en de secretaris van de redactie mr. A. Th. Mertens, en de toon van het blad. Boersema deelt die kritiek niet. Hij stelt met nadruk dat De Linie geen fascistisch blad was. Het blad kan naar zijn mening wel een grote mate van strijdlustig heid en een (te) gesloten katholi cisme worden verweten. De eer ste twee genoemde redacteuren waren niet van smetten vrij; mr. Mertens echter had naar de me ning van de auteur geen oorlogs verleden. Hij betreurt de reactie van pater Creyghton in deze "Zijn reactie versterkte eerderde indruk dat De Linie voor fascis tisch doorging, dan dat het deze teniet deed", aldus Boersema. De kritiek van derden anders dan op het fascistische karakter van het blad gold voornamelijk de persoon van de hoofdredacteur. En daar was alle reden toe. Hij was extern maar ook intern in de Orde (Jezuïeten) volslagen onge naakbaar. Hij was tevens bezeten van het doel dat hij zich met De Linie voor ogen had gesteld nl. het apostolaat (bevordering van het geloof). Daarbij komt dat zijn taal nogal gespierd was. In het eerste nummer omschrijft hij het doel als "de strijd tegen de veel koppige draak van het commu nisme, de poliep van de plutocra tie, het onmetelijke weekdier der burgerlijke gemakzucht, het ser pent der onnoemelijke haat, en de haai van het egoïsme" En tenslotte was het een zeer merkwaardig man. die zijn min of meer doordachte theorieëen met allerlei onzakelijke opmerkingen doorspekte. Zo trachtte hij het bezwaar van de onhandelbaar heid van een blad met grote afme tingen te ontzenuwen met be denksels als: "Een man houdt er van met zijn krant te vechten. Dat is interessanten indrukwekkend. Je wilt als je maar aldoor toege sproken wordt zelf ook wel eens wat doen. Er zit zelfs iets stimule- rends in je kwaad te maken op dat onhandelbare ding". Pater Creyghton is niet over één nacht ijs gegaan. "De omstandig heden waaronder het blad werd geconcipieerd, de schijnbare werkloosheid waartoe wij in de oorlogsjaren gedoemd waren heeft ons nu eenmaal de zegen gebracht dat wij alles rijpelijk hebben kunnen overdenken". Op 6 mei 1944 kwam hij met een "plan voor de uitgave van een weekblad", met als naam: "Ne derlands Katholiek Weekblad. De bekende KRO radioreporter uit die dagen Paul de Waart be dacht later de naam: De Linie. In zijn plan bepleitte hij een blad dat feiten geeft, en aantrekkelijk is door "een zuivere toon, een edele stijl en muzikaliteit" en ge baseerd op geloofsleer. Met uit zondering van het laatste heeft hij zich nauwelijks aan die "op dracht" gehouden. Na de diverse goedkeuringen van de provin ciaal, de generaal in Rome en de aartsbisschop kon hij 10 septem ber 1945 beginnen. Hij zocht re dacteuren en op 28 maart 1946 verscheen het eerste Zijn ordegenoten en de (katholie ke) media mochten hun kritiek hebben; zijn generaal, provin ciaal en de aartsbisschop bleven achter hem staan, hoewel kardi naal De Jong het blad wel zelfge noegzaam vond. Het werd hem pas te machtig toen de KVP en haar leider Romme werden aan gevallen. Dit verstoorde de door de kardinaal zo voorgestane een heid onder de katholieken. "Dit stemt mij slechts onaangenaam", zo schreef de kardinaal 5 februari 1950 aan Creyghton. Deze "affai re" werd mede aanleiding om naar een opvolger voor pater Creyghton uit te zien, hetgeen in 1951 resulteerde in de benoeming van pater Verhofstad als hoofd redacteur van het blad. Op 31 de cember 1962 viel het doek- de dis sertatie behelst in feite alleen de eerste 5 jaar van het blad voor het blad. De financiële offers 100.000 tekort per jaar werden teveel voor de eigenaar: de Orde van de Jezuïeten. Hiermee kwam een einde aan het blad, dat in het eindoordeel van de auteur wordt gekenschetst als een blad, "dat zeer veel werk van de bestrijding van stelsels en po litieke toestanden maakte, die een christelijke maatschappij zouden bedreigen, maar faalde wanneer het er om ging een christelijk alternatief duidelijk uiteen te zetten". Met deze knappe geschiedkundige studie heeft dr. Boersema een belangwekkende aanvulling ge pleegd op de historie van de ka tholieke pers in Nederland. Te vens heeft hij daarmee een stukje (parlementaire) geschiedenis van Nederland na de tweede Wereld oorlog geschilderd, waarmee we nog maar weinig (het eerste deel van Duynstee is uit en we wach ten al jaren op het tweede en ver dere delen van onze parlementai re geschiedenis van na de Twee de Wereldoorlog) zijn verwend. De bijna in romanvorm geshreven dissertatie wordt helaas wat ont sierd door wat slordigheden in jaartallen en namen. In een te rugblik op de eerste jaren kunnen geen jaartallen uit de jaren dertig voorkomen (pag. 36 en 38). En op pag. 337 worden wat verkeerde namen genoemd van mensen, die in de eindfase een rol speelden: Enklaar moet zijn Enkelaar, de heer Schüttenhelm is geen mees ter in de rechten en Ger van Boomen moet zijn Gerard van den Boomen. Het proefschrift is echter van dien aard naar inhoud, toon en stijl, dat wij deze fouten gaarne op de koop toenemen. THEO KROON Na het uitkomen van de "om buigingsnota" is er, zoals dat heet, een siorm van veront waardigde kritiek losgebar sten. Eén van de scherpste uit vallen deed W.L. Brugsma in de Haagse Post van jl. zater dag, waarin hij o.m. schreef dat "een werkloze geen flesje pils meer kan kopen als hij de slechte smaak heeft om ook nog drie weken het ziekenhuis in te moeten. Want dat kost hem 310 gulden extra." Hij had het dan ook over het "zakkenrollersbestek '81". Idealisme Terwijl Van Agt in zijn ver diende vakantie schuttersfes- tijnen opent in Limburg en zich voorbereidt op een wie- lervierdaagse voor amateurs, zijn politici als Den Uylen Al- beda, Aantjes en Van Hou- welingen druk in de weer voor het komende debat dat eind augustus zal worden gehou den. Over dezelfde nota volg de ik een mooi debat voor de t.v. tussen Albeda en Den Uyl, helaas door een regiefout te vroeg afgebroken. Ze raakten een essentieel punt. Den Uyl was van mening, dat je de mensen met de hoge inkomens best een fors bedrag mocht af nemen. Ze waren daar vol gens hem wel toe bereid wan neer ze maar zagen dat het goed besteed werd en dat er nieuwe arbeidsplaatsen door geschapen werdenbijvoor beeld bij de gezondheidszorg het onderwijs en de milieube scherming. Albeda was het daar niet mee eens. Misschien heeft Albeda wel gelijk, maar het deed toch goed te horen hoe een man als Den Uyl temidden van het harde politieke spel een sprankel idealisme heeft be houden en dat ook bij anderen durft te veronderstellen. Niet iedereen is erop belust om alsmaar meer te verdienenEr leven ook mensen onder ons die tevreden zijn met wat ze hebben en een promotie dur ven af te wijzen. Promotie Zo hoorde ik dezer dagen, dat een pastoor in Spijkenisse tij dens de bijeenkomst van een gespreksgroep iemand had gevonden die er ook zo over dacht en het in praktijk bracht. Hij nodigde de man uit om op een zondag in plaats van de preek dit aan de paro chianen te vertellen. Zijn verhaal kwam in het kort hierop neer. Hij had een aar dige funktie in een groot be drijf. Op een dag werd hij uit genodigd tot een gesprek met de directie. Deze deelde hem mee dat zij zeer tevreden was over zijn werk en dat ze hem daarom een vrij hoge plaats in het bedrijf wilde geven. Tot haar verbazing vroeg de man een weekje om erover na te denken. Na die week deelde Piet Wesseling hij de directie mee dat hij ge lukkig was met zijn huidige baan en liever afzag van de voorgestelde promotie. Hij gunde die plaats graag aan een. collega. Zijn vrouw en kinderen waren het helemaal met hem eens. Over dit verhaal werd in de pa rochie natuurlijk lang nage praat. Sommigen waren het ermee eens. Anderen vonden het belachelijk om zo'n kans te laten schieten. Kinderen had den tegen hun vader gezegd dat hij die stommiteit niet moest uithalen, stel je voor!. Maar de man was die zondag morgen verder gegaan. Vol- •gens hem waren al die jaar lijkse salarisverhogingen bij toch al behoorlijke salarissen overbodig en schadelijk. Het was dwaas, zo vond hij, dat iemand die bijv. 5000 gulden per maand verdiende hetzelf de percentage per jaar méér kreeg dan iemand die op 2000 gulden stond. Hij had daarbij een reeks duidelijke voorbeel den gegeven Dit verhaal zal Den Uyl deugd doen. Vast niet iedereen denkt alleen aan zichzelf, aan eigen centen en mogelijke promotie. Brazilië Hier nog een ervaring in het ka der van promotie. Een klas genoot van me zit al vele jaren in Brazilië. Sinds onze stu dententijd hebben we elkaar niet meer gesproken Bij gele genheid van een feest schreef hij een dichtbundel en stuurde die zijn vrienden toe. Die viel me zwaar tegen. Ik zei mijn en zijn provinciaal, dat ik de ge dichten niet alleen slecht en ondermaats vond, maar dat ik ook niet begreep hoe ie mand alleen over bloemen en planten kon schrijven in een land dat zó onder druk staat van een fascistisch regime. De provinciaal vertelde me toen het volgende. Hij was kort ge leden naar Brazilië geweest en had ook die bewuste klas genoot van me, ergens in het binnenland, een 40 mijlen vanaf Recive in noordoost Brazilië bezocht om hem een promotie aan te bieden. Hij trof hem na lang zoeken aan in een kleine, vervallen hut. Geen keuken, geen toilet, geen water, geen licht, 's Avonds las hij wat met behulp van kaarslicht. Hij leefde zoals 90 procent van de mensen. Na vele jaren voelde hij zich uiteindelijk één van hen. Hij deelde hun armoede, hun verdriet, hun honger, hun vreugde. Een paar jaar terug had, hij zich laten onderzoeken en de arts had keelkanker geconsta teerd. De provinciaal bood hem direct aan naar Neder land ie gaan voor een behan deling. Maar daar voelde hij niets voor. Misschien, zo had hij gezegd,leef ik dan een jaar of vijf langer, maar dan moet ik hier weg en zal waar schijnlijk niet meer terug mo gen. Dat mag ik hen niet aan doen. Laat mij maar. Eigen uitleg Het spreekt vanzelf dat hij de voorgestelde promotie beslist en definitief afwees. Ze waren naar buiten gegaan en had den op een bank langs de weg nog uren samen gepraat. Hij was,zo vertelde hij, na zoveel jaren iets van het evangelie gaan begrijpen. Hij was met zijn leven tussen en samen met "zijn" mensen diep gelukkig. Hij wou nooit meer weg. En die dichtbundel? Och, die was ontstaan in de uren dat hij alleen was in zijn hut en zich wat wilde ontspannen. Zijn broer in Nederland had die bundel uitgegeven. Het was een aardigheidje zonder eni ge pretentie. Overigens was hij zeer bevriend met Helder Camara, en die had hem ook aangespoord te blijven waar hij was. Nee, nee,promotie, over meer geld kunnen beschikken, een auto met een broeder-chauf feur erop na kunnen houden het waren allemaal dingen die hij ver van zich afwierp. Hij had zo zijn eigen uitleg gegeven aan de woorden van Christus: Een mens leeft niet van brood alleen"... Hij heeft zelfs zijn naam veranderd Dit korte verhaal moge dan gel den als een kleine hommage ook namens U, veronderstel ik, aan een verre landgenoot. Een gevoel van ontmoediging overvalt ons wanneer we de cij fers met betrekking tot het aantal echtscheidingen bezien. De enorme stijging van dit echt scheidingscijfer is aan zeer veel omstandigheden te wijten. Im mers, tijden veranderen, het is geen schande meer om te schei den, terwijl je vroeger koste wat het kost bij elkaar moest blijven. Pastoor, dominee of omgeving stonden een echtscheiding niet gemakkelijk toe. In onze tijd, waarin we anders zijn gaan den ken is de scheiding min of meer volledig geaccepteerd en waarom ook niet. Je hoeft voor een ver keerde keuze niet de rest van je leven te boeten. Bij deze verandering van opstelling met betrekking tot de echtschei ding is het naar mijn mening nut tig het huwelijk eens te bezien. Vroeger trouwde je, dat beteken de in verreweg de meeste geval len datje een keuze voor je leven, maakte, dat pas de dood van één der echtgenoten het einde van het huwelijk betekende. Het huwelijk had iets heiligs. Twee mensen verbonden zich aan alle kanten met elkaar, ook finan cieel. Van het volledig financieel samengaan is ook de wetgever uitgegaan. Het wettelijk systeem van huwelijksgoederen recht (dat wil zeggen de manier waarop je juridisch je huwelijk regeld) is de zgn. "gemeenschap van goede ren". Dus als je bij het sluiten van je huwelijk niets regelt trouw je automatisch "in gemeenschap" Als je het aantal echtscheidingen ziet lijkt het idee van twee men sen die zich voor het leven ver enigen -vooral financieel - sterk verouderd. Laten we de gemeenschap van goederen eens bekijken, met na me in het geval van echtschei ding. Er is een sterke tendens tot verandering, maar tot nog toe is het "normaal" dat beide echtge noten werken, de man buitenhuis en de vrouw in de keuken. Zij zijn in gemeenschap getrouwd, dat betekent dat alles wat de echtge noten bezitten of wat er wordt verdiend, in de gemeenschap valt en alles wat in de gemeenschap zit is van beide echtgenoten. Prachtig tot zover. Twee kapiteins op één schip vond de wetgever te veel, daarom kennen we de zoge naamde bestuursregeling. Deze bestuursregeling zegt dat het geld of de goederen die in de ge meenschap zitten bestuurd wor den door de echtgenoot die het er in gestopt heeft. Dat betekent in de praktijk dat de vrouw op fi nancieel gebied niets te vertellen heeft. Zij doet het huishouden terwijl de man zorgt dat het geld binnenkomt. Een groot gedeelte van dit geld gaat op aan het huis houden etc. Wat er over blijft valt in de gemeenschap. Wie bestuurt het geld dat in die gemeenschap zit? De man, want die heeft ge zorgd dat het binnen kwam. Dit betekent dan weer dat als de man bijv. besluit om één maal per maand naar het casino te gaan om daar duizend gulden te gaan ver gokken zijn vrouw daar niets aan kan doen. De man is verplicht om zijn vrouw "het nodige" te ver schaffen en meer niet. Zij moet blij zijn als de man voor haar een extra uitstapje met de breiver- eniging wil betalen. In de ge meenschap van goederen heeft de vrouw financieel niks in te brengen terwijl ze wel de hele dag in het huishouden werkt en door haar werk de man in staat stelt zijn geld te verdienen. Een ander groot nadeel van het stelsel van de gemeenschap van goederen ligt op een heel ander terrein. In principe behelst de gemeenschap al de aardse bezit tingen van beide echtgenoten. De gemeenschap kan dan ook die nen als verhaals-object voor schuldeisers van een der beide echtgenoten. Dat wil zeggen dat de gemeenschap, die van beide echtgenoten is, door schuldeisers van één van de twee kan worden aangesproken. In deze regeling schuilt ook het gevaar van nep- schulden. Het huwelijk gaat slecht, een echtscheiding is in zicnt en de man maakt een aantal nep-schulden bij vrienden, die die "schulden" op de gemeen schap verhalen (althans dat pro beren). Meestal zal de vrouw moeten aan tonen dat hier geen sprake is van echte schulden. Als ze daarin niet slaagt zal zij de ge meenschap vaak tot nul zien krimpen, voor de vrouw bijft niets over. Wanneer we deze punten eens be kijken en we leggen daarnaast het aantal echtscheidingen dan lijkt het met name voor de huis houdelijke echtgenoot nuttig zijn positie in het huwelijk op ande ren wijze te regelen dan met ge bruikmaking van het stelsel van "algehele gemeenschap van goe deren". Een meer zakelijke in stelling is vereist. Mogelijkheden tot het anders in kleden van het huwelijk zijn er te over. (Zelfs wijziging tijdens het huwelijk is toegestaan, maar dan alleen met toestemming van bei de echtgenoten). Je kunt in prin cipe bij huwelijkse voorwaarden je huwelijk zo inkleden als je wilt. De wet kent ook nog een aantal 'keuzestelsels" maar die zijn in de loop der jaren vrijwel in on bruik geraakt. Toen de nadelen van de zgn. wette lijke stelsels wat meer aan het licht kwamen werd er naar ande re regelingen gezocht. Bepaalde mensen wilden van die hele ge meenschap af en trouwden dan met uitsluiting van elke gemeen schap Dat wil zeggen niets wordt gemeenschappelijk, ieder der echtgenoten houdt wat hij bij het sluiten van het huwelijk heeft en ook wat tijdens het huwelijk door één der partners verkregen wordt blijft van die partner privé. Ook dit systeem is verbazend on gunstig voor de huishoudelijke echtgenoot, dus meestal de vrouw. Immers de vrouw die in het huishouden werkt verdient niets, kan dus geen vermogen vormen en heeft ook niets aan het einde van het huwelijk. De man heeft alles, er is geen enkele ge meenschap. Onredelijk? Ja, na tuurlijk. De vrouw heeft tijdens het huwelijk elke dag in het huis houden gewerkt, hierdoor kon de man buitenshuis gaan werken en geld verdienen. En nu, aan het eind van het huwelijk heeft de man alles en de vrouw, behalve klootjes in haar handen, niets. Sinds een paar jaar kennen we het zogeheten Leids Model, dan de Leidse hoogleraar Prof. mr. M. J. A. van Mourik. Ook dit model gaat uit van een ontbreken van elke gemeenschap en koppelt aan deze uitgesloten gemeen schap een zogenaamd verreken- beding. Dit verrekenbeding houdt in dat echtgenoten zich je gens elkaar verplichten om per jaar of per maand het geld te ver delen dat met werken is verdiend (dus meestal door de man) na af trek van het geld dat besteed is aan de "kosten van huishouden" of op andere wijze aan beide echtgenoten is ten goede geko- In dit systeem krijgt de vrouw die achter het aanrecht staat een vor dering op haar man ten bedrage van de helft van het geld dat ei genlijk over is, de vrouw ziet haar bankrekening dus maandelijks of jaarlijks stijgen. In deze ver mogensvorming vindt de huis vrouw de beloning voor haar ar beid. Natuurlijk zal het vaak voorkomen dat de maandelijkse of jaarlijkse afrekening niet daadwerkelijk plaats heeft. Dat maakt niet zo veel uit want de vrouw behoudt gewoon die vordering op haar man, zij kan die vordering op elk moment geldend maken. Door Mr. C. A. Schwarz Hoe je je huwelijk wilt inrichten blijft een zeer persoonlijke zaak. Ik geloof echter dat de realiteit ons leert dat we af moeten van het geromantiseerde huwelijksidee idee zoals dit eeuwenlang heeft geheerst. Tijden zijn veranderd, echtscheidingen komen zeer vaak voor. Om voor beide echt genoten een rechtvaardige rege ling van het huwelijk te creëren is een zakelijke opstelling ten aan zien van dat huwelijk vereist. i>n VRIJ NEDERLAND Ondanks de "komkommertijd" is een dunne Vrij Nederland deze week heel lezenswaardig. Bibeb is weer eens uitgebreid op pad gegaan, ditmaal om staatssecre taris Elbarta Haars van justitie te interviewen. Mevrouw Haars zegt van zichzelf: "Ach wel nee, een lieve oude dame ben ik niet. Zou ik nooit willen wezen. Ik praat nooit over mezelf als oude dame. M'n haar is wel wit maar dat is het al twintig jaar". Op kritiek van Bibeb over haar vluchtelingenbeleid reageert ze onder meer als volgt: "Het lijkt wel of jij me ook niet wilt begrijpen. Vluchtelingen in wer kelijke nood komen binnen zon der meer". VN gaat verder met de serie "Het Web" over de commerciële bin dingen van de omroep-organisa- ties. De bindingen tussen de TROS en de Telegraaf worden blootgelegd. Een artikel over de prijzenslag in de vliegwereld wordt opgesmukt met een wat misleidende foto van prins Aschwin von Lippe-Bies- terfeld, de broer van prins Bern- hard. In het artikel, dat meer een aanval op staatssecretaris Neelie Smit-Kroes inhoudt, komt de naam van prins Aschwin welge teld eenmaal, helemaal achterin, voor. Richard Kaan, hoofdredacteur van het blad Ons Vorstenhuis, houdt zich in VN met het taalgedrag van de prinsjes van Oranje bezig. "Oprotten, ja dat zeggen, mijn kinderen ook wel eens. Je vraagt je wel af waar die prinsjes het vandaan halen. Een heeft nog godverdomme gezegd. Van vriendjes op straat kunnen ze het niet leren want daar spelen ze niet mee. En ze zitten op een keu rige school". VN oppert: "Misschien zegt Bea trix wel oprotten tegen Claus" MAGAZINE EM-verslaggeefster Alice Oppen- heim portretteert carrièrevrouw Nellie Smit-Kroes, de staatsse cretaris van verkeer en water staat. Veel politiek komt er niet bij te pas, het gaat meer om de vrouw achter de politica. Neelie, moeder van een achtjarige zoon, bekent "Nee, ik zou er nu geen kind meer bij kunnen hebben, dit werk absorbeert je enorm. Als ik in verwachting zou raken, zou ik het laten aborteren". Nezlie Smit ziet zich niet zo snel verliefd worden op een politicus: "Van Agt, ik kan me moeilijk voorstellen dat ik met hem zou flirtenHij doet het knap maar h ij valt helemaal buiten m'n interes seveld. Van een andere aardbol" En over Hans Wiegel: "Buitenge woon capabel maar als man spreekt hij me niet aan. Weet je wie een enorme flirt is? Wil Albe da". In EM voorts een andere politica aan het woord, minister Til Gar deniers van crm die haar Veroni- ca-beleid nog eens mag uitleg gen. EM komt met een artikel over de oorlogsmisdadiger Siert Bruins, evenals trouwens de an dere weekbladen. Een onderwerp dat periodiek in dag- en weekbladen opduikt komt ook weer eens aan bod: het bestaan van analfabetisme in Nederland. In de serie "De tv-makers van Ne derland" een uitgebreid inter view met Ton Planken van "Den Haag Vandaag". Planken geeft een nogal mistroostig beeld van het tv-wereldje waarin verstar ring en gebrek aan kwaliteit naar zijn mening steeds meer de bo ventoon voeren. Hij verzet zich tegen de beeldvorming die de mensen in toenemende mate van politici krijgen. "Politici zijn geen zakkenvullers en wijndrinkers. Je moet je kapot- werken in de Kamer". En over de rol die politici voor de tv-camera spelen: Bij een ka merdebat kun je inderdaad vaak zien dat sommige mensen zich anders gaan gedragen. Ze gaan vaker interrumperen, ze stellen zich wat agressiever op, ze komen wat krachtiger over. Als wij aan kondigen dat wij iets live gaan uitzenden dan gebeurt er wel iets". Circus-directeur Toni Boltinr, altijd goed voor een aantal pittige uit spraken, mag in De Tijd zijn zegje doen. Boltini deelt mee dat hij door de groeiende belasting schuld nu half krankzinnig is ge worden, dat er doden gaan vallen als de belasting-inspecteurs weer langs komen en dat hij bereid is om op het Binnenhof te sterven. Minister Albeda van sociale zaken toont zich een tevreden man ten aanzien van de reacties op de be zuinigingsnota. "De deur staat nog openzowel bij de FNV als bij het CNV". De HP is deze week van een impo nerende saaiheid. Het omslagar tikel handelt over het Zeeuwse plaatsje Domburg rond 1900 toen het er wemelde van gekroonde en ongekroonde vorsten uit heel Eu ropa. De reconstructie van wat wordt genoemd "Walchers fin de siècle" gaat vooral over de Dom- burgse groep met Jan Toorop als centrale figuur die van Domburg een internationaal kunstcentrum maakten. Een tamelijk langdra dig verhaal maar voor ware kunstliefhebbers misschien best te verteren. Voorts kondigt HP opmerkelijke uitspraken over FNV-voorzitter Wim Kok aan. Waar die opmer kelijke uitspraken dan wel uit be staan wordt in het artikel niet ge heel duidelijk. Want dat Kok meer voelt voor de bezuinigings plannen van oppositieleider Den Uyl dan voor Bestek'81 van Van Agt kan toch niet in de categorie opmerkelijke uitspraken worden gerangschikt. HP borduurt nog wat door op de uranium-leveranties aan Brazilië en komt onder meer met de ont hulling dat er in een halfjaar 71 keer brand is uitgebroken op de bouwplaats van de Braziliaanse kernreactoren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 17