De Linie", blad in
nden van Jezuïte
Promotie
LIEFDE EN ZAKELIJKHEID
ELSKVIERS
deTijd
HP I
DONDERDAG 13 JULI 1978
De geschiedenis van de katholieke pers in Nederland na de
Tweede Wereldoorlog vormt nog grotendeels onontgon
nen terrein. Op dit gebied begeeft zich vrijwel uitsluitend
dr. Joan Hemels, die al menig doorwrochte publikatie op
zijn naam heeft staan. Eind dit jaar verschijnt van zijn
hand "Ideaal en ideologie van een eeuw katholieke pers".
Dezer dagen heeft hij een waardig
secondant gekregen in de per
soon van dr. B. R. C. A. Boersema,
die eind juni in Nijmegen promo
veerde op het proefschrift: "De
Linie, 1946-1963. Een weekblad
in handen van Jezuïeten" (APA-
Holland Universiteits Pers Am
sterdam, 62.40).
Met nadruk schrijft hij niet: "in
handen van dé Jezuïeten", want
aldus de auteur: "De Linie een
"weekblad in handen van Jezuïe
ten" noemen is juist, als men zich
realiseert dat de steun voor het
blad voornamelijk kwam van de
provinciale leiding en het gene
ralaat in Rome. en dat het geens
zins een weekblad was van dé Je
zuïeten, gezien kritiek en tegen
stand in eigen gelederen".
En die kritiek en tegenstand was
niet mals. Op een daartoe spe
ciaal belegde Linie-bijeenkomst
van de belangrijkste Nederland
se Jezuïeten 24 en 25 april 1947
kreeg de redactie de wind van vo
ren: sensatielust (teveel stunts),
kibbelzucht met "anders den
kende" katholieken (als Van
Duinkerken), opschepperigheid
(door de stellige toon), gebrek aan
christelijke naastenliefde, ar
rogantie, inconsequentie (wel A
zeggen maar er geen B op laten
volgen), journalistiek dilettan
tisme. gebrek aan vroomheid en
te weinig kerkelijk.
Alle kritiek wordt nader verklaar
baar, als men leest, dat "de redac
tie te weinig luisterde naar de S.
J.-achterban". De oprichter en
eerste hoofdredacteur van het
blad, de hartstochtelijke, kenner
van het kerkelijk recht en schrij
ver over de zeden, pater prof. dr.
J. H. C. Creyghton S. J., bleef ove
rigens bij zijn stelling, dat "De
Linie zijn kracht ontleent aan een
onverbrekelijke relatie met de
Sociëteit van Jezus"
verder. Zij beschuldigde de
redactie van De Linie van "totali
taire, dictatoriale en neo- of cryp
to- fascistische tendensen". De
kritiek op het fascistische karak
ter van het blad was gebaseerd op
het oorlogsverleden van enkele
leken-redacteuren ("want die we
ten hoe onze moeilijkheden fei
telijk kunnen worden uitgebuit",
aldus de motivering van de
hoofdredacteuren om ook leken
in de redactie op te nemen) als
Albert Kuyle, Theo Knol en de
secretaris van de redactie mr. A.
Th. Mertens, en de toon van het
blad.
Boersema deelt die kritiek niet. Hij
stelt met nadruk dat De Linie
geen fascistisch blad was. Het
blad kan naar zijn mening wel
een grote mate van strijdlustig
heid en een (te) gesloten katholi
cisme worden verweten. De eer
ste twee genoemde redacteuren
waren niet van smetten vrij; mr.
Mertens echter had naar de me
ning van de auteur geen oorlogs
verleden. Hij betreurt de reactie
van pater Creyghton in deze
"Zijn reactie versterkte eerderde
indruk dat De Linie voor fascis
tisch doorging, dan dat het deze
teniet deed", aldus Boersema.
De kritiek van derden anders dan
op het fascistische karakter van
het blad gold voornamelijk de
persoon van de hoofdredacteur.
En daar was alle reden toe. Hij
was extern maar ook intern in de
Orde (Jezuïeten) volslagen onge
naakbaar. Hij was tevens bezeten
van het doel dat hij zich met De
Linie voor ogen had gesteld nl.
het apostolaat (bevordering van
het geloof). Daarbij komt dat zijn
taal nogal gespierd was. In het
eerste nummer omschrijft hij het
doel als "de strijd tegen de veel
koppige draak van het commu
nisme, de poliep van de plutocra
tie, het onmetelijke weekdier der
burgerlijke gemakzucht, het ser
pent der onnoemelijke haat, en
de haai van het egoïsme"
En tenslotte was het een zeer
merkwaardig man. die zijn min of
meer doordachte theorieëen met
allerlei onzakelijke opmerkingen
doorspekte. Zo trachtte hij het
bezwaar van de onhandelbaar
heid van een blad met grote afme
tingen te ontzenuwen met be
denksels als: "Een man houdt er
van met zijn krant te vechten. Dat
is interessanten indrukwekkend.
Je wilt als je maar aldoor toege
sproken wordt zelf ook wel eens
wat doen. Er zit zelfs iets stimule-
rends in je kwaad te maken op dat
onhandelbare ding".
Pater Creyghton is niet over één
nacht ijs gegaan. "De omstandig
heden waaronder het blad werd
geconcipieerd, de schijnbare
werkloosheid waartoe wij in de
oorlogsjaren gedoemd waren
heeft ons nu eenmaal de zegen
gebracht dat wij alles rijpelijk
hebben kunnen overdenken". Op
6 mei 1944 kwam hij met een
"plan voor de uitgave van een
weekblad", met als naam: "Ne
derlands Katholiek Weekblad.
De bekende KRO radioreporter
uit die dagen Paul de Waart be
dacht later de naam: De Linie.
In zijn plan bepleitte hij een blad
dat feiten geeft, en aantrekkelijk
is door "een zuivere toon, een
edele stijl en muzikaliteit" en ge
baseerd op geloofsleer. Met uit
zondering van het laatste heeft hij
zich nauwelijks aan die "op
dracht" gehouden. Na de diverse
goedkeuringen van de provin
ciaal, de generaal in Rome en de
aartsbisschop kon hij 10 septem
ber 1945 beginnen. Hij zocht re
dacteuren en op 28 maart 1946
verscheen het eerste
Zijn ordegenoten en de (katholie
ke) media mochten hun kritiek
hebben; zijn generaal, provin
ciaal en de aartsbisschop bleven
achter hem staan, hoewel kardi
naal De Jong het blad wel zelfge
noegzaam vond. Het werd hem
pas te machtig toen de KVP en
haar leider Romme werden aan
gevallen. Dit verstoorde de door
de kardinaal zo voorgestane een
heid onder de katholieken. "Dit
stemt mij slechts onaangenaam",
zo schreef de kardinaal 5 februari
1950 aan Creyghton. Deze "affai
re" werd mede aanleiding om
naar een opvolger voor pater
Creyghton uit te zien, hetgeen in
1951 resulteerde in de benoeming
van pater Verhofstad als hoofd
redacteur van het blad. Op 31 de
cember 1962 viel het doek- de dis
sertatie behelst in feite alleen de
eerste 5 jaar van het blad voor het
blad. De financiële offers
100.000 tekort per jaar werden
teveel voor de eigenaar: de Orde
van de Jezuïeten.
Hiermee kwam een einde aan het
blad, dat in het eindoordeel van
de auteur wordt gekenschetst als
een blad, "dat zeer veel werk van
de bestrijding van stelsels en po
litieke toestanden maakte, die
een christelijke maatschappij
zouden bedreigen, maar faalde
wanneer het er om ging een
christelijk alternatief duidelijk
uiteen te zetten".
Met deze knappe geschiedkundige
studie heeft dr. Boersema een
belangwekkende aanvulling ge
pleegd op de historie van de ka
tholieke pers in Nederland. Te
vens heeft hij daarmee een stukje
(parlementaire) geschiedenis van
Nederland na de tweede Wereld
oorlog geschilderd, waarmee we
nog maar weinig (het eerste deel
van Duynstee is uit en we wach
ten al jaren op het tweede en ver
dere delen van onze parlementai
re geschiedenis van na de Twee
de Wereldoorlog) zijn verwend.
De bijna in romanvorm geshreven
dissertatie wordt helaas wat ont
sierd door wat slordigheden in
jaartallen en namen. In een te
rugblik op de eerste jaren kunnen
geen jaartallen uit de jaren dertig
voorkomen (pag. 36 en 38). En op
pag. 337 worden wat verkeerde
namen genoemd van mensen, die
in de eindfase een rol speelden:
Enklaar moet zijn Enkelaar, de
heer Schüttenhelm is geen mees
ter in de rechten en Ger van
Boomen moet zijn Gerard van
den Boomen. Het proefschrift is
echter van dien aard naar inhoud,
toon en stijl, dat wij deze fouten
gaarne op de koop toenemen.
THEO KROON
Na het uitkomen van de "om
buigingsnota" is er, zoals dat
heet, een siorm van veront
waardigde kritiek losgebar
sten. Eén van de scherpste uit
vallen deed W.L. Brugsma in
de Haagse Post van jl. zater
dag, waarin hij o.m. schreef
dat "een werkloze geen flesje
pils meer kan kopen als hij de
slechte smaak heeft om ook
nog drie weken het ziekenhuis
in te moeten. Want dat kost
hem 310 gulden extra." Hij
had het dan ook over het
"zakkenrollersbestek '81".
Idealisme
Terwijl Van Agt in zijn ver
diende vakantie schuttersfes-
tijnen opent in Limburg en
zich voorbereidt op een wie-
lervierdaagse voor amateurs,
zijn politici als Den Uylen Al-
beda, Aantjes en Van Hou-
welingen druk in de weer voor
het komende debat dat eind
augustus zal worden gehou
den. Over dezelfde nota volg
de ik een mooi debat voor de
t.v. tussen Albeda en Den Uyl,
helaas door een regiefout te
vroeg afgebroken. Ze raakten
een essentieel punt. Den Uyl
was van mening, dat je de
mensen met de hoge inkomens
best een fors bedrag mocht af
nemen. Ze waren daar vol
gens hem wel toe bereid wan
neer ze maar zagen dat het
goed besteed werd en dat er
nieuwe arbeidsplaatsen door
geschapen werdenbijvoor
beeld bij de gezondheidszorg
het onderwijs en de milieube
scherming.
Albeda was het daar niet mee
eens. Misschien heeft Albeda
wel gelijk, maar het deed toch
goed te horen hoe een man als
Den Uyl temidden van het
harde politieke spel een
sprankel idealisme heeft be
houden en dat ook bij anderen
durft te veronderstellen.
Niet iedereen is erop belust om
alsmaar meer te verdienenEr
leven ook mensen onder ons
die tevreden zijn met wat ze
hebben en een promotie dur
ven af te wijzen.
Promotie
Zo hoorde ik dezer dagen, dat
een pastoor in Spijkenisse tij
dens de bijeenkomst van een
gespreksgroep iemand had
gevonden die er ook zo over
dacht en het in praktijk
bracht. Hij nodigde de man
uit om op een zondag in plaats
van de preek dit aan de paro
chianen te vertellen.
Zijn verhaal kwam in het kort
hierop neer. Hij had een aar
dige funktie in een groot be
drijf. Op een dag werd hij uit
genodigd tot een gesprek met
de directie. Deze deelde hem
mee dat zij zeer tevreden was
over zijn werk en dat ze hem
daarom een vrij hoge plaats
in het bedrijf wilde geven. Tot
haar verbazing vroeg de man
een weekje om erover na te
denken. Na die week deelde
Piet Wesseling
hij de directie mee dat hij ge
lukkig was met zijn huidige
baan en liever afzag van de
voorgestelde promotie. Hij
gunde die plaats graag aan
een. collega. Zijn vrouw en
kinderen waren het helemaal
met hem eens.
Over dit verhaal werd in de pa
rochie natuurlijk lang nage
praat. Sommigen waren het
ermee eens. Anderen vonden
het belachelijk om zo'n kans te
laten schieten. Kinderen had
den tegen hun vader gezegd
dat hij die stommiteit niet
moest uithalen, stel je voor!.
Maar de man was die zondag
morgen verder gegaan. Vol-
•gens hem waren al die jaar
lijkse salarisverhogingen bij
toch al behoorlijke salarissen
overbodig en schadelijk. Het
was dwaas, zo vond hij, dat
iemand die bijv. 5000 gulden
per maand verdiende hetzelf
de percentage per jaar méér
kreeg dan iemand die op 2000
gulden stond. Hij had daarbij
een reeks duidelijke voorbeel
den gegeven
Dit verhaal zal Den Uyl deugd
doen. Vast niet iedereen denkt
alleen aan zichzelf, aan eigen
centen en mogelijke promotie.
Brazilië
Hier nog een ervaring in het ka
der van promotie. Een klas
genoot van me zit al vele jaren
in Brazilië. Sinds onze stu
dententijd hebben we elkaar
niet meer gesproken Bij gele
genheid van een feest schreef
hij een dichtbundel en stuurde
die zijn vrienden toe. Die viel
me zwaar tegen. Ik zei mijn en
zijn provinciaal, dat ik de ge
dichten niet alleen slecht en
ondermaats vond, maar dat
ik ook niet begreep hoe ie
mand alleen over bloemen en
planten kon schrijven in een
land dat zó onder druk staat
van een fascistisch regime.
De provinciaal vertelde me toen
het volgende. Hij was kort ge
leden naar Brazilië geweest
en had ook die bewuste klas
genoot van me, ergens in het
binnenland, een 40 mijlen
vanaf Recive in noordoost
Brazilië bezocht om hem een
promotie aan te bieden. Hij
trof hem na lang zoeken aan
in een kleine, vervallen hut.
Geen keuken, geen toilet, geen
water, geen licht, 's Avonds
las hij wat met behulp van
kaarslicht.
Hij leefde zoals 90 procent van
de mensen. Na vele jaren
voelde hij zich uiteindelijk
één van hen. Hij deelde hun
armoede, hun verdriet, hun
honger, hun vreugde. Een
paar jaar terug had, hij zich
laten onderzoeken en de arts
had keelkanker geconsta
teerd. De provinciaal bood
hem direct aan naar Neder
land ie gaan voor een behan
deling. Maar daar voelde hij
niets voor. Misschien, zo had
hij gezegd,leef ik dan een jaar
of vijf langer, maar dan moet
ik hier weg en zal waar
schijnlijk niet meer terug mo
gen. Dat mag ik hen niet aan
doen. Laat mij maar.
Eigen uitleg
Het spreekt vanzelf dat hij de
voorgestelde promotie beslist
en definitief afwees. Ze waren
naar buiten gegaan en had
den op een bank langs de weg
nog uren samen gepraat. Hij
was,zo vertelde hij, na zoveel
jaren iets van het evangelie
gaan begrijpen. Hij was met
zijn leven tussen en samen met
"zijn" mensen diep gelukkig.
Hij wou nooit meer weg. En
die dichtbundel? Och, die was
ontstaan in de uren dat hij
alleen was in zijn hut en zich
wat wilde ontspannen. Zijn
broer in Nederland had die
bundel uitgegeven. Het was
een aardigheidje zonder eni
ge pretentie. Overigens was
hij zeer bevriend met Helder
Camara, en die had hem ook
aangespoord te blijven waar
hij was.
Nee, nee,promotie, over meer
geld kunnen beschikken, een
auto met een broeder-chauf
feur erop na kunnen houden
het waren allemaal dingen
die hij ver van zich afwierp.
Hij had zo zijn eigen uitleg
gegeven aan de woorden van
Christus: Een mens leeft niet
van brood alleen"... Hij heeft
zelfs zijn naam veranderd
Dit korte verhaal moge dan gel
den als een kleine hommage
ook namens U, veronderstel
ik, aan een verre landgenoot.
Een gevoel van ontmoediging
overvalt ons wanneer we de cij
fers met betrekking tot het aantal
echtscheidingen bezien. De
enorme stijging van dit echt
scheidingscijfer is aan zeer veel
omstandigheden te wijten. Im
mers, tijden veranderen, het is
geen schande meer om te schei
den, terwijl je vroeger koste wat
het kost bij elkaar moest blijven.
Pastoor, dominee of omgeving
stonden een echtscheiding niet
gemakkelijk toe. In onze tijd,
waarin we anders zijn gaan den
ken is de scheiding min of meer
volledig geaccepteerd en waarom
ook niet. Je hoeft voor een ver
keerde keuze niet de rest van je
leven te boeten.
Bij deze verandering van opstelling
met betrekking tot de echtschei
ding is het naar mijn mening nut
tig het huwelijk eens te bezien.
Vroeger trouwde je, dat beteken
de in verreweg de meeste geval
len datje een keuze voor je leven,
maakte, dat pas de dood van één
der echtgenoten het einde van
het huwelijk betekende.
Het huwelijk had iets heiligs. Twee
mensen verbonden zich aan alle
kanten met elkaar, ook finan
cieel. Van het volledig financieel
samengaan is ook de wetgever
uitgegaan. Het wettelijk systeem
van huwelijksgoederen recht (dat
wil zeggen de manier waarop je
juridisch je huwelijk regeld) is de
zgn. "gemeenschap van goede
ren". Dus als je bij het sluiten van
je huwelijk niets regelt trouw je
automatisch "in gemeenschap"
Als je het aantal echtscheidingen
ziet lijkt het idee van twee men
sen die zich voor het leven ver
enigen -vooral financieel - sterk
verouderd.
Laten we de gemeenschap van
goederen eens bekijken, met na
me in het geval van echtschei
ding. Er is een sterke tendens tot
verandering, maar tot nog toe is
het "normaal" dat beide echtge
noten werken, de man buitenhuis
en de vrouw in de keuken. Zij zijn
in gemeenschap getrouwd, dat
betekent dat alles wat de echtge
noten bezitten of wat er wordt
verdiend, in de gemeenschap valt
en alles wat in de gemeenschap
zit is van beide echtgenoten.
Prachtig tot zover. Twee kapiteins
op één schip vond de wetgever te
veel, daarom kennen we de zoge
naamde bestuursregeling. Deze
bestuursregeling zegt dat het
geld of de goederen die in de ge
meenschap zitten bestuurd wor
den door de echtgenoot die het er
in gestopt heeft. Dat betekent in
de praktijk dat de vrouw op fi
nancieel gebied niets te vertellen
heeft. Zij doet het huishouden
terwijl de man zorgt dat het geld
binnenkomt. Een groot gedeelte
van dit geld gaat op aan het huis
houden etc. Wat er over blijft valt
in de gemeenschap. Wie bestuurt
het geld dat in die gemeenschap
zit? De man, want die heeft ge
zorgd dat het binnen kwam.
Dit betekent dan weer dat als de
man bijv. besluit om één maal per
maand naar het casino te gaan om
daar duizend gulden te gaan ver
gokken zijn vrouw daar niets aan
kan doen. De man is verplicht om
zijn vrouw "het nodige" te ver
schaffen en meer niet. Zij moet
blij zijn als de man voor haar een
extra uitstapje met de breiver-
eniging wil betalen. In de ge
meenschap van goederen heeft
de vrouw financieel niks in te
brengen terwijl ze wel de hele dag
in het huishouden werkt en door
haar werk de man in staat stelt
zijn geld te verdienen.
Een ander groot nadeel van het
stelsel van de gemeenschap van
goederen ligt op een heel ander
terrein. In principe behelst de
gemeenschap al de aardse bezit
tingen van beide echtgenoten. De
gemeenschap kan dan ook die
nen als verhaals-object voor
schuldeisers van een der beide
echtgenoten. Dat wil zeggen dat
de gemeenschap, die van beide
echtgenoten is, door schuldeisers
van één van de twee kan worden
aangesproken. In deze regeling
schuilt ook het gevaar van nep-
schulden. Het huwelijk gaat
slecht, een echtscheiding is in
zicnt en de man maakt een aantal
nep-schulden bij vrienden, die
die "schulden" op de gemeen
schap verhalen (althans dat pro
beren). Meestal zal de vrouw
moeten aan tonen dat hier geen
sprake is van echte schulden. Als
ze daarin niet slaagt zal zij de ge
meenschap vaak tot nul zien
krimpen, voor de vrouw bijft
niets over.
Wanneer we deze punten eens be
kijken en we leggen daarnaast
het aantal echtscheidingen dan
lijkt het met name voor de huis
houdelijke echtgenoot nuttig zijn
positie in het huwelijk op ande
ren wijze te regelen dan met ge
bruikmaking van het stelsel van
"algehele gemeenschap van goe
deren". Een meer zakelijke in
stelling is vereist.
Mogelijkheden tot het anders in
kleden van het huwelijk zijn er te
over. (Zelfs wijziging tijdens het
huwelijk is toegestaan, maar dan
alleen met toestemming van bei
de echtgenoten). Je kunt in prin
cipe bij huwelijkse voorwaarden
je huwelijk zo inkleden als je wilt.
De wet kent ook nog een aantal
'keuzestelsels" maar die zijn in
de loop der jaren vrijwel in on
bruik geraakt.
Toen de nadelen van de zgn. wette
lijke stelsels wat meer aan het
licht kwamen werd er naar ande
re regelingen gezocht. Bepaalde
mensen wilden van die hele ge
meenschap af en trouwden dan
met uitsluiting van elke gemeen
schap Dat wil zeggen niets
wordt gemeenschappelijk, ieder
der echtgenoten houdt wat hij bij
het sluiten van het huwelijk heeft
en ook wat tijdens het huwelijk
door één der partners verkregen
wordt blijft van die partner privé.
Ook dit systeem is verbazend on
gunstig voor de huishoudelijke
echtgenoot, dus meestal de
vrouw. Immers de vrouw die in
het huishouden werkt verdient
niets, kan dus geen vermogen
vormen en heeft ook niets aan het
einde van het huwelijk. De man
heeft alles, er is geen enkele ge
meenschap. Onredelijk? Ja, na
tuurlijk. De vrouw heeft tijdens
het huwelijk elke dag in het huis
houden gewerkt, hierdoor kon de
man buitenshuis gaan werken en
geld verdienen. En nu, aan het
eind van het huwelijk heeft de
man alles en de vrouw, behalve
klootjes in haar handen, niets.
Sinds een paar jaar kennen we het
zogeheten Leids Model, dan de
Leidse hoogleraar Prof. mr. M. J.
A. van Mourik. Ook dit model
gaat uit van een ontbreken van
elke gemeenschap en koppelt
aan deze uitgesloten gemeen
schap een zogenaamd verreken-
beding. Dit verrekenbeding
houdt in dat echtgenoten zich je
gens elkaar verplichten om per
jaar of per maand het geld te ver
delen dat met werken is verdiend
(dus meestal door de man) na af
trek van het geld dat besteed is
aan de "kosten van huishouden"
of op andere wijze aan beide
echtgenoten is ten goede geko-
In dit systeem krijgt de vrouw die
achter het aanrecht staat een vor
dering op haar man ten bedrage
van de helft van het geld dat ei
genlijk over is, de vrouw ziet haar
bankrekening dus maandelijks
of jaarlijks stijgen. In deze ver
mogensvorming vindt de huis
vrouw de beloning voor haar ar
beid.
Natuurlijk zal het vaak voorkomen
dat de maandelijkse of jaarlijkse
afrekening niet daadwerkelijk
plaats heeft. Dat maakt niet zo
veel uit want de vrouw behoudt
gewoon die vordering op haar
man, zij kan die vordering op elk
moment geldend maken.
Door
Mr. C. A. Schwarz
Hoe je je huwelijk wilt inrichten
blijft een zeer persoonlijke zaak.
Ik geloof echter dat de realiteit
ons leert dat we af moeten van het
geromantiseerde huwelijksidee
idee zoals dit eeuwenlang heeft
geheerst. Tijden zijn veranderd,
echtscheidingen komen zeer
vaak voor. Om voor beide echt
genoten een rechtvaardige rege
ling van het huwelijk te creëren is
een zakelijke opstelling ten aan
zien van dat huwelijk vereist.
i>n
VRIJ NEDERLAND
Ondanks de "komkommertijd" is
een dunne Vrij Nederland deze
week heel lezenswaardig. Bibeb
is weer eens uitgebreid op pad
gegaan, ditmaal om staatssecre
taris Elbarta Haars van justitie te
interviewen. Mevrouw Haars
zegt van zichzelf:
"Ach wel nee, een lieve oude dame
ben ik niet. Zou ik nooit willen
wezen. Ik praat nooit over mezelf
als oude dame. M'n haar is wel
wit maar dat is het al twintig
jaar".
Op kritiek van Bibeb over haar
vluchtelingenbeleid reageert ze
onder meer als volgt:
"Het lijkt wel of jij me ook niet wilt
begrijpen. Vluchtelingen in wer
kelijke nood komen binnen zon
der meer".
VN gaat verder met de serie "Het
Web" over de commerciële bin
dingen van de omroep-organisa-
ties. De bindingen tussen de
TROS en de Telegraaf worden
blootgelegd.
Een artikel over de prijzenslag in de
vliegwereld wordt opgesmukt
met een wat misleidende foto van
prins Aschwin von Lippe-Bies-
terfeld, de broer van prins Bern-
hard. In het artikel, dat meer een
aanval op staatssecretaris Neelie
Smit-Kroes inhoudt, komt de
naam van prins Aschwin welge
teld eenmaal, helemaal achterin,
voor.
Richard Kaan, hoofdredacteur van
het blad Ons Vorstenhuis, houdt
zich in VN met het taalgedrag van
de prinsjes van Oranje bezig.
"Oprotten, ja dat zeggen, mijn
kinderen ook wel eens. Je vraagt
je wel af waar die prinsjes het
vandaan halen. Een heeft nog
godverdomme gezegd. Van
vriendjes op straat kunnen ze het
niet leren want daar spelen ze
niet mee. En ze zitten op een keu
rige school".
VN oppert: "Misschien zegt Bea
trix wel oprotten tegen Claus"
MAGAZINE
EM-verslaggeefster Alice Oppen-
heim portretteert carrièrevrouw
Nellie Smit-Kroes, de staatsse
cretaris van verkeer en water
staat. Veel politiek komt er niet
bij te pas, het gaat meer om de
vrouw achter de politica. Neelie,
moeder van een achtjarige zoon,
bekent "Nee, ik zou er nu geen
kind meer bij kunnen hebben, dit
werk absorbeert je enorm. Als ik
in verwachting zou raken, zou ik
het laten aborteren".
Nezlie Smit ziet zich niet zo snel
verliefd worden op een politicus:
"Van Agt, ik kan me moeilijk
voorstellen dat ik met hem zou
flirtenHij doet het knap maar h ij
valt helemaal buiten m'n interes
seveld. Van een andere aardbol"
En over Hans Wiegel: "Buitenge
woon capabel maar als man
spreekt hij me niet aan. Weet je
wie een enorme flirt is? Wil Albe
da".
In EM voorts een andere politica
aan het woord, minister Til Gar
deniers van crm die haar Veroni-
ca-beleid nog eens mag uitleg
gen. EM komt met een artikel
over de oorlogsmisdadiger Siert
Bruins, evenals trouwens de an
dere weekbladen.
Een onderwerp dat periodiek in
dag- en weekbladen opduikt
komt ook weer eens aan bod: het
bestaan van analfabetisme in
Nederland.
In de serie "De tv-makers van Ne
derland" een uitgebreid inter
view met Ton Planken van "Den
Haag Vandaag". Planken geeft
een nogal mistroostig beeld van
het tv-wereldje waarin verstar
ring en gebrek aan kwaliteit naar
zijn mening steeds meer de bo
ventoon voeren. Hij verzet zich
tegen de beeldvorming die de
mensen in toenemende mate van
politici krijgen.
"Politici zijn geen zakkenvullers en
wijndrinkers. Je moet je kapot-
werken in de Kamer".
En over de rol die politici voor de
tv-camera spelen: Bij een ka
merdebat kun je inderdaad vaak
zien dat sommige mensen zich
anders gaan gedragen. Ze gaan
vaker interrumperen, ze stellen
zich wat agressiever op, ze komen
wat krachtiger over. Als wij aan
kondigen dat wij iets live gaan
uitzenden dan gebeurt er wel
iets".
Circus-directeur Toni Boltinr, altijd
goed voor een aantal pittige uit
spraken, mag in De Tijd zijn zegje
doen. Boltini deelt mee dat hij
door de groeiende belasting
schuld nu half krankzinnig is ge
worden, dat er doden gaan vallen
als de belasting-inspecteurs weer
langs komen en dat hij bereid is
om op het Binnenhof te sterven.
Minister Albeda van sociale zaken
toont zich een tevreden man ten
aanzien van de reacties op de be
zuinigingsnota. "De deur staat
nog openzowel bij de FNV als bij
het CNV".
De HP is deze week van een impo
nerende saaiheid. Het omslagar
tikel handelt over het Zeeuwse
plaatsje Domburg rond 1900 toen
het er wemelde van gekroonde en
ongekroonde vorsten uit heel Eu
ropa. De reconstructie van wat
wordt genoemd "Walchers fin de
siècle" gaat vooral over de Dom-
burgse groep met Jan Toorop als
centrale figuur die van Domburg
een internationaal kunstcentrum
maakten. Een tamelijk langdra
dig verhaal maar voor ware
kunstliefhebbers misschien best
te verteren.
Voorts kondigt HP opmerkelijke
uitspraken over FNV-voorzitter
Wim Kok aan. Waar die opmer
kelijke uitspraken dan wel uit be
staan wordt in het artikel niet ge
heel duidelijk. Want dat Kok
meer voelt voor de bezuinigings
plannen van oppositieleider Den
Uyl dan voor Bestek'81 van Van
Agt kan toch niet in de categorie
opmerkelijke uitspraken worden
gerangschikt.
HP borduurt nog wat door op de
uranium-leveranties aan Brazilië
en komt onder meer met de ont
hulling dat er in een halfjaar 71
keer brand is uitgebroken op de
bouwplaats van de Braziliaanse
kernreactoren.