'Club van Rome is nooit
anti-groei-club geweest'
We vallen niet
altijd terug op
de oude fouten
mmim
LEIDSE PROFESSOR BOTTCHER:
ZATERDAG 3 JUNI 1973
PAGINA 19
DEN HAAG - De maat
schappij leert van haar
fouten. Die conclusie staat
in een nieuw rapport van
de Club van Rome dat on
der de titel „Het Maat
schappelijk Leerproces"
deze maand verschijnt.
Het onderzoek is onder
auspiciën van de Club van
Rome verricht aan de uni
versiteit van Boekarest
onder leiding van de Roe
meen Malita en de Ameri
kaan Botkin.
De officiële titel van het rap
port is „Innovative and
Prospective Learning for
Man and Society". Het ziet
er naar uit dat de Neder
landse vertaling van het
rapport nog wel enige tijd
op zich zal laten wachten.
De kans bestaat dat dit het
laatste rapport van de
Club van Rome is. In juli
komen de leden van de
club in Rome bijeen om te
kijken of en hoe men ver
der zal gaan. De meningen
daarover zijn onderling
sterk verdeeld.
Prof dr C. J. F. Bóttcher, die
al tien jaar lang de Club
van Rome in ons land
vertegenwoordigt, is van
mening dat de club haar
taak zo langzamerhand
grotendeels heeft vol
bracht. Hij ziet geen grote
opdrachten meer wegge
legd voor de Club van Ro
me. Hij toont zich tevreden
over de mentaliteitsom
buiging die in de wereld is
teweeggebracht.
Op deze pagina een artikel
naar aanleiding van het
tienjarig bestaan van de
Club van Rome.
Door
Jan Kees Kokke
De Club van Rome - tien jaar
geleden in Rome opgericht
en genoemd naar de stad
waar de eerste vergadering
plaats vond - is een particu
liere stichting, die in Zwit
serland is geregistreerd. De
club was een initiatief van
de toenmalige directeur-ge
neraal van de OESO,
Alexander King en Fiat en
Olivetti-president Aurelio
Peccei. Beiden beschikten
over een enorm aantal rela
ties in de wereld van de in
dustrie, de overheid, de poli
tiek en de wetenschap. Een
50-tal van dat soort relaties
werd uitgenodigd tot de
club; een aantal dat later tot
zo'n 100 zou uitgroeien.
De Club van Rome deed zelf
geen onderzoeken, maar liet
ze verrichten, met name naar
de kwantitatieve en de kwa
litatieve samenhang van de
wereldproblemen.
Na haar commentaar, vestigde
de Club van Rome in brede
kring de aandacht op de re
sultaten van het onderzoek.
De onderzoeken werden uitge
voerd door gespecialiseerde,
wetenschappelijke teams.
Achter de auteurs, die hu>*
naam onder het rapport
mochten zetten, ging een
uitgebreide staf schuil.
Zo verschenen, onder auspi
ciën van de Club van Rome;
- "Grenzen aan Groei" (Dennis
Meadows, 1972) Als de groei
van de bevolking en de pro-
duktie op de huidige manier
voort zou gaan, dan zou het
binnen afzienbare tijd slecht
aflopen met de wereld.
"De Mensheid op een Kruis
punt" .(Mihaili Mesarovic en
Eduard Postel, 1974) Een tij
dige en daadwerkelijke aan
pak van de wereldproble
men in international overleg
kan tot positieve resultaten
leiden.
"Naar een rechtvaardiger, in
ternationale orde" (Jan Tin
bergen, 1976) Een pleidooi
voor een nieuwe, internatio
nale, economische orde. Een
"bijbel" voor handel, indus
trie, politiek, diplomatie,
ontwikkelingssamenwer
king en andere strategische
maatschappelijke groepen
om de wereldsamenleving
rechtvaardiger te maken.
- "Mensen tellen" (Hans Lin-
nemann, 1976) Op zoek naar
een menswaardig bestaan
voor een verdubbelde we
reldbevolking.
"Doelstellingen voor de
Mensheid" (Erwin Laszlo,
1977) De toekomst is open. Er
is een smalle strook blauwe
lucht, in een tijd van toene
mende bewolking.
Op het punt van verschijnen
staat een nieuw rapport van
de Club van Rome:
"Het Maatschappelijk Leer
proces (Innovative and Pros
pective Learning for Man and
Society"). De auteurs zijn de
Amerikaan James Botkin en
de Roemeen Mircea Malita Ze
komen tot de conclusie dat de
maatschappij wel degelijk
leert van haar fouten in het
verleden. Ze leggen de relatie
tussen de wijze, waarop de
mens leert en hoe de maat
schappij leert. Langzamer
hand leert ook de maatschap
pij hoe iets fout kan gaan, hoe
maatschappelijke rampen
vermeden kunnen worden,
hoe oorlogen voorkomen
kunnen worden. Er blijkt wel
degelijk een maatschappelijk
leerproces te bestaan. We
vallen niet altijd terug in oude
fouten.
Het onderzoek is verricht door
een wetenschappelijk team
van de Universiteit van Boe
karest. In Roemenië is name
lijk veel onderzoek op dit ge
bied gedaan.
"Ach nee, ik zie eigenlijk geen grote taken meer weg
gelegd voor de Club van Rome. Het woord is nu aan
de politici, aan de mensen die de lakens uitdelen.
Veranderingen moeten komen van de overheid, de
bedrijven, maar ook van de particulieren. Wij, van de
Club van Rome, zjjn niet zo naïef te veronderstellen,
dat wij de wereld kunnen veranderen"
"Onze taak is zo langzamerhand
grotendeels volbracht, ja. We
hebben een stimulerende rol
gespeeld, gefungeerd als ka
talysator. We hebben onze
plicht gedaan, 't Moet nu in
handen worden gegeven van
de professionals. Als pioniers
hebben we vroeg genoeg aan
de bel getrokken over een
problematiek, die nu in brede
kring is doorgedrongen. Je
moet oppassen, datje niet in
herhalingen vervalt, 't Moet
ook geen ideologie worden"
Prof. dr. C. J. F. Böttcher strekt
zijn rug nog eens. Hij zit mid
denin de kamer op een recht
stoeltje tegenover ons. Een
grijs geklede man van liberale
huize, temidden van he^ art-
deco-achtige interieur van z'n
woning aan de Denneweg in
Den Haag.
Hij is buitengewoon hoogleraar
te Leiden in de fysische che
mie, alsmede de beleidsas
pecten van de natuurweten
schappen en hun wisselwer
king met de maatschappij.
Prof. Böttcher is echter vooral
bekend als de man, die al tien
jaar lang de Club van Rome in
ons land vertegenwoordigt.
Of officieel gezegd, hy is lid
van het uitvoerend comite-
van de club.
Verder
De Club van Rome is dus dood,
als we het goed begrijpen,
maar de ideeën leven voort?
Nee, zo is het niet helemaal. Wat
de heer Böttcher zojuist zei,
was zijn persoonlijke mening.
Straks, in juli, zullen de leden
van de Club van Rome bij
eenkomen om te bespreken
of en hoe men verder wil-
gaan.
Oprichter - en nog steeds voor
zitter - de Italiaan Aurelio
Peccei denkt er bijvoorbeeld
heel anders over. Die wil
voortgaan op dezelfde weg.
Dat wil zeggen, de aandacht
vestigen op de ernst van de
wereldproblemen, hun on
derlinge samenhang en de
noodzaak gecoördineerde
maatregelen te nemen. En
vooral nieuwe onderzoeken
te laten doen.
Dat waren ook de uitgangspun
ten tijdens de oprichtings
vergadering van de Club van
Rome op 6 en 7 april 1968. In
verband met het tienjarig be
staan van de club komen de
leden deze zomer voor het
eerst weer terug naar Rome.
Naar het eeuwenoude ge
bouw van de Academia Na-
zionale dei Lincei. Daar zal
het uiterst gevarieerde gezel
schap van wetenschappers,
industriëlen en anderen uit de
top van de maatschappij Uit
alle mogelijke landen (behal
ve Rusland en China) zich
buigen over haar eigen toe
komst. Of beter gezegd, de
toekomst van de Club van-
Rome.
En de toekomst van de wereld
zelf? Böttcher „Daarover ben
ik toch wel gematigd optimis
tisch. De mensheid heeft het
altijd moeilijk gehad, 't Gaat
niet vanzelf. Er is beslist
sprake geweest van een zeke
re vooruitgang de laatste ja
ren. Niet datje dat van jaar tot
jaar kunt zien. Maar wel als je
over een periode van, zeg, tien
j aar kij kt. J a, er is wel degelij k
veel verbeterd. Er is duidelijk
een mentaliteitsombuiging
gekomen. Hoewel het arro
gant zou zijn te stellen, dat
vooral de Club van Rome die
teweeg gebracht zou hebben
Die mentaliteitsverandering
past ook wel in een bepaald
tijdsbeeld"
Om een simpel voorbeeld te ge
ven wijst de professor naar
buiten. Daar ligt een kleine,
doch weelderige tuin. Pal er
achter rijst een saaie muur op
van de boekentoren van de
Koninklijke Bibliotheek.
„Daar stonden vroeger drie
prachtige, witte huizen met
lindebomen ervoor. Die zou
den ze nu niet meer afbreken
Geen sprake van. Maar vroe
ger zouden de mensen er zelfs
niet eens tegen protesteren
Ander voorbeeld. De Koe
kamplus in Den Haag zou er
tien jaar geleden zonder
moeite zijn gekomen"
Grenzen
aan de Groei
Het meest neeit de Club van
Rome natuurlijk losgemaakt
met haar eerste rapport
„Grenzen aan de Groei". In
korte tijd werden in het begin
van de jaren zeventig meer
dan 30.000 exemplaren in ons
land verkocht. Meer dan in
welk ander land dan ook.
Böttcher zelf werd overstelpt
met vragen en inlichtingen.
Zoveel dat hij er zelfs een spe
ciaal bureautje voor moest la
ten bemannen.
Dat het rapport in Nederland zo
aansloeg, is natuurlijk niet zo
verwonderlijk. In ons dicht
bevolkte land waren de gren
zen van de groei toen al dicht
benaderd, volgens sommi
gen zelfs al overschreden.
Böttcher wijst er intussen na
drukkelijk op dat de Club van
Rome beslist niet de geschie
denis in wil gaan als een mi
lieu-club. Het milieu mag je
niet loskoppelen van andere
problemen: de bevolkings
groei, de industrialisatie, de
voedselproduktie en de
grondstoffenvoorraad. Ook
de oplossingen voor deze
problemen zijn niet los van
elkaar te vinden. Je kan elk
van die problemen' er niet
zomaar uitlichten. De Club
van Rome legde tenslotte als
eerste de npdriik op de on
derlinge samenhang van deze
wereldproblemen.
Een ander misverstand, dat al
die jaren hardnekkig bleef
bestaan, is dat de Club van
Rome tegen elke vorm van-
groei zou zijn.
Böttcher. „De Club van Rome is
nooit een anti-groei-club ge
weest. We hebben wel gezegd,
Prof BöttcherClub van Rome is nooit anti-groei-club geweest.
laten we op een verstandige
manier groeien. In ons land is
dat later vertaald met de uit
drukking 'selectieve groei'.
Geen mens weet eigenlijk wat
we daaronder precies moeten
verstaan. Maar dat het niet
eenvoudig is, dat weet ieder
een. Het is een geladen on
derwerp, omdat econofnen en
politici de economische groei
als zodanig zo belangrijk vin
den, dat de meeste van hen er
zich liever maar niet in ver
diepen hoe die groei tot stand
komt".
Hij noemt twee voorbeelden,
waarbij de discussies over
economische groei al snel
emotioneel worden. De wa
penwedloop is bijvoorbeeld
een belangrijke factor voor de
economische groei. Maar hoe
verschrikkelijk de effecten
daarvan ook zijn, de vakbon
den kiezen als het erop aan
komt toch voor het bouwen
van oorlogsschepen, om
daarmee de werkgelegenheid
te redden. Een heel ander
voorbeeld. Je kan stellen dat
de toeneming van het aantal
verkeersongelukken bevor-
delijk is voor de economische
groei en de werkgelegenheid.
Zo zie je maar dat als je met be
palen welke maatstaven moe
ten gelden voor het richten
van de economische groei op
bepaalde doelen, geen ster
veling precies het ant
woord weet, zegt Böttcher.
De Club van Rome en in het bij
zonder het rapport „Grenzen
aan de Groei" hebben er in
tussen wel toe bijgedragen
dat in elk geval de discussie
over de economische groei op
gang is gekomen. Hoe netelig
het onderwerp ook is, en hoe
snel men elkaar daarover ook
in de haren vliegt.
Geflest
Dat bleek dezer dagen nog maar
weer eens. Uitgerekend bij
het tienjarig bestaan van de
Club van Rome torpedeerde
de Eindhovense computer-
geleerde dr. ir. W. Thissen de
grondvesten van de club, die
gebaseerd zijn op het rapport
„Grenzen aan de Groei". Vol
gens Thissen zou de Club van
Rome ons allemaal met dat
rapport behoorlijk hebben
geflest. We zouden er allemaal
ingestonken zijn en het we
reldmodel van Meadows, de
opsteller van het rapport, zou
zo lek als een zeef zijn. Die
Meadows zou door Thissen
zelfs een frivole profeet zijn
genoemd, een computerma
nipulator, die nu echter mooi
in zijn hemd kwam te staan.
Thissen deed die uitspraken,
nadat hij in een proefschrift
tot de conclusie was geko
men, dat het zogenaamde We
reld Ill-model, waarop het
rapport „Grenzen aan de
Groei" is gebaseerd, niet goed
geanalyseerd was. Kort en
goed komt het volgens This
sen hier op neer dat het wis
kundig model dat in de com
puter is gestopt, om op basis
van een aantal veronderstel
lingen toekomstige ontwik
kelingen te berekenen, er-
niet goed is uitgekomen.
De opwinding, die ontstond,
toont maar weer eens aan, dat
de problematiek, die de Club
van Rome tien jaar geleden
heeft aangesneden, nog altijd
leeft. Er hoeft maar iets te ge
beuren en van alle kanten
knetteren de opinies los. Er
wordt over de hoofden van
Meadows en Thiss'en name
lijk een heel andere strijd ge
streden, namelijk die van de
economische groei.
Als we Thissen en zijn Eindho
vense promotor goed begrij
pen, dan heeft het orakel van
Rome dus wartaal gesproken.
Dan is het einde van de we
reld nog lang niet in zicht.
Dan kunnen we dus rustig
gaan slapen?
Niet indrukwekkend
Böttcher wil best toegeven dat
Thissen z'n best heeft gedaan,
maar hij noemt diens conclu
sies zeker niet indrukwek
kend.
,Ik moet de eerste persoon
trouwens nog ontmoeten, die
onder de indruk is van de
conclusies van het proef
schrift van Thissen. Hij zegt
overigens niet dat we wel
weer rustig kunnen gaan sla
pen. Hij zegt alleen dat Mea
dows niet die pluim op z'n
hoed verdient, die hij gekre
gen heeft. Maar ja, je kan je
afvragen of je daarmee na zo
veel jaren nog mee moet aan
komen. Als je het zo belang
rijk vindt, dan had je er direct
mee moeten komen. Er is in
middels al zoveel veranderd.
Er zijn al zoveel nieuwe rap
porten van de Club van Ro
me verschenen".
,Het rapport .Grenzen aan de
Groei' is trouwens nooit be
doeld als een glasharde voor
spelling hoe de wereld er
straks uit zal zien. Wel wordt
er gewezen op het gevaar, dat
we vast kunnen lopen als we
niet bijsturen. Het was een
allereerste poging om met
behulp van een - overigens
buitengewoon ingewikkeld -
computermodel de onderlin
ge werking van de wereld
problemen op elkaar te on
derzoeken. met als centrale
vraag of de wereld als sys
teem in een fase van toene
mende of afnemende stabili
teit verkeerde".
?Dat de Club van Rome ieder
een geflest zou hebben, dat
slaat natuurlijk nergens op",
zo stelt Böttcher vast, die
door zoveel 'jalousie de me
tier' niet eens geïrriteerd is.
Met het eerste rapport is juist
baanbrekend werk verricht.
Het moet gezien worden als
belangrijk pionierswerk. Be
ter een eerste poging met een
betrekkelijk primitief resul
taat, dan dat je nooit begint.
Böttcher wijst er daarbij op
dat het werken met dergelijke
ingewikkelde computermid
delen toen nog maar in de
kinderschoenen stond. Toen
Harvey in 1628 voor het eerst
het schema van de bloeds
omloop ontdekte, barstte er
ook een enorm gekrakeel los.
Harvey's model was natuur
lijk nog primitief, maar het
principe was juist. De Club
van Rome heeft na het eerste
rapport „Grenzen aan de
Groei" ook niet stilgezeten.
Er verscheen een aantal
nieuwe rapporten, waarbij
veel betere wereldmodellen
ter beschikking stonden.
Tal van nationale en internatio
nale organisaties hebben zich
laten inspireren door de Club
van Rome, waardoor de be
gin doelstellingen volgens
Böttcher ruimschoots van de
grond zijn gekomen, namelijk
het bewustwordingsproces in
de wereld, dat de grootste
problemen voorde mens, niet
los van elkaar te zien zyn.