Ik voelde mij directeur van sociale werkplaats Surfers willen weten wat ze zijn Echtpaar exposeert toto's en beelden Tweeling weer bezig met boek NOORDWIJK HAD „PRIMEUR" MET KEVER PAGINA 4 VARIA WOENSDAG 14 JUNI 1978 De sinds kort in Noordwijker- hout aangestelde welzijns werker Huybrechts heeft on der meer als taak gekregen kunst wat dichter bij de Noordwijkerhouters te bren gen. Een eerste poging daar toe is een expositie van wer ken van het Noord wij ker-, houtse echtpaar Joke en Lo Molenaar, aangevuld nog met een inzending wandkleden van de Haarlemse kunstena res Clary Westenbrink-Brit tenburg Wurth. Omdat elders in het dorp geen geschikte ruimte voorhanden is, zijn alle stukken bijeenge bracht in de burgerzaal en bovengalerij van het gemeen tehuis. De expositie, die tot nu toe niet veel belangstelling trok, is opgezet mede op aan drang van Lo Molenaar, die dan weliswaar vaak buiten buiten zijn woonplaats heeft geëxposeerd, maar nog niet in Noordwijkerhout. De zestiger zal men overigens niet om tekst en uitleg kun nen vragen, omdat hij gedu rende de vier weken dat zijn werk te zien is van vakantie geniet. En dat geldt ook voor Een kijkje op bovengalerij zijn vrouw. "Een samenloop van omstandigheden", vol gens welzijnswerker Huy brechts. Lo Molenaar geniet als kunste naar redelijke bekendheid. Zijn leermeester was Wen- kenbach, de bekende beeld houwer. De Noordwijkerhou- ter hanteert onder meer als stelregel dat iemand pas goed van een kunstwerk kan genie ten door het ook te betasten. De manshoge abstracte hou ten figuren die hij vervaar digde lenen zich daar uitste kend voor, vindt hij. In het gemeentehuis is voor op vallend veel neger-figuren een plaatsje ingeruimd. Mo lenaar vervaardigde ze heel wat jaren geleden toen in zijn kunstuitingen de mens cen traal stond. Als basis voor zijn "zwarte kunst" maakte hij eerst, wat hij noemt, een uit gebreide "negerstudie" Zijn vrouw Joke is een heel an dere richting ingeslagen. In haar atelier, een schuurtje vlakbij het Witte Kerkje, ver vaardigt ze foto's volgens de Kirlian-methode. Deze zoge naamde aura-afbeeldingen, zo wil de theorie, tonen de stralenkransen om dode en levende materialen. De ver schillen in kleur en intensiteit van die kransen geven de aanwezige "hoeveelheid" haat, liefde, agressie, ziekte e. d. aan. Haar is het niet zozeer te doen om de techniek van deze vorm van fotografie als wel om de achterliggende le vensvisie. Op het gebied van de Krilian-fotografie staat ze hoog aangeschreven. De expositie in het raadhuis is nog maar het begin van wat de energiek van start gegane welzijnswerker de Noordwij kerhouters wil voorschote len. Voor de maand december heeft Huybrechts andere plannen. Hij wil (erg origineel is het niet maar het kan in elk geval een goede publiek strekker worden) de zondags schilders die Noordwijker hout ongetwijfeld ook rijk is, op een expositie bijeen bren gen. Daar zouden dan ook an dere vormen van plaatselijke huis-creativiteit aan de bak kunnen komen. Toen ze nog thuis in Katwijk woonden zag men de twee lingzusjes Gerda en Marga Vreeburg niet zo vaak op straat. Ze waren bijna altijd op zolder te vinden waar ze hun vrije uurtjes achter de typemachine doorbrachten. Daar werden dan de avontu ren op papier gezet, die ze zich nog uit hun schooltijd herinnerden. Verhalen waar de Alkmaarse uitgever Kluitman wel brood in zag. Hij liet ze in boekvorm uitkomen (vier in totaal) en zo maakten Gerda en Marga des tijds in rap tempo naam als "tieners die tienerboeken schrijven". De twee zusjes zijn inmiddels getrouwd. Gerda woont in Oegstgeest en Marga in Voor hout. Schrijven deden ze al een jaar of vijf niet meer. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Het schrijven trekt weer. Gerda heeft nu de draad opnieuw opgevat en schreef Marga Vreeburg in de periode voor de beval ling haar derde boek. Het ma nuscript ligt al bij de uitgever. Gerda, 25 nu, heeft er wederom een meisjesboek van ge maakt. "Het feit", zegt ze, "dat ik getrouwd ben en nu zelf ook moeder, wil niet zeggen dat ik me nu zou moeten be palen tot een roman voor volwassenen. Over die kin dertijd is nog zoveel te ver tellen dat ik mij voorlopig nog even daar op concentreer. Wat ik hierna voor verhalen ga schrijven zal ik wel weer zien. Nu eerst maar eens kij ken of de uitgever, die toen zo enthousiast over ons was, mijn nieuwe manuscript ook ziet zitten". Marga wil wat het schrijven be treft nog. even de kat uit de boom kijken. "In de afgelo pen jaren heb ik er ook niet zoveel zin in gehad", zegt ze, "maar nu Gerda is begonnen krijg ik ook weer de kriebels. Toch pas ik ervoor mezelf tot schrijven te dwingen. Het moet spontaan in mij opko men, anders hoeft het niet" Overigens zou ook Marga weer kiezen voor het schrijven van een meisjesboek. De plantenziektenkundige dienst in Lisse waar de mel ding binnen kwam heeft er geen ruchtbaarheid aan wil len geven, maar een feit is dat kortgeleden op het Noordwijkse strand duizen den coloradokevers zijn aangespoeld. Nog geen aantallen om groot alarm te slaan, wel reden om de plantenziektenkundige dienst in Wageningen op de hoogte te brengen. Per slot van rekening ging het om de eerste coloradokevers die dit jaar in Nederland zijn gesig naleerd. Tot nu toe is het bij die ene melding gebleven maar er zullen er ontwijfeld meer volgen, zo is de ver wachting. De coloradokever heeft het al leen voorzien op de aardap pelplant. Wat dat betreft hoeft de bollenstreek zich niet ongerust temaken. Daar geldt immers een teeltver bod op aardappels, dit ter bescherming van de bloem bol. Hoe de coloradokevers (ze overwinteren op een zee voert waar ze dan ook prompt verdrinken. De paar die het bad overleven zien geen kans om over de duinen te komen. Elders in Nederland maakt men zich terecht meer zor gen over deze veelvraat, die het presteert om per dag meer dan zijn eigen gewicht aan voedsel naar binnen te schrokken. Het gevreesde kevertje, dat voor mensen ongevaarlijk is maar dode lijk kan zijn voor zoogdieren (tien kubieke milimeter geel keverbloed is voldoende om een volwassen konijn in een paar seconden om zeep te helpen), huist nog niet zo lang in het Nederlandse die renwereldje. Eigenlijk pas vanaf 1920. De laatste jaren is het bar en boos wat de aan tallen betreft, mede vanwe ge de warme zomers. Al vanaf 1954 is aan de Land bouwhogeschool in Wage ningen een onderzoek gaan de naar het gedrag van het diertje en de meest gewenste wijze van bestrijding. Onder meer is aan het licht geko men dat de coloradokever zijn weg naar het aardappel loof hoofdzakelijk vindt vanwege de geur die het loof verspreidt. Het kweken van een aardappelras waar de geur aan ontbreekt zou een mogelijkheid zijn om de ac tiviteiten van de kever aan banden te leggen. Zover is het echter nog lang niet. Geëxperimenteerd is ook al met het toedienen van zogenaamd "jeugdhormoon" aan de keverlarvc waardoor ze zich niet verpoppen en er zodoende geen geslachtsrij pe dieren meer ontstaan. Er zijn in Wageningen ook be strijdingsmiddelen ontwik keld, speciaal afgestemd op de coloradokever, maar het gestreepte diertje is daar langzamerhand resistent te gen geworden, met andere woorden: die middelen sor teren nauwelijks nog enig ef fect. Het is daarom een nood zaak, zo is men er zich in Wa geningen van bewust, dat op korte termijn met een nieuw wapen ten strijde wordt ge trokken. De coloradokever is een vraatzuchtig baasje. Schrokt per dag meer dan z'n eigen ge wicht naar binnen. diepte van ongeveer veertig centimeter en dan het liefst in zandgrond) dan in Noord- wijk kunnen aanspoelen? Bij een temperatuur van rond de 25 graden worden deze geel-zwart gestreepte beestjes vlieglustig. Meestal is er dan sprake van een windrichting die hen naar Voormalig Macintosh-directeur J. P. Beijer Stein - „Ik voel mij allang geen ondernemer meer, maar eerder de directeur van een sociale werkplaats. Als je vroe ger verliesgevende onderdelen in je bedrijf had, dan keek je het eens een jaartje aan, maar dan kapte je die tak af. Nu ben je gedwongen ze in stand te houden". J. P. Beijer (65) is afgetreden als voorzitter van de raad van bestuur van Ma cintosh Confectie. J. P. Beijer: "Ik zag de bui aankomen. Proefproces na opzettelijke aanvaring Naar dit moment van afscheid heb ik niet toegeleefd. Op de eerste plaats ben ik niet graag het middel punt van de belangstelling. Boven dien vind ik het eigenlijk helemaal niet plezierig om weg te gaan. Om een onderneming achter te laten die door anderen de grootste kleermaker van Europa genoemd wordt, waar mijn hart in ligt en waarvan ik ruim dertig jaar lang de leiding mocht hebben", aldus Beij er tijdens zijn afscheidsrede vorige week maandag. Subsidie Er is nog een reden waarom Beijer niet erg gelukkig is met zijn af scheid. Drie jaar lang heeft het be drijf wat subsidie van de overheid ontvangen. Zeer gebruikelijk in de kledingindustrie. Dankzij een tij dige diversificatie en die subsidie bestond Macintosh het tot nu toe winst te blijven maken. Ondanks het feit dat de massaproduktie van confectie, waarin het groot gewor den is, al jaren gevoelige verliezen lijdt. Nu heeft de overheid de kraan dichtgedraaid. Geen subsidie meer, want er wordt nog winst gemaakt, is het argument van vadertje staat. Vlak voor zijn afscheid heeft Beijer bekend gemaakt dat, nu overheids steun uitblijft, 750 arbeidsplaatsen moeten verdwijnen. De verliesge vende massaproduktie in stand houden zonder compenserende overheidshulp brengt de continuï teit van de rest van het concern in gevaar. En daarvoor zijn nog be staansgronden genoeg. ,,Ik ben over die subsidie al een jaar lang in de slag met de overheid. Het is alsof je tegen een muur praat. Ze begrij pen eenvoudigweg je positie niet. En minister Van Aardenne kan dan voor de televisie wel verkondigen dat Macintosh een 100 procent DSM-dochter is, maar dat is niet waar. DSM bezit 65 procent van de aandelen en als raad van bestuur heb je ook de verantwoordelijkheid ten opzichte van de andere kapi taalverschaffers. Het concern kan niet langdurig grote verliezen trek ken. Zelfs niet onder de sussende woorden van een minister", aldu- s een geagiteerde Beijer. Historie Het verhaal van Beijer, hoe hij er in geslaagd is een concern als Macin tosh op te bouwen, is de klassieke successtory, In 1945 nam hij de lei ding op zich van twee confectiebe- drijfjes van het Fonds Sociale In stellingen, een sociale activiteit van de Staatsmijnen. Na een fusie met concurrent Dunlop stapte hij eruit om in 1950, na enige tijd als inkoper van confectie voor Vroom DreeSmann te hebben gewerkt, zelf in Stein een bedrijfje te beginnen. In 1953 volgde een fusie met de vo rige werkgever en met Dunlop. De aandelen werden tussen de drie partners op basis van gelijkheid opgedeeld. In 1962 trok Dunlop zich uit deze activiteit terug en Ma cintosh ging naar de beurs, waar DSM, toch al eigenaar van de aan delen van het Fonds Sociale Instel lingen, ook het Dunlop-pakket kocht. En nog altijd beschikt het grote staatsbedrijf over 65 procent van de aandelen. Onder leiding van Beijer groeide het bedrijf snel uit, zo zelfs dat Macintosh inmiddels de grootste confectiefabrikant van Europa is. Het is aan de vooruitziende blik van Beijer ook te danken dat Macintosh niet in de textieloorlog onderuit gegaan is. „Acht jaar geleden", ver telt hij, „zag ik de bui al aankomen. We zijn toen onmiddellijk begon nen onze activiteiten over een bre der terrein uit te spreiden, terwijl we in het buitenland vestigingen hebben gesticht. Het is niet hele maal zo dat we nu dankzij het bui tenland nog winst maken, maar het scheelt niet veel" Diversificatie De visie dat diversificatie nodig zou zijn, heeft geleid tot een groot aan tal overnemingen. In die bedrijven werden hoogwaardige kwaliteits- produkten gemaakt of werd over geschakeld op de produktie daar van. Zeer terecht meende Beijer dat op die markt Nederland ondanks de hoogste arbeidskosten ter we reld (in de confectie) wel concurre rend zou kunnen blijven, terwijl de strijd op de markt voor massapro- dukten tegen de lage-lonen-landen bij voorbaat verloren beschouwd kon worden. Dat wil niet zeggen dat Macintosh ten aanzien van het belangrijkste produkt het hoofd in de schoot leg de. Het concern vestigde een be drijf in Tunesie en is bezig een ke- Door Onno Schoonheyt ten van detailhandelszaken op te bouwen in Belgie, Frankrijk, Spanje en Portugal, waar eveneens een van de belangrijkste produk- tievestigingen van het concern ge vestigd is. Door middel van die ke ten moeten de zo verliesgevende massaprodukten worden verkocht. Zes jaar geleden is een begin ge maakt met het opbouwen van die reeks detailhandelszaken. Over drie jaar moet het plan aan de gestelde verwachtingen voldoen. Zolang wil Macintosh ook nog steun hebben van de Nederlandse overheid, elk jaar 5 miljoen gulden, waarvan de helft als het goed gaat, zal worden terugbetaald. Krijgt het concern de gewenste steun? „De overheid heeft ons dat ook, dus tot zeer voorkort, doen geloven", aldus Beijer - dan behoeven de toch noodzakelijke reorganisaties niet meer dan zo'n 75 arbeidsplaatsen te kosten. Een onderzoekscommissie van de overkoepelende werkge versorganisatie van confectiefabri- kanten was nog niet uit Rusland te ruggekeerd met het bericht dat daar geen orders te halen waren of Macintosh sleepte er een van 10 miljoen gulden in de wacht. En Rusland is nog altijd een be langrijke klant, hoewel de concur rentie van de veel goedkoper wer kende bedrijven in de Balkanstaten Macintosh aan het verdringen is. Dat heeft er onder meer toe geleid dat het concern nu kennis aan het verkopen is aan de aanvankelijke afnemer. Op het ogenblik wordt onder leiding van Macintosh-men- sen een fabriek voor regenkleding in Rusland gebouwd. Een andere confectiefabriek is na manage- ment-adviezen aanzienlijk produk- tiever geworden. De produktie zou er verdrievoudigd zijn. Know how „Dat is een van de kwalijke gevol gen van de huidige situatie", zegt een sombere Beijer. „We zijn bezig onze kennis aan het buitenland te verkopen. Onze eigen fabrieken worden gesloten of zo drastisch af geslankt dat ze daardoor al onren dabel worden. Op die manier gaat er heel veel kennis verloren. We lo pen een achterstand op, die later niet meer is in te halen. Voor zover het ons betreft, wij hebben onze hoop gevestigd op drie punten: de uitbreiding van de winkelketen, het effect van het multivezelak- koord en een beperkte afslanking" Hoewel Beijer die afslanking met overheidshulp beperkt wil houden, is hij van mening dat de overheids bemoeienis met het bedrijfsleven veel te groot is. Ook de democrati seringsprocessen en de andere na delige factoren zijn zijns inziens belemmerend voor ontplooiing van particulier intitiatief. „De overheid zou een commissie van wijze man nen moeten instellen, waarbij men sen met ideeen zouden moeten kunnen aankloppen. Met over heidsgeld zouden die mensen, na door die commissie gehoord en beoordeeld te zijn, hun ideeen ge stalte moeten kunnen geven. Het voorgeschoten geld zou later moe ten worden terugbetaald. Dat zou een werkelijke stimulering van de bedrijvigheid in ons land beteke nen. En dat kan van een vad en der gelijke niet gezegd worden", aldus Beijer. ARNEMUIDEN (SP) - Is een wind- surfplank een zeilend vaartuig of een drijvend voorwerp? Sinds deze simplistische zeilplank ons land stormenderhand heeft ver overd, zitten watersportliefheb bers met dat dilemma in hun maag. De Nederlandse Windsurfbond wil over de status van de zeilplanken nu wel eens een officiële uit spraak hebben van de rechter. Daarom werd vlak voor de ogen van de rijkspolitie te water een botsing tussen een zeilboot en een surfplank in scene gezet. De rijkspolitie te water, die ook wel eens wil weten, waar zij aan toe is, werkte vriendelijk mee en maak te van de geensceneerde aanva ring proces verbaal op. Straks zal de kantonrechter in Middelburg een uitspraak doen. Óver de aan varing was vooraf overleg ge pleegd met de Middelburgse offi cier van justitie, mr. A. P. Besier. De botsing had plaats op het Veerse Meer. De 25-jarige surfkampioe- ne Bep Thijs - in het bezit van de Nederlandse, de Europese en de wereld-titel voor dames - stuurde haar plank zo scherp voor het zeilschip „Crakezand" uit Veere langs, dat een aanvaring onver mijdelijk was. De rechter moet straks uitmaken, wie voorrang- had. In het watersportreglement wordt namelijk nergens gesproken over de windsurfplank. In water sportkringen zijn de meningen verdeeld of de plank nu moet worden aangemerkt als een zeil boot of niet. Zeilboten hebben in de meeste gevallen voorrang op motorvaartuigen. Alleen sche pen, die groter zijn dan 15 ton, hebben altijd voorrang. Hoge Raad Vice-voorzitter Wim Thijs van de Nederlandse Windsurfbond: „We willen eindelijk wel eens weten, waar we aan toe zijn. Nu is het nog steeds zo dat de surfers ei genlijk vogelvrij zijn verklaard op het water. Als het nodig mocht zijn, dan zullen we tot de Hoge Raad gaan om een uitspraak te- krijgen". Windsurfing heeft zich de laatste jaren enorm ontwikkeld in ons land. Volgens Thijs is de Neder landse Windsurfbond de grootste ter wereld. Het totale aantal windsurfers in Nederland zit te gen de 10.000 aan. Ook de rijkspolitie te water is blij met de geensceneerde aanvaring en het proefproces dat daar uit voort vloeit. Opperwachtmeester H. D. W. de Jong van de rijkspolitie te water in Reeuwijk: „Wij wisten ook nooit precies wat we nu met die zeilplanken aan moesten. Voor zover mij bekend hebben zich weliswaar geen ernstige onge lukken voorgedaan met de surf planken, maar uiteindelijk weet je niet welke verordening je moet toepassen op dit soort vaartui gen". Na intern overleg kwam de rijks politie te water tot het gemeen schappelijk standpunt, dat men de surfplanken het liefst aan merkt als zeilende vaartuigen. Er zijn dan nog wel een paar problemen, die opgelost moeten worden. AJs zeilboot, zou de windsurfplank bijvoorbeeld sei nen moeten kunnen geven. Het enige wat de surfer nu kan doen is een toeter om zijn hals hangen. Duidelijkheid Opper De Jong: „Als de zeilplank de status van een zeilboot krijgt dan kunnen we artikel 49 uit het watersportreglement toepassen. Dan is er tenminste duidelijk heid. En dat is hoognodig. Want het windsurfen is een enorme ra ge aan het worden. Vooral hier op de Reeuwijkse plassen". Op de Zeeuwse wateren - waar met snellere en grotere boten wordt gevaren dan bij Reeuwijk - heb ben zich al diverse moeilijkheden voorgedaan tussen windsurfers en andere watersporters. De zes gemeenten aan het Veerse Meer hebben daarom in hun algemene politieverordeningen al beper kende maatregelen vastgelegd. Maar steeds stoot men weer op de vraag, waaronder de surfplank gerangschikt moet worden. Niet alle watersporters zijn zo blij met de windsurfrage. „Ze fladde ren vaak stuurloos op het water. Je weet nooit van te voren, welke kant ze uitgaan. En als ze omval len, zie je niets meer van ze be halve een platte plank op het wa ter en het hoofd van de zeiler", aldus een wedstrijdzeiler, die er ook over klaagt dat iedereen maar zonder enige ervaring op- zo'n plank stapt.' Opperwachtmeester De Jong: „Ach, het valt allemaal best mee. We hebben liever dat de water sport zich op deze manier ont wikkeld, dan dat er nog meer snelle motorboten bijkomen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 4