Achterstand in vertalen science fiction
„Bez
en vi
Trage, maar sfeervolle „Christina"
Een sleutel
tot de magie
Een smakelijk spionagemenu
DONDERDAG 1 JUNI 1978
EXTRA
PAGINA 27
Wij zijn hier in Nederland zo'n
reusachtig eind achter met het
vertalen en uitgeven van bui
tenlandse science fiction - en
met dat buitenland kan voor
alsnog enkel de Angelsaksi
sche landstreken bedoeld
wordenwant goede continen
tale komt nauwelijks aan
bod - dat pogingen, om bij te
blijven, tot mislukking ge
doemd zijn.
Niettemin doet het vaderlandse
sf-uitgeverspeloton kramp
achtig zijn best, tuk op een bo
terham mét beleg, de uit
zichtloze achterstand eniger
mate te nivelleren. Een dap
per streven, met de kenmer
kende doelloze hardnekkig
heid en doldrieste koppigheid
die onze V aderlandsche
Boekverkoopers door de eeu
wen heen sieren. Talentloze
waterdragers en knechten
(om in wielertermen te blij
ven), maar wel met karakter.
Een van de methodes die de
mannen ten dienste staan, is
het vervaardigen van boekjes
met meer, veel meer dan één
verhaal, novelle of roman. In
tussen kunnen we ons afvra
gen of men de hopeloze strijd
niet beter kan opgeven en -
zonder de bezemwagen op te
zoeken - in beperkte mate
maar met oog voor kwaliteit.
sf onder de mensen kan bren
gen.
Nu goed. Ze doen maar, en kan
keren helpt niet.
In willekeurige volgorde nemen
we weer wat laatstelijk ver
schenen sf door-thans, zoals u
al begrepen hebt, voorname
lijk bundels science fiction.
Daar ligt vóór mij bijvoor
beeld deel 4 in de reeks "Gale
rij der Giganten" (Elsevier,
1978, f 13,50). Het is een 220
bladzijden rijke paperback
oorspronkelijk samengesteld
door bloody foreigners (ter
zijde: hoe arm is het eigen sf-
dom) als Ben Bova en Robert
Silverberg.
Ze bevat "de beste sciencefic
tionverhalen gekozen door the
Members of the Science-Fic
tion Writers of America", een
illustere groepering die in
1965 werd opgericht, uiter
aard in de Nieuwe Wereld, en
die jaarlijks zorgzaam de Ne
bula Award uitreikt aan le
den die een leuk sf-verhaal,
een novelle, een roman, etc.
etc. verzonnen hebben Omdat
de betere sf vóór dat tijdstip
niet in aanmerking kon ko
men voor een prijsje, bedach
ten de Mem bers een troostprijs
in de vorm van plaatsing in
een van deze Giganten-an
thologieën.
Verzorgd.
Om eerlijk te zijn, geen slecht
idee (al gaat het zoals ge
woonlijk minder om eerbe
toon dan om geld): deeltje 4 is
prima verzorgd (en vertaald),
al biedt ook deze "Hall of Fa-
me" (de oorspronkelijke titel)
desf-fan wel erg bekend werk.
Jerome Bixby's "Het leven is
goed"overeen misselijk,ESP-
begaafd rot jochie bijvoor
beeld, en Daniel Keyes
"bloemen voor Algernon"
dat handelt over Charlie Gor
don een soort dorpsgek die op
'wetenschappelijke' (de scien
ce in de fiction, nietwaar?)
wijze hyper-intelligent ge
maakt wordt om dan geleide
lijk weer tot het vroegere ni
veau af te takelen.
Langere verhalen ("novellas")
van Poul Anderson, Damon
Knight, legendarische Joh W.
Campbell Jr., en de buitenge
wone (naar mijn idee een der
allerbesten) C. M. Kombluth
completeren het boek. Lof te
vens voor het hand over hand
toenemende gebruik achterin
een en ander over de auteurs
te melden. Een goede serie wel,
zeker voor beginners, maar
ook voor hér-lezers!
Actief
Ook uitgeverij Bruna kent een
actief sf-beleid. De firma be
schikt al geruime tijd over een
vloed van auteurs, daarbij
overigens niet steeds zorg
dragend voor een optimale
kwaliteit van haar fonds.
Recent verscheen de Kleine
Science-Fiction Omnibus dl.
4 (Bruna SF 83, 1978. f 850
slechts!), onder redactie van
alweer good old Aart Prins,
met de onverslijtbare cirkel
vormige omslagillustraties
van Italië-ganger Karei Tho
le. Vijftien verhalen. Dat zijn
er een hoop voor zo weinig
centen, maar ja, er zit dan ook
wel rotzooi tussen.
Ik heb tijdens en na lezing een
schemaatje bijgehouden met
plussen en minnen, als het be
treffende 'kortverhaal' (zeer)
goed dan wel (bijzonder)
slecht was. Vier kruisjes (ta
melijk ademloos uitgelezen)
kreeg "Elouise en de dokters
van de planeet Pergamon"
van Josephine Saxton, één
van de slechts twee vrouwen
in de verzameling toekomst
kijkers (andermaal slaat het
feminisme toe), met een
fraaie, absurdistische ge
schiedenis over een vrouw die
door haar uitstekende ge
zondheid juist 'abnormaal' is
Prima zijn voorts ook van Ge-
raid Kersh "Wat is er toch
gebeurd met korporaal Cuc
koo?" en van de bekende
Frank Herbert het lemmin
gen-thema in "De Mary-Ce-
leste-trek". De rest varieert
van aardig tot slecht (Ed
mund Hamilton,Kris Neville
en zelfs tot "géén sf'! (Barry
Malzberg, Vonnegut).
Degelijk
Wat degelijker werk biedt de
zelfde uitgeverij met een drie
tal SF-novellen van populaire
zwaargewichten als Ballard
("De stemmen van de tijd"),
Heinlein ("Toverij NV") en
Simak ("De krater Tycho")
(Bruna SF 84, 1978, f 550)
Hoewel de novellen al behoor
lijk bejaard zijn, resp. uit
1961,1940 en weer 1961zijn ze
nog goed te pruimen - de bete
re middelmaat, met wat te
veel routine: vooral Heinlein
is als steeds best aardig, bijna
leuk zelfs; Ballard ligt na
tuurlijk wat zwaarder op de
maag. Verteerbaar toch, de
bundel.
Het grote werk, letterlijk en fi
guurlijk, wordt weer geleverd
door de sterke ploeg vn Meu-
lenhoff. Om maar gelijk voor
een tijdje van het gedonder af
te zijn, wordt de niet murw te
krijgen sf-lezer dreunend om
de oren geslagen met een Reu-
zenpaperback die liefst drie
volledige romans bevat. Drie
avontuurlijke SF-romans",
jawel en "GTX de Luxe" nog
wel! Of we met botsautootjes
te maken hebben.
Jammer van de pompeusheid en
het doffe zwaargewicht van
omslag en omvang, want "Op
drift in paradoxen" door
Charles Harness, vooral
"Monument" door Lloyd
Biggie, en in mindere mate
"Een plaag van demonen"
door de oppervlakkige Keith
Laumer beloven voor de ra
zendsnelle lezer minstens twee
weken flitsende opwinding
(MeulenhoffSF 130,1978, zo'n
2450, dat wel)
Onuitputtelijk
Ook de onsterfelijke, hier te lan
de meest geliefde sf-schrijver
Jack Vance is onuitputtelijk
en kan in z'n eentje minstens
drie Nederlandse uitgevers in
kapitale villa's doen wonen
Twee romans-in-één: "Blau
we Wereld"dat in 1970 eerder
al verscheen bij collega Born,
en het (vaak lolligej avontu
rieren-sf-verhaal "De machi
nes van Maz" Meulenhoff SF
1978, f 1250). Geen optimaal
werk van de Meester, maar
wie maalt daarom bij de
Vance-addicts?
Tenslotte, lest best, de laatsten
zullen de eersten zijn,etc., nog
melding van "De zeven clans
van de Alphaanse maan"
door de al even befaamde
Philip Dick (Meulenhoff SF
131, 1978, f 1150), het beste
boek onder de hier besproke
ne. Een intelligentsoms kol
deriek, altijd spannend, af en
toe ingewikkeld, maar immer
boeiend verzinsel over een
planetair gekkenhuis (letter
lijk!). Gestoorden van aller
hande komaf hebben hun pla
neetje gekoloniseerd, zich
daarbij onderling afschei
dend in "clans" - al naar ge
lang het eigengeestelijk ziek
tebeeld. enfin, lees maar -
al is het enkel om psychia
trisch bij te blijven.
Ter afronding van dit artikel
nog 's terug naar het begin. Is
het toeval dat van de hier be
sprokene sf-ver taling en de
laatste, een enkele roman,
boven de andere, alle bloemle
zingen en sprokkelingen, uit
steekt?
Ik denk het niet.
ROB VOOREN
'Operatie Neptunus' door Sa
muel Edwards. In een verta
ling van Annet Mons ver
schenen by Uitgeverij L.J
Veen in Wageningen 19.90).
'Operatie Neptunus' is een
nieuw spionageverhaal van
Samuel Edwards, die wij eer
der leerden waarderen bij
voorbeeld door zyn 'Baski-
sche Goya' met de vrijheids
strijd van de Basken als ach
tergrond. Ditmaal gaat het om
de geheimen van een gezon
ken Russische atoomonder
zeeër. die de Amerikanen
ontdekken kilometers onder
de zeeoppervlakte. Een ver-
schikkelijk ingewikkelde
operatie is nodig om de on
derzeeër te kunnen bergen.
En een enkel 'stofje' zou vol
doende zijn om die gecompli
ceerde machinerie hopeloos
te doen vastlopen.
De Amerikanen moeten der
halve een een even fantas
tisch als ingenieus systeem
van afleidingsmanoeuvres op
touw zetten om de Russen en
de Chinezen, die de operatie
op het spoor zijn, om dc tuin
te leiden.
Twee door de wol geverfde
CIA-agenten worden aan de
ze klus gezet. Een man en een
vrouw. Dan heeft Edwards
wel alle ingrediënten bij el
kaar om een smakelijk spio
nagemenu samen te stellen.
Met zijn geraffineerde pen en
rijke fantasie is hem dat wel
toevertrouwd. Dat de avontu
ren alles bij elkaar een beetje
onwezenlijk worden en dat de
CIA-agenten langzaamaan
bijna onaardse figuren wor
den, zo intelligent, zo getalen
teerd, zo hard en zo onkwets
baar, nou dat moet men dan
maar op de koop toe nemen.
En dat door de beschrijving
van hun relaties de draad van
het verhaal af en toe zoek
raakt, een kniesoor, die daar
naar kijkt. Het is lekker lees
voer voor de liefhebbers. En
daar zal het Edwards wel om
begonnen zijn. Ons ook trou
wens KOOS POST
Kinderen willen geen oorlog. Ondanks het overijverig
heen en weer pendelen van«diplomaten is er in het
Midden-Oosten nog steeds geen vrede. Maar wat ge
beurde er toen in 1973 op de Golan-vlakte heel toe
vallig een Israëlische en Syrische jongen elkaar ont
moette?" Ze sloten vriendschap. Zomaar ineens.
Heel eenvoudig. "Sjalom" - zei Etan de kleine Israë
liër. "Salaam" - zei Salim de kleine Syriër. De hond
van Etan kwispelde met zijn staart. En het Ezelsveu
len van Salim dat in nood was, werd door hen beiden
gered. De een sprak gebrekkig Arabisch, de ander
een of twee woorden Hebreeuws. Dat was voldoende.
Een mooi gegeven voor een
kinderboek. Uriel Ofek
schrijft erover in „Rook bo
ven Golan" (Van Goor Zonen
15,90) en het werd uit het
Zwitsers in het Nederlands
vertaald dooi Sunya F. des
Tombe. Kort nadat de jon
gens vriendschap hadden ge
sloten, overschreden Syri
sche tanks de Israëlische
grens. Ze zagen elkaar niet
meer. Pas aan het einde van
het verhaal komt de vriend
schap weer ter sprake wan
neer Etan zijn kameraadje
gaat zoeken. Jammer.
Het grootste gedeelte van het
boek gaat over de strijd. En
ook wel over het leven in een
nieuwe nederzetting vlak bij
de Syrische grens. Leerzaam
voor de jongeren in een we
reld waar alles voor hen klaar
staat. Hoe anders is het leven
in Israël Op school is Etan de
enige leerling. Zijn onderwij
zeres is soldaat. Feiten die
naar mijn smaak toch wel wat
lang uitgesponnen worde-
n in dit boek.
keken. Ook de oorlog. Er val
len gewonden én zelfs een
dode. Etan maakt vreselijke
dingen mee. Het wordt zon
der sentiment verteld. In de
oorlog is er geen tijd voor sen
timent. Maar naar mijn me
ning wordt het toch allemaal
te positief belicht. Iedere Is
raëliër is mij teveel een held
Wanneer de Syriers komen is
Etan door omstandigheden
alleen op de boerderij van zijn
ouders. Iedereen is al geëva
cueerd. Gelukkig kan hij nog
contact maken met de bunker
verderop. Zo jong als hij is
weet hij een bijdrage tot de
strijd te leveren. Hij helpt een
Syrische officier gevangen
Oorlog
Ongetwijfeld een spannend
boek. Het verhaal van een Is
raëlisch kind, in de ik-vorm
verteld. Maar soms lijkt het of
er ineens een volwassene aan
het woord is. Het bezwaar is,
dat dan de toon verandert en
er teveel gemoraliseerd
wordt. Maar misschien dat
het boek wel juist daarom het
ere-diploma kreeg van de H.
C. Andersen prijs. Volgens de
uitgever een belangrijke in
ternationale onderscheiding.
Indianen
Echt een goed boek vind ik
„Een paard voor Inyo" van M.
O. Moran (Holland 18,90).
Eveneens bekroond en wel
met de Festival prijs van de
New York Herald Tribune.
En ook in deze uitgave gaat
het om volken die elkaar be
vechten en om mensen die
zich onderling verbonden we
ten. Om spanning en avon
tuur in een wereld die ver
schilt van de onze. Zo krijgen
we hier met een andere cul
tuur te maken.
Het is het verhaal van de Paioe-
ti-indianen die evenals alle
Indianen het veld moesten
ruimen toen de blanken
kwamen, In tegenstelling tot
eerdere uitgaven in dit genre
onpartijdig weergegeven,
niet alleen verteld vanuit het
standpunt van de blanken.
Dit maakt waarom ik het
boek zou willen aanbevelen.
De Indianen worden in hun
waarde gelaten. „Het zijn wil
den", zeggen de kolonisten,
maar treffend zijn de woor
den van opperhoofd Joboen:
- Bezie uw vriend en uw vij
and in dezelfde geest en-
wees goed voor beiden".
Wat voor de natuur geldt, geldt
ook voor hen. „Ze kennen
geen enkel voorbeeld van
leugen,", zegt een kapitein
van het Amerikaanse leger.
„Hun ethische begrippen zijn
geworteld in de elementen.
De wind bestormt hen en
komt er recht voor uit. De zon
brandt en veinst niets anders.
En ook de bliksemflits windt
er geen doekjes om. „Het is
het eerlijke relaas van men
sen die strijden voor hun vrij
heid. Want een Indiaan die
zijn land kwijt is. „eet en
Illustratie bij 'Een paard
drinkt niet meer om door de
dood een beter leven in te-
gaan"
Natuurwet
Daartussen door speelt het ver
haal van Inyo, de kleine dap
pere Paioeti. Een natuurvolk
moet gehoorzamen aan de
wetten van de natuur. De
groep had te maken met nog
een andere strijd: de strijd om
het bestaan. En als er geen
voedsel genoeg is voor jong
en oud. zullen de ouden moe
ten verdwijnen. Inyo neemt
de taak op zich zyn groot
moeder die het slachtoffer
van deze regel dreigt te wor
den, dwars door de woestijn
naar haar land van her
komst terug te brengen
De tocht voert hen door de
doodsvallei langs ratelslan
gen en schorpioenen, waar de
buizerd spiedend rondcirkelt
op zoek naar mensen die het
niet halen. Maar Inyo en zijn
M.O. Moran
grootmoeder weten er levend
door te komen. Ze redden er
zelfs een blank kindje dat
Inyo later aan de ouders terug
kan geven. Er is dan wel een
heleboel gebeurd. Op zoek
naar een paard, om zijn
grootmoeder en het kind uit
de woestijn te halen, maakt de
jongen meer mee dan een
volwassenen man hier in het
verwende westen zou kunnen
verdragen. Zijn volharding en
dapperheid worden beloond.
Nadat hij zich als tolk ver
dienstelijk heeft gemaakt,
krijgt hij van een Amerikaan
se legerafdeling zijn fel be
geerde rijdier.
Een meeslepend boek, waarin
de taal een geheel vormt met
het verhaal. Uitstekend ver
taald door Harriet Laurey.
Geïllustreerd door Piers
Hayman. Een uitgave die de
jongerenom meer dan een
reden zal weten te boeien.
PAULA GOMEZ
'Christine' door Catherine
Cookson. In de vertaling van
Emma Havender verschenen
bij de Boekerij in Baam
22.90).
Catherine Cookson heeft een
stijl van schrijven, die men
hogelijk bewondert of diep
gaand verafschuwt. Het is
hier wat erg zwartwit neerge
zet. maar de klassiek aan
doende romantische vertel
trant roept nu eenmaal zulke
verschillende oordelen op?
Het is wat traag. Ze besteedt
zeer veel aandacht aan het de
tail, aan het neerzetten van
haar persoonlijkheden. Zoals
in dit verhaal de wat dromeri
ge Christine, die zo heel an
ders is dan de anderen die met
moeite en pijn staande blijven
in het armoedige leven van de
Britse mijnstreek.
Christine heeft wellicht juist
daardoor een onweerstaanba
re aantrekkingskracht op
Die in haar directe
op die enkele vreemdeling,
die heel gemakkelijk de gang
van zaken - als ze haar jeugd
aan hem heeft verloren - be
paalt. Want vooreen 'gevallen
vrouw' is in die beklemmen
de gemeenschap helemaal
geen plaats. Wie ontvankelijk
is voor de sfeer, waarmee Ca
therine Cookson haar verha
len omlijst (gezien haar suc
ces zijn dat er velen) zullen
zich maar al te graag weer
door haar laten meeslepen in
langzaam lopende, maar on
getwijfeld goed in elkaar ge
zette geschreven film van
Christines tragiek en haar
worsteling om die te boven te
komen KOOS POST
'Sleutel tot de magie" luidt de Nederlandse titel van een wel zeer
wonderlijk boek, dat door David Conway als "Magic, An Occult
Primer" in 1972 in Engeland op de markt kwam, en nu door
Gerard Luke Meyer voor die nuchtere Hollanders werd vertaald.
Conway is niet de eerste de beste, en zeker geen warhoofd. Hij werd
in 1939 in Wales geboren en slaagde op 22-jarige leeftijd in King's
College te Londen cum laude voor Franse taal en letterkunde en
behaalde kort daarop zijn Master of Arts-titel met een proef
schrift over wijsbegeerte. Hij is werkzaam in een regeringsbe
trekking bij de Civil Service.
Dat alles kan de lezer geruststellen, maar juist omdat we hier niet
met een ongeletterde of een charlatan te doen hebben, kan het
ook wel wat onrust teweeg brengen. Want wat beweegt een
redelijk man ertoe deze aanvechtbare materie in handen te spe
len van "doe-het-zelvers"?
Magie is geen parapsychologie. Het laatste is een wetenschap, en de
geleerden die zich ermee bezighouden, proberen de bewijzen te
vinden voor verschijningen en verschijnselen die zich aan de
zintuigelijke waarneming onttrekken.
Maar magie is een vorm van toverij, waarbij bepaalde handelingen
nodig zijn om vermeende geesten, krachten of hoe men het ver
der wil noemen, op te roepen en er goede of slechte hocus pocus
mee te kunnen bedrijven.
"Gouden dageraad"
De "moderne" magie stamt uit het einde van de vorige eeuw en
komt - hoe kan het anders - uit Engeland, waar een aantal intel
lectuelen een geheim genootschap stichtten onder de naam: "de
Orde van de Gouden Dageraad" ("The Golden Dawn"). Ze berie
pen zich op oudere genootschappen en op bestaande en verzon
nen geschriften.
Tot de gangmakers van die organisatie behoorden MacGregor Ma
thers, later Aleister Crowley en niemand minder dan de wereld
beroemde Ierse dichter William Butler Yeats. Ook andere litera
toren, waaronder Sax Rohmer kwamen een kijkje nemen in de
occulte keuken, die van studiegenootschap afzakte naar grie
zelclub.
Omstreeks 1900 verliep de zaak, hoewel er in Bristol twee tempels
van de Gouden Dageraad tot op de huidige dag een schaduwbe
staan leiden.
De invloed van The Golden Dawn moet niet worden onderschat!
Niemand die geen grote ogen opzet bij het doorbladeren van de
ledenlijst, die, evenals de "magische recepten" lang achter zeven
sloten werden verborgen, en de jongste leden van de Gouden
Dageraad en die van andere toverclubjes zullen de publicatie van
David Conway beslist niet in dank aanvaarden.
Roekeloos
Cornway klapt uit de school en onthult een geheime leer. Eliphas
Levi en de befaamde Dion Fortune waren op dat punt heel wat
voorzichtiger, maar die twee geloofden dan ook heilig in hun
onzichtbare wereld, terwijl Conway er ondanks zijn ernstige be
nadering tussen de regels door geducht de draak mee steekt. Dat
maakte hem ronduit roekeloos in zyn gedetailleerde weergave
van magische riten.
De lange inleiding is zeer lezenswaardig, zoals ook de andere
t hoofdstukken. Conway schrijft voortreffelijk in tegenstelling
met de meeste auteurs van "occulte" lectuur Als hy echter aan
"De magische praktijk" gaat beginnen, vraagt men zich toch af
waar de man zin in had.
Dc velen die zich nu met hekserij en dergelijke nonsens bezighou
den. waaraan bepaalde orgieën met inbegrip van drugs niet
vreemd zijn. kunnen lelijk verdwalen in een totaal nutteloze
schijnwereld, waarin ze macht over anderen menen te kunnen
krijgen.
Conwav ging over de schreef door te schrijven dat de magische
rituelen en recepten wel degelijk werkzaam zijn! Hij doet het dan
wel "met de tong diep in zijn wang gedrukt", zoals de vertaler ons
in zijn inleiding verzekert. Jammer echter dat gevoel voor humor
zo schaars voorkomt bij occult-gelovigcn Dat wist Conway ook
wel. Voor de goede verstaander is zyn boek een interessante
verhandeling overeen bepaald psychologisch verschijnsel, maar
voor anderen helaas een sleutel naar een modderige kelder
waarin het stinkt. Magie is een vorm van vrijetijdsbesteding ten
behoeve van halve garen. En dat had David Conway wel eens
duidelijker mogen benadrukken.
RICO BULTHUIS
D. Conwav "Sleutel tot de magie", uitg. J. H. Gottmer. Haarlem.
Prys 33.50.