Een stilte voor de galaktische storm... jking 6Z6t Oppervlakkig gesnuffel aan facetten van de fotografie Groot boek over de politie ZATERDAG 29 APRIL 1978 EXTRA PAGINA 29 Het lijkt wat stil geworden aan het science fiction-front. Niets is minder waar, gelukkig (voor de liefhebber)want het is meer een stilte voor de ga laktische storm. Achter de schermen wordt druk ge ploeterd om de horizonten van de gretige massa, die zich liever bekommert om fictieve problemen zo ver mogelijk van huis dan om aardse el lende, te verbreden. De SF gaat het helemaal maken zelfs in Nederland. Huive ringwekkende films in gere nommeerde cinema's lokken duizenden begerige toe schouwers: Star Wars en het recente spektakel in Encoun ters of the third kind (een bijna voortreffelijke UFO- film, al vallen die spichtige "aliens" wat tegen) blijken ongekende kassuccessen. Ook de televisie blijft eindelijk niet achter, wat zéker een buitenaards wonder mag he ten: 99.9 pet. van de vader landers kan thans eenvoudig overschakelen op buiten landse kanalen, die bv. weke lijks het hier ooit weg gehoonde kinderprogramma rond sjaalman Dr. Who (BBC, Engeland) een grenzeloze po pulariteit bezorgen. Met de Duitse TV-SF gaat het nóg veel beter. De Germaanse genegenheid voor het roman tische dat SF zo eigen is, wordt "gründlich" aange pakt. Iedere zaterdagavond (laat, vanwege de on schuldige kinderziel) vertoont de ARD een volledige, meestal befaamde of klassieke SF- speeljilm, in totaal een reeks van ca. 40 films, uitgesmeerd over een heel jaar. Wat heer lijk om na ons eenzijdig praatje met de Minister-Pre sident en het Enge Late Nieuws op Duitsland over te schakelen! Kwart Pas zo'n kwart van de voorge schotelde science fiction is achter de rug (waaronder grootse SF-verfilmingen als van Wells The War of the Worlds, van The Andromeda Strain, van The Omega Man of van de grondige ver woesting van een bordpapie ren Tokio door Godzilla King of the Monster! En dan kun nen we ons geluk niet op, als ons in de loop van het jaar o.m. Barbarella (paren met een robot, weetjewél), The Questor Tapes, The Beast from 20.000 Fathoms, The Time Machine, de geweldige Dr. Strangelove (of: How I learned to stop Worrying and Love the Bomb), Solaris van de opmerkelijke Pool Stanis- lav Lem, en vele andere pracht-SF-films van gespan nen afwachting slapeloze na chten bezorgen. En het gaat door in 1979! Films die bij ons zelfs of zelden of nooit de bioscopen gehaald hebben! Kwast En de Nederlandse TV dan? Nu ja, we hebben die, immer van kapsel veranderende bioni- sche kwast in De Man van Zes Miljoen, naar wiens voor spelbare avonturen enkel nog een zeldzame, uitgeteerde jongeling uitkijkt. Maar deze zomer zullen VARA en TROS (want het stond in de krant) een tweede poging wagen kij kersgunst te verwerven met resp. de (in het buitenland al uitgekauwde) serie Space 1999 en De Man van Atlantis. Wel wel. Toch (mag ik nog even?) is er meer SF in het land dit jaar. Van 9 tot 11 juni is er een grote SF-conventie in Eindhoven (alweer die Brabanders) met boeken, films, activiteiten - voor het eerst heus gesubsi dieerd, door het Rijk, de Pro vincie en een Lampjesfabri kant. Op 6 mei een Perry Rhodan-filmdag in de RAI, Amsterdam. Eind september een SF-conventie in Leuven Eind oktober een meerdaags SF-festival, de Eurocon,waar zelfs A. van Vogt eregast al zijn. En niet te vergeten, voor 1979, gaan we met z'n allen naar het grootste evenement van alle: de Worldcon ("Seacon") in Brighton, Engeland, om top-auteurs als Bob Shaw, Brian Aldiss èn Fritz Leiber aan te gapen. Het kan niet op, die SF-koek. Ter zake nu. Er is inmiddels ook op de boekenmarkt, ook in Nederland weer het één en ander aan (meest vertaalde: helaas, helaas) SF uitgeko men. De ruimte, de galaxis, het heelal puilt weer uit van dagjesmensen en andere buitenissige avonturiers. Bruna blijft hoogst actief (en goedkoop, wat van de meeste concurrerende uitgeverijen niet gezegd kan worden, SF van wat "fantasy"-aard wordt geboden aldaar met De God der Gramschap door een ijzersterk duo, dat ook afzon derlijk al prima werk op zijn conto heeft: Philip K. Dick/Roger Zelazny (Bruna SF nr. 82,1978 f 6.50). Hoewel goed vertaald door Annema- rie Kindt, is de roman (oor spronkelijk titel: Deus Irae) naar mijn beperkte SF-smaak wat te chaotisch en wat te zeer van "literaire klasse" tja, het staat op de achterflap) Het handelt over een half-idiote, half-mechanische kunstenaar die zich voortrept in een door een koe getrokken karretje (kan ik het helpen?), en te ma ken krijgt met een stalen vrouw, een seniele computer, een geniale "autofab" en de gebruikelijke gemuteerde wangedrochten - wel een in trigerend boek voor de gevor derde SF-lezer. Van veel minder (ook "literair") formaat is het tweede, afzon derlijk te lezen deel van een avonturen-SF-trilogie: Van der Stok door Piers Anthony (Bom SF 72, 1976), dat wat laat mijn schrijftafel bereikte - zeker slecht verkocht de laatste twee jaar; zal ik het alsnog aanbevelen? Destijds heb ik genoten van deel 1Sos de Demon, een verhaspelde ti tulatuur die in een dreigende herdruk rechtgezet zal wor den, Sos de Touw, gevolgd nog door het restant: Neq het Zwaard. De benamingen wijzen er al op: er wordt on wijs in geknokt, de hoofdper soon draagt de naam van zijn favoriete wapen, en alles loopt bij verrassing goed af. Iets meer voor beginners en eenvoudige fantasten (als ik zelf eigenlijk). Buiten de tijd Met wisselend plezier, genoegen frustratie, onbegrip heb ik voorts Larry Niven's "Buiten de tijd" (Elsevier, 1977: oor spronkelijke titel: A World out of time) doorgenomen - nee, écht gelezen!, gefrus treerd omdat ik geen bal ver stand heb van wis- en na tuurkundige formules die het de hoofdfiguur mogelijk ma ken per ruimteschip door de tijd te reizen zonder veel ouder te worden. Avonturen en wonderlijke ontmoetingen vergulden de pil, terwijl de reacties en gevoelens van Corbell (dat voortdurende conflict met zijn eigenwijze, sprekende ruimteschip!) aar dig overkomen, evenals de verhulde maatschappij kri tiek. Onbetwiste topper onder de va derlandse uitgeverijen blijft als steeds toch Mexdenhoff,die niet schroomt onbekenden uit te geven. Ik noem alvast (en beveel ze aan!) In de oceaan van de nacht van Gregory Benford (Meulenhoff SF 129, 1978 12.50), dat het contact met "anderlingen" -.interes sante omzetting van "Alien") als thema heeft, en verder van de al even onbekende John Var ley het al even bijzondere werk Rode lijn met Öphiuchi (Meulenhoff SF 128, 1978, 11.50), met een gelijksoortig inventief uitgewerkt gegeven. Of het nu enkel, en opper vlakkig gaat om weer 's een andere "anderling"dan wel subtieler uitgewerkte karak ters van allerhande clonen (een begrip dat inmiddels - al kwam de SF eerder op het idee - wetenschappelijk gemeen goed geworden is) maakt niet uit. De roman boeit van begin tot eind. Amusement Tenslotte vermelding van werk van eigen potaard: Felix Thijssen is weer bezig. In jeugdige en SF-kringen maakte hij destijds naam met zijn spannende, maar steeds i-oorspelbaarder Mark Ste vens-cyclus, waarvan vooral De Echo van de Bazuin met een typisch-Hollands, want God Van Daniken-achtig onderwerp naam maakte. Verder amusement, meer niet Toen verraste hij plots met twee werkelijk uitstekende romans, De Mistral en Em- marg, waarin vooral het uit diepen van de karakters (ta melijk vreemd aan de SF) op viel. Een literair opgaande lijn leek zichtbaar, één ieder blikte verwachtingsvol om hoog,en daarom misschien de teleurstelling van de lezer dat de klimmer het niet gehaald heeft. Zijn Siro's eiland en Siro's planeet blijken weer avonturen- en geheim agent-SF van de oude stem pel, zonder vernieuwingzon der inspiratie. Aanzet tot weer zo'n ellenlange reeks waarschijnlijk, maar misschien moet de schrijver even uitblazen... Kom, Thijssen, SF biedt wel meer mogelijkheden dan vliegende schotels, mezoveld-aandrij- vingen, spectaculaire ont snappingen (nou ja) en op pervlakkig getekende "an derlingen" (Fontein SF, 1977, 12.50)! Ik hou u op de hoogte! ROB VOOREN 'Het Grote Boek Over De Poli- tie'/Geschiedenis Organisa tie Taken Technieken, onder redactie van Hans Erpf/ Ne derlandse bewerking G. E. R. Amelung/Uitgeverij: Schuyt Co N. V. Haarlem. Het ligt met de politie erg een voudig. Of je accepteert haar bestaan en past je aan aan de regels, die zij helpt naleven of je walgt van het aparaat en neemt elke gelegenheid te baat om dwars te liggen. Accepteert men de politie als instrument tot het handhaven c.q. herstellen van de rechts orde, dan zal men ongetwij feld met veel plezier het 'Grote Boek over de Politie' lezen, dat onlangs onder re dactie van Hans Erpf em met medewerking van Peter Sommer, Peter Müller, Jo Wiedmer, Frank Kaschowski en G. J. Toorenaar is versche- Het boek geeft in overzich telijke hoofdstukken indruk ken van de politie en haar strijd tegen de verdovende middelen; de politie en haar plaats in de maatschappij; maar ook over detail-aspec ten van de politie, zoals de 'Geheime Politie' en de ge heime inlichtingendiensten, de spoorwegrecherche en de surveillancedienst. Maar er worden ook zeer intri gerende onderwerpen in dit boek aan de orde gesteld. Dat zijn o.a. de politie in de show-business en literatuur, het misdadigersalbum, de elektrische stoel en Interpol. Ook over politiebemoeienis bij staatsbezoeken, in het verkeer en in internationaal, verband is veel te lezen. De Rijksrecherche, en de Ko ninklijke Marechaussee wor- cen in afzonderlijke sub hoofdstukken behandeld. Zeer lezenswaardig is ook de passage over de "politiestaat" en de ontwikkeling van de an- tropometrie en dactylo scopie. Enige criminele organisaties als de Mafia, Ku-Klux-Klan (be slist crimineel) en geheime genootschappen en triades worden eveneens behandeld. Het onderwerp 'politie en pu bliciteitsmedia',is absoluut onvolledig en kent vele hia ten. Bij een eventuele latere herdruk moet dit onderwerp veel meer aandacht krijgen. Ook over de geschiedenis en de noodzaak tot oprichting van de politie is meer infor matie wenselijk. Bert Koekebakker. Een traditionele samenkomst van amateur-fotografen in Japan Foto van Mare Ribout De fotografie als middel van expressie, als communica tiemiddel ('van begin af aan een grote verwantschap met de schilderkunst') en de we tenschappelijke en documen taire fotografie. We worden iedere dag met voorbeelden van deze aspecten van de fo tografie geconfronteerd zon der dat we er lang bij blijven stilstaan. In hun inleiding van hun werkje 'Fotograferen geven de drie auteurs, Mar garet Murray, Jo Spencer en Richard Greenhill al terecht aan dat er nog een waas van geheimzinnigheid rond de techniek en de praktijk van het fotograferen hangt. En dat terwijl het maken van foto's een volkskunst is geworden die zich nog meer dan de schilderkunst over de hele wereld heeft verspreid. In hun boekje proberen de drie fotografen op een zo een voudig mogelijke manier in te gaan op de techniek en de praktijk van de fotografie in een bestek van minder dan 100 pagina's. Op zich een vre selijke opdracht die de drie zich gesteld hebben, om een complex onderwerp als de fo tografie aan te pakken en duidelijk proberen te maken in dit werkje. Toch hebben zij de diversiteit aan onderwerpen in de fot- grafie, zoals vakantiekiekjes van een familie, trouwfoto's, portretten, reclamefoto's en persfoto's van een veelal mi nieme uitleg weten te voor- Interessanter is echter de zoge naamde alternatieve foto grafie, omdat daar nog niet zo veel over geschreven is, dan( over de andere zaken die in de boekjes aan de orde komen en in de standaardwerken voor de fotografie ook duidelijk beter zijn. De alternatieve fo tografie is een minder be kende fotografische moge lijkheid die in 'Fotograferen' aan de orde komt. Zo vormt de sociale documentatie een van deze facetten, die meestal door fotografen wordt ge bracht die vaak betrokken zijn bij de sociale problemen die ze registreren. Het inte greren van fotografie bij het onderwijs is een van de mo gelijkheden tot alternatieve benadering. Technische vaardigheid en het inzicht dat op jonge leeftijd verkregen wordt door het op nemen en vertalen van foto's kan er volgens velen toe bij- dragen dat kinderen zich kri tischer tegenover de door de media verspreide waarden gaan opstellen. Meteen direct oordeel hierover en over an dere zaken houden Murray, Spencer en Greenhill zich op de vlakte. Ze stippen het al leen aan en laten de menings vorming (misschien wel te recht) aan de lezer over. Nog andere benaderingen die in 'Fotograferen' onder an dere naar voren komen is de documentatie van Philip Jo nes Griffith met zijn foto's over de oorlog in Vietnam en de leden van 'Hackney Flas hers Collective' (hoofdzake lijk vrouwen), die het sociale leven van de vrouwen een uitdrukking willen geven. Hoofdstukken als deze worden vrij abrupt afgebroken en af gewisseld door een oersim- pele technische uiteenzetting van hoe bijvoorbeeld te han delen met de belichting. Zo wordt het fotografische pro ces met tekeningen over twee pagina's uitgelegd, de camera wordt bekeken, lenzen ko men in twee kolommen aan de orde, het fotograferen zelf, enzovoorts, enzovoorts. Op zich een heleboel onder werpen in een dun boekje die veelbelovend zijn. Maar daar blijft het dan ook bij want door de verschillende hoofd stukken komt de lezer niet verder dan een oppervlakkig gesnuffel aan wezenlijke fa cetten van de fotografie. Voor leken zal het wel allemaal iets duidelijker worden, maar zij blijven toch aangewezen op boeken waarin de technieken veel breder uit de doeken worden gedaan. De drie auteurs hebben zeker niet de pretentie gehad nu een alles verklarend boek over de fotografie te schrijven maar meer om aan te tonen dat fo tograferen meer kan (en moet) zijn dan het maken van kiekjes alleen. Zij zijn er slechts sporadisch in ge slaagd de fotografie in ver band te brengen met onder meer maatschappelijke ont wikkelingen, met persoon lijke uitdrukkingsvormen en met de kunst, omdat de tekst eenvoudigweg te beperkt is. Ook de praktische informatie (doka-bezigheden, flitsen, camera's) blijft in het opper vlakkige steken. Uit de ma nier van schrijven en de ex plicatie, blijkt duidelijk dat de auteurs tot meer in staat zijn dan een beknopte weer gave van het fotograferen. Hierbij moet worden aange tekend dat het juist de bedoe ling van de uitgave (Compact boeken) is om in een kort ver slag informatie te leveren voor alledag en op elk gebied. Dit neemt niet weg dat ik een dikker boek van Murray, Spencer en Greenhill met goede verwachtingen tege moet zie. 'Fotograferen'; voor de prijs hoeft de liefhebber van de fotografie het zeker niet te laten, omdat er toch een andere kijk op het vak (of de hobby) geleverd wordt. 'Fotograferen': Uitgave Het Spectrum/Utrecht/Antwer- pen. Geschreven door Mar garet Murray. Serie Com- pact-boeken. 96 pagina's met talrijke zwart-wit en kleuren foto's. Charles Lcnnartz. De stelling, dat aan „het rijke, roomse leven" in ons land door het Tweede Vaticaans Concilie een einde is gemaakt, is onhoudbaar. De ontkerkelijking was nl. in de dertiger jaren al ingezet. De roomse zuil begon in die crisisjaren al barsten (benadrukken van per soonlijke verantwoordelijkheid, oecumene) te verto nen. De werkloosheid, de stag nerende emancipatie van de katholiek, de opkomst van ul tra- rechtse politieke partijen als de NSB en het verzet van de katholieke jongeren in „De Gemeenschap" tegen Kerk en Rooms Katholieke Staats Partij waren hieraan o.a. de bet. Het is daarom niet ver wonderlijk dat de dezer da gen gepromoveerde dr. P.M. Luykx in zijn prettig leesbare en meer dan interessante dis sertatie „Actie Voor God" tot de conclusie komt dat de af brokkeling van de R.K. Kerk in Nederland al vóór de oor log is begonnen. Reactie In zijn boek beschrijft de auteur de reactie van een aantal hoge geestelijken op de moderne crisisverschijnselen. Zij wil den daartegen een front vor men en startten in 1936 de „Actie Voor God" met het voor katholieken van vóór de oorlog bekende adres: Post bus 2 Heemstede. Aanleiding tot de oprichting was een toespraak van presi dent Roosevelt, waarin hij op riep tot interconfessionele samenwerking tegen de drei ging van ongeloof en ongods dienstigheid. Het Bossche Bisdomblad „De Sint Jans- klokken" verbond daar aan de suggestie een comité van „de besten" onder de Neder landse katholieken te vormen „tot verdediging van het ge loof, tot bestrijding der heidendompropaganda". De suggestie werd overgenomen en „de besten" - uitsluitend hoge geestelijken - kwamen bij elkaar. Vandaar de onder titel van het boek: „Een ka tholieke elite in het of fensief'. ..Eenheid" werd het parool; de actie werd het middel. Een voor die tijd ongekende pu bliciteitscampagne bege leidde de actie: een miljoen boeken en brochures. 20 mil joen strooibiljetten, half mil joen prentjes, platen en sluitzegels, neonkruisen op de kerken, huis- aan- huis bladen, drukwerkautomaten en vele radiouitzendingen. De actie was voornamelijk ge richt tegen de „vijand" van buiten: het communisme, het nationaal-socialisme (overi gens in veel mindere mate, want men ageerde alleen voor zover het naziactiviteiten be trof tegen de katholieke kerk), de Neo Malthusiaanse Bond NMB (voor geboorte beperking) en het Nederlands wetenschappelijk humanitair komitee (verspreiding van kennis over de homosexuali- teit). Met name de eenheid van „wij. roomsen" kreeg de nodige aandacht. Aangespoord werd tot het „reizen in katholiek verband". In het reizen schuilden naar de mening van de heren grote gevaren, om dat men tijdens het reizen wat losser wordt! Het reizen met een neutraal gezelschap was zonder meer een „gevaarlijke gelegenheid" en een katho liek hoorde daar niet thuis. De reden: (het is) vooral het ontzettend gevaar voor een gemengde verkeering en een gemengd huwelijk dat hem van dit gezelschap verwijderd moet houden". Vandaar het gebed tijdens de H. Mis 's zondags: opdat ge mengde verkeeringen en ge mengde huwelijken worden voorkomen", een gebed dat in het Haarlemse bisdom al ja ren werd gebeden. Zesde gebod De •est nadrukkelijke aan dacht kregen natuurlijk het zesde gebod („Gij zult geen onkuischheid doen") en het negende gebod („Gij zult geen onkuischheid begee- ren"). De toenemende deel name aan bad- en strandle ven zat de heren dwars. „Zijn ook de katholieken het juiste spoor bijster geraakt?". Eerst waren het „kennissen (die) het niet zoo erg vopden", ge- De "geraffineerde" badpakjes waren in de bisdommen voorwer pen van aanhoudende zorg volgd door „een aantal breeddenkende katholieken" en ten lange leste zelfs „goede katholieken"! De „geraf fineerde badpakjes" en de „bijna-naaktloperij" waren houdende zorg. Fabrikanten van zedeloos geachte kledingstukken stonden bloot aan een „ab solute boycot door alle ka tholieken". De strijd tegen de geboortebeperking werd voornamelijk gestreden door de Bond voor grote gezinnen. Gesproken werd over „de macht van het gummikapi taal" en overgodvergeten, en gemeenlijk niet best gere nommeerde dokters" die „bij gebrek aan fatsoenlijke clientèle, hun handlangers- diensten aan de NMB ver- leenen". Over homosexuali- teit werd in termen gespro ken van „onbeschaamd", „schunnig" en „weerzin wekkend". Het actiecomité is in zijn poging eigen groep bijeen te hou der erker gelijk uit te breiden en tej lijk alles wat die doeleinde gevaar zou kunnen brengen af te weren en te bestrijden, lliet <>t nauwelijks kunnen slagen. Het proi meer te stoppen. De oorlog stond voor de deur. In 1941 werd de actie door de Duitsers verboden. Na de oorlog kwam er een fusie met de Katholieke Actie, die de persoonlijke vorming van de katholiek voorstond. De acties pasten niet bij elkaar gingen na een poos ieder huns weegs. In 1954 kwa mede door toedoen Mandement? - een herleving 1 de« de t de jaarlijkse vastenactie. Daarna bestond de Actie „Voor God" eigenlijk niet meer, maar ze „overleed" pas officieel in 1973, na eerst de publiciteit van het Pastoraal Concilie nog verzorgd te hebben THEO KROON „Di „Voor God" 1936- 1941". P. Luykx. Katholii Documentatie Centrum f 45.-.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 29