„Soms kijken we wat er nu weer afgesloten is" Milieu woningen in de Merenwijk bijna klaar „Alles is te maken, hoe VERKEERSBELEID GEMEENTE ZIT BRANDWEER ERG HOOG Eerste bewoners Zonnewende zitten er al LEIDEN ZATERDAG 15 APRIL 1978 hoor, in het hele land speelt dit." Rondweg Harteveld: "Je mag toch verwach ten dat nieuwe wijken dan ten minste van twee kanten bereik baar worden gemaakt. Maar ook in de Meren wijk is het niet zo. En dan de versmalling van die rondweg, ook zoiets. Er hoeft maar een vrachtwagen met een lekke band te staan en je zit vast. Toen we dat aanvoerden bij de gemeente gaven ze ons twee mo gelijkheden, door de berm rijden, maar dan zitje vast op je assen, of helemaal omrijden, en dat kostje vier minuten meer. Je huis zal maar in brand staan, je zult maar met een hartinfarct liggen!" Broekman: "Bovendien heb je alle categoriën verkeer daar op de zelfde weg, waardoor je de snel heid die je verwacht te kunnen halen op een weg die een wijk ontsluit wel vergeten kunt. Het is toch een redelijke eis dat zo'n weg normaal te berijden is?" Har teveld: "De bereikbaarheid van de Merenwijk ligt al twee minu ten boven de norm. Nu duurt het soms vijftien minuten voor we zijn waar we moeten zijn. Er is uitgerekend dat in die tijd een huis totaal verbrand kan zijn en de kans groot is dat twee aan grenzende panden ook al in brand staan." Zoals bekend is er bij de brandweer al jarenlang behoefte aan een nieuw onderkomen. Nog afge zien van het feit dat de alarmcen trale nodig aan een vervanging toe is, (Broekman: "Ik zie het er nog eens van komen dat we niet meer bereikbaar zijn bij brand. De centrale werd vier jaar gele den al door de PTT afgekeurd.") is het om snel ergens te kunnen zijn belangrijk om uit de binnen stad te verdwijnen, aldus Broekman en Harteveld. Een plan voor twee kazernes, één aan de noordkant van Leiden (LAF- gebouw) en één aan de zuidkant (bij het station Lammenschans bijvoorbeeld) zou de hele stad binnen zes minuten bereikbaar maken. Broekman bracht het onlangs in de commissie Alge mene en Bestuurlijke Aangele genheden naar voren, waar het alles behalve enthousiast ont vangen werd. Maar zelfs als al leen het plan LAF-gebouw door zou gaan, zou dat al een stuk schelen in de bereikbaarheid. Broekman: "Het grote voordeel is dat je daar dicht bij brede we gen als de Willem de Zwijgerlaan zit. Ik kan wel begrip opbrengen voor de bezwaren van de omwo nenden, maar het moet reèel blij ven. Het gaat hier tenslotte om het belang van de hele Leidse be volking. We hebben in Leiden een fantastisch brandweerkorps, dat in staat is uitstekend werk te verrichten. Maar geef ze dan wel de kans om dat te kunnen doen." Ten behoeve van de redding van personen en de repressieve brandbestrijding is het noodzakelijk dat een brandend object voldoende dicht te benaderen is met brandweer- materieel. Gelet op het risico van een tijdelijke blokkering van een weg moeten gebouwen in principe vanuit twee richtingen te benaderen zijn door brandweervoertuigen. De afscheiding van busbanen moet zodanig zijn dat brandweervoertuigen deze afschei ding kunnen overschrijden. Het afsluiten van speel- en wandelstraten, winkelpromenades, woonerven e.d. is uitslui tend toegestaan als hiervoor een type paal wordt gebruikt dat op een eenvoudige manier kan worden verwijderd. Dit zijn enkele van de landelijke richtlijnen van de brandweer voor de bereikbaarheid van ge- Door Marga Wuis „En dan hebben we de Haarlemmerstraat nog wit gelaten" ik weet het niet. Ze worden niet toegepast in elk geval." Brand meester Harteveld, preventie- man bij de Leidse brandweer "De binnenstad gaat voor ons binnenkort een onbereikbare zaak worden, zolang de gemeente doorgaat met overal de trottoirs te verbreden en palen te plaat sen." "Kijk", zegt Broekman, "die ver keersmaatregelen dat is natuur lijk het beleid van het gemeente bestuur. Maar dat ze dan bij de uitvoering ervan geen enkele re kening houden met onze wensen, dat is kwalijk. Je moet toch ten minste een marge houden voor« de bereikbaarheid in noodsitu aties. Op al onze pogingen om problemen te voorkomen: geen enkele reactie. En als ik dan op een vergadering van de Ver- keerscommissie een keer mijn mond opendoe, blijkt de verant woordelijke wethouder (Waal, red.) me niet eens te kennen. "Wie bent u eigenlijk?", heeft hij ge vraagd. Vorig jaar heb ik al een brief geschreven aan het gemeen tebestuur, met de vraag om net als dat met bouwplannen gebeurt ook verkeersplannen aan ons De binnenstad een onbereikbare zaak... (Lijsbethsteeg) voor te leggen zodat we kunnen kijken of wij ermee uit de voeten kunnen: geen reactie. Als iemand een brand meldt, dan zegt hij er niet bij, je moet zo en zo rijden om er te komen. Dan mag je er toch ook op rekenen dat je er via de uitgestippelde aanlooproute kunt komen? We moeten nu af en toe een wagen wegsturen om te kijken wat er nou weer afgesloten is. We horen het niet eens." Zes minuten "Met het industrieterrein De Waard is het ook zo gegaan. Normaal ben je er in vier minuten. Maar nu de hele wijk met palen in twee delen is gescheiden kunnen we er maar via één kant komen, over twee beweegbare bruggen. Dat duurt twaalf minuten. En als zo'n brug open staat, wat toch vrij ge regeld zo is, wat dan? Keren is een onmogelijke zaak. En zo het al gaat, dan moetje langs de Ha ven, de Zijlpoort...Er zijn richtlij nen van de inspectie voor het brandweerwezen, dat de eerste spuit in een gebied als Leiden gemiddeld binnen zes minuten op de plaats van de brand moet zijn." Commandant Broekman laat een plattegrond van Leiden zien waarop in rood is aangegeven welk gebied binnen die zes minu ten te bereiken is. De Morswijk, de ziekenhuizen en de Merenwijk vallen daar buiten. Ook heeft hij een kaartje van de binnenstad waarop, eveneens in rood, is aan gegeven welke straten vrijwel niet, of (in oranje) moeilijk te be reiken zijn. Bijna de hele binnen stad met al zijn steegjes en gepar keerde auto's is rood en oranje. Broekman: "En dan hebben we de Langebrug en Haarlemmer straat nog maar wit gelaten, hoe wel het daar ook vaak bijna on doenlijk is om er door te komen. In de Haarlemmerstraat is vooral 's ochtends als iedereen staat te laden en lossen en de winkeliers hun spullen buiten zetten geen ruimte voor een brandweerwa gen." Harteveld vult aan: "Het zijn niet alleen de verkeersmaatregelen van de gemeente, maar ook de mensen zelf die het ons en zich zelf moeilijk maken. We moesten een keer bij het St. Elisabeth Gasthuishof zijn in de Caecili- astraat. Normaal ben je er in vier minuten. Maar dan staat er net een wagen geparkeerd, waar jij door moet. Dan moetje om gaan rijden over de Beestenmarkt, Lange Gracht, Oude Vest tegen het verkeer in, zitje weer vast en ben je na twaalf minuten een keer waar je zijn moet." Broekman: "Maar als er op hoger niveau al zo weinig aandacht voor is, laat staan dat de mensen dan zelf stilstaan bij de problemen die kunnen ontstaan. Het is trou wens niet alleen een Leidse zaak LEIDEN - "Ik zat nog op de ambachtschool, toen nam ik al afvalstukjes van de fijne houtsoorten mee naar huis. Dan dacht ik: daar kan ik mooi broches van maken. Die zijn hier in Leiden ook nog verkocht. Dat fijne werk heeft me altijd al getrokken". In het fijne werk is de-nu sinds deze maand gepensioneerde meubel-restaurateur van het Stedelijk museum De La kenhal, de heer Bootsma, groot geworden. Geen stuk in het museum, of het is wel door zijn handen gegaan. Toch heeft hij sinds 1946, toen hij bij de Lakenhal kwam, nog vaak het idee gehad: ik begin voor mezelf, ik ga het vrije bedrijf weer in. Ook toen hij in '53 na een éénjarige cur sus zijn middenstandsdi ploma haalde, zat dat idee nog steeds in zijn hoofd. Maar hoewel hij zegt: "Het is me nooit om het geld gegaan, ik zocht altijd de baas waarbij ik het prettigste werkte", heeft de zekerheid van een vast in komen in dienst van de ge meente hem altijd tegenge houden. Na de ambachtschool werd Bootsma als vijftienjarige meubelmakers-leerling in een klein handwerkzaakje. Hij copieerde Biedermeier stoelen in het begin, maar kreeg al gauw ook het fijnere werk toegeschoven: doosjes met bladornamenten, intarsia (in hout ingelegde bloemmo tieven) en politouren bijvoor beeld. Hij had het geluk dat zijn meester ook antiek res taureerde, en leerde erg veel wat hem later van pas zou komen. Zo rond zijn achttiende - "Op die leeftijd moest je eigenlijk al vakman zijn" - kreeg hij al de behoefte om voor zichzelf te beginnen. Maar door de slechte tijd ging dat niet. Hij kwam zonder werk te zitten, omdat hij voor zijn baas te duur werd. Hij maakte voor de tekenacademie waar hij in de avonduren binnenhuis kunst studeerde, een tijdlang schilderezels. Zwierf daarna van de ene naar de andere baas, tot in de jacht- en vlieg tuigbouw toe, tot de oorlog kwam, en hij moest onder duiken. Toen begon hij dan echt voor zichzelf, al was het niet op de manier die hij zich altijd had voorgesteld. In het huiskamertje aan de Mei doornstraat werden van oude opgekochte kabinetten vol gens opdracht antieke meu belen gecopieerd. en antiek- Meubelrestaurateur museum De Lakenhal Bootsma: ,J£en hele eer om in De Lakenhal te mogen werken". werkrestauraties verricht. Met een naaibox of een lec tuurbak ging Bootsma de boer op om die te ruilen voor etenswaren. In 1946 reageerde hij op de ad vertentie van De Lakenhal, en werd uit een negental kandi daten gekozen. Hij zegt nu: "Ik vond het geweldig, .een hele eer om daar te mogen werken. Toen ik kwam stond de hele werkplaats vol, ze zei den: daar heb je de eerste ja ren wel werk aan. Maar ik kwam uit het vrije bedrijf, en was gewend in een hoog tempo te werken. Na vier we ken was ik al door het werk heen. Toen ben ik in het mu seum zelf meubelen gaan zoeken om te restaureren". "Dat zijn je mooiste vakjaren, tussen je dertigste en veertig ste jaar. Je hebt goede ogen, je handen kunnen nog alles. Later raak je je tempo kwijt. Het is ge- duldwerk, maar je moet ook tempo hebben, want het handwerkvak is nooit goed betaald geweest. Ik had me al tijd krom moeten werken, en werk zoeken als er niets was. Nou heb ik geluk gehad, want ik had soms drie bazen tege lijk. Toch is geld voor mij nooit de hoofdzaak geweest. Ik deed veel werk in de avonduren, voor mensen die bij me kwamen. Vaak voor noppes, om die mensen te helpen. Mijn werk was mijn hobby en mijn hobby was mijn werk". "Ik heb ook veel mensen raad gegeven, want er is zoveel namaak. Dat waren vaak mensen die zelf kunstge schiedenis hadden gestu deerd, maar toch echt niet van namaak konden onderschei den. Als ik drie meter van een kast stond, had ik het al ge zien: dat is geen antiek meu bel. Het museum kreeg eens een schenking van een pro fessor, met de bedoeling het in het museum op te stellen. Maar ik was eraan bezig, ik zeg: dat kun je niet opstellen, dat is niet uit de tijd waaruit het zou moeten zijn. In zulke gevallen heb ik er nooit om heen gedraaid, al heeft het wel eens wrijvingen gegeven. Die professor was ontzettend boos, want hij had het duur gekocht bij een antiquair, die het zelf ook v/eer gekocht had als zijnde antiek". "Er wordt ontzettend veel ge knoeid in dit vak. Ik wil altijd verantwoord restaureren, proberen het materiaal uit de zelfde tijd te halen. Zoals nu bijvoorbeeld de vormen in kunststof gieten, daar ben ik het helemaal niet mee eens. Om aan oud hout te komen kocht ik bijvoorbeeld trap treden op van zeventiende eeuwse huizen die werden af gebroken. Maar het wordt steeds moeilijker om eraan te komen. Je moet ook eerst de structuur van het hout bekij ken, en de verbindingen zo maken dat ze niet opvallen. Er gaat veel tijd en veel geld in zitten als je het goed doet, maar dat is het zeker waard. Alles is te maken, hoe moei lijk ook. Als anderen zeggen dat het niet kan, laat dat me niet los, dan móét ik het zelf maken". LEIDEN - De naam is er al, Zonnewende, de eerste bewoners ook en de hui zen zelf zijn bijna klaar. Tien woningen zijn het in de noordoosthoek van de Leidse Merenwijk. Aan hun energiebesparende voorzieningen ontlenen ze de naam milieuwoningen. Een fraai begrip dat steeds meer weerklank krijgt, maar nog steeds een be perkte toepassing. Het plan voor de milieuwoningen dateert al van 1975. De particu liere stichting Milieuwoningen gaf er met veel durf en energie vorm aan. Met de nodige vertra ging, gebruikelijk in de bouw en zeker voor zo'n nieuw project, zijn ze nu praktisch gereed. Nog altijd een kleine mijlpaal. Gede puteerde Buijsert komt er op 8 mei speciaal voor naar Leiden om ze officieel in gebruik te stellen. In de massaliteit van de Merenwijk vormen de milieuwoningen in meer dan één opzicht een opval lend complex. De woningen met hun sterk hellende en „glazen" daken - in plaats van dakpannen dus de zogenaamde zonnecollec toren - trekken de aandacht door hun bijzondere vorm en opzet. Het idee van de milieuwoningen is simpel. De glazen panelen op het dak vangen de zonnewarmte op en verwarmen daarmee een net werk van dunne buisjes met wa ter. Dit verwarmde water wordt opgeslagen in een speciale warmwatertank. Het verwarmde water zorgt dan voor de centrale verwarming (vloerverwarming) en warm water uit de kraan. Deze energiebesparende maatre gelen geven een beperking van de stookkosten met ongeveer 50 procent. In de maanden met vol doende zon zorgt de zonne-in- stallatie voor de energie, die dan gratis is. In de zonloze maanden De milieuwoningen in de Merenwijk. zorgt een gewone verwarmings installatie voor de energie. Het betaalde stookseizoen is dus kor ter in het vooraar een maand eerder en in het najaar enkele maanden later). Daarnaast zijn de milieuwoningen nog voorzien van een waterbe sparende voorziening. Het bad water kan worden opgevangen in een speciaal reservoir. Dit ge bruikte water kan zo benut wor den als spoelwater voor het toilet. Dit dubbele gebruik geeft een waterbesparing van zo'n 20 pro cent. Milieubesef De kopers van de milieuwoningen zijn overigens niet strikt uit mi lieubesef in de woningen getrok ken. De aantrekkelijkheid van de woningen en de louter financiële besparing door de lagere stook kosten spelen een belangrijke rol. In sommige opzichten is het mi lieubesef zelfs bedroevend laag. Enkele kopers hebben de water voorziening voor de wc afgewe zen. Het daarvoor aanwezige re- i het toilet vond men niet mooi en storend in de aankle ding. De stichting Milieuwoningen gaat ondertussen onvermoeibaar ver der. Dit jaar begint de bouw van milieuwoningen in Delft, Stol wijk, Nieuwerkerk aan de IJssel en Ede. Verder zijn er plannen voor woningen in Den Haag, Zoe- termeer en Almere. Voor de wo ningen in Zoetermeer en Almere wordt gewerkt aan de toepassing van wind-energie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 3