Blik in de weekbladen
WAAROM DE SINAASAPPELS NOG BITTER
ELSEVIERS
VRIJDAG 5 MEI 197
PAGINA 29
Een laat "in memoriam" maar ik
kan het niet laten. Er stond de
zer dagen in alle kranten, dat
"De Bond zonder Naam" 40
jaar bestond, met een paai
woorden over de oprichter
Henri de Greeve. Hij had die
bond opgericht met zijn
"Lichtbaken", een KRO-uit-
zending, elke zaterdag. Plotse
ling van de ene week op de an
dere was hij weg van dat Licht
baken. Er werd geen reden
voor opgegeven. Er kwam ge
woon een andere onbekende
Montfoortaan, pater Loop. Van
wie al gauw gezegd werd.
"Loop, hou je mond voortaan".
Het lag niet aan die man. Die
deed zijn best. Maar Henri de
GreeVe was niet op te volgen.
Hij was volstrekt uniek. Je kon
zeggen dat heel Nederland
luisterde. Niet alleen in de
huiskamers, heus niet alleen
katholieken. In de kroegen zei
de kastelein wanneer het zover
was tegen de kaarters en bil
jarters: "Mannen kan 't effe wat
zachies?" Het was ook altijd de
moeite waard. Die merkwaar
dige, donkere, doordringende
stem. Ik zat toen op het groot
seminarie en kreeg het klaar
dat alle studenten even moes
ten luisteren. Het liep tegen de
oorlog en God bewaar me zoals
hij tegen die Duitsers te keer
ging. Hoe hij de joden in be
scherming nam, letterlijk:
"smerige cultuurvervalsers
grijp mij, maar laat hen gaan".
Hij heeft dan ook gevangen ge
zeten. En in die tijd maakte hij
"'t Vierde Beest". Een geschie
denis apart. Het was een unieke
man in elk opzicht. De eerste
keer dat ik hem hoorde was bij
een lijdensmeditatie in de
Parkstraat, in Den Haag,
maandagmiddag om drie uur,
hij wél, de ongelukkigste dag
en het meest dwaze uur, toe
gangsprijs een gulden, - de De
ken was ook niet gek - en de
kerk was bomvol, een uur van
tevoren. Na de oorlog bood hij
zich aan om "iets" te doen.
"Wat kun jij?" vroegen ze. "Ik
rijd auto als geen ander". Hij
kreeg een soldatenpak aan, en
een vrachtwagen om kleren te
halen uit het noorden voor het
verpauperde westen. Ik was
toen, in opdracht van mgr.
Lemmes, met plm. 800 zuid-
Limburgers in Groningen en
ingekwartierd bij een katho
lieke textielfabrikant A.
Schmidt. Met wagens vol ver
trok hij weer. Hij vroeg me toen
of ik hem wilde helpen, voor
goed. Het werd me verboden.
Na de oorlog ging hij door met
zijn Lichtbaken. Hij was het
"gezicht" van de KRO. Dat wist
in die dagen ook heus wel iede
reen, van de portier tot prof
Kors (destijds KRO-voorzitter,
red.). In zijn uitzendingen was
v hij orthodox katholiek. Maarde
gloed en diepe bewogenheid
waarmee hij zijn teksten
bracht, ontgingen niemand.
Ook sociale en politieke pro-,
blemen lieten hem niet onbe
roerd. De communisten waren
fel op hem gebeten. En nu kom
ik aan dat dwaze domme ver
haal. Een paar jaar, vooral vlak
voor zijn dood was ik bevriend
met mgr. Huibers. (bisschop
van Haarlem, red) Hij wou op
de hoogte blijven zei hij altijd
en vroeg me van alles. Zo heb
ben we veel gepraat over o. a.
G-3 en over DIT is leven. Hij
hield alles zorgvuldig bij. Ook
De Greeve was een grote vriend
van hem. Toen gebeurde het
dat communisten brieven van
De Greeve gingen onder
scheppen. De Greeve had n. 1.
een vriendin. Hij wist dat
maanden te ontkennen. Toen
kreeg mrg. Huibers op een dag
een echte brief van De Greeve
aan die vriendin toegestuurd.
Als mgr. Huibers niet zorgde
dat De Greeve vanaf a. s. zater
dag een spreekverbod kreeg bij
de KRO dan zouden die com
munisten een fotokopie van die
brief op de voorpagina van De
Waarheid afdrukken. Dat was
een netelig geval. De Greeve
werd bij mgr. Huibers geroe
pen en bekende. Voor de lezer
van nü wat onbegrijpelijk,
maar De Greeve stortte in.
Zelfs lichamelijk. Wekenlang
lag hij ziek in Haarlem, in het
St. Johannes de Deo-zieken-
huis. Eén keer ben ik hem op
gaan zoeken. Ik kreeg niets te
horen van hem dan "God. m'n
lieve God". De KRO verbrak
elk contact. Voorgoed. De
Greeve kreeg gastvrijheid bij
de paters Montfortanen in Berg
en Dal, zij bouwden later een
huisje voor hem in hun tuin. De
relatie van De Greeve met die
vriendin ging in rook op. Van
haar weet niemand meer iets
Het Lichtbaken was er niet
meer. Niemand kreeg enige in
formatie. Met Jan Derks, toen
malig hoofdredacteur van De
Tijd, ben ik naar kardinaal de
Jong geweest. Tevergeefs: "Hij
kon ons geen inlichtingen ge
ven". Allerlei geruchten deden
de ronde. Hij was uit de orde
van de Jezuïeten getreden, dit
was zijn straf, werd er gezegd.
Anderen dachten dat politici
op het verbod aangedrongen
hadden. De dolste verhalen.
Maar de Greeve was zijn Licht
baken kwijt. De KRO moest het
zonder hem doen. Zij heeft het
geweten. Het is allemaal allang
geleden. De Greeve is dood.
Zijn "Bond zonder Naam" is
geen schim meer van wat hij
onder zijn leiding was. De
Greeve was een solist. Hij, de
rusteloze, begon een actie voor
"Noodgevallen". Ze kwamen
op hem af. Van alle kanten. Het
is bekend dat in deze fraaie
welvaartsmaatschappij toch
nog talloze mensen langs de
weg raken, tussen de wal en het
schip vallen. Ze wisten De
Greeve te vinden. Of hy zocht
ze op. Tot aan het einde van zijn,
leven vocht hij voor "zijn ar-
Door
Piet Wesseling
Hij had niet veel vrienden. Daar
was hij te rusteloos voor. Te
veel een solist. Maar het was
een man met grote talenten
waar miljoenen van geprofi
teerd hebben. Niet de KRO
heeft hem groot gemaakt. Ja
renlang maakte hij de KRO tot
een belangrijke omroep waar
katholiek Nederland niet bui
ten kon. Om dan zo'n armzalige
paar minuten zonder inhoud te
spenderen aan die Bond zonder
Naam en bovendien het
schandelijke, smakeloze grapje
te lanceren de Zangeres zonder
Naam een liedje te laten zingen,
is onbegrijpelijk. Daarom dit
"eerherstel".
Kort nadat de Turks-Cypri
sche afvaardiging in We
nen bij secretaris-generaal
Waldheim van de VN
principe-voorstellen had
ingediend voor een rege
ling van de kwestie-Cy-
prus, had een Turks-Cy
prische garagehouder in
Famagusta het over de
mogelijkheid, dat
gevluchte Grieks-Cyprio
ten zouden terugkeren
naar hun woningen in het
naburige Varosja, die zij in
1974 bij de Turkse inva
sie hadden verlaten.
Varosja ligt net buiten de door de
Venetianen gebouwde muren
van de oude stad Famagusta;
soms noemt men het Nieuw-Fa-
magusta. Het enige deel van de
stad waar werkelijk wat gebeurt
is het casino-annex-hotelschool
bij de jachthaven. Jonge vrou
welijke croupiers uit Duitsland
en Engeland houden er pretma
kers uit Jordanië plezierig bezig.
Buiten staan Turkse soldaten en
matrozen in gevechtstenue.
Turkse burgers mogen zich niet
vestigen in het gebied. De hotels
en boetieks werden er volgens
een vertrouwelijk rapport van de
VN systematisch geplunderd en
gesloten, zodat de buurt nu een
spookachtig aanzien heeft.
Het was altijd duidelijk, dat de
Turken dit gebied als ruilobject
bij toekomstige handelingen
wilden gebruiken. Als de Turken
ooit Varosja teruggaven zouden
zeker 25.000 Grieks-Cyprioten
naar huis kunnen terugkeren. De
Turken hebben dit vorig jaar ok
tober en onlangs opnieuw voor
gesteld, samen met een aanbod
troepen terug te trekken van zes
punten langs de bestandslijn.
Turks-Cyprioten beschouwen dit
als een grote concessie. De
Grieks-Cyprioten vinden Varosja
weliswaar belangrijk, maar toch
niet genoeg om de hele rest van
het gebied, dat zij verloren heb
ben op te geven.
Verlamd
De garagehouder heet Feuzi Cunu-
va. Hij is een breedgeschouderde
man, even in de dertig, met blau
we ogen en een mooie baard. Hij
zit achter zijn bureau, in een ka
mertje waar de wanden volhan
gen met pin up-girls. Hij zegt niet
speciaal de verdeling van het ei
land te willen, hij wilde niet dat
Noord-Cyprus een deel van Tur
kije zou worden. Hij wilde wel
een onafhankelijk Cyprus, een
federatie van twee gebieden
waarbij de veiligheid van zijn
gemeenschap door Ankara zou
worden gegarandeerd. Veilig
heid is het voornaamste. Hij en
zijn vrienden vertrouwen de
Grieken en hun beloften niet.
Terwijl hij spreekt, rolt hij met zijn
rolstoel, waar hij al acht jaar in
gekluisterd zit sinds een Griekse
officier van het vasteland hem
verwondde met een kogel in zijn
ruggegraat, waardoor zijn onder
lijf verlamd raakte.
Op een zomeravond van 1970 liepen
hij en twee vrienden van hun
dorp naar Varosja toen zij stuit
ten op een geheim trainingskamp
van de Grieks-Cyprische Natio
nale Garde. Zij werden beschul
digd van spionage en afgeran
seld, terwijl de mannen, die hen
gevangen hadden genomen, wil
den weten tot welke geheime or
ganisatie zij behoorden. Tenslot
te zette een officier zijn pistool
tegen Feuzi's schouderblad en
zei, dat dit voor hem de laatste
kans was om te praten. „Ik zei
hem dat ik van niets wist." Wilde
hij dan dat ik leugens vertel
de? „Toen schoot hij."
De wreedheden die het Turkse le
ger in 1974 beging tegen de
Grieks-Cyprische bevolking zijn
bekend en goed gedocumen
teerd. Maar de Turks-Cyprioten
verklaren die wreedheden en hun
voortdurende eis, dat de veilig
heid zal worden gehandhaafd, uit
veertien jaar van nu en dan on
derbroken oorlogvoering na de
eerste ernstige ongeregeldheden
tussen beide bevolkingsgroepen
in 1963.
Museum
De Turken geven niet bepaald te
kenen dat zij het verleden willen
vergeten. Er is bijvoorbeeld het
^Museum van barbaarsheden" in
een onopvallende kleine bunga
low in de voorstad Ormafita in
het Turkse deel van Nicosia. In
deze bungalow werden op de
avond voor kerstmis 1963 een
moeder met haar drie kleine kin
deren, het gezin van een Turkse
officier, gedood door terroristen
van de EOKA. Men vond hun
stoffelijke overschotten in het
bad, doorzeefd met kogels uit een
machinegeweer. De huishoud
ster sloot zichzelf op in de WC. De
Grieken schoten door de deur en
er liggen nog steeds stukjes van
haar tanden en haar op de grond,
zoals een gids uiteenzette. Er zijn
foto's van de gedode kinderen in
het bad en vlekken op de muren,
die van hun hersenen afkom
stig zouden zijn.
Bij Feuzi, de garagehouder, is een
vriend, een knappe jongeman
met krullend haar en een mooi
gebit. Hij is onlangs terugge
keerd uit Londen. Hij vond dat
hij het sociale leven daar niet kon
combineren met zijn studie. In
Londen, zo zegt hij, had hij ver
schillende Grieks-Cyprische
vrienden. „In Engeland kunnen
wij het best met elkaar vinden,
maar hier op Cyprus niet."
De Turks-Cyprioten bezetten thans
bijna 36 procent van het eiland.
Zij hebben hun eigen geld, hun
eigen presidenten ook hun eigen
tijd. „Denk er aan, het is bij ons
een uur later", zei een ambtenaar
Mü.,.
Kinderen in een vluchtelingenkamp bij Nicosia. Sommigen weten zich niet eens de plaats n
waar zij geboren zijn.
van de Turkse Federale Staat Cy
prus over een van de weinige tele
foonlijnen, die er nog over zijn
tussen Grieks en Turks Nicosia.
Nicosia is waarschijnlijk de enige
stad met verschillende tijden en
met een post van de Verenigde
Naties aan het einde van de ren
baan.
Beide partijen beschouwen de ha
vens en vliegvelden van de ander
als illigale toegangen van het
land.
Op een avond werden twee ver
schrikte jonge Westduitse lifters,
die van Ankara naar de splinter
nieuwe luchthaven Ercan ten
noordoosten van Nicosia
komen vliegen, door de Grieks-
Cyprische politie bij het contro
lepunt Ledra, teruggestuurd naar
de Turkse zone. „In Turkije zei
den zij, dat wij overal heen kon
den gaan als wij op Ercan land
den", aldus een van de Duitsers.
„Ja, dat zeggen ze altijd" ant
woordde een politieman wat
droefgeestig.
Tweede probleem
Cyprus is het „tweede probleem
van het Midden-Oosten", dat
meestal wordt overschaduwd
door het conflict tussen Israël en
de Arabieren en door de wonden
die de Libanezen elkaar hebben
toeeebracht in de burgeroorlog.
Toch veroorzaakt het probleem
Cyprus meer spanning dan het
eigenlijk waard is. Het Ameri
kaanse ministerie van defensie
maakt zich zorgen over de ver
zwakking van de zuidflank van
de NAVO als gevolg van het ge
schil tussen Griekenland en Tur
kije over het eiland, en ook over-
de grenzen in de Egeische Zee
Voor de Verenigde Naties blijft Cy
prus een dure operatie om de
vrede te bewaren, en dat in een
tijd dat de organisatie het hoofd
maar net boven water kan hou
den. En op de achtergrond zijn er
altijd' de Russen, die er bepaald
geen belang bij hebben dat NA-
VO-leden hun onderlinge ge
schillen verzoenen.
Als vooruitgang iets meer te bete
kenen heeft dan een wapenstil
stand, die zich ontwikkelt tot een
soort van vreedzaam samenleven
dan zijn de belangrijkste aspec
ten van het vraagstuk die, welke
betrekking hebben op grondwet
telijke kwesties. Beide partijen
zijn het erover eens dat er een
soort van federaal bestel moet
komen. Maar de Grieken willen
een sterke centrale regering, die
zij, omdat zij nu eenmaal de
meerderheid vormen, zouden
beheersen. De Turken willen
daarentegen een zwakke centrale
regering waarbij dan elke zóne
voor het grootste deel van zijn ei
gen zaken zou zorgen. Ondanks
het feit dat de Turken maar twin
tig procent van de bevolking
uitmaken, willen zij evenveel te
zeggen hebben als de Grieken.
^Er zijn leugens, vervloekte leu
gens en statistieken" zei de 19de
Britse staatsman Disrae
li, een van de eersten die zich het
strategische belang van Cyprus
realiseerde. In 1878 wist hij Cy
prus van Turkije voor Engeland-
te bemachtigen.
Daarmee begon een hoofdstuk in
de Britse koloniale geschiedenis,
dat eindigde met het aanwakke
ren van strijd tussen de gemeen
schappen op Cyprus doordat de
Engelsen Turken recruteerden in
hun strijd tegen de EOKA die
vereniging met Griekenland na
streefde. Toen werd de basis ge
legd voor een verdeling van het
eiland.
Vluchtelingen
Los van de grondwettelijke aspec
ten is er een ander, nog branderi-
der probleem, dat elke Grieks-
Cyprische regering tot haar eigen
schade verwaarloost namelijk de
ellende waarin de Grieks-Cypri
sche vluchtelingen uit het noor
den verkeren. Maar niemand, en
het minst van al de Grieken en de
Turken, is het eens met de statis
tieken (zie Disraeli).
Direct na de Turkse invasie - of vre
desoperatie zoals de Turken het
noemen - waren er ongeveer
200.000 Grieks-Cyprische vluch
telingen. Sindsdien is dit aantal
gedaald door emigratie. Volgens
de Grieks-Cyprioten zelf zijn er
nu 162.000. Zelfs een voorzichtige
schatting stelt hun aantal op
120.000. Hiervan zitten er nog
maar 12.000 in kampen. De ou
ders of grootouders van hen wa
ren nog boeren. Zij blijven zich
nauw verbonden voelen met het
land waarvan zij zijn verdreven.
Fruitboer
Christodoulos Nexphyxdou, vroe
ger een rijke fruitboer in het dorp
Karavas aan de noordwestkust
bij Kyrenia, heeft nu een café in
Nicosia, Bacchus genaamd. Het
is een café-in-ballingschap voor
mensen uit Karavas. Oude man
nen zitten aan de tafels met groen
laken te kaarten; tieners doen
kunststukjes op het biljard. Het
voedsel is er goedkoop en goed.
Bijna iedereen heeft nu een dak bo
ven het hoofd en is er beter aan
toe dan toen hij of zij nog in een
tent of primitief onderkomen
moest wonen. De meeste jonge
mannen hebben baantjes; er is
vrijwel geen werkeloosheid
dankzij de behoorlijk ontwikke,-
de economie van Cyprus. Maa-
toch praat iedereen over naai
huis gaan.
Nexphyxdou zag zijn citrusbomen
voor het laatst op 28 juli 1974,
toen hij terugging om ze water te
geven tijdens een bestand, voor
dat de besprekingen over Cyprus
te Genève op niets uitliepen en
het Turkse leger onverdroten zijn
opmars naar het zuiden voortzet
te. Hij en zijn gezin - hij heeft acht
kinderen - zochten op de eerste
dag van de invasie hun toevlucht
onder een brug over een droge ri
vierbedding. om te schuilen voor
de bommen en granaten. Hun bu
ren waren in hun huizen geble
ven en vonden allen de dood.
Een paar weken geleden zag ik hoe
citrusfruit op vrachtauto's werd
geladen, om naar de haven van
Famagusta te worden gebracht.
Dicht bij de plek waar hij een ho
tel wilde bouwen is een open
luchtmuseum ter herinnering
aan de Turkse landing op het-
Vijfmijlenstrand.
Vermoedelijk is het doel van deze
tentoonstelling, die druk wordt
bezocht door toeristen van het
Turkse vasteland (op 70 kilome
ter afstand) om aan te tonen, dat
de Grieks-Cyprioten tot de tan
den toe waren gewapend en dat
een aantal NAVO-divisies daar
aandacht aan had moeten beste
den. Maar met de onvermijdelij
ke overdrijving van militairen
kon men in dit museum te mid
den van de stenguns ook een ou
de'luchtbuks in de vitrines zien
liggen.
Nog naargeestiger voor de Grieks-
Cyprische vluchtelingen dan hun
heimwee is de ongerustheid van
verwanten over vermiste perso
nen. Een jonge vrouw beweerde
dat haar man, een militair, in haar
dromen tot haar spreekt en zegt:
„Je hebt vier jaar gewacht, kan je
niet nog vier maanden erbij op
mij wachten?" De vrouw is ach
ter in de twintig, maar ziet er veel
ouder uit. Zij heeft een dochtertje
van vijfjaar, aan wie zij heeft ge
zegd dat haar vader op een goede
dag terug zal komen.
Geen enkele Cyprische politicus
heeft nog de moed gehad in het
openbaar te zeggen, wat de
meerderheid van hun kiezers is
gaan geloven over de vermisten:
dat de meesten van hen, zo niet
allen, dood zijn.
De Turken zeggen dat van slechts
veertig personen niet bekend is
wat er met hen is gebeurd en dat
de overigen zijn vermoord door
hun landgenoten tijdens de
staatsgreep tegen Makarios die
aan de Turkse invasie vooraf
ging. Maar er zijn ettelijke voor
beelden van mensen, die later
vermist werden, doch die enkele
weken na de definitieve catastro
fe nog in leven zijn gezien door
vrijgelaten Grieks-Cyprioten.
Partijpolitici
Aartsbisschop Makarios wist, dat
niet al zijn aanhangers naar huis
zouden kunnen keren. Hij heeft
hier zelfs een keer in het open
baar op gezinspeeld. Hij was
sterk genoeg om zijn mensen
soms onaangenaam voedsel te la
ten verorberen. Zijn opvolger,
president Spyros Kyprianou, is
niet zo zwak als sommige van zijn
politieke vijanden beweren, maar
men kan niet verwachten dat hij
het aureool draagt van de stich
ter van onafhankelijk Cyprus.
De partijpolitiek speelt een veel
grotere rol dan ooit tevoren op
Cyprus. En de linkse alliantie van
communistische en revolutio
nair-socialistische partijen die de
minderheidsregering uit de De
mocratische Partij van de presi
dent steunt, voelt zeker niet voor
een spoedig compromis met de-
Turken.
Dit in aanmerking genomen zijn de
vooruitzichten op een regeling
niet veel beter dan een jaar gele
den, toen president Carter, die
toen pas zijn ambt had aanvaard,
de ervaren staatsman Clark Clif
ford naar Cyprus stuurde om te
zien hoe de zaken er daar voor
stonden. Veel hangt af van de
vraag of in de komende maanden
het Congres ertoe kan worden
gebracht te begrijpen dat de
Turkse voorstellen royaal genoeg
zijn en in te stemmen met de
wens van Carter om het wapen
embargo tegen Turkije op te hef
fen.
De Grieks-Cyprioten, die nog veel
vertrouwen hebben in de Grieks-
Amerikaanse pressiegroep, zul
len trachten aan te tonen, dat het
feit alleen al, dat de Turken heb
ben geweigerd gedetailleerde
voorstellen te doen een teken is,
dat hun houding nog even onver
draagzaam is als vroeger. Zij zul
len proberen te laten zien, dat
Bulent Ecevit, de Turkse pre
mier, ondanks zijn progressieve
antecedenten niet werkelijk
geïnteresseerd is in een eerlijke
regeling van de kwestie-Cyprus,
maar alleen in Amerikaanse wa
pens.
Wanneer zij deze strijd echter ver
kiezen zullen de Grieks-Cyprio
ten, als-het rumoer wat bedaard
is, misschien ertoe gebracht
kunnen worden elk behoorlijk
voorstel te accepteren. Als een
van de kleine concessies zouden
de Turken er misschien de Griek
se zomertijd kunnen aannemen.
Maar zij hebben goed duidelijk
gemaakt dat zij de klok niet vier
jaar willen terugzetten.
Observer-dienst
Bij de weekbladen is dit keer De
Tijd de absolute koploper. De
meer gevestigde periodieken
mogen deze betrekkelijke
nieuwkomer toch wel in de gaten
houden, want er wordt met veel
inzet naar oorspronkelijk werk
gestreefd. Klapstuk is een veel
luik rond de „columnisten". Een
klaterend interview met Jan
Blokker, die driemaal per week
De Volkskrant nog leesbaarder
maakt dan ze toch al is. Daarnaast
karakteristieken van zes ande
ren, onder wie onze eigen Nico
Scheepmaker. Drie ervan schrij
ven in het concurrerende Vrij
Nederland. Zo'n Tijd toch, is dat
nou journalistiek altruïsme?
Blokker ("ik heb nog steeds de
persoonlijke ambitie dat stukje te
schrijven waar een ander zijn bek
bij aflikt") wil het nog al eens over
de "zachte sector" hebben, het al
ternatieve kruidentuintje, waar
doctorandussen in de gedrags
wetenschappen en sociale wer
kers vleugeltjes aan de miertjes
praten: "rationeel denken, de
dingen eenvoudig optellen, is er
tegenwoordig niet meer bij. Ge
woon zoals vroeger de wekker
van je moeders nachtkastje pik
ken om hem uit elkaar te halen,
dat zie je niet meer. Het is alle
maal alphagezeur, humanitas"
Rob Vermaas praat met Evert Jan
Harmsen, ooit de kroonprins van
boer Koekoek, nu eigenaar
een campingbedrijf en wethou
dervan Apeldoorn voor "Binding
Rechts", een taaie groepering van
zeer rechts met zeer trouwe
enclaves in een volgens Harmsen
conceptie vooral door seks en
drugs bezeten wereld. Heel
rechts, maar niet "ultra" vindt hij
zichzelf, en daaronder verstaat hij
"een zo groot mogelijke vrijheid
voor de burger en particuliere
bedrijfsleven. De overheid moet
alleen het hoognodige doen".
"Maar in Nederland staat iedereen
zo met zijn oordeel klaar. Ik vind
in het algemeen dat wij ons teveel
met het buitenland bemoeien. En
dan met name de landen die niet
links georiënteerd zijn". Ook in
De Tijd een aardig dagboek van
de Groningse bisschop Möller
met een bespiegeling over de
kruiswoordpuzzel.
Een lange reportage over het oor
logssyndroom van de Nederlan
ders die in de oorlog fout zijn ge
weest; indringend en verbijste
rend, de dunne streep die verzet
van collaboratie scheidt. Profes
sor Bastiaanse (Centrum 40-45):
"die mensen kun je vergelijken
met autistische kinderen. Ze
wrokken en zitten er mee". HJA
Hofland attendeert er in zijn al
tijd zeer lezenswaardige column
op dat er aan de campagne die er
langzamerhand mondiaal tegen
president Carter wordt gevoerd
nogal wat uiterst bedenkelijke
kanten zitten. Vooral de NAVO-
lobby maakt een actieve indruk.
Carters godsdienstige betrok
kenheid wordt belachelijk ge
maakt. En waarom eigenlijk,
Luns zelf is toch ook zo gelovig?
Zonder dat Hofland het met na
me noemt, mag best worden ge
signaleerd dat het militair-indus
trieel complex zelf Carter als
schietschijf lijkt te hebben opge
hangen.
hervormd
nederland
Hervormd Nederland staat stil bij
een column van mr. Koos Reuge-
brink in het Leidsch Dagblad
over de bede in de Troonrede.
(Als Reugebrink nog ietsje meer
de pen of de schrijfmachine gaat
voeren, komt hy ook misschien
nog wel eens in De Tijd!). Voorts
in HN een stuk contra de plannen
van Buikhuizen om biologische
factoren te onderzoeken, die
misdadig gedrag kunnen bevor
deren. Schrijver is Louis Nouws
van de stichting Biowetenschap-
pen en maatschappij in Leiden.
Aandacht verdient ook een
prachtig stuk van Heinrich Boll
over Israël.
Prins Bernhard op het omslag en
binnenin. Een Lagendijk-enquê
te constateert dat hij nog altijd
heel populair is, ondanks Lock
heed en Donner. Wat aan de en
quête ontbreekt is vergelijkend
cijfermateriaal van voor de affai
re. Maar dat komt, omdat toen bij
polls naar populariteit van be
kende Nederlanders immer le
den van het vorstenhuis buiten
beschouwing bleven. Dat is
voorbij. Zo schrijdt de ontmy
thologisering voort. Het inter
view met prins Bernhard in EM is
van een slaapverwekkende, kool,
geit en pandaberen sparende
braafheid. EM brengt een heel le
zenswaardige round-up van de
bezetting van de Grofsmederij in
Zoeterwoude. Ex-directeur
Schut, volgens menig bezetter
het vleesgeworden kwaad, blijkt
een zinnig mens die zich zeer ge
krenkt voelt door de op zijn per
soon gerichte acties. Hij is alweer
aan het solliciteren, meldt EM,
dat ook vindt dat de mensen van
de Grof onvoldoende door had
den dat zij voor het publicitaire
karretje van de Industriebonden
werden gespannen en daarmee
de ondergang van de Grof ver
haastten. Je kan EM overigens
best lezen zonder altijd Gulf te
tanken.
kwestie van de toenmalige
hoogleraar psychologie Jaspars,
die de Indonesische veiligheids
dienst zou hebben geholpen met
een vragenformulier om de
communistische gesteldheid van
delinquenten te meten. Het Gro
ningse universiteitsblad dat de
zaak aan de orde stelde, is vol
gens Van Meurs wat al te hard
van stapel gelopen. Jaspars en
zijn wetenschappelijke vrienden
in Indonesië zijn door hun tactie
ken in staat geweest om goed
willende technocraten van de
militaire machtshebbers af te
schermen. Jan Rogier vervolgt
zijn kritiek op de geschiedkundi
ge aanpak van dr. De Jong in zyn
levenswerk over Nederland in de
Tweede Wereldoorlog. En J.B.
Charles gispt het vooringenomen
strafbeleid van de Leidse kanton
rechter. Hy doet dat aan de hand
van de rechtzaakverslagen in het
Leidsch Dagblad. Sommige
kranten worden zo vaak geci
teerd, je zou bijna gaan denken
dat ze een weekblad overbodig
maken.
pagina Cru ij ff (met
vs) degelijk spit-
Rudie van Meurs in de