De zelfstandige: hard werken maar eigen baas Beroepen in de automatisering Voor agrarisch onderwijs bestaat steeds meer interesse Kritisch oog voor speciaal- club in Noordwijk ACTIE VOOR HUISARTS POORTWACHTERS- HUISJE KRIJGT NA 64 JAAR WEER BEWONER PAGINA 4 VARIA DINSDAG 14 FEBRUARI 1978 Huisarts H. de Groof zet ita vijftien jaar een punt achter zijn praktijk in Noordwijkerhout. Hij gaat als bedrijfsarts werken bij de ESTEC in Noordwijk. Vorige week heeft hij dat zijn onge veer 5000 patiënten uit De Zilk en Noordwijkerhout laten weten Op 24 februari kan hem in Het Wapen van Noordwijkerhout' ten afscheid de hand worden gedrukt. Zoals te doen gebruikelijk bij het afscheid van een gewaardeerde huisarts heeft een groepje patiënten het idee opgevat de dokter te verrassenmet een afscheidsgeschenk. Naast hun eigen finan ciële bijdrage zien ze graag geldstortingen tegemoet op Rabo- banknummer 3469.300.30 of op girorekening 310.356. Leden van de Noordwijkse raadscommissie voor toe risme hebben met gering en thousiasme kennis genomen van een weinig opvallende maar desondanks niet aan duidelijkheid te wensen overlatende advertentie in de kortgeleden verschenen nieuwe uitgave van de Gou den Gids. In die advertentie maakt de "GTX-spe- eiaalclub" de lezer attent op de mogelijkheid om in een villa aan de Oude Zeeweg in Noordwijk een avondje in besloten sfeer gezellig te komen stappen. Acht gas tvrouwen zorgen er voor dat het clubbezoekers aan niets zal ontbreken. De tekst spreekt voor zich: Noord wijk heeft nu ook een sex- club, de eerste van de bad plaats. In de raadscommissie is de (verdekt opgestelde) ad vertentie maar even ter sprake geweest. Zolang de club het gesloten karakter bewaart en de omgeving geen hinder ondervindt kan er niet tegen worden opge treden, zo luidde de voorlo pige conclusie. Blij was men duidelijk niet. Eén van de commissieleden, die liever zijn naam niet genoemd ziet: "Noordwijk heeft een naam hoog te houden als fami liebadplaats. Ouders kunnen hier met hun kinderen naar toe zonder dat ze opge scheept zitten met een naak tstrand, een sexclub of wat dies meer zij". 'Ik moet er niet aan denken dat die sexclub op de Oude Zeeweg een succes wordt. Neem dan maar van mij aan dat binnen de korst moge lijke tijd anderen het voor beeld zullen volgen. Daar ga je dan met je goede naam. Ik zeg maar zo: Noordwijk is net, laten we het zo houden. We hoeven zonodig niet op Zandvoort of Scheveningen te gaan lijken". Twaalf jaar geleden kon met enige druk van politiezijde een Amsterdammer die in Noordwijk een sexclub wilde beginnen tot andere gedachten worden gebracht. Wettelijk heeft Noordwijk nu echter geen poot om op te staan. Een naast de sexclub gelegen pension is in handen van een makelaar gegeven. Volgens de eigenaresse heeft de komst van dé sexclub daar niets mee van doen. "Het pension is al te koop aange boden toen er nog helemaal geen sprake was van een dergelijke club als buur. We gaan niet weg omdat we moeilijkheden voorzien maar omdat we dit al lang van plan waren". Na bijna 64 jaar onbewoond te hebben gestaan krijgt het poortwachtershuisje van het voormalige Huis te Dever in Lisse zo goed als zeker weer bewoners. Dit nieuwtje zal ongetwijfeld in goede aarde vallen bij de stichting Dever, die het wel voor elkaar heeft gekre gen dat de gelijknamige ruïne werd gerestaureerd (15 maart is de officiële opening) maar tot nu toe tever geefs pogingen ondernam om ook het bijbehorende poortwachtershuisje vrij te krijgen voor restauratie. poortwachterswoning niet meer als woonhuis gebruikt, wel nog een tijdje als stal. Het verval is vooral de laatste jaren opvallend geweest. Scheurende muren, een doorzakkend dak en tenslotte een gevaarlijk overhellende voorgevel. Die is uiteindelijk gestut maar meer mocht er van de nu 92-jarige eigena resse niet aan gedaan worden, ondanks de regelmatige smeekbeden van de stichtig Dever. Mevrouw Schoorl is nu toch overstag gegaan. Ze heeft zich bereid verklaard het rond 1630 gebouwde poortwach tershuisje te verkopen aan familielid Kees Schoorl. Nu kan toch haar wens en tevens eis in vervulling gaan dat er weer een telg uit de Schoon familie in het huisje trekt. En dat deze Kees als voornaam heeft is alleen maar een pré omdat zijn grootvader, die er destijds als eerste Schoorl in ging wonen, ook zo heette. Kees is nu 28 jaar, werkzaam als kok bij het congrescentrum Leeuwenhorst in Noordwij kerhout en heeft trouwplan Daarvoor was de toestemming nodig van de eigenaresse mevrouw Schoorl. Zij werd in het huisje geboren en woonde er in tot 1914. In dat jaar be trok ze honderd meter ver derop een nieuw huis en vanaf" dat moment is de Het poortwachtershuisje nu. Als de zware stutten er niet voor stonden zou het waar schijnlijk al lang met het huisje zijn gedaan. Het poortwachtershuis toen het nog werd bewoond. Achter het zijraam en op de smalle toegangsweg de kinderen Schoorl, onder wie de huidige (92-jarige) eigenaresse. nen. Hij heeft al een architect in de armen genomen, de zelfde die het restauratieplan voor de ruïne maakte. Als Kees Schoorl het met zijn tante eens kan worden over de verkoopprijs van grond en woning, dan zal de restauratie waarschijnlijk nog dit jaar aanvangen. Het is de hoogste tijd dat de bouwval wordt opgeknapt. Want een flinke storm kan nu al voldoende zijn om het ge heel in elkaar te laten storten. En het is de vraag of de rijks dienst voor monumentenzorg voor de hoop puin die dan zou ontstaan met een subsidie over de brug wil komen. Het poortwachtershuisje kan nu op de valreep toch worden gered. Om voor een rijksbij drage in de restauratiekosten in aanmerking te komen moet het geheel in originele staat worden teruggebracht. Onder meer houdt dat in dat tegen de bestaande kleine stenen woning nog een houten aan bouw wordt geplaatst. Vroeger zat daar de keuken in. Van buiten moet het aan gezicht dan weliswaar wor den zoals vroeger, voor bin nen geldt dat uiteraard niet., Dat zou men van de nieuwe bewoners ook onmogelijk kunnen verlangen. Grootvader Kees Schoorl zat op koude winterse avonden met zijn gezinnetje in de huiska mer te vernikkelen van de kou vanwege de 1-steens buitenmuren. Er was geen stromend water, geen licht, het toilet buiten. Anno 1978 ligt het woongerief op een an der niveau en daar wordt bij de restauratie uiteraard reke ning mee gehouden. De als sexclub ingerichte villa aan de Oude Zeeweg. De begrippen werkgever en werk nemer zijn niet weg te denken uit de dagelijkse kolommen van de kranten. Vele kinderen hopen al jong, daarbij gevoed door ideeen van de ouders, tot de eerste cate gorie te behoren. De gedachte je hele leven werknemer en dus af hankelijk van een ander te moe ten zijn lokt nu eenmaal niet aan. Maar de functie van werknemer is maar voor een gering deel van de dromers over de toekomst weg gelegd. Er is echter nog zoiets als een „tussenweg", die van zelf standige, middenstander. „Eigen baas, niemands knecht. Mensen met een handelsgeest, een juist gevoel voor „zaken doen", vaak al vroeg ontwikkeld, moe ten vooral niet schromen deze richting te volgen. De al jaren du rende afbrokkeling van - vooral de kleine - middenstand mag hierbij geen afschrikkende hin derpaal zijn. Immers er is vrijwel geen sector in ons land die niet te lijden heeft onder economische terugslag door schaalvergroting, markt\ verzadiging, concentratie, auto matisering, een slecht ruimtelijk beleid; kortom door gren zen aan de groei. Mensen met de juiste handelsgeest zullen er altijd komen. Voor hen is er onder meer het lager mid- denstandsonderwijs (detailhan delsschool). Praktisch De kinderen die deze opleiding kie zen moeten niet alleen goed kun nen leren maar ook een prakti sche inslag hebben. De gedi- plomeerden kunnen een baan vinden in de handel, ambacht en dienstverlenende bedrijven. Vaak als „baas", ondernemer in midden- of kleinbedrijf. Echter ook functies in een meer af hankelijke positie (maar toch niet te versmaden) zijn bereikbaar bedrijfsleider in een afdeling van het grootwinkelbedrijf, fi liaalhouder, magazijnbeheerder. Een betere start is vanzelfsprekend verder te gaan op de aansluitende school voor middelbaar midden- standsonderwijs, de middelbare detailhandelsschool (duur drie jaar). Zoals bij alle vormen van lager be roepsonderwijs kennen ook de lagere detailhandelsscholen een tweejarige onder- en bovenbouw Het eerste leerjaar is algemeen vormend (brugjaar). Nu al is er sprake van een zekere beroepsvoorbereiding. Er wor den echter wel zoveel algemene vakken gegeven dat overstappen naar een andere vorm van voort gezet onderwijs mogelijk blyft. Inhoud In de bovenbouw wordt pas goec} inhoud gegeven aan de doelstel ling van deze onderwijstak: een basisopleiding voor een zelf standige functie in de handel. De kloof die vaak bestaat tussen de school en de praktijk van alledag wordt hier overbrugd door in de hogere leerjaren lessen te geven aan de hand van actuele prak tijksituaties. In het vierde jaar wordt iedere week een middag in een bedrijf gewerkt. De school houdt daarbij toezicht. Verder behoren excursies naar bedrijven en vaktentoonstellingen tot- de routine van alledag. Het lmo is uit drie sectoren opge bouwd: ALGEMENE vorming: Neder lands (daaronder spreekvaardig heid), moderne talen, wiskunde, kennis der natuur, geschiedenis, aardrijkskunde, maatschappij leer, muziek, gymnastiek, teke nen en handvaardigheid. BEDRIJFSECONOMISCHE en commerciële vorming: bedrijfs economie, bedrijfsadministratie, verkoopbevordering (waaronder reclametheorie), bedrijfsre- kenen, organisatie van de handel en het handelsverkeer, rechts- en wetskennis. PRAKTISCHE vorming: waren kennis, etaleren, reclameteke nen, machibeschrijven, oriënta tie in het bedrijfsleven. Voorwaar geen gering „pakketÜÜ. Examen Het examen is een schoolexamen en kan uit de volgende vakken bestaan: a. Nederlands; b. mo derne talen; c. handelskennis II (bedrijfseconomie, -administra tie, calculatie), verkoopbevorde ring, warenkennis; d. han delskennis I (organisatie van de handel en het handelsverkeer en rechts- en wetskennis), wis kunde, handvaardigheid, re clametekenen en reclametheorie, etaleren. Hieruit moeten voor het examen zes vakken worden gekozen waaronder in ieder geval Neder lands, een moderne taal en de vakken genoemd onder c. verder dient nog een vak te worden gekozen uit de vakken genoemd onder d. of een tweede moderne taal. Het is ook hier weer van groot be lang dat de leerlingen die naar het middelbaar beroepsonderwijs willen doorstromen de juiste vakken op het hoogste, het C-ni- veau, in hun vakkenpakket op- Wie op de middelbare midden- standsschool hoog scoort kan worden toegelaten op een hogere hotelschool, het hoger econo misch en administratief onder wijs en tot enkele lerarenoplei dingen. Steeds meer oude, vertrouwde be roepen verdwijnen. Maar nieuwe komen er voor in de plaats, vooral in de sfeer van de automatisering. In dit artikel zullen we - globaal - enkele van deze nieuwe beroepen vermelden alsmede de daarvoor vereiste opleidingen en de plaat singsmogelijkheden. ARBEIDSANALIST (onderzoek van de arbeid om te komen tot een sociaal en economisch doelmatiger uitvoering van het arbeidsproces en tot een beter bedrijfsbeheer): (voor)opleiding: Aan de hts Tilburg zijn twee be drijfskundige opleidingen tot hts-ingenieur. De eerste is gericht op managementsfuncties in in dustrie (ook de hts te Dordrecht geeft deze opleiding); de tweede is een aannemersopleiding voor management in de bouw. Afge studeerden zijn goed inzetbaar in de sector arbeidsanalyse. De toelatingseisen zijn havo (wis kunde en natuurkunde) of vwo (afdeling B), mts of gelijkwaar dige opleiding. Andere moge lijkheden liggen in de particu liere sfeer (LOI, PBNA en vereni ging voor organisatie en arbeids- kunde VOA). Computer-technicus. Na mavo-IV met wiskunde en oplei ding aan mts, afdeling elek tronica en elektrotechniek. Na havo-V met wis- en natuurkunde (scheikunde tevens gewenst) opleiding aan hts, afdeling elek trotechniek. De hts Enschede heeft als enige een afdeling ho gere computertechniek. Naast de IHBO zijn er particuliere oplei dingen. Er zijn plaatsingsmoge lijkheden bij leveranciers, ver koopmaatschappijen (afdelingen installatie en onderhoud). I Operateur (bedient computer apparatuur). Na minimaal mavo-IV met wiskunde wordt een opleiding gegeven bij het be drijf, de organisatie of instelling waar de aspirant-operateur werkt (aangevuld met cursussen van de leverancier). Er zijn diverse plaatsingsmogelijkheden: bij computerfabrikanten. com putergebruikers als girodiensten, handelsbedrijven, verzekerings organisaties en luchtvaartmaat schappijen. Men kan eventueel overstappen naar het- beroep van programmeur. Programmeur (schrijft com puterprogramma's). Vooroplei ding minimaal mavo-IV. Tijdens de opleiding bekwaming in al gemene automatiseringskennis en vaardigheid in het samenstel len van programma's, geschre ven in een probleemgerichte programmeertaal. De opleidin gen worden gegeven bij het be drijf waar de aspirant-prog rammeur werkt. Daarnaast zijn er nog diverse (particuliere) cursus sen. Naarstig verder studeren brengt de beroepen van sys teem-analist en zelfs systeem ontwerper binnen bereik. De programmeur heeft goede plaat singsmogelijkheden in het be drijfsleven dat met computers werkt. Systeem-ontwerper (stelt plannen op voor de opzet van een automatisch gegevensverwer kend systeem). De vooropleiding is minimaal havo met wiskunde. Tijdens de opleiding bekwaming in algemene automatiserings kennis, kennis van de prog rammeertaal, kennis van de sys teemontwerptechnieken, kennis van organisatievormen en -struc turen, kennis van wiskunde en statistiek. De opleiding wordt onder meer aan heao-scholen ge geven. Als systeemontwerper kan men de leiding krijgen van een afdeline automatisering. Er doet zich in onderwijsland en merkwaardig fenomeen voor. Terwijl de sector land- en tuinbouw steeds verder afbrokkelt en ons vanouds boerenland verstedelijkt, trekt nou juist het agrarische onderwijs steeds meer belangstelling. En niet alleen meer van de „plattelandsjeugd"; integendeel, steeds meer „stadskinderen" zoeken hun heil - een onbe wust streven van „terug naar de natuur?" - op de land- en tuinbouw scholen. Het ligt daarom voor de hand het (lager) agrarisch onderwijs eens nader onder de loep te De "groene hoek van ons onderwijs biedt de leerlingen, zo blijkt steeds meer, goede toekomstmogelijkheden en ook de vrij- etijdssector vindt hier veel baat bij. Leerlingen van de lagere land- en tuinbouwscholen vinden we terug in de conservenindustrie, de zuivelindustrie, op de veilingen, bij de coöpera tieve land- en tuinbouworganisaties. Echter ook bij de aanleg van tuinen en groenvoorzieningen in het algemeen, de zorg voor het zo belaagde milieu. Aanpassing De aanpassing van dit onderwijs aan de grote veranderingen in de agrari sche wereld heeft een groot aantal nieuwe mogelijkheden opgeleverd. Toch kan in het algemeen worden gesteld dat kinderen, die voorkeur voor deze schoolsoort hebben, in de eerste plaats worden geboeid door alles wat leeft en groeit. Daarnaast horen de nodige pienterheid en praktische inslag in de bagage. De cursusduur bedraagt vier jaar. Ook deze onderwijstak, behorend bij het lager beroepsonderwijs, kent een onder- en bovenbouw. En ook hier wordt begonnen met de klemtoon op de algemene vakken als Nederlands, een moderne vreemde taal (veelal Engels), geschiedenis, aardrijkskunde, kennis der natuur, wiskunde, muziek, tekenen, handvaardigheid en gymnastiek. In het tweede jaar komen daar enkele vakken bij: natuurkunde, maat schappijleer; het vak kennis der natuur wordt verbreed met biologie en scheikunde. De bovenbouw vraagt extra aandacht voor algemene land- en tuinbouwvakken. De klemtoon wordt gelegd op vakvaardigheid wat onder meer inhoudt het goed leren omgaan met machines die in het agrarisch bedrijf worden gebruikt. Ook komen er allerlewerkzaamheden aan te pas die horen bij een bestaan op de boerderij of tuinderij. Waar het accent op de landboaw ligt, wordt de praktijk gericht op plantenteelt, veehouderij, dierverzorging en landbouwtechnologie. Een oriëntering in het bedrijfsleven is daarbij inbegrepen. De tuinbouwhoek legt de klemtoon op groenteteelt, fruitteelt, tuinbouwtechniek, bloemschikken en -binden, aanleg en onderhoud van tuinen. De scholen richten zich daarbij vooral op de activiteiten die in de streek van vestiging het meest voorkomen. Het eindexamen omvat zes vakken. Voor een beperkt aantal vakken wordt gewerkt met een C- B- en A-niveau. Aangezien niet alle scholen over de benodigde kostbare werktuigen kun nen beschikken zijn er speciale praktijkscholen opgericht. Daar gaan de leerlingen van de land- en tuinbouwscholen (lagere, middelbare en ho gere) tijdens hun opleiding een of meer weken naar toe. Zoals reeds geschreven, ligt de toekomst van de leerling vaak niet op boerderij of tuin. Denken we slechts aan de toeleveringsbedrijven: kunstmest, zaadhandel, handel in land- en tuinbouwwerktuigen, tuinbouwverwarming; opslag, bewerking, distributie van land- en tuinbouwprodukten. De gewenste informatie wordt verstrekt door de directie landbouwon derwijs van het ministerie van landbouw en visserij, Bezuidenhout- seweg 73, Den Haag (tel. 070-793911).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 4