Blik in de weekbladen WAAROM DE SINAASAPPELS NOG BITTER ELSEVIERS VRIJDAG 5 MEI 197 PAGINA 29 Een laat "in memoriam" maar ik kan het niet laten. Er stond de zer dagen in alle kranten, dat "De Bond zonder Naam" 40 jaar bestond, met een paai woorden over de oprichter Henri de Greeve. Hij had die bond opgericht met zijn "Lichtbaken", een KRO-uit- zending, elke zaterdag. Plotse ling van de ene week op de an dere was hij weg van dat Licht baken. Er werd geen reden voor opgegeven. Er kwam ge woon een andere onbekende Montfoortaan, pater Loop. Van wie al gauw gezegd werd. "Loop, hou je mond voortaan". Het lag niet aan die man. Die deed zijn best. Maar Henri de GreeVe was niet op te volgen. Hij was volstrekt uniek. Je kon zeggen dat heel Nederland luisterde. Niet alleen in de huiskamers, heus niet alleen katholieken. In de kroegen zei de kastelein wanneer het zover was tegen de kaarters en bil jarters: "Mannen kan 't effe wat zachies?" Het was ook altijd de moeite waard. Die merkwaar dige, donkere, doordringende stem. Ik zat toen op het groot seminarie en kreeg het klaar dat alle studenten even moes ten luisteren. Het liep tegen de oorlog en God bewaar me zoals hij tegen die Duitsers te keer ging. Hoe hij de joden in be scherming nam, letterlijk: "smerige cultuurvervalsers grijp mij, maar laat hen gaan". Hij heeft dan ook gevangen ge zeten. En in die tijd maakte hij "'t Vierde Beest". Een geschie denis apart. Het was een unieke man in elk opzicht. De eerste keer dat ik hem hoorde was bij een lijdensmeditatie in de Parkstraat, in Den Haag, maandagmiddag om drie uur, hij wél, de ongelukkigste dag en het meest dwaze uur, toe gangsprijs een gulden, - de De ken was ook niet gek - en de kerk was bomvol, een uur van tevoren. Na de oorlog bood hij zich aan om "iets" te doen. "Wat kun jij?" vroegen ze. "Ik rijd auto als geen ander". Hij kreeg een soldatenpak aan, en een vrachtwagen om kleren te halen uit het noorden voor het verpauperde westen. Ik was toen, in opdracht van mgr. Lemmes, met plm. 800 zuid- Limburgers in Groningen en ingekwartierd bij een katho lieke textielfabrikant A. Schmidt. Met wagens vol ver trok hij weer. Hij vroeg me toen of ik hem wilde helpen, voor goed. Het werd me verboden. Na de oorlog ging hij door met zijn Lichtbaken. Hij was het "gezicht" van de KRO. Dat wist in die dagen ook heus wel iede reen, van de portier tot prof Kors (destijds KRO-voorzitter, red.). In zijn uitzendingen was v hij orthodox katholiek. Maarde gloed en diepe bewogenheid waarmee hij zijn teksten bracht, ontgingen niemand. Ook sociale en politieke pro-, blemen lieten hem niet onbe roerd. De communisten waren fel op hem gebeten. En nu kom ik aan dat dwaze domme ver haal. Een paar jaar, vooral vlak voor zijn dood was ik bevriend met mgr. Huibers. (bisschop van Haarlem, red) Hij wou op de hoogte blijven zei hij altijd en vroeg me van alles. Zo heb ben we veel gepraat over o. a. G-3 en over DIT is leven. Hij hield alles zorgvuldig bij. Ook De Greeve was een grote vriend van hem. Toen gebeurde het dat communisten brieven van De Greeve gingen onder scheppen. De Greeve had n. 1. een vriendin. Hij wist dat maanden te ontkennen. Toen kreeg mrg. Huibers op een dag een echte brief van De Greeve aan die vriendin toegestuurd. Als mgr. Huibers niet zorgde dat De Greeve vanaf a. s. zater dag een spreekverbod kreeg bij de KRO dan zouden die com munisten een fotokopie van die brief op de voorpagina van De Waarheid afdrukken. Dat was een netelig geval. De Greeve werd bij mgr. Huibers geroe pen en bekende. Voor de lezer van nü wat onbegrijpelijk, maar De Greeve stortte in. Zelfs lichamelijk. Wekenlang lag hij ziek in Haarlem, in het St. Johannes de Deo-zieken- huis. Eén keer ben ik hem op gaan zoeken. Ik kreeg niets te horen van hem dan "God. m'n lieve God". De KRO verbrak elk contact. Voorgoed. De Greeve kreeg gastvrijheid bij de paters Montfortanen in Berg en Dal, zij bouwden later een huisje voor hem in hun tuin. De relatie van De Greeve met die vriendin ging in rook op. Van haar weet niemand meer iets Het Lichtbaken was er niet meer. Niemand kreeg enige in formatie. Met Jan Derks, toen malig hoofdredacteur van De Tijd, ben ik naar kardinaal de Jong geweest. Tevergeefs: "Hij kon ons geen inlichtingen ge ven". Allerlei geruchten deden de ronde. Hij was uit de orde van de Jezuïeten getreden, dit was zijn straf, werd er gezegd. Anderen dachten dat politici op het verbod aangedrongen hadden. De dolste verhalen. Maar de Greeve was zijn Licht baken kwijt. De KRO moest het zonder hem doen. Zij heeft het geweten. Het is allemaal allang geleden. De Greeve is dood. Zijn "Bond zonder Naam" is geen schim meer van wat hij onder zijn leiding was. De Greeve was een solist. Hij, de rusteloze, begon een actie voor "Noodgevallen". Ze kwamen op hem af. Van alle kanten. Het is bekend dat in deze fraaie welvaartsmaatschappij toch nog talloze mensen langs de weg raken, tussen de wal en het schip vallen. Ze wisten De Greeve te vinden. Of hy zocht ze op. Tot aan het einde van zijn, leven vocht hij voor "zijn ar- Door Piet Wesseling Hij had niet veel vrienden. Daar was hij te rusteloos voor. Te veel een solist. Maar het was een man met grote talenten waar miljoenen van geprofi teerd hebben. Niet de KRO heeft hem groot gemaakt. Ja renlang maakte hij de KRO tot een belangrijke omroep waar katholiek Nederland niet bui ten kon. Om dan zo'n armzalige paar minuten zonder inhoud te spenderen aan die Bond zonder Naam en bovendien het schandelijke, smakeloze grapje te lanceren de Zangeres zonder Naam een liedje te laten zingen, is onbegrijpelijk. Daarom dit "eerherstel". Kort nadat de Turks-Cypri sche afvaardiging in We nen bij secretaris-generaal Waldheim van de VN principe-voorstellen had ingediend voor een rege ling van de kwestie-Cy- prus, had een Turks-Cy prische garagehouder in Famagusta het over de mogelijkheid, dat gevluchte Grieks-Cyprio ten zouden terugkeren naar hun woningen in het naburige Varosja, die zij in 1974 bij de Turkse inva sie hadden verlaten. Varosja ligt net buiten de door de Venetianen gebouwde muren van de oude stad Famagusta; soms noemt men het Nieuw-Fa- magusta. Het enige deel van de stad waar werkelijk wat gebeurt is het casino-annex-hotelschool bij de jachthaven. Jonge vrou welijke croupiers uit Duitsland en Engeland houden er pretma kers uit Jordanië plezierig bezig. Buiten staan Turkse soldaten en matrozen in gevechtstenue. Turkse burgers mogen zich niet vestigen in het gebied. De hotels en boetieks werden er volgens een vertrouwelijk rapport van de VN systematisch geplunderd en gesloten, zodat de buurt nu een spookachtig aanzien heeft. Het was altijd duidelijk, dat de Turken dit gebied als ruilobject bij toekomstige handelingen wilden gebruiken. Als de Turken ooit Varosja teruggaven zouden zeker 25.000 Grieks-Cyprioten naar huis kunnen terugkeren. De Turken hebben dit vorig jaar ok tober en onlangs opnieuw voor gesteld, samen met een aanbod troepen terug te trekken van zes punten langs de bestandslijn. Turks-Cyprioten beschouwen dit als een grote concessie. De Grieks-Cyprioten vinden Varosja weliswaar belangrijk, maar toch niet genoeg om de hele rest van het gebied, dat zij verloren heb ben op te geven. Verlamd De garagehouder heet Feuzi Cunu- va. Hij is een breedgeschouderde man, even in de dertig, met blau we ogen en een mooie baard. Hij zit achter zijn bureau, in een ka mertje waar de wanden volhan gen met pin up-girls. Hij zegt niet speciaal de verdeling van het ei land te willen, hij wilde niet dat Noord-Cyprus een deel van Tur kije zou worden. Hij wilde wel een onafhankelijk Cyprus, een federatie van twee gebieden waarbij de veiligheid van zijn gemeenschap door Ankara zou worden gegarandeerd. Veilig heid is het voornaamste. Hij en zijn vrienden vertrouwen de Grieken en hun beloften niet. Terwijl hij spreekt, rolt hij met zijn rolstoel, waar hij al acht jaar in gekluisterd zit sinds een Griekse officier van het vasteland hem verwondde met een kogel in zijn ruggegraat, waardoor zijn onder lijf verlamd raakte. Op een zomeravond van 1970 liepen hij en twee vrienden van hun dorp naar Varosja toen zij stuit ten op een geheim trainingskamp van de Grieks-Cyprische Natio nale Garde. Zij werden beschul digd van spionage en afgeran seld, terwijl de mannen, die hen gevangen hadden genomen, wil den weten tot welke geheime or ganisatie zij behoorden. Tenslot te zette een officier zijn pistool tegen Feuzi's schouderblad en zei, dat dit voor hem de laatste kans was om te praten. „Ik zei hem dat ik van niets wist." Wilde hij dan dat ik leugens vertel de? „Toen schoot hij." De wreedheden die het Turkse le ger in 1974 beging tegen de Grieks-Cyprische bevolking zijn bekend en goed gedocumen teerd. Maar de Turks-Cyprioten verklaren die wreedheden en hun voortdurende eis, dat de veilig heid zal worden gehandhaafd, uit veertien jaar van nu en dan on derbroken oorlogvoering na de eerste ernstige ongeregeldheden tussen beide bevolkingsgroepen in 1963. Museum De Turken geven niet bepaald te kenen dat zij het verleden willen vergeten. Er is bijvoorbeeld het ^Museum van barbaarsheden" in een onopvallende kleine bunga low in de voorstad Ormafita in het Turkse deel van Nicosia. In deze bungalow werden op de avond voor kerstmis 1963 een moeder met haar drie kleine kin deren, het gezin van een Turkse officier, gedood door terroristen van de EOKA. Men vond hun stoffelijke overschotten in het bad, doorzeefd met kogels uit een machinegeweer. De huishoud ster sloot zichzelf op in de WC. De Grieken schoten door de deur en er liggen nog steeds stukjes van haar tanden en haar op de grond, zoals een gids uiteenzette. Er zijn foto's van de gedode kinderen in het bad en vlekken op de muren, die van hun hersenen afkom stig zouden zijn. Bij Feuzi, de garagehouder, is een vriend, een knappe jongeman met krullend haar en een mooi gebit. Hij is onlangs terugge keerd uit Londen. Hij vond dat hij het sociale leven daar niet kon combineren met zijn studie. In Londen, zo zegt hij, had hij ver schillende Grieks-Cyprische vrienden. „In Engeland kunnen wij het best met elkaar vinden, maar hier op Cyprus niet." De Turks-Cyprioten bezetten thans bijna 36 procent van het eiland. Zij hebben hun eigen geld, hun eigen presidenten ook hun eigen tijd. „Denk er aan, het is bij ons een uur later", zei een ambtenaar Mü.,. Kinderen in een vluchtelingenkamp bij Nicosia. Sommigen weten zich niet eens de plaats n waar zij geboren zijn. van de Turkse Federale Staat Cy prus over een van de weinige tele foonlijnen, die er nog over zijn tussen Grieks en Turks Nicosia. Nicosia is waarschijnlijk de enige stad met verschillende tijden en met een post van de Verenigde Naties aan het einde van de ren baan. Beide partijen beschouwen de ha vens en vliegvelden van de ander als illigale toegangen van het land. Op een avond werden twee ver schrikte jonge Westduitse lifters, die van Ankara naar de splinter nieuwe luchthaven Ercan ten noordoosten van Nicosia komen vliegen, door de Grieks- Cyprische politie bij het contro lepunt Ledra, teruggestuurd naar de Turkse zone. „In Turkije zei den zij, dat wij overal heen kon den gaan als wij op Ercan land den", aldus een van de Duitsers. „Ja, dat zeggen ze altijd" ant woordde een politieman wat droefgeestig. Tweede probleem Cyprus is het „tweede probleem van het Midden-Oosten", dat meestal wordt overschaduwd door het conflict tussen Israël en de Arabieren en door de wonden die de Libanezen elkaar hebben toeeebracht in de burgeroorlog. Toch veroorzaakt het probleem Cyprus meer spanning dan het eigenlijk waard is. Het Ameri kaanse ministerie van defensie maakt zich zorgen over de ver zwakking van de zuidflank van de NAVO als gevolg van het ge schil tussen Griekenland en Tur kije over het eiland, en ook over- de grenzen in de Egeische Zee Voor de Verenigde Naties blijft Cy prus een dure operatie om de vrede te bewaren, en dat in een tijd dat de organisatie het hoofd maar net boven water kan hou den. En op de achtergrond zijn er altijd' de Russen, die er bepaald geen belang bij hebben dat NA- VO-leden hun onderlinge ge schillen verzoenen. Als vooruitgang iets meer te bete kenen heeft dan een wapenstil stand, die zich ontwikkelt tot een soort van vreedzaam samenleven dan zijn de belangrijkste aspec ten van het vraagstuk die, welke betrekking hebben op grondwet telijke kwesties. Beide partijen zijn het erover eens dat er een soort van federaal bestel moet komen. Maar de Grieken willen een sterke centrale regering, die zij, omdat zij nu eenmaal de meerderheid vormen, zouden beheersen. De Turken willen daarentegen een zwakke centrale regering waarbij dan elke zóne voor het grootste deel van zijn ei gen zaken zou zorgen. Ondanks het feit dat de Turken maar twin tig procent van de bevolking uitmaken, willen zij evenveel te zeggen hebben als de Grieken. ^Er zijn leugens, vervloekte leu gens en statistieken" zei de 19de Britse staatsman Disrae li, een van de eersten die zich het strategische belang van Cyprus realiseerde. In 1878 wist hij Cy prus van Turkije voor Engeland- te bemachtigen. Daarmee begon een hoofdstuk in de Britse koloniale geschiedenis, dat eindigde met het aanwakke ren van strijd tussen de gemeen schappen op Cyprus doordat de Engelsen Turken recruteerden in hun strijd tegen de EOKA die vereniging met Griekenland na streefde. Toen werd de basis ge legd voor een verdeling van het eiland. Vluchtelingen Los van de grondwettelijke aspec ten is er een ander, nog branderi- der probleem, dat elke Grieks- Cyprische regering tot haar eigen schade verwaarloost namelijk de ellende waarin de Grieks-Cypri sche vluchtelingen uit het noor den verkeren. Maar niemand, en het minst van al de Grieken en de Turken, is het eens met de statis tieken (zie Disraeli). Direct na de Turkse invasie - of vre desoperatie zoals de Turken het noemen - waren er ongeveer 200.000 Grieks-Cyprische vluch telingen. Sindsdien is dit aantal gedaald door emigratie. Volgens de Grieks-Cyprioten zelf zijn er nu 162.000. Zelfs een voorzichtige schatting stelt hun aantal op 120.000. Hiervan zitten er nog maar 12.000 in kampen. De ou ders of grootouders van hen wa ren nog boeren. Zij blijven zich nauw verbonden voelen met het land waarvan zij zijn verdreven. Fruitboer Christodoulos Nexphyxdou, vroe ger een rijke fruitboer in het dorp Karavas aan de noordwestkust bij Kyrenia, heeft nu een café in Nicosia, Bacchus genaamd. Het is een café-in-ballingschap voor mensen uit Karavas. Oude man nen zitten aan de tafels met groen laken te kaarten; tieners doen kunststukjes op het biljard. Het voedsel is er goedkoop en goed. Bijna iedereen heeft nu een dak bo ven het hoofd en is er beter aan toe dan toen hij of zij nog in een tent of primitief onderkomen moest wonen. De meeste jonge mannen hebben baantjes; er is vrijwel geen werkeloosheid dankzij de behoorlijk ontwikke,- de economie van Cyprus. Maa- toch praat iedereen over naai huis gaan. Nexphyxdou zag zijn citrusbomen voor het laatst op 28 juli 1974, toen hij terugging om ze water te geven tijdens een bestand, voor dat de besprekingen over Cyprus te Genève op niets uitliepen en het Turkse leger onverdroten zijn opmars naar het zuiden voortzet te. Hij en zijn gezin - hij heeft acht kinderen - zochten op de eerste dag van de invasie hun toevlucht onder een brug over een droge ri vierbedding. om te schuilen voor de bommen en granaten. Hun bu ren waren in hun huizen geble ven en vonden allen de dood. Een paar weken geleden zag ik hoe citrusfruit op vrachtauto's werd geladen, om naar de haven van Famagusta te worden gebracht. Dicht bij de plek waar hij een ho tel wilde bouwen is een open luchtmuseum ter herinnering aan de Turkse landing op het- Vijfmijlenstrand. Vermoedelijk is het doel van deze tentoonstelling, die druk wordt bezocht door toeristen van het Turkse vasteland (op 70 kilome ter afstand) om aan te tonen, dat de Grieks-Cyprioten tot de tan den toe waren gewapend en dat een aantal NAVO-divisies daar aandacht aan had moeten beste den. Maar met de onvermijdelij ke overdrijving van militairen kon men in dit museum te mid den van de stenguns ook een ou de'luchtbuks in de vitrines zien liggen. Nog naargeestiger voor de Grieks- Cyprische vluchtelingen dan hun heimwee is de ongerustheid van verwanten over vermiste perso nen. Een jonge vrouw beweerde dat haar man, een militair, in haar dromen tot haar spreekt en zegt: „Je hebt vier jaar gewacht, kan je niet nog vier maanden erbij op mij wachten?" De vrouw is ach ter in de twintig, maar ziet er veel ouder uit. Zij heeft een dochtertje van vijfjaar, aan wie zij heeft ge zegd dat haar vader op een goede dag terug zal komen. Geen enkele Cyprische politicus heeft nog de moed gehad in het openbaar te zeggen, wat de meerderheid van hun kiezers is gaan geloven over de vermisten: dat de meesten van hen, zo niet allen, dood zijn. De Turken zeggen dat van slechts veertig personen niet bekend is wat er met hen is gebeurd en dat de overigen zijn vermoord door hun landgenoten tijdens de staatsgreep tegen Makarios die aan de Turkse invasie vooraf ging. Maar er zijn ettelijke voor beelden van mensen, die later vermist werden, doch die enkele weken na de definitieve catastro fe nog in leven zijn gezien door vrijgelaten Grieks-Cyprioten. Partijpolitici Aartsbisschop Makarios wist, dat niet al zijn aanhangers naar huis zouden kunnen keren. Hij heeft hier zelfs een keer in het open baar op gezinspeeld. Hij was sterk genoeg om zijn mensen soms onaangenaam voedsel te la ten verorberen. Zijn opvolger, president Spyros Kyprianou, is niet zo zwak als sommige van zijn politieke vijanden beweren, maar men kan niet verwachten dat hij het aureool draagt van de stich ter van onafhankelijk Cyprus. De partijpolitiek speelt een veel grotere rol dan ooit tevoren op Cyprus. En de linkse alliantie van communistische en revolutio nair-socialistische partijen die de minderheidsregering uit de De mocratische Partij van de presi dent steunt, voelt zeker niet voor een spoedig compromis met de- Turken. Dit in aanmerking genomen zijn de vooruitzichten op een regeling niet veel beter dan een jaar gele den, toen president Carter, die toen pas zijn ambt had aanvaard, de ervaren staatsman Clark Clif ford naar Cyprus stuurde om te zien hoe de zaken er daar voor stonden. Veel hangt af van de vraag of in de komende maanden het Congres ertoe kan worden gebracht te begrijpen dat de Turkse voorstellen royaal genoeg zijn en in te stemmen met de wens van Carter om het wapen embargo tegen Turkije op te hef fen. De Grieks-Cyprioten, die nog veel vertrouwen hebben in de Grieks- Amerikaanse pressiegroep, zul len trachten aan te tonen, dat het feit alleen al, dat de Turken heb ben geweigerd gedetailleerde voorstellen te doen een teken is, dat hun houding nog even onver draagzaam is als vroeger. Zij zul len proberen te laten zien, dat Bulent Ecevit, de Turkse pre mier, ondanks zijn progressieve antecedenten niet werkelijk geïnteresseerd is in een eerlijke regeling van de kwestie-Cyprus, maar alleen in Amerikaanse wa pens. Wanneer zij deze strijd echter ver kiezen zullen de Grieks-Cyprio ten, als-het rumoer wat bedaard is, misschien ertoe gebracht kunnen worden elk behoorlijk voorstel te accepteren. Als een van de kleine concessies zouden de Turken er misschien de Griek se zomertijd kunnen aannemen. Maar zij hebben goed duidelijk gemaakt dat zij de klok niet vier jaar willen terugzetten. Observer-dienst Bij de weekbladen is dit keer De Tijd de absolute koploper. De meer gevestigde periodieken mogen deze betrekkelijke nieuwkomer toch wel in de gaten houden, want er wordt met veel inzet naar oorspronkelijk werk gestreefd. Klapstuk is een veel luik rond de „columnisten". Een klaterend interview met Jan Blokker, die driemaal per week De Volkskrant nog leesbaarder maakt dan ze toch al is. Daarnaast karakteristieken van zes ande ren, onder wie onze eigen Nico Scheepmaker. Drie ervan schrij ven in het concurrerende Vrij Nederland. Zo'n Tijd toch, is dat nou journalistiek altruïsme? Blokker ("ik heb nog steeds de persoonlijke ambitie dat stukje te schrijven waar een ander zijn bek bij aflikt") wil het nog al eens over de "zachte sector" hebben, het al ternatieve kruidentuintje, waar doctorandussen in de gedrags wetenschappen en sociale wer kers vleugeltjes aan de miertjes praten: "rationeel denken, de dingen eenvoudig optellen, is er tegenwoordig niet meer bij. Ge woon zoals vroeger de wekker van je moeders nachtkastje pik ken om hem uit elkaar te halen, dat zie je niet meer. Het is alle maal alphagezeur, humanitas" Rob Vermaas praat met Evert Jan Harmsen, ooit de kroonprins van boer Koekoek, nu eigenaar een campingbedrijf en wethou dervan Apeldoorn voor "Binding Rechts", een taaie groepering van zeer rechts met zeer trouwe enclaves in een volgens Harmsen conceptie vooral door seks en drugs bezeten wereld. Heel rechts, maar niet "ultra" vindt hij zichzelf, en daaronder verstaat hij "een zo groot mogelijke vrijheid voor de burger en particuliere bedrijfsleven. De overheid moet alleen het hoognodige doen". "Maar in Nederland staat iedereen zo met zijn oordeel klaar. Ik vind in het algemeen dat wij ons teveel met het buitenland bemoeien. En dan met name de landen die niet links georiënteerd zijn". Ook in De Tijd een aardig dagboek van de Groningse bisschop Möller met een bespiegeling over de kruiswoordpuzzel. Een lange reportage over het oor logssyndroom van de Nederlan ders die in de oorlog fout zijn ge weest; indringend en verbijste rend, de dunne streep die verzet van collaboratie scheidt. Profes sor Bastiaanse (Centrum 40-45): "die mensen kun je vergelijken met autistische kinderen. Ze wrokken en zitten er mee". HJA Hofland attendeert er in zijn al tijd zeer lezenswaardige column op dat er aan de campagne die er langzamerhand mondiaal tegen president Carter wordt gevoerd nogal wat uiterst bedenkelijke kanten zitten. Vooral de NAVO- lobby maakt een actieve indruk. Carters godsdienstige betrok kenheid wordt belachelijk ge maakt. En waarom eigenlijk, Luns zelf is toch ook zo gelovig? Zonder dat Hofland het met na me noemt, mag best worden ge signaleerd dat het militair-indus trieel complex zelf Carter als schietschijf lijkt te hebben opge hangen. hervormd nederland Hervormd Nederland staat stil bij een column van mr. Koos Reuge- brink in het Leidsch Dagblad over de bede in de Troonrede. (Als Reugebrink nog ietsje meer de pen of de schrijfmachine gaat voeren, komt hy ook misschien nog wel eens in De Tijd!). Voorts in HN een stuk contra de plannen van Buikhuizen om biologische factoren te onderzoeken, die misdadig gedrag kunnen bevor deren. Schrijver is Louis Nouws van de stichting Biowetenschap- pen en maatschappij in Leiden. Aandacht verdient ook een prachtig stuk van Heinrich Boll over Israël. Prins Bernhard op het omslag en binnenin. Een Lagendijk-enquê te constateert dat hij nog altijd heel populair is, ondanks Lock heed en Donner. Wat aan de en quête ontbreekt is vergelijkend cijfermateriaal van voor de affai re. Maar dat komt, omdat toen bij polls naar populariteit van be kende Nederlanders immer le den van het vorstenhuis buiten beschouwing bleven. Dat is voorbij. Zo schrijdt de ontmy thologisering voort. Het inter view met prins Bernhard in EM is van een slaapverwekkende, kool, geit en pandaberen sparende braafheid. EM brengt een heel le zenswaardige round-up van de bezetting van de Grofsmederij in Zoeterwoude. Ex-directeur Schut, volgens menig bezetter het vleesgeworden kwaad, blijkt een zinnig mens die zich zeer ge krenkt voelt door de op zijn per soon gerichte acties. Hij is alweer aan het solliciteren, meldt EM, dat ook vindt dat de mensen van de Grof onvoldoende door had den dat zij voor het publicitaire karretje van de Industriebonden werden gespannen en daarmee de ondergang van de Grof ver haastten. Je kan EM overigens best lezen zonder altijd Gulf te tanken. kwestie van de toenmalige hoogleraar psychologie Jaspars, die de Indonesische veiligheids dienst zou hebben geholpen met een vragenformulier om de communistische gesteldheid van delinquenten te meten. Het Gro ningse universiteitsblad dat de zaak aan de orde stelde, is vol gens Van Meurs wat al te hard van stapel gelopen. Jaspars en zijn wetenschappelijke vrienden in Indonesië zijn door hun tactie ken in staat geweest om goed willende technocraten van de militaire machtshebbers af te schermen. Jan Rogier vervolgt zijn kritiek op de geschiedkundi ge aanpak van dr. De Jong in zyn levenswerk over Nederland in de Tweede Wereldoorlog. En J.B. Charles gispt het vooringenomen strafbeleid van de Leidse kanton rechter. Hy doet dat aan de hand van de rechtzaakverslagen in het Leidsch Dagblad. Sommige kranten worden zo vaak geci teerd, je zou bijna gaan denken dat ze een weekblad overbodig maken. pagina Cru ij ff (met vs) degelijk spit- Rudie van Meurs in de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 29