schaduw van de reuzen DAAR KOMEN ZE NIXONS memoires DEEL 8 WOENSDAG 10 MEI 1978 EXTRA PAGINA 15 Dramatisch gebaar bezorgde me Pompidou's vriendschap Nixon en De Gaullé: ,Jiij i naties van Europa verloren. Twee werden er verslagen." Ik sneed het onderwerp China aan. Terwijl we praatten, merkte ik dat zijn opvattingen parallel liepen aan de mijne. ,.Ik maak me geen il lusies over hun ideologie." zei hij, ..maar ik geloof niet dat we hen in hun razernij moeten isoleren. Het Westen moet proberen China te leren kennen, contacten te leggen en erin door te dringen." „Als ik het zo overzie." zei ik. ..zou ik terwijl ik doorpraat met de Russen ook wel voorzorgsmaat regelen ten aanzien van de Chinezen willen treffen. Over tien jaar, als China op nucleair gebied belangrijke vorderingen heeft geboekt, zullen we geen keus meer hebben. Het is van vi taal belang dat we meer met hen communiceren dan we nu doen." „Het zou voor u beter zijn China te erkennen voor u daartoe ver plicht wordt door de groei van China," stemde hy in. Laat in de middag keerden we uit Versailles naar Parijs terug en die avond was ik gastheer bij het te- gendiner ter ere van De Gaulle. Hij bevestigde dat hij mijn uitno diging voor een bezoek aan de Verenigde Staten had aangeno men en dat we het erover eens waren dat een werkbezoek, net als nu, het nuttigst zou zijn. We spraken januari of februari 1970 af als de beste tijd. In zijn toast zei De Gaulle die avond: „Naarmate ik u beter leer kennen - en met dit bezoek hebt u mij een gelegenheid daartoe ge geven die ik als historisch be schouw - krijg ik meer waarde ring voor de staatsman en- de mens die u bent." Ik vond dat de nieuwe entente cor diale tussen de presidenten van Frankrijk en de Verenigde Staten, zoals zijn woorden die tot uitdruk king hadden gebracht, alleen al mijn Europese trip de moeite waard had gemaakt. Bij de ontmoeting op mijn laatste dag in Frankrijk bespraken wij Vietnam. Amerika was steeds meer betrokken geraakt by Vietnam, ondanks De Gaulle's waarschu wing en zonder hem om advies te vragen. Daarom opende ik het ge sprek met dc vraag: „Meneer de President, wat zou u doen ten aan zien van Vietnam?" Hij wachtte lang alvorens te spre ken. „Wat verwacht u van mij, me neer de President." vroeg hij. „Wilt U dat ik u zeg wat ik zou doen als ik in uw plaats was? Maar ik- ben niet in uw plaats!" Hij zei te geloven dat de enige ma nier om een eind te maken aan de oorlog was gelijktijdig over poli tieke en militaire kwesties te on derhandelen en een tijdschema op te stellen voor het vertrek van onze troepen. „Ik geloof niet dat u over ijld moet vertrekken." Hij leunde voorover en legde zijn grote handen vlak op de tafel en zei: „Ik erken dat Frankrijk een rol hierin heeft gespeeld voorzover het de Vietnamezen niet tijdig genoeg de vrijheid heeft gegeven en daar mee de communisten in staat stelde zich op te werpen als de kampioe nen van nationale onafhankelijk heid, eerst tegen ons en daarna te gen u. Maar de Amerikanen kun nen dit soort regeling treffen, om dat uw macht en rijkdom zo groot zijn dat u dit met waardigheid kunt doen." Toen hij suggereerde dat directe besprekingen met de Noord- vietnamezen de meeste kans op vorderingen bood. liet ik merken daar veel belangstelling voor te hebben. De Gaulle zei verder niets, maar ik vertrouwde erop dat de boodschap zou worden doorgege ven aan de Noordvietnamese am bassade. Üp 28 april 1969 trad De Gaulle af als president van Frankrijk. Hij had zijn politieke toekomst op het spel gezet bij een referendum over re gionale en parlementaire hervor mingen. Naast de openbare verklaring waarin ik De Gaulle het beste wen ste, stuurde ik hem een persoon lijke brief. Ik zei: „De boodschap die ik u langs de officiële kanalen stuurde kon niet voldoende mijn diepe gevoel weergeven van een persoonlijk verlies toen u uw aftre den aankondigde," en dat „ik ge loof dat de geschiedenis zal vast leggen dat uw aftreden een groot verlies was voor Frankrijk en voor de zaak van de vrijheid en het fat soen in de wereld." Ik nodigde hem en Madame de Gaulle uit te zijner tijd de Ver enigde Staten te bezoeken en aan het eind schreef ik: „On. het in alle daagse termen te zeggen - in dit tijdperk van middelmatige leiders in het grootste deel van de wereld - Amerika's levenskracht heeft uw aanwezigheid nodig." Toen deze brief aan hem persoon lijk was overhandigd in Colombey, las De Gaulle hem en zei: „Hij is een ware kameraad." Toen ging hij aan zijn bureau zitten en schreef een antwoord dat dezelfde dag werd verstuurd. Waarde meneer de President, Uw vriendelijke officiële boodschap en uw zeer irarine persoonlijke brief hebben mij diep geraakt. Niet alleen omdat u hel hoge ambt bezet van President van de Verenigde Staten, maar ook omdat zij van u. Richard Nixon,afkomstig zijn en ik koester voor u - met recht en reden - een zo groot mogelijke achting, ver trouwen en vriendschap. Misschien zal ik op een dag de gele genheid en de eer hebben u nog maals te ontmoeten: in de tussentijd stuur ik u uit de grond van mijn hart mijn beste wensen voor een succesrijke voltooiing van uw enorme nationale en internationale taak. Wilt u alstublieft mevrouw Nixcn mijn respect betuigen, waaraan mijn vrouw haar warme wensen toevoegt. Voor u, mijn dierbare me neer de President, de verzekering van mijn gevoelens van trouw en toegewijde vriendschap. Charles de Gaulle. De Gaulle stierf anderhalf jaar later. Ik ging naar Parijs voor de plech tigheid in de Notre Dame en zocht daarna Georges Pompidou op, eens De Gaulle's plaatsvervanger en nu zijn opvolger. Pompidou stond terecht bekend als een tamelijk onemotionele man en door de jaren heen had hij heel wat meningsverschillen met De Gaulle gehad. Maar nadat ik even had gewacht om hem het gesprek te laten openen, keek ik op en zag dat hij een brok in de keel had en niet kon praten. Ik herinnerde me hoe ik me na Eisenhowers dood voelde en wachtte rustig tot hij zichzelf weer beheerste. We hadden beiden zo lang in de schaduw geleefd en ge werkt van twee reuzen. Eisenhower en De Gaulle. Nu waren ze beiden dood. Pompidou zuchtte en zei, mij aankijkend: "Enfin seuls". Ook hij moet gedacht hebben aan de band die we gemeen hadden; nu waren we alleen. In 1970 hadden veel leden van de Amerikaanse joodse gemeenschap en hun politieke vrienden besloten het staatsbezoek van Pompidou aan de Verenigde Staten te boycot ten uit portest tegen zijn recente verkoop van meer dan honderd Mi- rage straaljagers aan Libië. Kort na Pompidou's aankomst hoorde ik dat noch gouverneur Nelson Roc kefeller noch burgemeester John Lindsay hem officieel zou begroe ten in New York of aanwezig zou zijn bij het diner te zijner ere in het Waldorf-Astoria Hotel op de laatste avond van zijn bezoek. Ik wist vol ledig hoe zwaar de joodse stemmen in New York tellen, maar zoals ik tegen Bob Haldeman zei, "Het is volkomen schijnheilig Pompidou zo te behandelen terwijl ze kwij lend achter Kosygin aanliepen toen die daar was - en hij is de directe oorzaak van dit hele verrekte pro bleem". En tegen Kissinger zei ik: "Ik beschouw dit als onverant woordelijk gedrag tegenover een officiële gast van de Verenigde Sta ten en ik duld dat niet. Ook wens ik Na vier dagen in Washington vlo gen de Pompidous via Cape Ken nedy en San Francisco naar Chi cago. Daar breaken obsceniteiten schreeuwende demonstranten door de politieafzetting heen en drongen zij op naar het gezelschap van Pompidou. Mevrouw Pom pidou was geschokt en Bas Mos- bacher, onze chef protocol, vertelde me dat zij de volgende ochtend naar Parijs zou terugkeren. Ik zei Mos- bachen "Het kan me niet schelen watjeervoordoen moet, maarikzil niet dat ze vertrekt". Ik besloot naar New York te vliegen en er het diner bij te wonen waar Rockefeller en Lindsay niet wilden verschijnen. Mijn aanwezigheid was een dramatische verrassing en niets wat ik door de jaren heen te gen hem had gezegd heeft zoveel bijgedragen om Pompidou's vriendschap en medewerking te als dit gebaar. Toen Air Force One naar de aan komsthal van Orly taxiede, zag ik Charles de Gaullc zonder jas aan de voet van de trap staan. Mij was verteld dat het net boven het vriespunt was, maar ik trok ogenblikkelijk mijn jas uit. Toen we elkaar de hand schudden, be groette De Gaulle me in het En gels - een vrijwel uniek persoon lijk gebaar van hem. Ons eerste gesprekspunt die mid dag was de Sovjet-Unie. Volgens hem stond centraal in het leven van bet naoorlogse Europa de Russische dreiging, maar hij ge loofde dat de Russen zelf zich meer bezig hielden met China. „Zij denken in termen van een mogelijke botsing met China, en ze weten dat zij niet terzelfdertijd het Westen kunnen bestrijden. ,Ik kan alleen voor de Fransen spreken." antwoordde hij. „Wij geloven dat de Russen beseffen dat de Verenigde Staten hun niet kunnen toestaan Europa te ver overen. Maar wij geloven ook dat als de Russen opmarcheren u niet licht zou overgaan tot het gebruik van kernwapens, aangezien dat zou neerkomen op een poging iedereen aan de andere kant te doden. Als zowel de Russen als de Amerikanen tactische wapens zouden gebruiken, zou Europa worden vernietigd. West-Europa en het Verenigd Koninkrijk zou den vernietigd worden door Rus sische tactische wapens, en Oost-Duitsland, Polen, Tsje- cnoslowakije en Hongarije zou den vernietigd worden door Amerikaanse tactische wapens. Derhalve geloof ik dat zij wellicht kiezen voor een beleid van toe nadering lot het Westen." Hij dacht dat de traditionele angst van de Russen voor de Duitse le gers hen nog wat meer in de rich ting van détente zouden sturen. ,Wat het Westen betreft," ver volgde hij, „wat voor keus heb ben we? Tenzij u bereid bent ten oorlog te trekken of de Berlijnse Muur af te breken, is er geen ac ceptabel politiek alternatief. Werken aan ontspanning is een kwestie van gezond verstand: als men niet bereid is oorlog te voe ren, moet men vredë sluiten." „Als de Russen iets zouden onder nemen," vroeg ik, „meent u dat zij geloven dal de Verenigde Sta ten dan met strategische wapens zouden reageren? En vertrouwen de Europeanen erop dal wij in antwoord op een Russische aan val, of de dreiging met een aanval, zouden antwoorden met massale conventionele grondstrijd krachten?" Ondertussen zouden de Ver enigde Staten en de Sovjet-Unie ongeschonden blijven." Die avond was er een staatsbanket in het Ely see. Ik praatte met Ma dame De Gaulle, een vrouw met een sterk karakter. Haar belang rijkste zorgen golden haar man en haar gezin: „Het president schap is tijdelijk - het gezin- blijvend." De volgende dag ontmoetten De Gaulle en ik elkaar in Versailles. „Louis XIV regeerde Europa van deze kamer uit," zei hij, toen we voor een van de grote ramen stonden die uitkeken op- de uitgestrekte tuinen. We praatten over de tragische ge volgen van de tweede wereld oorlog voor de grote naties van Europa. Hij vatte hele boekdelen geschiedenis samen in een en kele zin toen hij zei: „In de tweede wereldoorlog hebben alle In de lente van 1958 vonden minis ter van buitenlandse zaken John Foster Dulles en President Eisen hower het belangrijk dat ik elk land in Zuid-Amerika zou bezoeken be halve Brazilië. De CIA had gewaarschuwd dat ik af en toe op demonstranten zou stui ten, als was de communistische partij officieel in de meeste Zuida- merikaanse landen onderdrukt; maar ik verwachtte dat de reis zo weinig opwindend zou verlopen, dat ik verscheidene verslaggevers aanried niet de moeite te nemen- met ons mee te gaan. In Lima, Peru, stond er een bezoek op het programma aan de oude en voortreffelijke San Marcos Univer siteit. De communisten hadden openlijk erover opgeschept dat ze me daar zouden weghouden, en zowel de rector van de universiteit als de politiecommandant had me laten weten dat zij hoopten dat ik het bezoek zou afzeggen. Ik sliep nauwelijks die nacht. De menigte voor het hotel was steeds groter en onaangenamer geworden, en tegen middernacht begon zij leuzen tegen Amerika en tegen Nixon te roepen. s' Ochtends vroeg ik Pat in het hotel te blijven toen ik een krans ging leggen bij het standbeeld van Jose de San Martin, de bevrijder van Pe ru. De gewoonte is om na de krans- legging ongeveer dertig seconden stilte in acht te nemen. Maar die ochtend heb ik er vast wel twee mi nuten gestaan. Ik wist dat ik bij te rugkeer in de auto zou moeten zeg gen of we naar de San Marcos Uni versiteit zouden gaan of naar de Ka tholieke Universiteit, waar de stu denten veel verantwoordelijker en gedisciplineerder waren. Na de kranslegging draaide ik me om en liep naar een van mijn drie agenten van de geheime dienst. Jack Sherwood. „San MJrcos", zei ik. Daarna liep ik snel naar mijn- auto. Twee blokken voor we de poorten van San Marcos bereikten konden we de duizenden demonstranten al horen roepen: „Fuera Nixon! Fuera Nixon" - "Ga weg Nixon!" Af en toe werd er „Muera Nixon! Mue- ra Nixon!" geroepen - "Dood aan Nixon!'" Alleen mijn tolk, kolo nel Vernon Walters, en Jack Sher wood waren bij me toen ik op de muur van demonstranten voor de ingang afliep. Ik riep: „Ik wil met jullie praten. Waarom zijn jullie bang voor de waarheid?" Walters schreeuwde de vertaling. Ik riep nog een paar zinnen, in de hoop hen tot luisteren te krijgen. Plotseling raakte een steen Sher wood in het gezicht waardoor er een tand afbrak. Een regen van ste nen daalde op ons neer. Ik reali seerde me dat we wel moesten weggaan. Toen we wegreden, stond ik op in de open auto en riep: „Jullie zijn lafaards, jullie zijn bang voor de waarheid!" We reden direct door naar de Ka tholieke Universiteit, en toen ik de gehoorzaal binnenkwam stond ie dereen op voor een enorme ovatie. Na dertig minuten kwam Sher wood naar me toe en zei: „We kun nen beter vertrekken; de bende van San Marcos komt eraan." We waren net op tijd weg. Maar toen we bij ons hotel kwamen, za gen we dat een flink deel van het gespuis van San Marcos ons voor was. Ik was bijna bij de deur toen een van de demonstranten me de weg blokkeerde. Ik dacht dat hij wat tegen mij zou zeggen of roepen, maar in plaats daarvan spoog hij me in het gezicht. De rest van de dag haalden de bur gers van Lima me overal waar ik ging in als een held. Het incident bij San Marcos had de vaderlandslie vende Peruvianen geschokt en be schaamd, en juichende menigten trachtten de herinnering aan de jouwende studenten uit te wissen. Ik vertelde verslaggevers dat de ge schiedenis van San Marcos toonde hoe 200 getrainde agitatoren een demonstratie van 2000 studenten hadden geleid en daarmee schande over heel Peru hadden gebracht. In Bogota, de hoofdstad van Co lombia, kregen we een verontrus tend bericht van de geheime dienst in Washington: „De Centrale In lichtingen Dienst heeft de Geheime Dienst in Washington laten weten dat zij beschikt over geruchten dat er een samenzwering bestaat om de vice-president van Venezuela te vermoorden." Venozelaanse func tionarissen rapporteerden echter gebeurd. „Het Venezolaanse volk heeft zolang geen vrijheid gekend, dat het zich krachtiger pleegt uit te drukken dan wellicht nodig is, zei hij. „Met onze nieuwe regering willen we niets doen wat kan wor den uitgelegd als onderdrukking van de vrijheid." „Als uw nieuwe regering niet de moed en het gezond verstand heeft om een bende als deze op het vlieg veld onder de duim te houden, dan zal er spoedig geen vrijheid meer zijn voor wie dan ook in Venezue la," antwoordde ik. Toen we Caracas binnenreden, vloog een stortvloed van stenen op ons af en een menigte rende uit de zijstraten tevoorschijn. Onze chauf feur gaf volgas en we kwamen er door. Even verderop was er een stevige, muur van voertuigen opgeworpen, van het voetpad tot de vluchtstrook in het midden van de weg. We stop ten. Even leek er niets aan de hand. Toen zei Sherwood: „Daar komen Honderden mensen kwamen op eens op onze auto afrennen. Ons Venezolaanse motorescorte ver dween spoorloos. Onze enige be scherming waren de twaalf moedi ge geheime dienstagenten die er een bovenmenselijke taak aan hadden de bende tegen te houden. We realiseerden ons dat we hele maal alleen waren toen de eerste steen een raam van de auto raakte, dat daardoor versplinterde. Een splinter raakte de minister van bui tenlandse zaken in het oog, en hij begon flink te bloeden. Hij trachtte het bloeden te stelpen, terwijl hij steeds maar mompelde: „Dit is ver schrikkelijk. Dit is verschrikke lijk." Ik zag zo'n schurk met een ijzeren staaf op de auto afkomen. Hij keek me strak aan toen hij op het raam begon te slaan. Hot glas hield het, maar rondvliegende splinters trof fen Walters aan zijn mond. Sher wood en ik kregen er allebei een paar tegen het gezicht. Opeens be gon de auto te bewegen en het idee dat we op de een of andere manier waren vrijgekomen luchtte me enorm op. Toen zag ik dat de menigte de auto heen en weer duwde - elke keer iets langzamer en hoger. Ik herinnerde me dat het een gebruikelijke tac tiek was om een auto om te gooien en dan in brand te steken. Ik denk dat we op dat moment voor het eerst ons ervan bewust waren dat we best gedood zouden kunnen worden. Mijn eerste gedachte ging uit naar Pat. Ik keek door de achter ruit en zag tot mijn opluchting dat de meute zich op ons concentreer de en haar auto over het hoofd zag. Plotseling .trok Sherwood zijn re volver en zei. „Laten we een stel van die klootzakken te pakken ne men." Ik gaf hem opdracht niet te schieten. Als er een schot zou vallen zou de menigte helemaal buiten zinnen raken en dat zou ons einde betekenen. Ten langen leste slaagde de vrachtwagen met de pers voor ons erin door de warboel heen te bre ken, over de vluchtheuvel te rijden en weg te komen in de andere rich ting. Onze chauffeur scheurde er achter aan. Ik was geweldig opge lucht toen ik zag dat Pats auto vlak achter ons zat. De volgende ochtend drongen de leden van dc junta er op aan dat ik de lunch bijwoonde die zij voor my hadden gepland. Van het moment af dat zij bij de ambassade arriveer den om me te begeleiden merkte ik dat ik niet bang hoefde te zijn. Het leek wel alsof ze gekomen waren om de oorlog te verklaren, in plaats van me mee uit lunchen te nemen. Overal waren tanks, jeeps en pant serwagens. Twaalf vrachtwagens vol soldaten reden met ons mee Zelfs bij het eten was aan alles ge dacht; een ander bedrijf had de lunch moeten verzorgen om te voorkomen dat daarmee geknoeid kon worden. Na de lunch werden we naar onze auto gebracht. Dc limousine waar ik in reed met de voorlopige presi dent was een rydend wapenarse naal. De vloer lag bezaaid met ma chinegeweren. revolvers, geweren, traangasgranaten cn munitiegor- welijks plaats, De paar burgers die ik zag hielden een zakdoek tegen het gezicht. Eerst dacht ik dat het een teken van protest was, maar toen ik zag dat de politie gasmas kers droeg, besefte ik dat het hele gebied met traangas was schoon- gl-VL-Cgd. dat alles volledig onder controle We landden op het vliegveld Mai- quetia even buiten de Venezolaan se hoofdstad Caracas, op de och tend van 13 mei. Ik nam Pat bij de arm en liep over de rode loper naar dc aankomsthal. De anderen volg den ons snel. We hadden bijna de ingang bereikt toen de band plot seling het Venezolaanse volkslied begon te spelen. We hielden halt en namen de houding aan. Even leek het dat het begon te re genen, en toen üloc. aai dc menigte op het platform voor de uitzwaaiers, net boven ons hoofd, op ons spuugde. Het kwam neer op onze gezichten en haren. Ik zag hoe Pats helder rode pakje donker werd van het doorpruimde speeksel. Toen we door de aankomsthal heen waren en naar buiten liepen, wer den we daar omringd door demon stranten. Terwijl we wachtten tot Sherwood en onze andere agenten de weg naai- de auto hadden vrij gemaakt, bleven zij ons bestoken. Pat boog over de barricade naar een meisje dat net naar haar had ge spuugd. Het gezicht van het meisje was verwrongen van haat. Toen Pat haar hand op de schouder van het kind legde en naar haar glimlachte, was het net of er iets brak In het meisje, en ze draaide zich om en- barstte in snikken uit. De minister van buitenlandse za ken was in verlegenheid gebracht en trachtte te verklaren wat er was Honderden mensen kwamen opeens op onze auto afrennen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 15