VAN RUNVAART NAAR RECREATIE VELE VOORZORGEN TEGEN BLIKSEMINSLAG NUTTELOOS [PUBLIEK HET LEGER DES HEILS HONDERD JAAR Hillegom -Bruidegom merkwaardig boekje Gouden tijd voorLobith voorbij DONDERDAG 8 JUNI 1978 Vlak voordat deze week in het Overijsselse Delden in alle hevigheid een onweersbui losbarstte deden daar een bejaarde boer en boerin wat ze van oudsher in dergelijke omstandigheden gewend wa ren te doen. Ze liepen naar de keuken van hun boerderij en vlijden zich daar languit op de keukenvloer. Even later sloeg de bliksem in. De hoeve brandde af maar de boer en boerin liepen geen schram metje op. Een bewijs dat de stenen vloer van de keuken een veilig eiland is bij blik seminslag? Deskundigen glimlachen om deze boerenwijsheid. Net zo goed als ze de schouders op halen over zovele andere huis- tuin- en keuken-middel tjes die tijdens noodweer in stelling worden gebracht met de bedoeling de bliksem bui ten te houden, of 'm zo snel mogelijk weer af te voeren. Toch zijn veel van die middel tjes, vaak uit overlevering, nog erg in zwang. De keu kenvloer is maar een voor beeld. Er zijn ook mensen die zweren bij het wagenwijd openzetten van alle ramen zodat een ingeslagen bliksem of vuurbol alle gelegenheid wordt geboden de woning pijlsnel weer te verlaten. Anderen zeggen nee, je moet de ramen juist potdicht houden. Er zijn er die tijdens een hevi ge onweersbui kiezen voor alle lichten aan, anderen draaien alle electriciteits- stoppen uit de meterkast. Als probaat veiligheidsmiddel wordt ook gezien het toedek ken van alle metalen voor werpen in huis (naaimachine, radiatoren e.d.) omdat ijzer, zo is de redenering, de blik sem aantrekt. De een voelt zich tijdens het onweer het veiligst in een donkere kle renkast, een ander neemt po sitie in onder de huiskamerta fel. Ook het bivakkeren op de (neutrale) overloop blijkt in trek te zijn. Het zijn niet altijd practische handgrepen waarmee de bliksem te lijf wordt gegaan. Hoewel uit de tijd gerakend, wordt met het zegenen van een huis hetzelfde resultaat beoogd. Met name in katho lieke gezinnen is dat gebruik consequent nageleefd. En dat ging als volgt. Met een on weersbui in zicht haalde vrouw des huizes de fles met het gewijde water tevoor schijn (één maal per jaar kon aan de pastorie worden bijge vuld), goot daarvan wat over in een bakje om daarna met behulp van een palmtakje alle ramen en muren lichtelijk te besprenkelen. Ook buitenshuis worden soms nog voorzorgsmaatregelen getroffen. Met name als er sprake is van zgn. droog on weer, waarbij het dus wel bliksemt maar geen regen valt. Met behulp van een tuinslang worden in zo'n geval de dak pannen natgespoten. De ach terliggende gedachte: water is een goede electriciteitsge- leider. Slaat de bliksem op een nat dak dan schiet deze in feite langs de pannen de dak goot in maar is het dak droog dan priemt de bliksem recht door de zolder in. Bij de Leidse brandweer, waar voorlichting wordt gegeven over zaken als blikseminslag, omschrijft men de hiervooi genoemde huis- tuin- en keu ken-middeltjes als "nutte loos". Voorlichter Van Oos ten: "Zolang mensen niet op het dak klimmen maakt het weinig verschil waar ze zich tijdens het onweer in huis be vinden. Een particulier kan zich moeilijk wapenen tegen bliksem. Wel verdient het aanbeveling van alle elektri sche apparatuur de stekkers uit het stopcontact te halen en de draad van de tv-antenne uit het toestel te nemen. De Zwitserse professor K. Ber ger heeft jaren geleden een wetenschappelijk onderzoek verricht, naar de gedragingen van de bliksem en heeft aan de hand daarvan een stuk of wat tips opgesteld. Voor wat betreft de woningen zonder bliksemafleider komt hij on der meer tot de volgende (vrijblijvende) suggesties: kom tijdens hevig onweer niet te dicht in de buurt van ramen met een stalen frame, blijf weg van de schoorsteen, kom niet op zolder, blijf met je handen van kachels en keukenfornuizen af. Zit niet aan elektriciteits-, water- en gasleidingen. 'Berger stelde ook gedragsre- verblijf buitenshuis, of dat nu in de bergen is of op het plat teland. Geredeneerd vanuit de Nederlandse situatie komt hij tot de volgende opsom ming van objecten die tijdens het onweer moeten worden gemeden: bomen, hoge mas ten, zwembaden, meren, golf terreinen, boten en tenten zonder bliksemafleider, me talen schuttingen. Voorts vindt Berger het onverstan dig paard te rijden, te fietsen, een tractor te besturen of over een dijk te lopen. Het aantal- doden jaarlijks ten gevolge van de bliksem is sterk teruggelopen. Drs. Wes- sels, als "bliksem-deskundi- ge" verbonden aan het KNMI in de Bilt, zoekt de oorzaak in de aanziénlijke personeelste- rugloop in de land- en tuin bouw, de twee bedrijfstakken waarin vroeger veruit de meeste bliksem-slachtoffers vielen. Volgens Wessels zijn in de afgelopen jaren een aan tal theoriën over veiligheid bij onweer, achterhaald. Bij voorbeeld de suggestie dat men tijdens onweer in open terrein veilig zou liggen in een greppel. "Daar is men van teruggeko men", zegt hij. "Wie langmt op de grond ligt heeft zoveel raakvlakken met de aarde, dat men in feite een goed ge leidingsobject is geworden. De praktijk heeft uitgewezen dat men er in zo'n geval het beste aan doet in open veld te hurken, net zo lang tot de bui Tips voor deze rubriek kunt U elke morgen lot 10.00 uur aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215. U mag ook schrijven. Oud-Leiderdorper en Hagenaar P.C. Remmers heeft het dan toch eindelijk voor elkaar. Wat hem met eerdere manuscripten met geen mogelijkheid lukte is nu wel realiteit namelijk zijn schrijve rijen zijn in boekvorm uitgegeven. Om het zover te krijgen heeft hij wel eerst een eigen uitgeverij ("Your lifetime edition") uit de grond moeten stampen en heeft hij de Hillegomse drukkerij, waar zijn boek dezer dagen van de persen rolde, zwart op wit moeten geven dat hij de hele oplage zou opkopen. Het debuut van Remmers heet "Hillegom-Bruidegom" Uit de aan vankelijke tekst is nogal wat geschrapt moeten worden. Onder' meer uit een gesprek, dat hij voor dit boekje voerde met wethou der Smits van openbare werken en met een Hillegomse ambte naar van de burgelijke stand. Die kwamen zo anders over dan ze hadden verwacht, dat ze van Remmers eisten dat hij zijn tekst zou herzien. Dat is ook gebeurd. De meeste tekst in HiÏÏegom-bruidegom wordt opgeslokt door de resultaten van een privé-onderzoekje dat hij in de bollenplaats hield. Hij belde lukraak bij zo'n twintig Hillegommerè aan met het verzoek, of hij hen vragen mocht stellen over hun huwelijk. Bij sommigen werd hij direct van de deur gewezen, maar tien lieten hém toe ,In het verleden heeft Lobith echt heel goed verdiend aan de Rijnvaart, die hier aanlegde en proviandeerde. Die bloeitijd is nu voorbij. Steeds minder binnenvaartsche pen leggen hier aan. Lobith dreigde een dorpje met een vergane glorie te worden. Maar zover is het nog niet. Lo bith heeft wel degelijk een nieuwe toekomst. Want we zijn druk bezig om van de Rijnvaart over te schakelen op het toerisme" met ruime parkeergelegenheid, horecabedrijven en terrassen. Het zicht op de rivier met al die voorbij varende schepen moet de trekpleister Minder plannen Burgemeester H. G. A. M. Habes van de gemeente Herwen en Aerdt, waaronder ook Lobith valt, is vol optimisme over de toekomst. Dezer dagen kreeg hij uit de pot voor de aanvullende werkgelegenheid van de over heid een bedrag van drie miljoen gulden toebedeeld om de kade van Lobith-Tolkamer langs de Rijn rigoreus op te knappen. De burgemeester hoopt daarmee te bereiken dat er door de levensa der van het dorp weer nieuw bloed zal lopen. Want de tijd dat honderden bin nenschippers elke dag opnieuw de kade en de winkels en cafe's van het rivierdorpje massaal be volkten is definitief geweest. Klanten, die per keer voor vele honderden guldens boodschap pen deden, komen er bijna niet meer. Steeds meer schippers va ren door. Dat komt omdat, als ge volg van EG-overleg de douane formaliteiten makkelijker zijn geworden. Vroeger was elk schip, dat Lobith passeerde, gedwon gen aan te leggen om in- of uitge klaard te worden. Nu kan de schipper in zijn vertrekhaven dat soort zaken regelen. Daar slaat hij dan ook zijn proviand in voor de vaak wekenlange reizen. Lobith laat hij nu liggen. Weemoed Met weemoed denkt menig mid denstander nog aan de gouden periode van weleer. De zaken lie pen de laatste jaren echter zien derogen achteruit. Steeds meer winkels sloten hun deuren. Meer dan honderd mensen in Lobith- Tolkamer verloren op die manier hun baan in de algelopen tijd. Zelfs de laatste accijnsvrije win kel van Lobith gaat straks dicht Sommigen zagen de werkelijk heid onder ogen, zoals slager Koot, die vroeger zulke grote om zetten maakte, dat hij na Unilever de eerste in ons land was, die va cuum ging verpakken. Hij zegt gelaten: „De tijden van weleer komen nooit meer terug. We zul len met wat minder genoegen moeten nemen." Anderen wen sen de realiteit niet te aanvaar den. Zoals een caféhouder, die vroeger zijn bierpomp vrijwel continu open had staan voor de schippers. Ander volk wil hij nu niet over de vloer hebben. Zelfs al komt er nu nog maar sporadisch een schipper binnenstappen. Als er een bus met toeristen voor zijn cafe stopt, dan gaat steevast de deur op slot. „Schippers volk, dat is best volk. Er zijn hier klanten, die ken ik al tien tallen jaren, maar met die toeristen is het een kó men en gaan van onbekende ge zichten en kan je een grote bek van ze krijgen" /Toch moeten we het daar in de toekomst van hebben", zo meent burgemeester Habes. De kade langs de Rijn wordt nu met over heidsgeld verbreed en verlengd. Er komt een wandelpromenade Maar Lobith heeft petto. Vooral v creatie. Voor seschepen, die aan leggen, ei :r plannen in de waterre- Rijn-crui- Lobith zullen oor recreatie- scheepjes, die een plaatsje zullen vinden op het water van De Bij- land, een voormalig grintgat, dat nu binnendijks een prachtig mèer vormt. Langs de randen van het meer na deren jachthavens, campings en bungalowparken hun voltooiing. Het ministerie van CRM stopte enige miljoenen in dit plan. Dat de jachthaven nu al voor meer dan de helft is gevuld met Duitse jachten, vindt een aantal bewo ners intussen een minder prettige bijkomstigheid. De gemeente heeft overigens geen plannen om het de Duitsers moeilijker te ma ken. Waar het uiteindelijk alle maal om gaat, is dat de midden stand een oppepper krijgt. Ja renlang heeft het gemeentebe stuur gevochten om de Rijnvaart voor Lobith te behouden. Er werden processen gevoerd tegen de staat, men klopte aan bij de Europese Commissie in Brussel; er werd een rapport opgesteld, „Rijndorp LobithTolkamer, wat nu...?", dat aan ontelbare over heidsinstanties werd gestuurd', om de benarde situatie duidelijk te maken. Intussen legden er steeds minder schippers aan. Per dag paseeren er bij Lobith zo'n 700 tot 1000 schepen over de Rijn. In 1971 voer 18 procent voorbij zonder te stoppen. Nu is dat zestig pro cent. Het tij was niet meer te keren voor Lobith. De bakens mosten wor den verzet. Van Rijnvaart naar recreatie. „Daar varen we in de toekomst op af', aldus burge mees Habes. Meer zorgen Intussen heeft hij nog meer zorgen aan zijn hoofd. Zijn gemeente Herwen en Aerdt wordt in de toekomst opgeheven. Dat lot is ook de naburige gemeente Pan- nerden beschoren. Die twee ge meenten worden dan samenge voegd tot een nieuwe gemeente. Men denkt daarbij aan de naam Rijnwaarde of Rijnland. Daar over mag de bevolking zich nog uitspreken. Maar de samenvoe ging zelf zal waarschijnlijk niet meer tegen te houden zijn. Zeer tot ongenoegen van de bewoners van Pannerden, die fel weerstand bieden Twee keer hebben ze zich met succes in het verleden tegen dergelijke plannen verzet. Nu lijkt hun „lot" onontkoom baar. Burgemeester Habes blijft er laco niek onder. „Hier bij ons reage ren de bewoners lauw. Persoon lijk meen ik dat je straks alleen met een wat grotere gemeente meer gewicht in de schade kan leggen in de nieuwe bestuurlijke verhoudingen, die ontstaan als de lagere overheidslichamen meer beslissingsbevoegdheden krij gen" Lotith mag dan straks opgaan in een grotere gemeente. En het zal zijn betekenis als aanleghaven voor de Rijnvaart wel goeddeels verliezen. Maar dat zal allemaal niet verhinderen dat elke lagere- schoolleerling bij Lobith onmid dellijk zal denken: „Daar komt de Rijn ons land binnen. Bij Pan nerden splitst die zich in Waal en Pannerdenskanaal en bij Arn hem in Neder-Rijn en Ijssel" Na vijf eeuwen zou het ook te gek zijn, als Lobith plotseling ver dwenen zou zijn. Burgemeester Habes .op de "barricade" voor Lobith Het Leger des Heils gedenkt dat het honderd jaar geleden zijn naam aannam. Voordien leidde de ex-methodisten prediker William Booth een stadszending, de „East Lon don Christian Mission". Krijgshaftige taal was in die tijd niet ongewoon. Zo stond er in een ontwerp van een vlug schrift waarmee de „Chris tian Mission" in 1878 dona teurs wilde werven, dat deze stadszending een „leger van vrijwilligers" was. Dat „le ger" was geen probleem. Al geruime tijd werd door me dewerkers van de stadszen ding de oorlog aan de zonde verklaard. Maar die „vrijwil ligers"? In het Engeland van die dagen waren vrijwilligers niet in tel. Er werd dan ook heel wat an ders onder verstaan dan te genwoordig. Toen was het meer een soort schutterij: een keer per week schietoefenin gen, veel gebral in het buurt café en op koninginnedag een defile en een drinkfeest op kosten van de plaatselijke edelman. Tijdens het gesprek over die geldwervingsfolder haalde William Booth het woord „vrijwilligers" door en schreef er boven „verlos sing". „The Christian Mission is a Salvation Army" - een verlossingsleger. Verlossing in christelijk-religieuze zin natuurlijk: redding, heil. In het Nederlands werd dat later Leger des Heils. Ellende „Salvation Army" werd nog datzelfde jaar 1878 de officiële naam van Booth's stadszen ding. Al enige tijd opereerde deze evangelisatiebeweging niet meer alleen in Oost-Lon- den, maar breidde zij zich uit. Booth was begonnen in een gebouwtje aan Whitechapel Road. In Oost-Londen woon de een kwart van de Londen- se bevolking en dat was te vens tweederde van de arbei dersmassa. Nog geen tien procent had in die tijd enig contact met kerk en gods dienst. Woorden schieten te kort om de ellende in de slop pen en stegen van OQst-Lon- den te schetsen. Bij dit stuk staat een tekening uit het geïllustreerde blad The Gra phic, die genoeg zegt, al is zij uit 1892, toen de toestanden al wat beter waren dan in 1865, toen Booth begon. Toen de zending het Leger werd, waren er al 88 evange listen (41 vrouwen) en vijftig posten in Engeland. Acht jaar later waren er ruim duizend In korpsen (plaatselijke afdelin gen) en bijna 2300 heilsoffi cieren in Engeland, ruim 700 korpsen en 1900 officieren in de rest van de wereld. paar jaar had het Leger zich alle uiterlijke kenmerken verworven, die het nu nog heeft. Uniformen, rangen, vlaggen, muziek, getuigenis sen van bekeerlingen. Rotte eieren De reacties waren niet overdre ven vriendelijk. De gevestig de kerken, geconfronteerd met eigen falen, vonden het theologisch allemaal niet zo deugen. De gevestigde orde was er niet op gesteld, dat het evangelie werd gebruikt voor iets anders dan als breidel van het gepeupel. Nette mensen zagen aandacht voor onnette mensen als parels voor zwij- In Australië kwamen bedorven eieren in de handel als Leger- desHeils-eieren, omdat ze zeer geschikt waren om er ge tuigende heilsoldaten mee te bekogelen. In Nederland (waar het Leger in 1887 voet aan wal zette) waren kadavers van katten en ratten zeer ge liefde projectielen. Toch sprak de aanpak van het Leger wel aan. Vrij spoedig richtte in Westminster een anglicaans geestelijke een Church Army op, met officie ren en soldaten, voor evange lisatieverbreiding onder ar beiders door arbeiders, waar bij voorgangers van de Kerk van Engeland als geestelijk adviseur optraden (want je kunt zulke hoge dingen niet zomaar aan die mensen over laten). Overigens was deze anglicaanse imitatie het echte Leger voor in opvang van werkloze mannen en hun toe rusting tot nieuw werk. Het sociale werk van het Leger heeft in veel gevallen de weerstand die het Leger op riep gedoofd. In Nederland was dat het geval in de barre winter van '90. Toen werden lokalen van het Leger open gesteld voor daklozen. In Londen begon het sociale werk onder vrouwen in 1884, dat onder mannen enkele ja ren later, waarbij werd voort gebouwd op de soepkeukens en goedkope eetgelegenhe- den die Booth al veel eerder in Oost-Londen had gesticht. In een speciaal nummer van De Strijdkreet, waaraan wij voor dit stuk het een en ander heb ben ontleend, wordt een overzicht gegeven van verle den en vooral heden van het Leger des Heils. Het ia- voor/ 1,50 te koop.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 4