GGD-psychologe
F af ie"Arbeid adelt
allang niet meer"
[PUBLIEK
"Ik wil niet
dat mensen
medelijden
hebben
met mij
Bavo op zoek naar okogelflesjes,
gestichtsgeld en asbak voor museum
DINSDAG 6 JUNI 1978
door
Herman van
Amsterdam
"Ik wil beslist niet dat de mensen medelijden met mij hebben. Over
deze klap kom ik vanzelf wel weer heen. Ik weet zeker dat ik een
volgende keer meer succes heb".
Elly Keyzer uit Hillegom kan toch nog een glimlach produceren.
Maar eigenlijk is er voor haar weinig reden tot vreugde. In haar
eentje draaide ze in de afgelopen maanden het zogenaamde zo
merfestival in elkaar. De opbrengst wilde ze ten goede laten
komen van de Zonnebloem in de regio Bollenstreek.
Fiasco
Van de netto-opbrengst van het festival zouden heel wat bejaarden
en gehandicapten een extra vakantiereisje kunnen gaan maken,
zo had ze berekend. Het streven was loffelijk maar de realiteit
pakte anders uit. Het festival werd een groot fiasco. De toe
schouwers lieten het afweten, reden om voortijdig het festijn stop
te zetten.
Ook financieel werd het festival een tegenvaller-van-jewelste. Elly
Keyzer, die in de voorbereiding honderden vrije uurtjes stak,
moet nu op haar liefdadig werk duizenden guldens gaan toeleg
gen.
"Alles heeft mij tegen gezeten", zei ze mij gisteren. "Vooral het
weer. Achteraf gezien had ik een ander tijdstip moeten kiezen.
Maar gedane zaken nemen nu eenmaal geen keer. Hoe dan ook, ik
ga gewoon door met mijn acties voor de Zonnebloem. Want een
volgende keer moet het wel lukken".
Voorlopig zal ze echter hard moeten sparen om uit de financiële
zorgen te komen. Van de Zonnebloem verwacht ze geen bijdrage
in het geleden verlies. "Ik heb dit zelf gewild", zegt ze, "dus moet
ik ook de consequenties dragen"
Zeereisje
Inmiddels is de Hillegomse (ze werkt bij de Keukenhof in Lisse en
bezoekt in haar vrije tijd vaak bejaarden en gehandicapten) toch
weer een ander plan aan het uitbroeden, waarvoor de aanplak
biljetten al zijn vervaardigd. Ze wil bollenkwekers gaan interes
seren voor een exclusief 1-daags zeereisje in Zweedse stijl. Per
man zou dat 200 gulden moeten gaan kosten. Ongeveer tachtig
gulden daarvan zou dan ten bate komen van de Zonnebloem.
Ze rekent zelf op zo'n 300 bollenkwekers aan boord. Maar ze begint
er pas aan als ze er zeker van kan zijn dat het er ook zoveel
worden.
Tips voor deze rubriek kunt U elke
morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel.
071-144941, toestel 215. U mag ook
schrijven.
Leerlingen van de Leidse
Reinwardtacademie,
een school die opleidt
tot museumdeskundi-
ge, gaan bij wijze van
studie-opdracht een
museum op poten zet
ten voor het in Noord-
wijkerhout gevestigde
psychiatrisch zieken
huis St. Bavo.
In de komende maanden wor
den ideeën over de aankle
ding op papier gezet en in sep
tember gaan de leerlingen aan
de slag. Het is de bedoeling
dat het museum op 1 oktober,
de traditionele Bavo-feest-
dag, voor het publiek open
gaat.
De scholieren doen één en an
der in overleg met de twee
man sterke afdeling voorlich
ting van de Bavo: Leen van
Spanje en Henny van Scha-
renburg. Deze twee zijn al
maanden bezig met het ver
garen van het benodigde ten
toonstellingsmateriaal. Het
meeste is al binnen en heeft
een (voorlopig) plaatsje ge
kregen op de grote zolder bo
ven de Bavo-keuken, die als
museumruimte dienst gaat
doen.
Loodzwaar
De zolder zal in zo'n tien delen
worden opgesplitst. In elk
deel krijgt een specifiek
stukje Bavo-verleden de aan
dacht. Bijvoorbeeld de ar-
beidstherapie. Vroeger wer^
den patiënten aan de zware
arbeid gezet. Sjouwden ze af
en aan met loodzware krui
wagens of werden ze op het
ziekenhuis-terrein ingezet bij
het diepdelven. Onder ar-
beidstherapie werd in een la
ter stadium licht industrieel
werk verstaan (zakjes plak
ken, elektromontagewerk
e.d.) en tegenwoordig zoekt
Bavo-voorlichter Leen van Spanje bij een bed met spanlaken
en een elektroshock-apparaat: attributen die nu letterlijk naar
de (museum)zolder zijn verwezen in Noordwijkerhout
men het in de creatieve sfeer.
Talloze foto's laten zien hoe
het er toen en nu aan toe gaat.
Er komt in het museum ook een
afdeling waarin te zien laatst
welke hulpmiddelen de ver
pleging zoal ten dienste ston
den. Met name als het er om
ging lastige patiënten weer in
het gareel te krijgen. Zo heb
ben Van Spanje en Van Scha-
renburg beslag weten te leg
gen op een ouderwets ge-
stichtsbed en -bad, beide uit
gerust met een spanzeil
waarin de patiënt werd vast-
gegord en dan absoluut geen
kant meer op kon. Voorts een
met een kijkgat uitgeruste
deur van een isoleercel en een
elektro-shock apparaat,
waarover de laatste tijd in de
psychiatrie het nodige te
doen is geweest. Volgens bei
de voorlichters is het al vijf
tien jaar geleden dat deze ap
paratuur voor het laatste
werd gebruikt op de Bavo.
Het psychiatrisch ziekenhuis in
Noordwijkerhout werd in
1914 gesticht door de Broe
ders van Liefde uit Gent. Aan
hen wordt ook een aparte
hoek gewijd. Overigens, die
broeders hebben successie
velijk hun werk aan anderen
overgedragen. Op de Bavo
woont er nog maar één man
van deze congregatie. Hij is er
van het begin af aan bij ge
weest.
Aparte aandacht in het museum
krijgt ook het roomse Bavo-
verleden. Men heeft beslag
weten te leggen op diverse
heiligenbeelden, kapel-attri
buten en processie-vaandels.
Die dateren uit de periode dat
patiënten nog verplicht ter
kerke moesten gaan en ook
gedwongen werden tot een
dagelijks rozenhoedje. Wei
geraars konden er zeker van
zijn dat ze na hun dood in on
gewijde aarde werden begra-
Voorts wordt in het museum
plaats ingeruimd voor de wij
ze van ontspannen van vroe
ger en nu. In woord en beeld
ook de bezigheden van het
medisch personeel. De ver
pleger, zo leren foto's en
reglementen, speelde destijds
louter voor bewaker. Op de
meeste foto's ziet men hem op
"veilige" afstand van de pa
tiënten, een doktersjas aan en
een spiedende blik in de ogen,
attent op onregelmatigheden.
Voor een goed deel gereed is
ook al een 20 vierkante meter
grote Bavo-maquêtte (schaal
1 op 100), die laat zien hoe an
no 1964 de behuizing was. De
maquette, waarvoor als mate
riaal voornamelijk gips is ge
bruikt, werd destijds ver
vaardigd ter gelegenheid van
het 50-jarig bestaan en wordt
nu opgeknapt door Leen van
Spanje.
Muntjes
De twee voorlichters van de
Bavo hebben al veel materiaal
achterhaald, maar er ont
breekt ook nog het nodige. Zo
is men nog op zoek naar St.
Bavo-geld, met name wat ko
peren muntjes. Tot 1954 is dit
zogenaamde gestichtsgeld in
omloop geweest. Patiënten
werden er, na een week wer
ken, mee uitbetaald.
Het St. Bavo-geld gold als beta
lingsmiddel in het psychia
trisch ziekenhuis maar er kon
ook mee gekocht worden bij
de Noordwijkerhoutse mid
denstand die de munten dan
later weer verzilverde. Het
gestichtsgeld werd in omloop
gebracht om te voorkomen
dat patiënten een vluchtpo
ging ondernamen. Met ge
stichtsgeld op zak zou men
niet ver komen, redeneerde
men toen.
Van Spanje en Van Scharen-
burg zijn ook nog op zoek
naar zogenaamde Bavo-sou-
venirs, die ooit te koop zijn
geweest bij de Noordwijker
houtse middenstand. Voor
beelden daarvan zijn de Bavo-
peper- en zoutstelletjes en de
Bavo-asbakken. Het psychia
trisch ziekenhuis heeft ooit
ook een eigen limonade-pro-
duktie gehad. De dopmachi-
ne is achterhaald en ook het
"geheime" recept is bewaard
gebleven maar wat nog ont
breekt is een exemplaar van
het gebruikte kogelflesje.
Bij de Bavo komen veel aanvra
gen binnen voor een rondlei
ding. Van scholen, vrouwen
en kruisverenigingen. Zo'n 35
keer per jaar neemt een groep
mensen een kijkje achter de
schermen. De voorlichters
hebben dan weinig te bieden.
Ze hebben alleen de beschik
king over een uitgebreide
diaserie.
Hiaat
Een museum vult dat hiaat op.
Van Scharenburg: "Zo ma
ken we de voorlichting een
stuk aanschouwelijker. Bo
vendien hopen we dat dit mu
seum er toe bij zal dragen dat
veel vooroordelen over de
Bavo worden weggenomen.
Natuurlijk is het niet goed te
praten hoe hier vroeger pa
tiënten tot gestichtsmensen
werden gemaakt. Maar die
tijd was nu eenmaal zo. Nu
denken we er heel anders
over. En ook dat zullen we in
het museum tot uiting probe
ren te brengen".
Arbeid adelt al lang niet meer.
De kassier. Trots dat hij met veel geld omgaat. Hoge Pieten
aan wie hij met gepaste terughoudendheid het loonzakje
overhandigt. Al ontsnapt hem soms een gebaar alsof hij de
gulheid zelf is. En iedereen zegt dank u wel.
Dan komt de kwade dag. De directie van het bedrijf schaft
zich een computer aan. Die heeft nog meer hersenen en
snelheid dan de kassier. De man wordt van zijn plaats
verdrongen; verdwijnt achter de schermen tot zijn pen
sioen er op volgt. In een klap is zijn aanzien weg. En daar
is de kassier nou zo ziek van geworden.
"Arbeid kan ziek maken. Dal blijkt
uit het toenemend ziekteverzuim
van werkend Nederland. Drommen
mensen staan dagelijks op de stoep
van de dokter met pijn. Ze hebben
het aan de darmen of aan de maag.
Barsten van de hoofdpijn of
klagen voortdurend over de rug.
Er zijn veel manieren om mensen
de werklust te ontnemen. De snelle
ontwikkeling van de techniek is er
een van. De berg ziekmakende fac
toren, of zeg maar verziekers, is in
middels zo hoog dat slechts een en
keling hem nog kan bestijgen. De
namen van de moderne verziekers
en niet te vergeten alles wat zij te
weeg brengen vullen boekdelen.
Arbeid adelt al lang niet meer, uit
zonderingen daargelaten. De
spreuk van weleer ligt op de vuil
nishoop of voor teveel geld in de
vitrine van een winkeltje in twee
dehands spullen. Als muui decora
tie voor personen die volgens de
statistiek tien procent van de tijd
dat ze ergens in dienst zijn ziekte
verlofhebben. Onder hen zijn er die
tegen de muren vliegen van de
stress, opgelopen tijdens het werk.
Emotioneel aan de rand of zelfs er
over heen. Anderen zijn op weg
naar de rand maar kunnen zich
dankzij afwezigheid zo nu en dan
tussendoor redelijk staande hou
den. Ook zijn er die gewoon de bo
ter er uit willen braden. Het werk is
toch al niet leuk. En buiten dat kan
je "opkomende stress" beter met
een de kop indrukken door met
ziekteverlof te gaan. Want er zijn
(gelukkig) alternatieven: uitkerin
gen voor wie gedeeltelijk of geheel
arbeidsongeschikt wordt geacht.
En vervroegd pensioneren.
Door
Madelein Roumen
Arbeid kan ziek maken. Dat blijkt
uit het toenemend ziekteverzuim
van werkend Nederland. Drom
men mensen staan dagelijks op de
stoep van de dokter met pijn. Ze
hebben het aan de darmen of aan de
maag. Barsten van de hoofdpijn of
klagen voortdurend over de rug.
Kwalen waar achter in veel geval
len psychische problemen schuil
gaan. In dokterstaai heten ze geza
menlijk psycho-somatische ziek
ten. Het is moeilijk om precies te
zeggen waardoor de een weinig en
de ander veel verzuimt in het werk.
Meestal gaat het om een samenloop
van omstandigheden, om iemands
persoonlijkheid en de ogenschijn
lijk onschuldige welvaartsziekten
die als een rode draad door de misè
re lopen.
Levensloop
We vroegen het aan de psychologe
van de afdeling geestelijke volks
gezondheid van de Haagse GGD,
drs. C. M. F. M. Fafie. In de eenen
twintig jaar dat ze daar nu werkt
doen zich nog steeds verrassingen
voor. Mannen en vrouwen van alle
rangen en standen vertellen haar
hun levensloop. Zowel vuilnislie-
den als technici, archiefbedienden
en academici passeren de revue.
Niet alleen de gasfitter, maar ook de
hoofdonderwijzer die veel heeft
georganiseerd, kan vertellen zich in
zijn werksituatie een nummer te
voelen, weet zij.
„Uiteindelijk is iemans persoon
lijkheid van het grootste belang
voor de manier waarop hij of zij het
werk en de mensen om zich heen
beleeft", zegt mevrouw Fafie. „Een
tevreden mens, die een bescheiden
maar prettige jeugd had, kan vol
doening vinden in werk dat ande
ren afschuwelijk vinden. En ie
mand met een onharmonische
jeugd kan uitgroeien tot een neuro
ticus die in elke werksituatie, ook
op het hoogste en interessantste ni
veau, conflicten oproept. Zich be
dreigd ziek of gepasseerd en ten
slotte verbitterd en vol kritiek op
anderen voortijdig het veld-
ruimt".
De afgelopen tien jaar krijgt de
GGD-psychologe (in samenwer
king met een psychiater) meer en
meer de vraag voorgelegd of een
ambtenaar die veel verzuimt of een
die na weinig ziekteverlof zegt het
werk niet meer te zien zitten, door
psychische redenen zover kwam.
Aansluitend de vraag of iemand het
werk weer kan opnemen of dat ver
vroegde pensionering beter is. De
mensen om wie het gaat komen be
paald niet uit een hoek. Mevrouw
Fafie ziet de meest uiteenlopende
personen. Ter informatie aan colle
ga's heeft ze eens een overzicht ge
maakt van de groepen mensen die
met soortgelijke problemen kam
pen. Het onderwijzend personeel
en de mensen van de sociale dien
sten springen er uit als ergste
slachtoffers.
Onderwijs
„Het onderwijs levert de meeste
mensen voor afkeuring of verlich
ting van het werk. De soms zeer in
grijpende wijzigingen in de onder
wijsmethoden vallen vooral de ou
dere leerkrachten zwaar. Ze moe
ten herscholingscursussen volgen
op een leeftijd dat men de vrije tijd
nodig heeft om bij te komen. Extra
tijd wordt in beslag genomen door
vergadering over vernauwingen
die zij eerder als vernielingen be
schouwen. Gevoelens van onlust
versterken de toch al optredende
ouderdomskwaaltjes. En menig
een, die kennelijk altijd van goede
wil was. klapt in elkaar. Vooral
hoofden van lagere scholen en do
centen bij het middelbaar onder
wijs hebben het zwaar te verduren
en je kunt ze dan ook een bedreigde
groep noemen. Net als bepaalde
ambtenaren van de sociale dienst.
Ze kunnen hun werk niet meer rus
tig doen. Hebben te maken met
mensen die met messen dreigen en
met stoelen zwaaien als ze merken
dat zo'n ambtenaar hen aan het
werk wil zetten. Ook de sociale
werkers van die afdeling zijn hevig
teleurgesteld. Ze worden over
stelpt met oppervlakkig werk en
komen niet aan het echte sociale
werk toe. Voor deze mensen is het
verleidelijk te vluchten in ziekte en
het werk vroegtijdig op te geven".
De lange lijst van „ongelukkigen"
vermeldt verder jonge mensen die
er na enkele jaren al de brui aan
geven.
„Ze motiveren dat door de gewich
tige opmerking dat ze niet kunnen
werken, omdat ze eerst hun identi
teit moeten vinden. Het wil er bij
hen niet in dat ze die vondst zouden
kunnen doen door aan het werk te
gaan".
Heel anders vergaat het de onge
trouwde, ouder wordende vrouw,
die op een gegeven moment op haar
kantoor tussen een groep jonge
meisjes zit. Ze voelt zich door hen
buitengesloten en het vroeger best
aardige werk spreekt haar niet
meer aan. Door lichamelijke klach
ten verzuimt ze steeds meer. Ze wil
afgekeurd worden.
Verbittering
Verbittering. Ook bij mannen die
menen dat ze te weinig promotie
hebben gemaakt en zich gepas
seerd voelen door een collega. Vol
gens mevrouw Fafie is het nog
moeilijker wanneer veel jongere
collega's voorgaan op grond van
diploma's. Spijt komt op omdat
studiekansen vroeger niet benut
zijn. Maar verandering van baan be
tekent het veilige ambtenarenbe-
staan er aan geven. Dan maarliever
vervroegd met pensioen.
Gelukkig zijn er ook nog mensen
die beseffen dat ze op de juiste
plaats zitten, maar die maken het
naar de mening van de psychologe
zelf te bont.
„Ze liggen voortdurend in de clinch
met hun baas of chef of zelfs met
een reeks chefs. Ze winden zich om
het minste of geringste al op en een
vermeende onheuse bejegening
wordt gekauwd en herkauwd tot de
opstandeling er zelf een maagkwaal
van krijgt en door ziekte afwezig is.
Erg vaak blijkt dan achteraf dat zo
iemand een gespannen relatie heeft
gehad met zijn vader. Bijvoorbeeld
een zoon kan niet tegen zijn vader
op die bruut is en komt vol agressie
te zitten. Het is begrijpelijk dat hij
later die wrok of afkeer van een lei
dende figuur onbewust projecteert
op zijn chef. De machtsrelatie her
haalt zich, maar dit keer laat hy
zich niet de les lezen"
Om niet de indruk te wekken dat
met de laatst beschreven groep het
probleem rond is, nog enkele
slachtoffers van de nijverheid. On
gehuwde vrouwen die bij de ouders
in huis zijn gebleven. Zij draaien op
voor het huishouden en voor een
moeder of vader die ernstig ziek
kan worden. De dochter durft 's
avonds niet meer weg, raakt uit de
vriendenkring en wordt steeds va
ker ziek. Ze is hypernerveus. Na de
dood van de ouders stort ze in en is
niet meer in staat om tot haar vijf
enzestigste door te werken. Rust -
ook al zijn ze nog geen vijfenzestig -
is het enige waarnaar ook geschei
den vrouwen en weduwen vaak
verlangen. De flinksten onder hen
zoeken een baan om de kinderen te
laten studeren. Na het werk zijn ze
ook nog huisvrouw en moeder. En
dan, als de kinderen op hun be
stemming zijn, kunnen ze het niet
meer bolwerken.
Een verhaal als dit zou al stress-
verwekkend kunnen zijn vanwege
onvolledigheid. Behalve ambtena
ren zijn er natuurlijk ook zelfstan
digen en mensen in particuliere
bedrijven die psychisch over de
streep gaan door het werk. Iemand
die hard moet ploeteren in zijn
winkeltje heeft het misschien net
zo moeilijk als de reinigingsinspec
teur, die de mensen op de vingers
moet tikken als ze vuil op straat de
poneren. Zo'n man wordt uitge
scholden, met geweld bedreigd en
kom een tijd later met een angst
complex bij de psychologe terecht.
Stress
Mevrouw Fafie: „Het hangt af van
de cultuurperiode waarin je ver
keert of je stress sterk voelt of niet.
Je hoeft nu niet bang te zijn datje
wordt ontslagen, wantje mag ziek
zijn. Je kunt afgekeurd worden.
Dat was vroeger niet zo. Sindsdien
is er veel ten goede veranderd. Maar
de slinger van het uurwerk slaat te
veel door. Teveel sociale verwen
ning is ook niet goed. Dan weten de
mensen niet meer waar de grens is.
Ik ontmoet ook gemakzuchtige
mensen en ego%sten die al snel
vinden dat ze genoeg gewerkt heb
ben. Als je hun ziektejijst bekijkt
zie je een schrikbarend stijgen van
verzuim wegens de meest uiteen
lopende kwalen. Wanneer dan af
keuring wordt overwogen, vertel
len ze je dat ze juist van plan waren
om maandag weer aan het werk te
gaan. Zulke mensen gedragen zich
a-sociaal. Door hen moeten ande
ren vaak langer of harder werken."
Oorzaken van stress kunnen liggen
in de onrust over de toekomst van
het bedrijf, in veranderingen,
slechte betaling voor derderangs
werk, het werken in grote groepen,
bijna vergeten jeugdproblemen, de
oorlogsjaren, angst voor de dood,
een onprettige sfeer. De sfeer op het
werk bepaalt de arbeidsrust. "De
baas of de chef is de eerst aangewe
zene om ervoor te zorgen dat de ar
beidsrust bewaard blijft. By het
aanstellen van chefs wordt te vaak
gelet op specifieke bekwaamhe
den. En als chef heb je meer nodig
dan dat. Je moet met mensen kun
nen omgaan en leiding kunnen ge
ven. Daar kijkt men veel te weinig
naar. En voor iedereen is het be
langrijk om tegen zyn eigen pla
fond aan te zitten. Dat wil zeggen
werk doen volgens je aanleg en
ontwikkeling. Zit je te hoog dan
ben je lastig. Te laag, dan raak je
gefrustreerd omdat anderen je pas-
Onder de verziekers is er een die
beslist niet nieuw is: aanzien van
het beroep. Het statussymbool. De
ijdelheid die wordt gekwetst als
iemand ziet dat je werk hebt dat
minder „hoog" genoteerd staat. Het
rangetje is vaak belangrijker dan
het salaris. In Marokko sprak me
vrouw Fafie iemand die vertelde
dat het „mindere" beroep het daar
ook al niet meer doet. Op haar vraag
waarom Marokkanen in Nederland
wel genoegen nemen met een baan
die anderen niet willen, zei de man:
„Ja, maar dan ziet de familie het-
tenminste niet".
Zijn er nog mensen die niet balen?
Mevrouw Fafie: „Ikzelf bijvoor
beeld. En ik neem aan nog vele an
deren. Maar daar durf ik me niet
meer over uit te laten. Toen ik te
genover collega's net lovend was
geweest over bodes, portiers en
chauffeurs omdat die nooit om ver
vroegd pensioen bij me waren ge
weest, stond er een week later een
tje bij me op de stoep."