'De wereld van heden' in vitaal stadium HOOGTEPUNTEN VAN DE BEELD HOUWKUNST ZATERDAG 15 APRIL 1978 EXTRA PAGINA 21 Door H. J. Oolbekkink Nu we in eigen huis (Zandvoort, Valkenburg, straks Scheve- ningen) mogen gokken, stap pen we niet zo gauw meer in een bus richting België ten einde daar in een van de ze ven voorradige speelpaleizen de Grote Droom na te jagen: in een klap binnen wezen door, pak weg, twaalf maal achtereen winnend op num mer te spelen aan die zo on bewogen om zijn eigen as tollende roulette. Wat "heet - Belgen komen nu zelfs naar ons toe; elke woensdag vertrekt een bus uit Antwerpen naar Val kenburg. Omdat ze wel eens iets anders willen. Twintig procent minder Nederlanders in de casino's van Oostende, Blankenberge, Knokke, Na men, Chaudfontaine, Dinant en Spa; dat zijn ze gaan voelen en daar gaan ze iets aan doen. Leve black-jack, Amerikaanse roulette en craps, weg met de speelbelasting van zeven pro cent. Dat gaat er inhakken, denken ze, bij de Nederlandse speelhuizen die immers slechts pakhuizen zijn waar je ongeveer een nummertje moet trekken om je beurt aan de tafel af te wachten. Attrac ties, gastronomische maal tijden en de wat bejaarde maar daardoor onweerstaan bare charme van de Belgische pluchesfeer die je de indruk geeft dat je met innige vreugde afstand moet doen van je geld. Of die klap maken, natuurlijk. Belasting Ze wisten het nog zo goed, in België, toen op 1 oktober 1976 het eerste casino in Zand voort geopend werd. Dat zou geen concurrentie kunnen worden voor onze buren, want een speler had namelijk niet alleen een warme bin ding met zijn casino, m^ar zelfs met zijn eigen zitplaats, dus wat moest een eerlijke gokker zoeken in die be dompte kelder in Zandvoort? Misgegokt, dus, en de handen uit de keurig geman- chetteerde mouwen gesto ken. Luc Verfaillie, de jeugdige be heerder van het casino in Oos tende (een immens gebouw waar lasten en lusten zich nog redelijk in evenwicht hou den), zegt: „Die speelbelas ting van zeven procent is een belemmering waardoor zelfs Belgische klienten van ons liever naar Nederland gaan. Daarom hebben we aan onze regering gezegd: kijk, dat gaat niet meer op, de florijn is een interessante munt waar men graag op speelt, dus moet er hier ook iets gebeuren. We denken het gevonden te heb ben in de toevoeging van Amerikaanse roulette, black-jack en craps, naast de gewone roulette en bacca rat. Les gehad "We weten sinds een maand of vijf dat het er van komen zal, dat ook de belasting wordt af geschaft, maar het wachten blijft op de regeringsbeslis sing. Wij zijn er volledig klaar voor, het personeel heeft alle dagen les gehad van Engelse leraren, dus als we morgen toestemming krijgen staan die tafels overmorgen in de speelzaal. Dat zal in elk geval voor het hoogseizoen wel in orde zijn, en dan zullen we zien wat we aan verloren klienteel kunnen terugha len." De Belgen houden in hun ca sino's met prijzenswaardige hardnekkigheid vast aan een soort moederschootwarmte: wie hier binnen komt gaat het zeker niet alleen om het spel. Verfaillie: „Dit is een speel zaal waar mevrouw 's avonds een mooi kleedje aantrekt en meneer, nu dan wel geen avondkostuum, maar toch deftige kledij. Dat vergelijk ik dan met Zandvoort waar men zuiver naar toegaat om te spelen en dan zeg ik hier is men echt uit, dit heeft nog chique." In België dient men voor een jaar lid te worden van een ca sino (Oostende 250 francs, Blankenberge 100 francs). Het is een vorm van ballotage die tot enige drempelvrees leidt en daarom hopen de ca sinodirecteuren dat men, evenals in ons land, zal over gaan tot het verstrekken van dagkaarten. Oostende heeft nu zo'n 20.000 vaste leden die aan zestien roulette- en acht baccarattafels hun vrijage met het fortuin kunnen uit oefenen en, en passant, weten dat ze voor het personeel geen onbekenden zijn. Club Verfaillie: „Er zijn mensen die alle dagen hier komen, die er gewoon een soort club van maken - we gaan om vier uur open, maar die mensen staan al om kwart voor vier in de rij. Zo zag de derde Kursaal van Oostende er uit. Het was vóór de Tweede Wereldoorlog, de dames hadden hun r deftige kledij aan en de champagne staat wel degelijk in de koelers. e kleedje, de heren hun m gf 4*1. H f§ Kw] S r Mhj ém Bij jullie komen er in Zand voort zo'n duizend mensen per dag, die zijn nummers geworden, terwijl de spelers bij ons door het personeel ge kend zijn zodat het gemerkt wordt als iemand eens een paar weken niet komt. Daar door is het ons ook opgeval len dat we geen Nederlandse spelers meer hebben, en dan bedoel ik natuurlijk interes sante spelers." Het Oostendse casino leeft niet van de roulette alleen, het is befaamd om zijn grote spek takels waarin wereldsterren vertier aan de kust brengen. Om dit gebouw overeind te houden heeft Verfaillie de be schikking over 250 man per soneel, waarvan 100 voor de speelzaal. Zelf waagt hij wel eens een inzet, maar speler wil hij zich niet noemen. Wie wil hij dat etikel wel opplakken? „Een speler is iemand die zich door de staat laat belasten, maar niet tegen zijn zin, zoals met andere belastingen", zegt hij. Dus niet de met bloeddoorlopen ogen aan de speeltafel verslingerde krankzinnige die er geld, goed, vrouw en kind door jaagt in zijn jacht naar de grote slag? Jan Rotsaert, directeur van het casino in het twintig kilome ter noordelijker gelegen Blankenberge, glimlacht te rughoudend: „Die verhalen van vroeger, och, die zijn wel sterk overdreven. Ik zit nu 43 jaar in het vak en ik heb ge leerd vier categorieën te on derscheiden: de gelegen heidsspeler, de toeristspeler, de gematigde speler en de echte speler. Dat zijn de sys- temiens, de, zoals wij ze noe men, bruleurs die in een keer hun grote slag proberen te slaan Ontspanning Roulette en systemen - een ge dwongen huwelijk dat tot ra zernij of doorgaans onge vaarlijke waanzin kan leiden. Rotsaert: „Persoonlijk geloof ik niet in systemen, het is een zuiver kansspel. Maar ja, de mensen geloven in hun sys teem, dus dat respecteer ik, al is het onzin. Ik zeg altijd: het is een vorm van ontspanning die geld kost. Oh, een heel en kele keer valt er een klap, maar dat komt zo weinig voor dat je het als anekdote ont houdt. Zoals de man die op 13 september 1948 met honderd franken een miljoen driehon derdduizend pakte. Die man hebben we nog een keer te ruggezien. Toen verloor hij honderdduizend franken en is nooit meer gekomen - een- verstandige speler, dus." We zitten aan de bar in de kleine speelzaal waar vier roulette- en twee baccarattafels in be drijf zijn. In deze klein schalige gokambiance heerst beschaafd gedruis rond de ta fels en de inzetten blijven laag. Van de omtrent 90 spe lers zijn er - Rotsaert leest het op van een papiertje - 47 Ne derlanders, ruim vijftig pro cent. Valt de teruggang in het behaaglijke Blankenberge dan wel mee? De directeur „Nou nee, het be zoek van Nederlanders is duidelijk verminderd. Ge moet het zo zien: vroeger was Travemunde aan de Oostzee een van de zeer sterke ca sino's waar de klienteel voor namelijk uit Hamburg kwam. Sedert er in de omgeving van Hamburg twee casino's zijn geopend, is Travemunde aanmerkelijk achteruit ge gaan. Begrijpelijk, want voor de echte speler is de kortste afstand naar het casi no al ver genoeg." Nevendiensten Ook Rotsaert is opgelucht dat de speelbelasting gaat ver dwijnen, dat er nieuwe kans spelen bij mogen komen. Want evenals Verfaillie ziet hij, in samenhang met de sfeer van de Bêlgische ca sino's, een ijzersterke formule die vele Nederlanders zal te ruglokken. „Bij ons is het zo dé mevrouw lekker op het terras zit terwijl meneer eens een frankje speelt. En dan hebben we een gastronomisch restau rant waar u tot twee uur 's nachts kunt eten - het komt werkelijk niet alleen neer op het spel, maar ook op de ne vendiensten die we bieden. En ik heb begFepen dat dat bij u wel anders ligt." Een Nederlander die, aan de elleboog van de uiterst ge soigneerde croupier, ano niem wil blijven in zijn be scheiden greep naar het ge luk: „Ach, zo'n Zandvoort, dat is een benauwd pakhuis waar je je geld wegbrengt. Hier heb je sfeer - een spel letje, een pilsje, een hapje, een spelletje; als ik er genoeg van krijg, kijk ik even uit over zee, terwijl ik daar bij Bouwes tegen een blinde muur zit aan te loe- Dat is dus kennelijk meer iets voorde speler-om-het-spel. In de Belgische casino's ver pakken ze de kleine zonde graag in een schuimige souffle. Zodat je inderdaad het idee krijgt alleman een geweldig plezier te doen door je geld op de tafel achter te laten. Of ze de teruggang er mee zullen kunnen stuiten? Verfaillie, resoluut: „Als was het maar vanwege de ambiance". "Universele Wereldgeschiedenis", deel 10 (De wereld van heden), onder redactie van Golo Mann en Johan Jansen, uitgegeven door Scheltens Giltay, Den Haag. Prijs 135. De "Universele Wereldgeschiedenis" is met deel 10 in zijn eindfase beland, een zeer vitaal stadium, want de schijnwerpers worden nu gericht op de gebeurtenissen van deze tijd. En dat is te meer interessant, omdat de UW geen encyclopedie in de normale zin van het woord is, geen opsommer van jaartallen en gebeurtenis sen, maar de samenhang der dingen achter de feiten probeert aan te geven. Zo treft men in dit deel hoofdstukken aan over de roerselen in China in deze eeuw, de nieuwe staten in Azië en Afrika, de Sov jet-Unie en Oost-Europa, de Atlantische wereld, volkenrecht, tweede industriële revolutie, de internationale vakbeweging, maatschappij en cultuur, het christendom in de 20ste eeuw e.a. Het is in deze ruimte ondoenlijk om in detail in te gaan op de vaak diepgaande verhandelingen. Een kleine uitzondering wil ik ma ken voor het heldere, boeiende betoog van J.L. Heldring, die over vrede in het nucleaire tijdperk schrijft. Uit de geschiedenis na 1945, aldus Heldring, blijkt dat het bezit, ja het monopolie van het nucleaire wapen de eigenaar blijkbaar voorzichtig heeft gemaakt. Het nucleaire wapen heeft eerder de status-quo gediend dan de revolutie, eerder de verdediging dan de aanval. "Zelfs het strategisch onhoudbare West-Berlijn verviel, ondanks alle dreigementen niet aan de Sovjet-Unie, terwijl noch het Ame rikaanse noch het Russische atoommonopolie kon voorkomen dat China in 1949 van de Verenigde Staten, tien jaar later van de Sovjet-Unie afviel. In deze conservatoire eigenschap van het nucleaire wapen moet de verklaring worden gezocht voor de dertigjarige vrede, of men wil, het^O-jarig bestand. Vrede of bestand tussen de V.S. (en hun naaste bondgenoten) en de Sov jet-Unie (en haar naaste bondgenoten)". Deze oorlog te hebben voorkomen is de paradoxale verdienste van het nucleaire wapen. Of laten we het liever zo zeggen: er zijn sinds 1945 vele crises geweest tussen de V.S. en de Sovjet-Unie die, indien zij zich in het pre-nucleaire tijdperk zouden hebben voor gedaan, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid tot oorlog zouden hebben geleid". Kortom, een aardige bijdrage voor de discussie over de neutronen bom. RUUD PAAUW Hoogtepunten in de cultuur geschiedenis zijn er altijd wel te vinden en daarom best aar dig om in een boekwerk te verzamelen, maar de vraag blijft wie nu beslist wat de hoogtepunten zijn geweest. Dit keer is het professor Ho ward Hibbard van de Colum bia Universiteit te New York, wiens smaak het zoveelste overzichtsboek op het gebied van de kunst heeft bepaald. Hoogtepunten van de beeld houwkunst heet het grote van veel kleurenfoto's voorziene boek, waarin de meesterwer ken van de middeleeuwen tot heden zijn opgenomen. Wonderlijk genoeg is de Klas sieke Oudheid in zijn geheel overgeslagen, buiten een paar opmerkingen in de inleiding na, en is ook Latijns Amerika, Midden Oosten en Azie niet vertegenwoordigd, cultuur gebieden die binnen de kunstgeschiedenis blijkbaar nog steeds als vreemd en niet ter zake doende worden be schouwd. Het zijn dus zuiver hoogtepunten van de Westeu- ropese beeldhouwkunst met in het laatste hoofdstuk ook enkele Amerikaanse beeld houwers. Hibbard heeft aan het begin van elk hoofdstuk een korte inlei ding geschreven, niet hele maal kunsthistorisch ver antwoord, maar oppervlakkig genoeg om een beeld te krijgen van wat er in steen, hout, plastic, staal, brons etc. in de loop der tijden is ge maakt. De keus van Hibbard is niet altijd begrijpelijk. deta: de ^-v - Hoewel de beeldhouwtraditie altijd in de schaduw heeft ge- Hollandse schildertraditie, zijn er toch een groot aantal beroemde beeldhouwers te vinden, van Artus Quellien tot Carel Visser toe.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 21