Nieuwe functie op de bank: informatie-manager
AUTO-WEG "DWARS
DOOR" BOERDERIJ
Te weinig samenwerking
tussen bankinstellingen
DONDERDAG 1 JUNI 1978
VARIA
PAGINA 25
door
Herman van
Amsterdam
Tips voor deze rubriek kunt U elke
morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel.
071-144941, toestel 215. U mag ook
schrijven.
gehandicapte
kinderen in
Marius v.d. Akker
...mag niet mopperen...
Als de heren wegenbouwers con
sequent te werk waren ge
gaan, zou er nu een heuse as-
alt-weg dwars door de voor
kamer van de Alpheuse vee
houder Marius v.d. Akker ge
lopen.
Maar zover is het niet gekomen.
Het verse asfalt werd üitge-
rold tot op een paar meter van
de voorgevel waarna de
draad weer werd opgepakt
een paar meter na de achter
deur. Zo ontstond aan het
Rietveldsepad in Alphen aan
den Rijn de niet alledaagse
verkeerssituatie van een
boerderij niet langs maar in
een weg...
Vastberaden
Toch is wat u op de foto ziet geen
produkt van een ambtelijke
dwaling, maar eerder een
vastberaden staaltje van he
dendaagse gemeentelijke
planologie. Want hoe is men er
toe gekomen het huiskamer
gedeelte van een nog bewoon
de boerderij in een doorgaan
de route op te nemen? Dat zit
als volgt in elkaar.
Het Alpheuse huisvuil wordt
momenteel nog gestort op de
vuilnishopen langs het
Aarkanaal In die situatie
komt nog dit jaar verande
ring. Dan wordt het Alpheuse
huisvuil afgevoerd naar
Rijnmond (Rozenburg) om
daar in rook op te gaan in een
paar gigantische verbran
dingsovens. Het Alpheuse
huisvuil dat voor die ovens is
bestemd, zal tegen die tijd
worden opgeslagen in een ge
bouw aan de Gouwe.
Vuil-auto's
Vooruitlopend daarop is alvast
een begin gemaakt met de
aanleg van toegangswegen
naar die opslagplaats. Het
Rietveldsepad is zo'n toe
gangsweg. Was echter te smal
Ouders van
Ambtelijke dwaling in Alphen?
oppascentrale
Noordwijker Prins, één van de initiatief
centrale in de bollenstreek. Niet alle ouders i
deren voelen daar overigens wat voor
Om ook de ouders van gehandicapten in de gele
genheid te stellen wat vaker een avondje uit te
gaan, is in de bollentreek een werkgroep aan de
slag gegaan die de mogelijkheden zal onderzoe
ken van de oprichting van een oppascentrale voor
gehandicapten.
Aanzet
Een dergelijk initiatief is ook al genomen in Leiden.
In beide gevallen is de eerste aanzet gegeven door
het I.eids Sociaal Pedagogisch Centrum en het
eveneens in Leiden gevestigde Centrum voor
Vrijwillige Hulpverlening.
In Leiden is het idee al eerder gerezen. Maar het
plan is daar tot nu toe niet zo aangeslagen. Een
eerste onderzoekje heeft uitgewezen dat slechts
twintig ouders er wel wat in zien. Niet veel vindt
men, maar toch voldoende om met een oppascen
trale voor gehandicapten (de centrale zal voorlo
pig gevestigd zijn in het Centrum voor Vrij willige
Hulpverlening) op poten te zetten. Probleem is
alleen nog hoe men aan de benodigde oppas-vrij-
willigers komt.
Tot nu toe hebben er zich nog maar twee aangemeld
maar men heeft "goede hoop" dat er nog vol
doende bijkomen. In de bollenstreek wordt aan
dit idee gewerkt door een groepje van vijf ouders,
die allemaal een gehandicapt kind hebben. Onder
hen Lissenaar Faas en Noordwijker Prins.
Geschrokken
Ook in de bollenstreek is inmiddels een vooronder-
zoekje gepleegd om de behoefte te peilen. Via de
basisscholen en via de dagverblijven voor gehan
dicapten zijn de betrokken ouders gepolst. Me
vrouw Prins: "Tegen onze verwachting in heeft
het niet storm gelopen. Integendeel. Er zijn zelfs
brieven gekomen van ouders die het helemaal
niet eens waren met dit initiatief. In het begin ben
ik daar een beetje van geschrokken, maar achteraf
kan ik me die reacties toch wel indenken"
"Als ouder van een gehandicapt kind ga je er al snel
van uit dat alleen jij goed voor je kind kunt zorgen
en geen ander. Dat heb ik ook lange tijd gedacht.
Toch heb ik het op een gegeven moment gepro
beerd met een oppas. Eerst een paar uur per
avond en successievelijk langer. Dat is mij en
mijn man uitstekend bevallen"
"Maar misschien komt het wel omdat wij nog jong
zijn. Oudere mensen staan daar vaak wat anders
tegenover. Toch hopen wij dat velen die drempel
vrees overwinnen, net zoals wij hebben gedaan."
Over de precieze opzet van de oppascentrale is nog
geen definitieve beslissing gevallen. Zo moet men
het nog eens zien te worden over het "profiel" van
de oppasser. De meeste leden van de bollen
streek-werkgroep willen het liefst een vrijwilliger
die in elk geval ouder is dan achttien jaar en die
ervaring heeft opgedaan met het omgaan met
geestelijk of lichamelijk gehandicapte kinderen.
Ontbreekt die ervaring, dan zou de vrijwilli-
ger(ster) bereid moeten zijn, zijn licht op te steken
in bijvoorbeeld een kinderdagverblijf.
Tarieven
Ook over de verdiensten van de vrijwilliger is nog
niet het laatste woord gesproken. Het is in elk
geval niet de bedoeling dat de tarieven van een
"normale" oppascentrale worden gehanteerd.
Omdat het vrijwilligerswerk is wordt gedacht in
de richting van een vergoeding van de reiskosten
en de bescheiden financiële aanvulling zou in één
of andere pot, beheerd door de oppascentrale, te
recht moeten komen.
Om je ogen bij uit te wrijven: een nieuwe weg, die dwars door een boerderij lijkt heen te lopen. Dat
is de situatie op het Rietveldse pad in alphen aan den Rijn.
bollenstreek
ning is gevonden zal ik de
laatste zijn die tegensput
tert".
De Alpheuse veehouder vindt
het wel prettig dat in op
dracht van de gemeente vlak
bij de boerderij dezer dagen
een paar extra lantaarnpa
len zijn neergezet. "Niet dat ik
bang ben dat er 's nachts hier
auto's de huiskamer binnen
rijden", zegt hij, "maar het
geeft een wat veiliger gevoel
als je er zeker van ben t dan
men kan constateren dat er
een huis in de weg staat"
willen ook
voor zware vuil-auto's en
moest dus aanzienlijk worden
verbreed. Onoverkomelijk
was het toen dat de pal tegen
het Rietveldse pad gelegen
boerderij gedeeltelijk door het
asfalt zou worden ingesloten.
De hoeve is al tien jaar eigen
dom van de gemeente Alpen
en wordt bewoond door de be
jaarde veehouder v.d. Akker.
Deze heeft van de gemeente te
horen gekregen dat hij op kor
te termijn de woning zal moe
ten verlaten, waarna er ge
sloopt kan worden en het nu
SkT®*
nog ontbrekende weggedeelte
kan worden ingepast.
V.d. Akker heeft zich bij het ge
meentelijke plan neergelegd.
"Ik woon nu precies vijftig
jaar in deze boerderij, dan is
het niet leuk om weg te moe
ten"
"Maar toch mag ik niet moppe
ren. Toen ik de boerderij vijf
tig jaar geleden pachtte zei de
eigenaar dat ik er maar één
jaar in mocht blijven. Dat zijn
er uiteindelijk vijftig gewor
den Zodra er voor mij en mijn
vrouw een vervangende wo-
Niemand in de bankwereld beschouwt de computer nog als
een technisch hulpmiddel van de administratie, zoals hij
zijn carrière in de banken begon. Ieder weet dat zonder
computers en zonder automatisering de meeste werk
zaamheden in het bankbedrijf nooit die omvang hadden
kunnen krijgen die zij thans hebben.
Anderzijds
zijn ook de gevolgen van de auto
matisering voor de werknemers in
het bankbedrijf ingrijpend ge
weest. Veranderingsprocessen
verliepen bepaald niet zonder
spanningen. Het zou een illusie zijn
te denken dat aan deze processen
nu een einde is gekomen en dat de
huidige stand van automatisering
een eindfase zou hebben bereikt.
Dr. J. Kymmell, directeur van het
Nederlands Instituut voor het
Banken Effectenbedrijf (NIBE).
die deze analyse maakt, is van me
ning dat de bankinstellingen in
Nederland te weinig op het gebied
van de automatisering samenwer
ken. Deze beperkt zich tot de
Bankgirocentrale en het betalings
verkeer met het buitenland via het
internationale communicatiesys
teem SWIFT. „Van samenwerking
en uitwisseling van kennis en erva
ring op andere gebieden blijkt wei
nig, hoewel het zeker is dat alle
bankinstellingen toch in grote
trekken met dezelfde problematiek
worstelen. De onderlinge concur
rentie, de verschillende aard van de
banken, alsook het verschil in ni
veau van de automatisering, vor
men hiervoor wellicht de verkla
ring."
Het vraagstuk van het automatise
ringsbeleid is in april in de Rotter
damse Doelen aan de orde gesteld.
Ter voorbereiding van deze bijeen
komst hadden drie deskundigen op
het terrein van de bankautomatise-
ring pre-adviezen uitgebracht.
Toekomst
Zo beschrijft ir. W. L. van Dinten in
een uitvoerige beschouwing de
gangbare systemen van een bank-
organisatie. Daarnaast geeft hij een
overzicht van de ontwikkelingen in
de technologie. Over de toekomst
zegt hij: „Men mag de komende
tien jaar zeker verwachten, dat
„image processing" doorbreekt.
Met behulp van deze techniek kan
bijvoorbeeld een ingevuld giro
formulier in zijn totaliteit worden
gelezen, vastgehouden, opgeslagen
en eventueel verkleind worden
weergegeven. Op deze wijze is het
mogelijk in plaats van gegevens
van een giro-opdracht over te ty
pen, als het ware een foto van de
opdracht te maken en deze ver
kleind op het dagafschrift weer te
geven. Met behulp van deze tech
niek kunnen efficiente oplossingen
worden gevonden voor het bijla
ge probleem."
Ook schetst deze inleider de moge
lijkheid om met behulp van com
puters de menselijke stem herken
baar te maken. In feite wordt deze
toepassing reeds gebruikt op baga-
geverwerkingsafdelingen van
luchthavens. Daarbij is echter de
restrictie, dat een stem een vaste set
aan opdrachten inspreekt. Om een
aantal reden is niet te verwachten
dat deze vorm in afzienbare tijd
voor een breed publiek beschik
baar komt noch binnen kantoren
mogelijkheden heeft. Wel kan het
hoorbaar weergeven van gegevens
een grote vlucht bereiken. Het
wachten is nog op een commercia
lisering van deze toepassing.
Een wezenlijke doorbraak ver
wacht ir. van Dinten van sensoren.
Dit zijn componenten die licht,
druk, temperatuur, stroming en
dergelijke processen omzetten in
een elektrisch signaal. Deze com
ponenten zullen op grote schaal
worden toegepast en voorzien van
microprocessoren, in staat zijn tal
van mogelijkheden te openen.
Daarbij zijn tal van toepassingsge
bieden denkbaar: vanaf het auto
matisch instellen van het contrast
van beeldschermterminals afhan
kelijk van de lichtintensiteit, tot het
automatisch signaleren van klan
ten voor een loket.
Holografie
Er zijn in de laboratoria nog tal van
technieken in ontwikkeling die de
moeite waard kunnen blijken. Zo
zijn er grote toekomstverwachtin
gen voor holografie. Dat is een
driedimensionaal „fotograferen"
van informatie. Wezenlijk punt
daarbij is dat op een relatief klein
oppervlak veel informatie als een
hologram kan worden vastgelegd.
In de komende tien jaar voorziet
Van Dinten onder meer de volgen
de ontwikkelingen binnen het
bankbedrijf:
ER zullen terminal-netwerken
ontstaan.
DE informatievoorziening bin
nen de banken zal op een hoger
plan worden gebracht.
Om deze doeleinden te bereiken zal
een aantal maatregelen moeten
worden genomen. Zo zal een nieu
we functie ontstaan: die van de in
formatiemanager. Deze zal tot taak
hebben onafhankelijk van geauto
matiseerde systemen de informa
tiebehoefte te formuleren en erin te
voorzien. Ten behoeve van de au
tomatisering zullen systeem-ma
nagers hun intrede doen. Deze
hebben tot taak te zorgen dat een
aantal geautomatiseerde systemen
waarvoor zy verantwoordelijk zijn,
zo goed mogelijk aansluiten bij de
eisen van de gebruiker.
Tenslotte zal de automatisering en
de informatievoorziening als ope
rationele activiteit worden beheerd
door de manager van de afdeling
ten behoeve waarvan het systeem
draait. De gebruiker is „eigenaar"
Meer terminals
Andere prognoses:
De benadering van diensten en
produkten door de banken zal ra
tioneler worden. Marketing en au
tomatisering worden duidelijker
op elkaar afgestemd.
Bij banken worden steeds meer
terminals en computers geïnstal
leerd Ze zullen geent zijn op trans-
actiegewijze benadering.
Het aantal functies van de syste
men bij banken wordt uitgebreid.
Het totale balie- en back office-ver-
keer en de informatievoorziening
van de kassier wordt geautomati
seerd. Als gevolg van de zeer struc
turele conceptiewijzigingen, die
inwerken op bestaande organisa
tievormen en de huidige systemen,
voorspelt de heer van Dinten het
optreden van stagnaties. De sto
ringsgevoeligheid van de netwer
ken zal te groot worden. Er zal dan
worden getemporiseerd.
Over de sociale consequenties zegt
hij: „Het is duidelijk dat de sociale
gevolgen in belangrijke mate het
tempo van de invoering van nieuwe
technieken beïnvloeden. Deze
problematiek moet echter vanuit
het totale beleid van de onderne
ming worden benaderd. De conse
quenties van automatisering zijn
daarin belangrijke factoren. Uit het
totale beleid vloeit voort welke ver
anderingen voor medewerkers
zullen optreden en wat het effect is
op het totale aantal arbeidsplaat
sen. Waarschijnlijk zal dit, welis
waar langzamer, blijven groeien.
Daarbij zullen de eisen die men aan
vele van de bestaande functies
stelt, geleidelijk toenemen."
Beleidskwestie
De invalshoek, die de tweede inlei
der voor de NIBE-discussiedag had
gekozen, is die van de automatise
ring in relatie tot het gehele com
plex van beleidsoverwegingen
waar het bestuur van een bank mee
te maken heeft. „Het pre-advies
gaat meer in op de plaatsbepaling
van automatisering temidden van
andere disciplines dan dat het de
automatisering zelf onder de loupe
neemt", zo stelt mr. J. W. van Dijk.
Hij beperkt zich tot drie ondeswer-
pen:
DE mate van automatisering -
omdat het naar zijn mening abso
luut noodzakelijk is dat de leiding
van een bank overziet hoe en waar
automatisering ingrijpt in alle an
dere deelfuncties en deelaspecten
van het bedrijf opdat zy vervolgens
het spel van „checks and balances"
doeltreffend kan beoefenen;
DE relatie van automatisering en
informatie - omdat de computer
niet alleen maar de fabriek in de
bank is, doch ook in belangryke
mate wordt ingeschakeld om zin
volle gegevens toe te voeren naar
bestuurders en beslissers. En juist
in een bankorganisatie, die in we
ien ondeelbaar is omdat de onder
delen elkaar sterk beïnvloeden, is
de kwaliteit van het informatiepa
troon een essentiele voorwaarde
voor succesvol besturen;
DE verhouding automatisering
en gebruiker - opdat naarmate de
computer steeds meer wordt inge
schakeld ten behoeve van allerlei
bewerkingen en de computer-out
put op steeds meer bureaus te
rechtkomt, het natuurlijke span
ningsveld tussen specialist en ge
neralist zoveel mogelijk wordt op
geheven. En ook dat is de taak van
de leiding van een bank.
Zeer nadrukkelijk stelt Van Dijk,
dat de techniek in zijn pre-advies
niet ter sprake komt. Noch op ^ïet
gebied van de apparatuur noch op
dat van de systeembouw. Voor by-
na alle onderdelen van de stroom
van administratieve en operatio
nele handelingen in een bank kan
de computer doelmatig zijn, bij ve
lerlei samenhangen kan de compu
ter analysewerk verrichten en bij
sommige ingewikkelde problemen
kan de computer mogelijke gevol
gen van alternatieve oplossingen
simuleren.
„De bestuurder van een bedrijf
moet echter slechts in grote trek
ken weten wat de ontwikkelingen
op het gebied van de automatise
ring zijn, wat zich l.eent voor auto
matisering en wat niet, en waarom.
Als hij toevallig kennis van zaken
heeft op het gebied van automatise
ring is dat meegenomen" vindt de
inleider. „Maar veelal moet hij vol
staan met het inpassen van de func
tie automatisering in het totaal van
het bedrijf aan de hand van zowel
duidelijk geformuleerde criteria op
bedrijfseconomisch, organisato
risch en sociaal terrein als vertrou
wen in de mensen die hij heeft aan
gesteld om het werk te doen".
Tussen partijen in
In zijn uitvoerig referaat snijdt Van
Dijk ook de verhouding van tech
nicus en gebruiker aan. Het is dui
delijk, zo zegt hij, dat de automati
seringsafdeling tijdens de uitvoe
ring van het informatieplan een
zeer belangrijke bijdrage levert aan
het systeemontwerp en vervolgens
de systeemanalyse en programme
ring ter hand neemt. Maar ik wil een
stap terug zetten en een belangrijk
aspect van samenwerking tussen
automatisering en de rest van het-
bedrijf aan de orde stellen.
Om het medium computer zo goed
mogelijk te benutten is een extra
schakel tussen gebruiker van in
formatie enerzijds en de automati
seringsafdeling anderzijds, wense
lijk: Een „informatiedeskundige"
Waarom is deze functie gewenst?
In wezen omdat, als het om het de-
finieren van informatie gaat, zowel
de gebruiker als de automatiseer
der buiten hun vakgebied treden.
De gebruiker-bankier of de gebrui
ker-manager zal doorgaans wel we
ten welke gegevens benodigd zyn,
maar zal moeite hebben precies te
omschrijven wat hij wenst, omdat
hij niet gewend is te denken in ter
men van input en output en boven
dien niet weet wat technisch kan en
niet kan. Anderzijds zullen de au
tomatiseerders gehinderd worden
door het feit dat zy wel goed op de
hoogte zijn met de operationele en
administratieve aspecten van het
bankvak, maar doorgaans weinig
weten van de bedrijfseconomische
of commerciële zijde.
„En wellicht", zo voegt Van Dijk er,
kennelijk door ervaring wys ge
worden, aan toe, „zijn de automati
seerders vaak te gretig om een mooi
stukje automatisering in elkaar te
draaien
Geen toverkracht
Ook in de bankwereld is er een
ontwikkeling van produktgericht
naar marktgericht denken en han
delen op gang gekomen. En gelei
delijk is in de banksector ook het
spanningsveld tussen automati
seerder en gebruiker zich aan het
wijzigen of verminderen. Beide
partijen groeien naar elkaar toe. De
computer is steeds minder een
toverkast. Of anders gezegd: de au
tomatiseerder staat zich minder
voor op zijn primaat van deskun
digheid. terwijl de gebruiker mon
dig wordt, in die zin dat hij mee wil
en kan sturen bij het bepalen van de
output en de kosten daarvan. Aan
het slot van zijn pre-advies signa
leert mr. J. W. van Dyk enkele oor
zaken van spanningen en geeft hy
suggesties om een harmonieuze
samenwerking te bevorderen. Hy
noemt daarbij als punten:
werk aan een ombuiging van de
mentaliteit van de organisatie;
VOORWaarden zijn: een opera
tioneel en een informatiebeleid,
een geschreven plan en een voort
gangsrapportage,
OVERWEEG de mogelijke in
voering van een „directoraat sys
teemontwikkeling";
Wees flexibel in organi
satiepatronen in geval van nieuwe
systeemkeuze en grote revisie van
geautomatiseerde deelsystemen;
geef aandacht aan opleiding en
begeleiding;
STEL voor grote geautomati
seerde systemen een systeembe
heerder aan.
Ter toelichting van dit laatste punt
geeft hij aan. dat de systeembe
heerder een afgeleide is van de ge
bruiker, die als „eigenaar" van het
ingevoerde systeem ook het beheer
er over voert. De voornaamste ta
ken zijn: systeemacceptatie, sys
teembewaking, het initiëren van
wijzigingen, geven van voorlich
ting en instructie en het bijhouden
van systeemdocumentatie.
Verfijning
Het thema van de relatie tussen au
tomatisering cn commerciële ont
wikkeling in het bankbedrijf stond
centraal in het pre-advies van de
derde inleiderdrs. P. J. W. Friso. Hij
meent dat na de stormachtige ont
wikkelingen op het gebied van de
bancaire retaildiensten thans de fa
se van consolidatie is aangebroken.
„De automatiscringssector kan
echter niet op zijn lauweren gaan
rusten. Het behoud van de markt
kan een moeilijker opgave zijn dan
het veroveren. De stryd zal met ver
fijnder wapenen moeten worden
voortgezet en in de relatie tussen
automatisering en commerciële
ontwikkeling een verandering van
eisen, samenwerkingspatronen en
middelen betekenen."
Volgens deze inleider eist de nood
zakelijke verfijning van het com
merciële instrumentarium in toe
nemende mate van de automatise
ring; een flexibele opstelling, een
slagvaardigheid en snel reactie
vermogen tegenover kansen, be
hoeften en ontwikkelingen die niet
lang van te voren te voorzien zijn.
Dit betekent een andere benade
ring van de systeemontwikkeling,
zowel door de professionele ont
wikkelaars als door de gebruikers,
een andere technische uitrusting
en een andere methodiek by sys
teembouw cn operations.
In zijn beschouwing werkt de in
leider deze punten verder uit om
aan het slot van zijn betoog tot on
der meer de conclusie te komen:
„In relatie tot de commerciële ont
wikkeling zal de automatisering in
de toekomst minder als een tech
nisch dan wel als een organisato
risch fenomeen moeten worden
benaderd.'