Verschil
tussen
dik
en
arm
is nog veel te groot
ZATERDAG 4 FEBRUARI 1978
\n AinsiI&Mhfè
llnfDÖlJ,(o]1l'CiilfDg
De goud-soek in Dnbai
Sjeik Zabed bin Sultan al Naha-
jan, de president van de Verenigde
Arabische Emiraten.
Pracht en praal, armoede en doffe ellende. Twee uiterste contras
ten die we meer dan regelmatig in de Arabische wereld aantref
fen. De macht en het geld in handen van een kleine groep beter
gesitueerden, het overgrote deel van de bevolking leeft onder
schandalige omstandigheden.
Een uitzondering op deze regel vormen sinds het begin van de
zeventiger jaren de olieproducerende landen. Weliswaar is het
klasseverschil er in de Arabische landen nog niet minder op
geworden; maar de armoede wordt langzaam aan terugge
drongen. De landen kennen daar nu een buitengewoon snelle
economische vooruitgang.
De niet-democratische en vaak a-politieke leiders van de
oliestaten zijn echter niet geschikt hun land naar Westeuropese
maatstaven op te bouwen, waardoor het verschil tussen arm en
rijk nog veel te groot blijft. Domme investeringen worden ge
daan in statussymbolen die van weinig waarde zijn en het land
alleen ten opzichte van buitenlanders wat meer aanzien geven.
Grote Amerikaanse wagens doorkruisen de hypermoderne Wes
ters aandoende binnensteden of schieten voorbij op de snelwe
gen die de woestijnen in tweeën delen. De olie heeft het leven
veranderd, ook in de zeven minilandjes gelegen aan de Perzi
sche Golf en de Golf van Amman. Zeven emiraten (sjeikdom-
men) die in 1972%tot een federale staat werden: de Verenigde
Unie van Arabische Emiraten.
Totdat het toerisme zijn intrede gaat doen in dit land (wat zeker
niet lang meer zal duren) weren de emiraten de westerlingen.
De buitenlanders die op handen worden gedragen zijn de Ame
rikaanse en Europese technici, die met hun wetenschappelijke
kennis de infrastructuur komen versterken.
Hermien Holvast bezocht de zeven emiraten en kwam in een
andere wereld terecht. Voordat ze kon rondkijken, noteren en
fotograferen werd haar in Dubai vanaf een balcon een ver
blijfsvergunning voor ten hoogste veertig dagen toegeworpen.
Door
Hermien Holvast
Contrasten in de Arabische we
reld. Op de foto links een prachtige
moskee in Aboe Dhabigeflankeerd
door een in westerse stijl opgetrok
ken flatgebouw.
Op de foto rechts houten "dohws",
waarmee de handel op India en
Pakistan wordt onderhouden. De
van fraai houtsnijwerk voorziene
schepen worden in het emiraat Aj-
man geheel met de hand i
digd.
Het is ongeveer veertig graden
in de schaduw, Amerikaanse
en Europese firma's, waaron
der Nederlandse, baggeren in
het mulle, gloeiend hete zand
een weg naar zee. De werk
zaamheden vinden plaats bij
Mima Jebel Ali, dertig kilo
meter verwijderd van Dubai
(het op Aboe Dhabi na be
langrijkste emiraat van de ze
ven).
Een jaar geleden was hier alleen
nog maar zand, tot aan de
kustlijn. Een paar tonnen ga
ven toen aan waar eventueel
gegraven zou worden. Nu
worden al duidelijk de con
touren zichtbaar van een
werk dat een miljardenpro
ject wordt en zal resulteren
in een geweldige haven voor
de Emiratenunie.
De haveningang wordt afge
schermd door twee haven
hoofden, met een totale
lengte van vijf kilometer. Een
is momenteel al geheel klaar.
De haven zal bestaan uit een
binnen- en buitenhaven. De
laatste doet dienst voor de
grote zeeschepen, terwijl de
binnenhaven wordt aange
legd voor de waterrecreatie.
Iedere dag komt de heersende
sjeik van Dubai een kykje
nemen bij de werkzaamhe
den aan de haven.
De haven is niet de enige plaats
waar bouwvakkers bezig zijn.
Een hotel met vierhonderd
kamers krijgt langzaam vorm.
Ook hier rijst evenals bij de con
frontatie met de moderne
bouwwerken in alle emiraten
(Aboe Dhabi, Dubai, Sjardja,
Ras al Chaima, Oem al
Koewain, al Foedjaira en Aj-
man) de vraag, voor wie al
deze complexen bedoeld zijn.
Duidelijk is de waarde van een
grote haven voor een land,
onduidelijk echter het belang
van leegstaande hotels en an
dere dure bouwwerken die
zelden of nooit gebruikt wor
den.
Veel geld
Het zijn statussymbolen, meer
niet. De buitenlandse werk
nemers, waaronder talrijke
Nederlandse gastarbeiders
varen er persoonlijk wel bij.
Zij verdienen, onder
luxueuze omstandigheden,
veel geld in de olielanden. Zij
wonen in fraaie huizen, ge
heel gemeubileerd en voor
zien van alle technische
snufjes op huishoudelijk ge
bied die men in Europa en
Amerika gewend was: een
broodrooster, een citroenpers
en dergelijk heeft men dan
ook in de woestijn ter be
schikking.
De Ruler (sjeik), die eigenaar is
van de wijken waar de
buitenlandse technici wonen,
verhuurt ze compleet aan de
maatschappij die de werken
in het betreffende gebied uit
voert. Buiten deze luxe om
leven de vrouwen van de
buitenlandse werknemers in
hun wijken vrij afgelegen van
bijvoorbeeld winkels die
vaak meer dan dertig kilome
ter verwijderd zijn.
Soelaas
Enig soelaas biedt de Ameri
kaanse slee, uiteraard met
air-conditioning. De gasthe
ren hebben hun matje ge
spreid voor de buitenlanders
die helpen hun land meer
aanzien te geven. Voor het
contingent Amerikanen en
Nederlanders is er al een En
gels-Nederlandse lagere
school in het leven geroepen.
In Dubai is nu een Engels-Ne
derlandse firma bezig met het
uitbaggeren van een na
tuurlijke "creek". Deze
"creek" is door de eeuwen
heen druk bezocht door de
handelsvaart. Op deze vaar
weg ziet men nu nog vaak de
prachtige houten dhows
(houten boten) die vooral be
kendheid genieten door hun
fraaie houtsnijwerk. Met deze
boten wordt nu nog de handel
met India en Pakistan onder
eens zie je een Arabier staan
die met een rij gesluierde
sieraden uitzoekt.
Vrouwen in de woestijn. Het lijkt een plaatje uit de vorige eeuw
houden. De boten zelf worden
nog geheel met de hand ver
vaardigd in het emiraat Aj-
De stad Dubai is een van de be
langrijkste handelscentra
langs dit deel van de kust ge
worden, Nederlanders en En
gelsen hebben onder de
"creek" door een verkeers-
tunnel aangelegd. Ook het
vliegveld is een Engels-Ne
derlands co-product.
Droogdokken
Het lijkt wel of er overal ge
bouwd wordt. In Dubai zijn
nog drie droogdokken in
aanbouw voor tankers met 1
miljoen ton aan laadvermo
gen. Verder zijn er een ce
mentfabriek en een alumi-
niumfabriek in Dubai zelf ge
bouwd. Slecht en on-econo-
misch beleid zijn er de oor
zaak van dat de fabrieken nog
niet kunnen draaien. Ze moe
ten namelijk gestookt worden
met afvalgassen van de
olieproduktie. Deze gassen
zijn echter in een meerjaren
plan verwerkt en aan Japan
verkocht.
Ziekenhuizen, scholen, wegen
enzovoorts, alles in de Emira
ten aan vervanging toe. Ar
chitectonische meesterwer
ken, zoals het grote handels-
en conferentiecentrum met
zijn 36 verdiepingen, steken
schril af tegen de antieke
Arabische wijken.
Daar zijn de straten vaak nog
niet geplaveid van bevinden
zich de gezellige soeks.
jes in de zogenaamde Medina
(de oude, vaak nog om
muurde stad). Meestal kan in
de buitengewoon smalle en
meestal overdekte steegjes
van alles en nog wat gekocht
worden.
Opvallend was het dan ook dat
in de soeks van Dubai hoofd
zakelijk goud verkocht werd.
De goudhandel zelf, die tot
voor enkele jaren terug nog
floreerde wordt minder. Het
legaal invoeren van goud in
de Verenigde Arabische emi
raten om het daarna India en
Pakistan binnen te smokke
len is aan het verminderen.
In 1971 was het nog ongeveer 48
ton die illigaal naar India en
Pakistan ging nu nog maar
zo'n 25 ton. In de kleine soeks
kom je de polygamie nog
zichtbaar tegen. Meer dan
Zinloos
Daar er weinig of geen toeristen
zijn is het zinloos souvenirs te
verkopen, zoals dit in de Ara
bische landen aan de Midde-
landse zee aan de orde van de
dag is... Behalve een hoofd
tooi, een Arabische koffiekan
en de overbekende versierde
dolk is er geen souvenir te
vinden.
Boven de daken van de huizen
steken vaak de windtorens of
"baadgeers" (hetgeen in het
perzisch windvangers bete
kent) en de bries opvangen,
die dan door kanalen naar de
onderliggende kamers wordt
gebracht om verkoeling te
brengen. Vooral in de Bas-
takiawijk van Dubai, waar
vroeger de Perzische koop
lieden woonden, treft men
deze primitieve maar
doeltreffende air-conditio-
ning aan. Verreweg het
rijkste emiraat van de ze
ven is Abu Dhabi, met een in
komen van 65 duizend dollar
per jaar per hoofd van de be
volking. Die inkomsten ko
men voort uit de aardolie,
waarvan Abu Dhabi zo'n 62,5
miljoen ton per jaar produ
ceert, bijna zes maal zoveel als
Dubai Het afgelopen jaar is
maar liefst 20 procent van de
begroting gereserveerd voor
ontwikkelings
hulp. Drievierde deel hiervan
gaat naar de zogenaamde
frontstaten Egypte, Syrië en
Jordanië en verder naar de
rest van de Derde Wereldlan
den.
Ook hier weer, nog meer dan in
Dubai, reusachtige moderne
bouwwerken onder andere
het sportcomplex in aanbouw
dat aan Olympische eisen
gaat voldoen.
Prachtige parken, de mooiste
huizen en moskeën, dat is
Abu Dhabi. Om de stad te
ontvluchten kan gebruik ge
maakt worden van het strand.
Voor westerse vrouwen meer
dan eens een ergenis omdat ze
een lust voor het oog van de
Arabische mannen zijn, die
aan komen
dicht bij de blanke v
zee voor anker gaan.
Sprookjesachtig
Een van de rijkste symbolen is
het Hilton in Al Ain, 160 kilo
meter van Abu Dhabi met zijn
sprookjesachtige ingang. De
vloer is bedekt met rose en
groen gekleurd marmer, ter
wijl de pilaren versierd zijn
met bladgoed en mozaïeken
aan de wand. Een kroonluch
ter begint in het midden van
de hal klein en loopt omhoog
tot de zesde verdieping, erg
breed uiteen.
Het armste maar het meest met
natuurschoon bezegende
emiraat is Al Fujarah. Hier
treft men nog sneeuwwitte
stranden aan die alleen be
volkt worden door honder
den krabbetjes. Maar ook in
Fujarah blijft de tijd niet stil
staan, integendeel: grote ho
tels zijn in aanbouw.
Maar de grote luxe huizen staan
leeg en wie de tuinstad moet
gaan bevolken is maar de
vraag. Behalve het gebruike
lijke antwoord dat alles voor
de komst van toeristen be
stemd is, lijkt de bouw doel
loos.
Een land in ontwikkeling, de
Verenigde Arabische Emira
ten, een land van felle con
trasten. Daar zie je een vrouw
die bij de afvalresten van de
groentemarkt eten zoekt, en
kele honderen meters ver
derop een luxe hotel dat
leegstaat. Kamelen steken de
weg over, terwijl een grote
Amerikaanse slee met in
witte gewaden gestoken Ara
bieren komt aanrijden. Een
andere
eld