Lubberding: Het goede moment kwam, toen Raas was teruggepakt ,r Thevenet piept en bromt als een locomotief UITSLAGEN Bergen eisen zware tol... DINSDAG 11 JULI 1978 PAU - De etappeklassering in teresseerde Joop Zoetemelk niet. Ondanks het feit dat hij niet verder was gekomen dan de 23ste plaats, in dezelfde tijd als Patritti en Jan Raas, die na de binnenkomst van Lubberding om de ereprijzen hadden gesprint, toonde hij zich een tevreden man. ,Jiet etappeverloop heeft bewezen dat er elke rit minstens èèn van de favorieten uit het voor ste gelid verdwijnt. Thevenet is de eerste geweest". Niet alleen omdat zijn voor sprong op Bernard Thevenet tot ruim zeventien minuten groeide, was Zoetemelk tevre den, tijdens de beklimmingen op weg naar Pau had hij ook geconstateerd dat enkele an dere rivalen minder goed marcheerden. Althans min der goed dan hij. „Toen het op de col de Marie-Blanque na ruim 130 kilometer echt me nens werd, moesten zowel Van Impe en Galdos alsook nader hand Kuiper afhaken. Hennie kwam in de afdaling terug bij Pollentier, Hinault, en mij. Ik ben ervan overtuigd dat wij het onderling zullen uitvech ten". Zoetemelk dacht bij het uitspre ken van deze woorden meer aan Hinault en Pollentier dan aan zijn Nederlandse concurrent. Kuiper zette hij pas bij de voornaamste man nen voor de etappe naar Pla d'Adet met de opmerking: „Waarschijnlijk ook Hennie", alsof hij wilde accentueren dat de tijdelijke kloof op de col de Marie-Blanque de krachts verhoudingen had weergege ven. In het gevecht om de Toursu- prematie wilde Zoetemelk de waarheid overigens geen ge weld aandoen. Hij was de eer ste om zijn bewondering voor de geslaagde achtervolging van Kuiper te tonen. Jlennie is bovendien nog een keer ge vallen", aldus de drievoudige tweede uit de voorbije acht ronden van Frankrijk. Behalve Zoetemelk toonde ook Michel Pollentier zich tevre den. Hij haastte zich om te zeggen dat zijn rijden op de zwaarste col van de dag niet als een serieuze aanval gezien moest worden. ,JJet was ge woon hard doortrappen" vertelde Pollentier. „Tot mijn genoegen heb ik toen kunnen constateren dat mijn tempo versnellingen toch links en rechts pijn deden en de tijds verschillen op de top maakten dit duidelijk. Ze hebben me moed gegeven voor de komen de dagen, vooral voor de rit naar Pla d'Adet". Over consolidatie van de gele trui van Jos Bruyére wilde hij zich aan de eindstreep in Pau nauwelijks uitlaten. ,fla 24 uur weten we meer", aldus de lange Waal. ,JHet feit dat zelfs een man als Lucien van Impe in mijn dienst rijdt, geeft me in ieder geval veel moreel". Lucien van Impe was overi gens niet denderend te spre ken over de koerswijze van de gele truidrager. ,JIij rijdt vaak ondoordacht. Stom zelfs. Bruyére zit op kop te sleuren als destijds Merckx, maar hij vergeet dat hij niet zo lang door kan gaan als Eddy", al dus Van Impe. Joop Zoetemelk (links) voelt zich sterk. Een serieuze kanshebber. De tiende etappe: 1. Henk Lubberding (Ned) 191.5 km in 5 uur, 46 min. en 54 sec. 2. Alain Patritti (Fra) op 30 sec., 3. Jan Raas (Ned), 4. Raymond Villemiane (Fra), 5. Freddy Maertens (Bel), 6. Jac ques Bossis (Fra), 7. Mariano Martinez (Fra), 8. Bernard Bourreau (Fra), 9. Yves Hezard (Fra), 10. Roger Legeay (Fra), 15. Bruyere (Bel), 16. Hinault (Fra), 17. Kelly (Ier), 18. Laurent (Fra), 23. Joop Zoete melk (Ned), 25. Wellens (Bel), 26. Van Impe (Bel-C.A), 29. Fedor den Hertog (Ned), 32. Hennie Kuiper (Ned), 33. Pol lentier (Bel) allen op 0.30,57. Klaus-Peter Thaler (Wdl) op 6.40, 66. Jose de Cauwer (Bel) op 9.47, 69. Gerben Karstens (Ned) z.t., 74. Aad van den Hoek (Ned) z.t, 79 Gerrie Knetemann (Ned) op 12.54, 92. Bernard Thevenet (Fra) z.t, 99. Wilfried Wesemael (Bel) op 14.56, Opgegeven: Enrique Martinez-Heredia (Spa-Kas), Jose Pesarrodona (Spa-Kas) en Joel Gallopin (Fra-Lej). ALGEMEEN KLASSEMENT: 1. Joseph Bruyere (Bel) 50.29.32, 2. Jacques Bossis (Fra) op 2.07, 3. Bernard Hinault (Fra) op 3.32, 4. Joop Zoetemelk (Ned) op 4.11,5. Freddy Maertens (Bel) op 4.48, 6. Jean-Pierre Danguillaume (Fra) op 4.58, 7. Hennie Kuiper (Ned) op 5.11, 8. Michel Pollen tier (Bel) op 5.14, 9. Michel Laurent (Fra) op 5.45, 10. Henk Lubberding (Ned) op 5.46, 11. Agostinho (Por) op 6.52, 12. Le Guilloux (Fra) op 7.37, 13. Galdos (Spa) op 7.41,14. Wellens (Bel) op 7.47,15. Nils- son (Zwe) op 7.48,16. Villemiane (Fra) op 7.50, 17. Ovion (Fra) op 8.15, 18. Fedor den Hertog (Ned) op 8.42, 19. Nernau- deau (Fra) op 8.59, 20. Hezard (Fra) op 9.01, 29. Thaler )Wdl) op 11.05, 40. Jan Raas (Ned) op 13.34, 49. Gerrie Knete mann (Ned) op 15.20,57. Jose de Cauwer (Bel) op 18.13, 69. Aad van den Hoek (Ned) op 21.09, 70. Bernard Thevenet (Fra) op 21.13,71. Gerben Karstens (Ned) op 23.00, 79. Wilfried Wesemael (Bel) op 26.07, 103. en laatste: Fernandez Ovies (Spa-Kas). PLOEG ENKLASSEMENT: 1 Ploeg Laurent 28.57.00, 2. Ploeg Hinault 29.00.01 (95 pl), 3. Ploeg Martinez z.t. (115), 4. Flandria z.t. (118), 5. Mercier z.t. (128), 6. Raleigh 29.02.40,7. C.A. 29.04.30, 8. Lejeune 29.07.57, 9. Teka 29.09.12, 10. Kas 29.21.48, 11. Fiat 29.27.52. ALGEMEEN PLOEGENKLASSE- MENT: 1. Ploeg Kuiper 271.22.17, 2. Ploeg Van Impe 271.28.44, 3. Ploeg Zoe temelk 271.44.07. PUNTENKLASSEMENT: 1. Maertens (Bel) 149 punten, 2. Bossis (Fra) 119, 3. Esclassan (Fra) 113, 5. Thaler (Wdl) 77, 6. BERGKLASSEMENT: 1. Le Lay (Fra) 22 punten, 2. Pollentier (Bel) 19, 3. San ders (Fra) 18, 4. Kuiper (Ned) en Legeay (Fra-Lej) 16. (Van onze verslaggever Wiel Verheesen) PAU - De schrik was Henk Lubberding niet in de benen blijven zitten. Anders zou hij zijn korte, maar schitterende solo tussen het dorpje Mazeres-Lezons en het autocircuit van Pau nooit tot zo'n succesvol einde hebben gebracht. De manier waarop de 24-jarige boerenzoon uit het Gelder se Voorst naar de etappe-overwinning soleerde, was na melijk een Nederlands kampioen waardig. „Als iemand mij 10 kilometer voor het einde gezegd zou hebben dat ik ging winnen, had ik dat niet geloofd", zegt hij bescheiden. „Ik was door een plotselinge aanval van Jan Raas in een verdedigen de positie gemanoeuvreerd. Niet deze demarrage, maar wel het feit dat Raas ineens langs ons heen daverde, had me doen schrikken. Ik dacht nog: waar komt die kerel nu vandaan? Vanaf het moment dat het peloton op de Col de Ma rie-Blanque (een berg van de tweede categorie.) red.) in stuk ken viel, had ik Jan niet meer ge zien. Even snel als hij demarreer de, werd hij teruggepakt. Toen kwam ik aan de beurt. Het was het goede moment". Vijfde succes De solo van Henk Lubberding, veertig jaar nadat in hetzelfde Pau de etappezege door een an der? Nederlander (Theo Middel kamp) was opgeëist, betekende niet alleen het vijfde succes van de ploeg van Peter Post in deze Tour de France. Ook Lubberding behaalde zijn vijfde overwinning. Nadat hij vorig seizoen nog met twee criteriumsuccessen tevre den had moeten zijn, bewees hij dit jaar dat hij in de toekomst heus niet uitsluitend als knecht DE LANGSTE RIT.. I2juli-12eeh_244kir verder hoeft te gaan. Voordat hij op de Adsteeg in Beek het over wicht van zijn ploeg accentueer de met het behalen van het landskampioenschap, won hij in de Ronde van Zwitserland reeds een etappe. Gevraagd naar zijn aspiraties voor de komende jaren, wuifde Lub berding een eventueel kopman schap niettemin weg. „Kopman zijn betekent datje bestand moet zijn tegen de druk van zo'n func tie. Ik geloof niet dat ik het kan. Voorlopig althans nog niet. Laat me maar rustig doorgaan zoals het nu gaat. Ik vind het best zoals de zaken in onze ploeg verdeeld zijn". Klassement Het etappe-succes van Lubberding kwam ook in het algemeen klas sement tot uiting. Hij won, even als Kuiper, drie plaatsen en kwam zodoende in tiende stelling terecht op minder dan zes minu ten achter gele-truidrager Jos Bruyere. Evenmin als hij had durven hopen op de ritzege, ge loofde Lubberding in de slotfase dat hij die winst in het totaalklas sement zou boeken. „Bij de beklimming van de Col de Marie-Blanque was ik in moei lijkheden geraakt. Mijn benen blokkeerden. Ik wilde me niet forceren, omdat ik dacht aan de volgende dagen. In de afdaling kon ik het grootste deel van mijn verlies goedmaken. Ofschoon ik een keer slipte en bijna in een greppel terecht kwam. Ik wist overigens dat Hennie Kuiper deel uitmaakte van de kopgroep. Dat vond ik belangrijker dan mijn ei gen bezigheden", aldus Lubber ding. Mist Dankzij uitstekend werk in de af daling na het lastigste obstakel van de dag was Kuiper bij Hi nault, Zoetemelk en Pollentier terecht gekomen. Tijdens de be klimming van de Col, gehuld in laag hangende mist en vanwege de druilerige regen een trieste aanblik vertonend, had de kop man uit de ploeg van Peter Post zijn rivalen niet kunnen volgen. Op de top van de Marie-Blanque, 992 meter boven de zeespiegel, telde Kuiper zelfs 16 seconden achterstand. Behalve Pollentier, Hinault en Zoetemelk, die in deze Gerben Karstens en de latere ritwinnaar Henk Lubberding (l) hadden gisteren ook nog tijd i lezen samen met een verslaggever van France Soir mee in een krant. volgorde de beklimming afslo ten, had Kuiper ook de Fransman Martinez nog moeten laten voor gaan. De klauterpartij tussen de 131 ste en 144 ste kilometer lag trouwens meerdere favorieten zwaar op de maag. Voor Thevenet verdween op weg naar de top in ieder geval het laatste restje illusie in de Tour. Weliswaar bleef de Frans man op de fiets, maar de achter stand die hij opliep, deed hem in de grauwe achterhoede van het klassement terugvallen. Lucien van Impe moest tijdelijk terrein prijsgeven (52 seconden). In de afdaling kon de winnaar van twee jaar geleden zich vrij snel bij zijn ploegmakker Bruyere voegen en daarna met hem en vijftien ande ren de sprong maken naar het leidende favorietenkwartet. Knetemann Eenmaal herenigd in zo'n grote formatie, streken de kopstukken de wapens en van die gelegen heid maakten zestien renners, in groepjes of als eenlingen, gebruik om zich ook weer vooraan te nestelen. Jan Raas was de laatste. „Voor mij was de afdaling bijna minder goed afgelopen dan voor de anderen", zei gele-truidrager Jos Bruyére. „Twee keer miste ik op enkele centimeters na een bocht. Bovendien moest ik nog afrekenen met een lekke tu be". Toen Bruyére door pech werd ge troffen, aarzelde Lucien van Im pe geen moment. Hij trok, even als Ludo Loos in de remmen en met vereende krachten sleurden ze de lijstaanvoerder terug naar het voorste gelid. In de spits van de karavaan (en het algemeen klassement) waren reeds lang voor de ontknoping zowel Kne temann. Le Guilloux en Thaler weggevallen. Knetemann ver huisde van de derde naar de 49 ste plaats. Zonder lang te treuren over dit ver lies, had Knetemann niettemin een excuus voor deze wijziging. Op de eerste col van de dag, de Cote de San-Esleben (na 33 km), was hij door tegenslag getroffen. „Ik stootte met mijn linkerknie tegen de bovenhuis van de fiets. Daarbij liep ik een blessure op die me zoveel parten speelde, dat ik geen rol van betekenis meer kon spelen. Maar daarom niet ge treurd. Ik heb nooit de illusie ge had dat ik in het eindklassement op een ereplaats beslag zou leg gen". WIEL VERHEESEN PAU - De lange stoet van de Ronde van Frankrijk trok de bergen in en meteen begon het in het circus van Lévitan boetes te regenen. Renners mogen zich niet laten duwen door het publiek, ook niet ongevraagd. Het jurycorps, waarbij de Limburger Jean Hou- ben, ziet niet veel door de vingers. Het bedrag dat met de boetes gemoeid was beliep 2640 franken ruim 1300 gulden. Bij de gestraf ten waren de Nederlanders Van Den Hoek, Karstens en Knete mann. De jury ging neg verder en ontnam Nederlandse journalis ten de volgbewijzen voor twee ritten, omdat ze de Belg Wese mael achter hun auto hadden la ten rijden. Het was gisteren niet eens een echte bergrit ppppp tapspzxu 7&4M//J6S&V1P OP (SPMPPLcexs. P£PMAAJ£PTJPS &J£i/CAAP UCPJCr AUOEP P7AAP OP 7 C£ IACP- \fj5P/EP£AJ. /W/? /P MO£T Tlu 7£f?üO <u4/)c> cp uavpep/- PAU - Het hoongelach dat vanaf hoge tribunes over hem werd uitgestort, moet Bernard Thevenet diep hebben geraakt. Zonder ook maar een woord te wisselen met de horde Tourvolgers die hem wilde opvangen aan het eind van een etappe, waarin zijn onmacht hem vernederde tegenover het publiek, trapte Bernard Thevenet regelrecht naar zijn hotel. Daar, in dat tijdelijke onderkomen, ontstond 's avonds een geweld ige ruzie waaraan Thevenets inzinking ten grondslag lag. De rel spitste zich toe op de medische begeleiding, waarvoor in Pau een man ten tonele verscheen die de vaste ploegarts van Thevenet typeerde als „een kwakzalver." Hij was door Thevenet en enkele van zijn collega's opgetrommeld en daar over ontstak dokter Bellocq, die al jaren met de ploeg optrekt, zo in woede dat hij zijn koffers pakte en vertrok. Bellocq: „Ik wist nergens van. Die man was er ineens. Bovendien is hij geen medicus maar een kwakzalver en daar wil ik niet mee samenwerken. Onbegrijpelijk dat dit kon gebeuren". De woede bleek nog een belangrijke achtergrond te hebben toen Bellocq verklaarde het medisch onverantwoord te vinden dat Bernard Thevenet deze Tour nog rijdt. „En dat heb ik hem dit weekeinde verteld", aldus Bellocq, „maar hij lachte me in m'n gezicht uit. Zoiets maakte ik nog nooit mee". Op zijn beurt sprak ploegleider Maurice de Muer zijn verbazing uit over het beleid van dokter Bellocq. „Pal voor de Tour", aldus De Muer, „keurde hij Thevenet voor honderd procent goed. Hij kan zelfs de Tour winnen, zei hij toen. En nu, na een week zou Thevenet plotseling een compleet wrak zijn..." In elk geval was Bernard Thevenet duidelijk getekend door de inspannin gen van de tiende etappe over de eindstreep gekomen. Welgeteld 12 minuten en 54 seconden na ritwinnaar Henk Lubberding. Een zielig hoopje mens van wie Gerrie Knetemann (achterop geraakt door een valpartij) zei: „Het was echt beroerd met hem. Hij piepte en hij bromde op een afschuwelijke manier. Soms dacht ik dat ik naast een stoomlo comotief reed". Voor de start nog, aan het zonnige strand van Biarritz, had Bernard Theve net zo vrolijk gedaan over zijn toekomst in deze Ronde van Frank rijk. „Wat heb ik eraan", zei hij bij het vertrek van de rit naar Pau, „om chagrij nig rond te lopen. Het is nu eenmaal zo dat ik in de tijdrit teveel verspeel de. Jammer maar niets aan te doen. Dat feit ligt er en eigenlijk ben ik er stukken rustiger door geworden. Mijn hele probleem is een tekort aan conditie door alle tegenslag die ik had. Mijn voorbereiding op deze Tour is te dikwijls onderbroken geweest". Berustend in de duidelijke situatie (slechte vorm en een achterstand van 8.49 in het algemeen klassement) besloot Thevenet gisterochtend te vertrekken als knecht van Michel Laurent. „Hij heeft het in zich", aldus Thevenet over die situatie, „om voor enkele opvallende prestaties te zorgen. Ik wil hem daar graag bij helpen". Een uur of wat later, kregen deze woorden de lijnen van een voor Bernard Thevenet afschuwelijke karikatuur. Amper in de beklimming van de col de Marie-Blanque (2e categorie) moest hij lossen waarna zijn achter stand razendsnel ging oplopen. Tien kilometer lang stampte Thevenet met bewegingen waaruit de wanhoop sprak, tegen de eerste echt lastige berg van deze Ronde. Steeds langzamer. „Je had hem moeten horen hijgen", zei Gerrie Knetemann. „Gewoonweg verschrikkelijk". Op zijn calvarietocht door de Pyreneeën, kreeg de zo spectaculair inge storte Fransman de hulp van zijn ploeggenoten Delepine en Sibille. „Maar hij had er weinig aan", signaleerde Gerrie Knetemann. „Die jon gen was op. Helemaal op". Aan de finish in Pau weigerde Bernard Thevenet het uit te leggen. Hij hield zich onbereikbaar en beantwoordde de belangrijkste vraag via zijn ploegleider Maurice de Muer. „Hij start morgenochtend zeker", meldde de Muer. Die beslissing lijkt slechts uitstel van executie. Voor Bernard Thevenet dreigt de totale ontluistering en dat droeve vooruitzicht heeft ook Lu cien van Impe. De Belg die in 1976 Thevenet vooraf ging als winnaar van de Tour, moest in Pau voor zichzelf vaststellen dat hij nog steeds de vereiste conditie mist. Twee kilometer voor de top van de Col de Marie- Blanque was hij uit de wielen gereden. Zijn achterstand van 52 seconden bij de doorkomst maakte hij weliswaar in de afdaling goed, maar tevre den toonde Van Impe zich allerminst. „Ik kom nog steeds kracht tekort", stelde hij vast. „en daarom vrees ik het ergste voor de komende dagen. Ik dacht vandaag makkelijk bij de eer sten te kunnen blijven om met de moraal die ik daaruit zou halen deze of volgende week nog wat bijzonders te presteren. In plaats van die hoop. heb ik in deze etappe de angst gekregen dat het slecht zal gaan met

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 9