Beeld van geploeter met 'bollen' in oudheidskamer Burgemeester hoeft niet boven partijen te staan LAGER BEROEPSONDERWIJS ONDERSCHAT Sassenheimer zoekt nog ruimte voor kunstacademie Maarten Groeneveld (35): "Voldoende cursisten. Dus wat staat ons nog in-de weg?" terdagmorgen, die hoofdza kelijk zal worden besteed om buiten te gaan schilderen en tekenen of het bezoeken van Op de academie zal vooral veel aandacht worden besteed aan de technische kant van het tekenen en schilderen. Kleurleer, compositie, per spectief, schaduwwerking en anatomie. Cursisten kunnen hun talent botvieren op stillevens, landschappen, portretten, karikatuur en geklede mo dellen. "Naaktmodellen, daar wachten we nog even mee", zegt Maarten Groene veld. "Anders krijgt zo'n academie snel de naam dat het een vieze boel is. In een later stadium zie ik het aan trekken van naaktmoddelen wel zitten". Om met de lessen v'an start te kunnen gaan zijn tenminste 12 cursisten nodig. Dat aan tal is al bereikt. Frappant "Het is alleen frappant", zegt Groeneveld, "dat er niemand tussen zit in de leeftijd tus sen 23 en 40 jaar. Ouders met opgroeiende kinderen heb ben er schijnbaar wat moeite mee om voor zoiets tijd te re- VRIJDAG 10 FEBRUARI 1978 De 35-jarige Sassenheimse vertegenwoordiger Maar ten Groeneveld heeft het plan opgevat om in zijn woonplaats een schilder- en tekeacademie op poten te zetten. Bij de notaris is gisteren de naam van de stichting vastgelegd: "Kunststichting tussen Dever en Poelgeest". Groeneveld, na 18 jaar weer te ruggekeerd in zijn oude woonplaats, studeerde twee jaar aan de vrije academie voor beeldende kunst in Nunspeet. Voldoende onder grond vindt hij, om voorlo pig de leiding van de acade mie op zich te nemen en die later in handen te geven van een paar kunstschilders. Oók Sassenheimers, te weten Giel Langeveld, Jim de Graaf en Jan Vermey Van de laatste twee is overigens nog niet zeker of ze daar de tijd voor vrij kunnen maken. Behoefte Volgens Groeneveld is er duidelijk behoefte aan een schilder- en tekenacademie in Sassenheim. "Ik heb links en rechts mijn licht opgesto ken en er blijken veel Sas senheimers te zijn die uitzien naar een wat uitgebreider opleiding dan men over het algemeen krijgt op bijvoor beeld een volksuniversiteit of een of andere vrijetijds- cursus. Er zijn natuurlijk wel goede opleidingsmogelijkheden, maar dan moet je wel een eind van huis. In Sassenheim heb ik nu mensen die de op leiding kunnen verzorgen en er zijn ook voldoende cursis ten. Dus wat staat ons nog in de weg?". Voorlopig lesruimte. Groene veld heeft nog geen ge schikte ruimte kunnen vin den. Heeft daarover wel het gemeentebestuur gepolst. Heeft echter nog geen ant woord ontvangen. "Mijn ge dachten gaan uit naar een school of een leegstaand ge bouw", zegt de vertegen woordiger. "Als de gemeente mij niet kan helpen dan zoek ik het in de particuliere sfeer. Ik wil de kunststichting per sé laten gaan draaien. In de begin periode voorlopig twee avonden per week en de za- Tips voor deze rubriek kunt U elke morgen tot 10.00 uur pan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215. U mag ook schrijven. Hillegommers vergaren „martelwerktuigen" Toen er in de bollenstreek nog nauwelijks sprake was van mechanisatie heeft menig landarbeider zijn jarenlang geploeter in weer en wind "beloond" gezien met een li chamelijk mankement. Begaf zijn rug het niet onder het zware sjouwwerk of het diepdelven, dan maakte hij een goede kans op reumatiek of gewrichtssfijtage. Slechts weinigen haalden zonder kleerscheuren de 65. Onder wat voor omstandighe den de landarbeider tot voor een jaar of vijftien aan de slag moest zal over enige tijd te zien zijn in Hillegom waar kortgeleden de gerestau reerde zolder van het ge meentehuis de bestemming oudheidkamer kreeg. Die zolder is nu nog leeg. Zes Hillegommers en een Lis- sënaar hebben echter op zich genomen de oudheidkamer binnen afzienbare tijd te vul len, vooral met zaken die be trekking hebben op het bol- lenvak van toen. Rietkruiers De 62-jarige oud-bolienkweker Jan Rijkelijkhuizen neemt het vergaren van werktuigen voor zijn rekening. De ironie wil dat de Hillegommer zelf ook slachtoffer is geworden van wat hij noemt "de agrari sche kwaal". Door het zware handwerk heeft hij het aan zijn rug en knieën gekregen, waardoor hij met vervroegd pensioen moest. Nu verza melt hij de werktuigen waar aan hij zijn kwalen te "dan ken" heeft. Ziften, houten eg gen, rooigraafjes, rietkruiers. "Goed beschouwd zijn het voor ons martelwerktuigen ge weest", zegt Rijkelijkhuizen, "menige kwaal is er door ont staan. Maar toen je er mee Jan Rijkelijkhuizen .gezelligheid toch weg werkte stond je daar niet bij stil. Je deed het werk dat ge daan moest worden. Weer of geen weer, zwaar of niet zwaar. Tegenwoordig doen ze het werk met moderne trek kers, die bovendien zijn uit gerust met verwarmde cabi- Dat heeft ook zijn nadelen. De gezelligheid op het land is weg. Het klinkt misschien vreemd, maar als ik zou mo gen kiezen zou ik geloof ik toch weer met die oude werk tuigen aan de slag gaan". Rijkelijkhuizen heeft al het één en ander aan werktuigen ach terhaald. Thuis knapt hij ze op. Er zijn er inmiddels al een paar naar de oudheidkamer overgebracht. Het is de be doeling dat er bij de werktui gen oude foto's komen die la ten zien hoe er destijds mee is gewerkt. Rijkelijkhuizen hoeft niet meer naar die foto's op zoek. Hij kan putten uit een eigen uitgebreide verza meling. Van werktuigen die vroeger in het bloem bollen vak werden gebruikt is elders in Neder land ook al een verzameling aangelegd nl. in Limmen, vlakbij Castricum. In die om geving worden weliswaar nu niet meer op grote schaal bollen geteelt, maar vroeger wel. Nog eerder zelfs dan in Hillegom, waar de bloembollencultuur 110 jaar heeft overbrugd. Het mu seum in Limmen is 25 jaar geleden gesticht. "Het is eigenlijk een beetje dub belop", zegt Rijkelijkhuizen, "maar je kunt van mensen hier uit de buurt niet ver wachten dat ze helemaal naar Limmen gaan om daar wat spullen te bekijken". Lezingen Tot de Hillegommers die zich inzetten voor een goed ge vulde oudheidkamer behoort ook wethouder v.d. Laan (coördinator) en de bejaarde mevrouw Hamburg, die zich in de historie van Hillegom heeft verdiept en daar ook vaak lezingen over houdt. Zij heeft op zich genomen gege vens en eventueel voorwer pen (tuinbeelden e.d.) te ver garen over de buitenplaatsen die Hillegom ooit rijk is ge weest maar waar er nu niet één meer van resteert zoals Elsbroek, Meer en Dorp, Oos tende en Weerestein. De in Hillegom geboren maar nu in Lisse wonende ama teur-historicus Hulkenberg is van plan-wat expositiemate riaal samen te stellen over de fraaie graven van de her vormde kerk en over de He ren van Hillegom. Binnen een jaar hopen de zeven vol doende materiaal te hebben vergaard en geordend om de oudheidkamer voor het pu bliek open te stellen. DEN HAAG - Een fikse stroming in de Partij van de Arbeid wil, dat leden van deze partij die tevens burgemeester zijn daadwerkelijk aan politiek doen. Aan het „boven de par tijen staan", wat sommige anderen van deze door de Kroon benoemde functionarissen verwachten, tilt men bij de PvdA niet erg zwaar. Het ziet er naar uit, dat in het con gres van de PvdA nogal wat voor standers te vinden zullen zijn van een richtlijn van de partij inzake de benoeming van burgemees ters. Deze richtlijn zou dan moe ten inhouden: de PvdA werkt al leen mee aan de benoeming van partijgenoten tot burgemeester als zij van tevoren beloven poli tiek actief te zullen zijn (of- blijven). In het Congresgebouw in Den Haag komt het PvdA-congres morgen bijeen met het oog op de verkie zingen voor Provinciale Staten (op 29 maart) en voor gemeente raden (op 31 mei). Het congres zal zich niet bezighouden met het vastleggen van gedetailleerde verkiezingsprogramma's. Dat laat het landelijke congres over aan de plaatselijke afdelingen en de provinciale organen van de partij. Het congres richt zijn aan dacht op enkele hoofdzaken. In de ogen van de PvdA zijn dat: - collegevorming, zowel op ge meentelijk als provinciaal ni veau; - de verhouding kiezer partij-gekozene (in gemeentera den en provinciale staten); - de mocratisering en inspraak; - de benoemde politieke functiona rissen als burgemeesters en commissarissen der koningin; - de hervorming van het bin nenlands bestuur. Wrijving De discussie over de positie van burgemeesters (en commissaris sen van de koningin) kan van be lang worden. De laatste tijd is nogal wat wrijving tussen de PvdA en partijgenoot-bur gemeesters aan het licht geko men. Het partijbestuur van de PvdA heeft zich bij het formuleren van voorstellen aan het congres voor zichtig opgesteld. In feite laat het partijbestuur de mogelijkheid open om in voorkomende geval len wel mee te werken aan de be noeming van partijgenoten tot burgemeester die het ambt be schouwen als een niet-politieke, meer ambtelijke functie. Het par tijbestuur wijst dan ook een voorstel af dat vanuit de afdelin gen is ingediend. Dit voorstel luidt: De partij dient in voorko mende gevallen te kiezen voor de benoeming van partijgenoten die het ambt als een politieke functie beschouwen. Het partijbestuur van de PvdA is dus nog niet zover, dat het al bij voorbaat een kandidaat-bur gemeester uit eigen gelederen wil dwingen uit te spreken, dat hij zijn functie als een politieke zal beschouwen. Maar het is wel duidelijk, dat er veel sympathie is in de PvdA voor het type bur gemeester, dat duidelijk herken baar is als democratisch-socialist. Om de zaak te versimpelen: men voelt in de PvdA meer voor het type-Van der Louw (burgemees ter van Rotterdam), dan voor het type-Van der Lee (burgemeester van Eindhoven). Deze gedachtengang vindt men ook terug in de congresstukken over de collegevorming. Het is voor de PvdA al geruime tijd een uitgemaakte zaak, dat PvdA-le- den alleen maar wethouder in een gemeente of gedeputeerde in een provincie dienen te worden op basis van een programma, op te stellen in samenwerking met an dere politieke partijen. Bij de taakverdeling in de dage lijkse besturen van gemeenten en provincies wil men deze gedach tengang ook doortrekken. Alleen als een burgemeester of een commissaris der koningin het program onderschrijft mag hij meedoen bij de taakverdeling. Ook alleen in die situatie mag zijn of haar politieke kleur meetellen bij de invulling van de krachts verhouding binnen het college. Een niet-politieke burgemeester of commissaris moet van de PvdA zijn werkzaamheden maar beperken tot wat de wet hem of haar voorschrijft. De PvdA wil de gekozen be stuurders die tevens partijlid zijn nogal strikt binden aan het col legeprogramma en het ver kiezingsprogramma van de partij. Wie als wethouder of ge deputeerde naar de mening van de partijorganen zich niet houdt aan deze programma's loopt de kans dat de partij het vërtrouwen in hem of haar opzegt. Als zulks gebeurt zou zo'n bestuurder zijn zetel ter beschikking moeten stellen, vindt de PvdA. De PvdA verwacht ook van een wethouder of gedeputeerde, dat hij in het openbaar een min derheidsstandpunt inneemt in dien het college waar hij deel uitmaakt besluiten z die in strijd zijn met het college program of het eigen ver kiezingsprogramma. De PvdA laat wat dit betreft nog wel het collegeprogram (onderschreven door meer partijen dan alleen de PvdA) voorgaan boven het eigen verkiezingsprogramma. Op het punt van de democratise ring en inspraak wil de PvdA de hier en daar al bestaande praktijk landelijk over de gehele linie doorvoeren: alle vergaderingen van commissies en raden en sta ten zijn openbaar; alle over heidsdocumenten zijn openbaar, evenals adviezen van niet-amb- telijke instanties. Nog altijd wordt het lager be roepsonderwijs - veelal de lts voor de jongens en de huishoud school voor de meisjes - onder schat. Ouders ervaren het als een teleurstelling als hun zoon of dochter na de lagere school „slechts" naar het lbo kan. Dan toch altijd nog maar liever de mavo, onder meer als een betere mogelijkheid om naar het mid delbaar beroepsonderwijs door- te stromen Maar vooral de mavo, door velen nog te vaak gezien als eindon derwijs, levert de grootste cate gorie jeugdwerklozen. Het lager beroepsonderwijs, dat mag best eens worden gezegd, is vaak een betere weg naar latere studie of beroep. Immers een gediplomeerde leer ling van het lbo met een juist vakkenpakket kan wel degelijk tot het mbo worden toegelaten. En vooral kinderen die meer prak tisch zijn ingesteld, die de „doe- vakken" verkiezen boven de theoretische, zijn in het lbo beter af. Wil de leerling na het behalen van zijn diploma niet verder op een dagschool (de motivatie, ge steund door ouders en leerkrach ten is hierbij overigens van groot belang), dan kan worden gekozen uit een reeks van leerlingstelsels waar uitstekende vakopleidin gen kunnen worden genoten. Vervolgopleidingen kunnen de gewezen lbo-scholier ver in het- bedrijfsleven brengen. Geen tijdverlies Wat houdt het lbo precies in? De scholen hebben alle een cur susduur van vier jaar, verdeeld in een onderbouw en een boven bouw (beide twee jaar). Tijdens de onderbouw krijgt het nog jonge kind te maken met voornamelijk algemene vakken zoals Nederlands, een vreemde taal (Engels of Duits), wiskunde, aardrijkskunde, geschiedenis, maatschappijleer maar ook prak tische vakken als handvaardig heid en algemene technieken. Die eerste periode is niet alleen van belang voor een brede, alge mene vorming maar ook voor een juiste, definitieve keuze van de soort onderwijs die de leerling wil gaan volgen. Op wat latere leeftijd krijgt het kind nog gelegenheid te veranderen, zowel van beroepsrichting als van school. En dat zonder tijd verlies. Tijdens de onderbouw kunnen de leraren het kind observeren en beoordelen en zijn dan redelijk in staat om te adviseren welke rich ting moet worden ingeslagen; aangepast aan de aanleg en de belangstelling van de leerling. In de bovenbouw komen naast de algemene vakken de zoge naamde beroepsverkennende vakken aan de orde. Deze ver schillen vanzelfsprekend per soort van lager beroepson derwijs. De leerling zit dus niet meteen aan een beroep „vastgepind". Soorten Het lager beroepsonderwijs is breed opgezet en kent een groot aantal schoolsoorten: lagere technische school (lts), indivi dueel technisch onderwijs (ito), lager huishoud- en nijverheids onderwijs (lhno), individueel lhno, lager economisch en ad ministratief onderwijs (leao), la ger middenstandsonderwijs (lmo), lager agrarisch onderwijs (land-, tuin- en bosbouwscholen) en het individueel agrarisch on derwijs. Vaak zijn er ook combinaties van onderwijssoorten onder een dak samengebracht. Men spreekt dan van scholengemeenschappen. Soms zijn combinaties gevormd met het algemeen voortgezet on derwas (vooral de mavo). In een dergelijke scholengemeenschap is het eenvoudiger om van rich ting te veranderen. Het individueel beroepsonderwijs is bestemd voor de leerling die wat moeilijk meekomt en der halve in een kleine(re) groep per soonlijk kan worden „aange pakt". Verder leren Zoals gezegd biedt het lager be roepsonderwijs wel degelijk de mogelijkheid om verder te leren zoals op scholen van middelbaar beroepsonderwijs. De leerling gaat dan in zijn vakrichting „ge woon verder Enkele voorbeelden: een jongen van de lts kan volgens de nieuwe examenregeling met drie ver plichte vakken op C-niveau naar een mts. Een meisje dat het di ploma lhno op C-niveau haalt (hier twee of meer verplichte vakken) kan bij voorbeeld naar een van de vormen van middel baar huishoud- en nijverheids onderwijs. Vanaf de leao al pre cies dezelfde mogelijkheid: drie vereiste vakken C-niveau geeft toegang tot de meao. Soortgelijke aansluitingen zijn er bij het middenstands en agra risch onderwijs. In augustus 1975 is regeling lbo van kracht gewor den. Deze regeling kent per examenvak een AB-of C-prog ram ma. Het C-niveau is veelal nodig voor doorstroming naar de ver schillende vormen van middel baar beroepsonderwijs. Het B-niveau is anders gericht maar hoeft doorstroming naar andere vormen van voortgezet onderwijs niet uit te sluiten. Het A-programma is duidelijk het „lichtste". Veelal moet dan aan sluiting worden gezocht bij de leerlingstelsels of het vormings werk. Ongeacht het niveau is het aantal examenvakken altijd zes. Nooit genoeg Degenen die het C-niveau niet heb ben bereikt of die - minder gemo tiveerd om verder te leren - de maatschappij in willen kunnen terecht bij het leerlingwezen. Er zijn ongeveer dertig leerlingstel sels waar vele honderden oplei dingen tot vakman of- vrouw worden gegeven. Een andere mogelijkheid is, zoals reeds aangegeven, het vor mingswerk. Daar worden geen gerichte vakken onderwezen doch een algemene voorberei ding op de maatschappij gebo den. De belangstelling van de leerlingen is van doorslaggevend belang. In dit verband moet ook nog even worden gewezen op de leerplicht. Elke leerling moet ten minste tien jaar dagonderwijs volgen (het zittenblijven telt mee). Wordt na die periode de school verlaten dan moet de leerling nog een jaar twee dagen per week deelnemen aan de gedeeltelijke leerplicht: opleiding beroepsonderwijs, leerlingstelsel of vormingswerk. Pas na elf jaar volledig dagon derwijs is de leerling geheel leerplichtvrij. Vanzelfsprekend mag hij verder leren. Want, zoals altijd pas veel later ln de PvdA voelt men sympathie voor het type burgemeester dat duidelijk herkenbaar is als democratisch-so cialist, zoals burgemeester van Rotterdam Andre van der Louw. Op deze foto is Van der Louw in het gezelschap van de Griekse actrice Melina Mercouri, een felle voorvechtster van socialisme in haar land.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 4