Gaat Bali langzaam kapot aan de toerist? Indonesië: de zon en de zorgen (2) nmiiü ZATERDAG 22 APRIL 1978 PAGINA 31 De belangen willen nog wel eens dramatisch uiteenlopen op Bali. In de regentijd moet het ook regenen vinden de dorpelingen. Zij houden be zorgd hun sawah's in de ga ten. Blijft het toch droog, dan roepen zij de regenmaker. Een wijs en eerbiedwaardig man die op goede voet staat, met boven, waar de goden le ven en alles tot voleinding- komt. De regenmaker bidt en smeekt. Als hij wordt ver hoord zijn de dorpelingen vol vrome uitgelatenheid. De re genmaker mag op een grote beloning rekenen. Maar terwijl de sawah's van Bali naar regen snakken, willen de alsmaar grotere hotels het gaarne droog houden. Van avond vindt vóór het terras van de Fisherman's Cabin voor alle roodverbrande cruise-gangers achter hun big bamboo gezeten een Bali nees dansfestijn plaats. Dan is regen lastig, slordig en in strijd met kleurenplaatjes uit de folder. Dus roept de hotel leiding eveneens een wijs en eerbiedwaardig man, de re- genstópper. Ook hij trekt zich in de beslotenheid van één van de talrijke tempeltjes te rug en bidt en smeekt. Omdat het hiermee één tegenover één geldt, bestaat aan beide zijden de neiging om meer vrome lieden in het veld te brengen. Verstandig is om de tegenpartij tenminste één bidder voor te blijven, dan - zo is de heersende leer-win je het altijd. En omdat Bali Hyatt en Kartika Plaza Bali Beach meer rupiah's te ver delen hebben dan die zwoegende tani tot in zijn knieën in de modder, zou de hotellerie het altijd moeten winnen. Het is mogelijk, maar toen ik er was regende het in elk geval. De grote vraag met het lange antwoord: is Bali bezig lang zaamaan kapot te gaan aan het toerisme of bestaan er lis tige sawahdijkjes om de steeds meer aanzwellende stroom globetrotters van va der Neckermann in goede ba nen te leiden? Efficiency Om Bali hangt iets van soepele efficiency. Je kunt er vanuit Jakarta een keer of tien per dag naar toe. De onmisken baar Amerikaanse captain op de bok van de Garudama- chine begon ook al met de kreet door de intercom dat we op weg waren naar de „beautiful island of Bali" en dat we er met een anderhalf uurtje zouden zijn. Op de internationale luchtha ven van het eiland, Den Pasar, zijn ze druk bezig de banen te verlengen en te verbreden. Een DC-10 kan er al terecht en dat is zoals bekend geen kleine jongen. De aankomst hal is gewend aan veel volk Zwermen jongelui die koffers willen dragen, maar terdege in de gaten houden of het ba gagenummer op je koffer wel klopt met dat op je ticket. Een nuttige, maar elders in het oosten (en menig stukje wes ten) volstrekt verwaarloosde check. Veel autobusjes vóór de aan komsthal, maar nog veel meer lichtelijk gehavende Ameri kaanse zeszitters van een reeds lang achterhaalde jaar gang. Zij presenteren zich als taxi's naar de tien kilometer verderop gelegen beachho- tels, maar het is eigenlijk óm veel meer te doen. In de onze neemt naast de chauffeur en het meest royaal gepropor tioneerde lid van ons reisge zelschap een vliesdunne jon geman plaats. Niet zonder ge voel voor ceremonieel zegt hij „Welcome to Bali", begint vervolgens in hoog tempo de oninteressante gegevens af te scheiden, die elke gids waar ook ter wereld in huis heeft en hindert daarmee ondanks zijn vriendelijkheid onze eerste kennismaking met het veel- bezongen eiland. Bali is grotendeels bevolkt met hindoe's, een kleine enclave in een overwegend moham medaanse wereld. Langs de smalle wegen ontelbare tem peltjes en beeldjes, de meeste feestelijk uitgedost met ge blokte doeken, want we zijn er in de feestelijke weken dat hulde wordt gebracht aan Dewi Sri, de godin van de landbouw. We kennen intus sen de voornaam al van de jongeman, maar we mogen er „Jimmy" van maken. Hij zal ons die avond naar een Bali nese danspartij brengen en de volgende dag het eiland hel pen verkennen. Het is zelfs in een grote Amerikaan be klemd zitten met z'n zessen, als de evenaar niet ver is en de raampjes niet open te draaien blijken. Ernst De Indonesische autoriteiten willen Bali in tact houden. Men behoeft niet te twijfelen aan de ernst van hun streven. De grote hotels worden ge concentreerd op het zuid oostelijk gedeelte van het ei land, waar prachtige stranden zijn. De rest van het eiland, dat ongeveer zo groot is als Noord- en Zuid-Holland sa men, moet dan van toeristisch landschap- en cultuurbederf verschoond blijven. De sap pige, overvloedige sawah's, de uitbundige flora van de hellingen en de diepten die de snelstromende riviertjes om zomen, de kleine dorpjes, waar de zwijnen nog los lopend door de straatjes scharrelen en de vechthanen in hun rotan hokken hun hels gekraai doen gelden, het zou allemaal moeten blijven, zoals het was. Een vrome wens wellicht, want wie Bali zegt, zegt big busi ness. Neem het Bali Hyatt Ho tel. Hyatt is een Amerikaanse hotelgigant met vooral vesti gingen in de Verenigde Sta ten en het verre oosten. Voor Bali leverde het wel de know how, maar de centen kwamen van andere Amerikaanse in vesteerders. Het werd voor acht miljoen dollar uit de grond gestampt. De architect is een Australiër, Balinese aannemers voerden de zaak uit. Bali Hyatt is een uitgekookte geldverslinder. Van alle ge makken voorzien en discretie verzekerd. Tachtig procent van de gasten wordt, met cruiseschepen aangevoerd (de Holland Amerikalijn slaat er met de Prinsendam een leuke slag) of komt als le vende have met de wide- body DC 10-en, foudralen voor mensen, de stootvrije emballage voor package.-* tours. Bali Hyatt moet een quasi authentiek sfeertje versprei den. Daar is de architect op ingesprongen. De kampong met warm en koud stromend water en liever niet van die enge tjitaks, kleine snelle ha gedisjes tegen de muur. De receptie en lounge van Hyatt suggereren de sfeer van de grote familiewoningen die men in een groot deel van de Indonesische archipel in vele varianten tegenkomt. Op het cocktailuur, waar be halve uit bamboebekers ook driftig uit uitgeholde cocos- noten gelebberd wordt, speelt in die luchtige, naar alle kan ten open lounge een compleet gamelanorkest. Broze man nen die op ijle dekseltjes slaan, de kenong en de bo- nang; muziek die tijdloos en onthecht klinkt, maar tevens met een grote beslistheid wordt uitgevoerd. Houtsnijden wordt eveneens beoefend. Mannen hanteren hun dunne beitels of het pen selen zijn. Beeldjes van go den, figuren uit het wajang spel en pagode-achtige maaksels zijn het talrijkst. Er ligt ook een heleboel dat al af is. Boze tongen beweren dat dat spul rechtstreeks uit de fabriek komt. Zeg er eens wat van. De uitbundige flora van de Balinese hellingen Investeerders Die acht miljoen dollar waren er al na vier jaar dubbel en dwars uit. Dat moet ook wel, want investeerders in die con treien van de wereld willen graag snel hun geld terug. Bij politieke onbestendigheid heeft men ongeduld en een korte adem. Bali Hyatt krijgt zijn klanten in overgrote meerderheid uit Europa en Noord Amerika. De Indone sische elite zie je minder. Voor hen is Bali op zich ook een gevierd reisdoel, maar ze vinden die quasi kam- pongbouw een beetje flauwekul; culturele anth ropologic voor beginners. Zij gaan liever naar de hotel paleizen in de klassieke trant, hoog, balkons, bars en een pianist met een schaaltje olijven op zijn vleugel. Wat er al zo toeristisch uitwaai ert, wordt duidelijk als Jimmy aantreedt voor de dans en voor de tocht over het eiland. Balinese dansen, zo lijkt het tenminste, kun je te genwoordig op elk uur van de dag bekijken. Op de smalle weg tussen Den Pasar en Si- bang is er al een voorstelling om negen uur, zo op je nuch tere maag. Op bomen, bor den, wijzers langs de weg wordt men in alle courante DOOR HAN MULDER levende talen naar zo'n dans festijn genood. Soms staat er ook nog „monkey's dance", apendans bij en dat slaat dan op de „Kecak", een nog vrij recente dans, die zo'n. beetje voor zichzelf spreekt en daarom gaarne de modale toerist wordt geserveerd. Veel mensen op de been en ook nog een hoop lawaai. Zeker tachtig mannen van alle leef tijden stellen apen voor, be horende tot de legers van het goed en van het kwaad; met de tong maken ze klikklak- geluiden die klinken als „ketsjak, ketsjak", vandaar de naam.Bali is dichtbevolkt, er is niet veel werk, dus veel vrije tijd. De toeristen en de Balinese dansen zijn dus een gave van de goden. Jimmy brengt ons naar een voorstel ling in een houten onderko men, met plaats aan drie kan ten van het grote podium. Een geair-conditioneerde touringcar heeft zojuist zijn lading Italiaanse reizende ra zende roeien geledigd. Er wordt gefilmd en geflitst dat het een aard heeft. Bij het kaartje is een blaadje met tekst en uitleg. Behaagziek Kenners noemen die Kecak- hausse een soort Marken en Volendam op z'n Balinees. Dat mag wellicht zo wezen, maar het verfijnde, behaag zieke gebarenspel van de danseressen aanschouwen mag toch wel een aangena mer tijdspassering worden genoemd dan de driekusman op klompen. Diezelfde ken ners zeggen ook dat de echte authentieke dansen veel lan ger duren dan wat de toerist voor zijn oog en zijn kleinbeeld-reflexcamera krijgt. Het is nu meestal een uur, net lang genoeg en op tijd terug voor het diner. Plannen met Bali worden goeddeels in het verre Jakarta bekokstoofd. De Javanen, el ders in de archipel toch al niet bijster populair, kunnen op Bali nog meer weerzin ver wachten, omdat hier gods dienstverschil nog eens als extra tegenstellingsfactor kan dienen. De wijze waarop in 1965 op Bali is huisgehou den, kort na de mislukte putsch, vindt zelfs in mid* den-Java zijn weerga niet. Speciale hordes vernieti gingstroepen, ondermeer de beruchte para's van Sarwo Edhie, werden van Java naar Bali overgebracht en een ef ficiënte rampokpartij, die bijna honderdduizend men sen het leven kostte, nam een aanvang. Bali was het enige eiland, waar de bewoners zelf in groten getale aan de pog rom deelnamen; een uitbar sting van hysterie, een woede die door een zwarte kracht leek geleid, mondde uit in een ware slachting met de com munisten als doelwit. De diepe wonden zijn geheeld, maar de psychische littekens zijn gebleven in het Bali van nu. En wee als de vulkaan de Gunung Agung, dje een jaar of vijftien heeft gezwegen, weer tot uitbarsting komt en de wereld van de toorn der goden verwittigt. Zijn dan de Javanen aan de beurt, die het allemaal zo goed weten? Binnenland Met de auto het binnenland in, naar het noorden toe. De sa wah's liggen als bevallige stoepen tegen de hellingen op. Lachgrage mensen zijn aan het werk. De camera's klikken; een karbouw voor de ploeg in het klamme rijstveld reageert schichtig. Dorpje na dorpje. Oude vrouwen vlech ten met bloemen en bladeren ingewikkelde patronen; matjes en kleedjes zijn het met een levensduur van hoogstens een halve dag. Vanmiddag zijn er weer verse gemaakt. Er zijn handen ge noeg. Iedere Balinees is een kun stenaar, zo heette het in, een tijd dat reisverhalen nog niet meteen werden getoetst. De stelling klopt niet. Tot in de kleinste plaatsjes het land in, is men met houtsnijden en het bedrukken van stoffen doende Het is niet altijd sy noniem met mooi. English is daarentegen meestal spoken en behendig pingelen ver hoogt het aanzien. Sommige grotere neringen in snuisterij hebben afspraken met de chauffeurs van de autobussen op avontuur. Dat er in menig west-europees huis een fraaie boeddha op de kleuren- teevee staat, is te danken aan dat mooie samenspel. Het as sortiment en de temperatuur van de flesjes drank die je in de cafeetjes in de binnenlan den kunt krijgen, mogen er eveneens wezen. Dus, wan neer verschijnt nou toch dat eerste dorp met vakantie bungalows aan de voet van de Anung? Nederlander Frans Staats, de restaurant ma nager van Bali Hyatt, is Ne derlander. Hij komt uit Leiderdorp is nu 28, maar was op z'n 16de al vertrokken naar Canada om er het hotelvak te leren. Hij heeft 225 man onder zijn hoede, vooral kelners en koks. Hij zegt: „het is voor ons wen nen. Soms gaat alles verkeerd bij iemand. Dan zeggen ze, de zwarte kracht zit in me. Dan moet ik de priester halen en wierook. En dan gaat het weer een tijdje goed". De regen- stopper van zoëven staat bij Staats op de payroll. Ook dat was wennen voor hem. Hij zegt „ik roep hem om vier uur. Dan komt-ie naakt medi teren. Als het niet gaat rege nen, krijgt hij geld. Zo werkt dat" Vanwege die botsende belangen en het verkeerde woord dat een Europeaan nogal eens gauw laat vallen, kan het ondershuids broeien. Staats weet er alles van. Zijn fraaie huis op het strand is eens in brand gestoken. Hij, zijn Nederlandse vrouw Francis en hun 14 maanden oude zoontje Marcel lagen op bed. Hij zegt: „ik merkte het, omdat ik hoorde dat het bam boe knapte" Tegenwoordig zit er 's nachts een schildwacht voor de deur Bovendien is voor Frans Staats de tijd van inpakken en wegwezen toch aanstaande, want zijn tweejaarlijks con tract met Bali Hyatt loopt af. Religie en identiteit zijn even kunstig vervlochten in Bali als de bloemenmatjes. De of ficiële opening van een hotel aan dat modieuze Sanur- strand moest worden uitge steld tot een dag die volgens de priesters de goden genadig zou stemmen. En die opening zelf is een dagen vergend ri tueel. Maar dollars klinken en marken blinken. Jimmy brengt ons zwierig naar de luchthaven en geeft zijn kaartje: „voor uw relaties in Nederland" En zegt hij ook nog: „als u terug komt, hebben we een andere auto en die heeft zeker air conditioning"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 31