Het geharrewar over verspilling van wasmiddel gaat maar door Met een piaktafel ben je nog niet van de premies af "Vergeten polis" toch uitgekeerd Menukaart in braille Zwarte handel in benzinebonnen Cameramode Hoge hoed in opmars Sauna camouflage voor erotische praktijken SATERDAG 28 JANUARI 1978 Blinden of slechtzienden die gaan eten in een van de talloze Wienerwaldrestaurants in Duitsland kunnen zelf kiezen en hebben geen hulp van an deren meer nodig. Sinds kort biedt Wienerwald daar na melijk spijskaarten in braille In andere landen, en met name in Nederland, is men nog niet zover. De directie van Wienerwald-Nederland vindt het idee best goed, maar de behoefte eraan is nog niet ge bleken. Maar als er aanleiding voor is willen we best gaan praten met bestuursleden van de Blindenbond, zo verze kerde de directie ons. Georganiseerde benden schijnen sinds enige tijd sys tematisch de alleen voor toe risten bestemde benzine bonnen op te kopen en deze op de zwarte markt in Italië te verhandelen. Door het grote prijsverschil (ongeveer 65 per liter goedkoper) floreert dit il legale handeltje goed. Per advertentie worden zelfs "stromannen" gevraagd die tegen uurloon een hele rij adressen afmoeten waar bezi- nebonnen worden verstrekt. Banken en automobielclubs ei sen daarom nu bij aankoop van benzinebonnen een pas poort en het kentekenbewijs van de auto. Fototoestellen zijn ook aan mo detrends onderhevig. Al lange tijd zijn bijvoorbeeld camera's uitgevoerd in matz- wart in plaats van met chroom uitmonstering. Nu is Leitz gekomen met de "safari look". De spiegelreflexcamera Leica R3 is behalve in matzwart ook te koop in "jungle groen". Ook de kleine Leitz verre kijker Trinovid C is in deze kleur te koop. De Weense hoge hoeden fab rikant Carl Habig - die een paar jaar geleden de hoge hoedenfabriek van de Ne derlander Mark Sporrenberg opkocht - zegt dat de handel in "kachelpijpen" tegen veler verwachting in weer opbloeit. Habigs omzet steeg van 1975 op 1977 van 3500 naar 7000 hoge zijden. De Weense hoe den worden geëxporteerd naar vierentwintig landen. De helft gaat naar Amerika, 20 procent naar West-Duitsland, en 15 procent naar Zwitser land. Afnemers van hoge hoeden zijn o.m. kringen waar galabijeenkomsten plaatshebben, beoefenaars van paardendressuur, en le den van goochelclubs. Het gekrakeel over de wasmiddelverspilling duurt nog steeds voort. De Consumentenbond ziet niets in het terugstroomreservoir om het verlies van zeep bij volautomatische wasmachi nes tegen te gaan. Koop het maar niet, adviseert de bond zijn leden, want „de kans dat het in uw machine iets uithaalt weegt niet op tegen de- nadelen." Het terugstroomreservoir is te koop - prijs: ongeveer negen gul den - om in de afvoerslang van de wasmachines te worden gemon teerd. Het moet dan (daarover schreven we onlangs uitvoerig op een boodschappagina) voorko men dat er zeeppoeder in het af voersysteem van de machine te recht komt. Als dat wel gebeurt dan komt het wasmiddel dat daar zit, niet meer bij het wasgoed terug. Het ver dwijnt dan dus ongebruikt in het riool. Volgens een inmiddels al paar jaar oud Deens onderzoek kan die wasmiddelverspilling wel tot dertig procent oplopen. Als het afvoersysteem van de volautomaten altijd vol water staat is er niets aan de hand. Het terugstroomreservoir zorgt er voor dat na de laatste keer spoe len voldoende water naar het af voersysteem terug gaat In de pen De Consumentenbond heeft altijd over de wasmiddelverspilling ge zwegen. Een heleboel publiciteit over dit onderwerp is kennelijk de reden dat de bond nu wel in de pen klimt. Ze is in ieder geval niet erg onder de indruk van het Deense onderzoek. „Er kunnen Het terug stroomreservoir meer oorzaken zijn waardoor een deel van het wasmiddel niet of onvoldoende voor het wassen wordt benut", schrijft de bond in de Consumentengids. „Een ding is zeken een verspilling van 30 procent is voor de meeste wasau tomaten sterk overdreven." Wat water De bond adviseert, net als de Ne derlandse Vereniging van Huis vrouwen, voor het wassen wat water in de wasautomaat te la ten lopen. Volgens de consumentenorganisa tie is het terugstroomreservoir geen oplossing. Zij heeft het ge probeerd op vier machines, de Indesit L.8.L.NL, de Vendomatic 7639, de Siemens WV 4700.32 en de Bosch V456 (die erg op de Siemens lijkt. Teleurstellend Conclusie: „Het effekt van het re servoir bleek teleurstellend. Al leen bij de Vendomatic was meer wasmiddel bij het wasgoed ge komen." Andere bezwaren van de Consumentenbond: de mon tage van de fles is niet altijd een voudig en gebruikte wasverzach- ter in het spoelwater kan bij de volgende keer wassen (doordat het uit de fles in de machine te rugstroomt) een klein deel van de zeep onwerkzaam maken. In zijn maag Het terugstroomreservoir is een ontwerp van de heer A. de Kok uit Groenekan, technisch ad viseur van wasmachinefabrikan- Zijn reactie op het onderzoek en de conclusies van de Consumen tenbond: „Het is duidelijk dat de Consumentenbond met die wasmiddelverspilling in zijn maag zit. Driejaar lang hebben ze het doodgezwegen en nu gaan ze het bagatelliseren. Maar ik ben toch wei verbaasd over dat hele onderzoek. Ze hebben het terug stroomreservoir geprobeerd op de Indesit en de Siemens en dat zijn nou net de automaten die bijna geen wasmiddelverlies hebben. Alleen bij de Vendoma tic hielp het en dat was inder- daaad een machine waarin veel zeep in het afvoersysteem De Kok is ook verbaasd over de cij fers waarop de bond zijn afwij zing baseert. „Ze hebben die cij fers niet gepubliceerd maar ik heb ze wel gezien. Ze komen nu op een veel lagere alkaliteit (dat is populair gezegd het zeepgehalte van het sop - red.) uit dan bij een vorig onderzoek en die wordt nu gebruikt om het terugstroomre servoir te vergelijken. Een zeep fabrikant, die het terugstroomre servoir ook heeft geprobeerd, komt uit op een zeepverlies van nul. Ra, ra. hoe kan dat?" Over de wasverzachter, die bij de volgende keer wassen, zeep on werkzaam maakt, zegt De Kok: „Dat is de mooiste mop die ik ooit gehoord heb. Er wordt 50 millili ter wasverzachter toegevoegd op 22 liter water. Dacht u nou heus, dat dat kleine beetje dat via het terugstroomreservoir in de ma chine terug komt, van in vloed is? Kom nou!" R. J. Erdbrink Vergeten polissen kunnen tot pro blemen aanleiding geven. Mr. R. J. Erdbrink, ombudsman levens verzekering, geeft daar in het jaarverslag van zijn werkzaam heden een treffend voorbeeld van. Er klaagde iemand die in 1959 een verzekering had geslo ten waarvoor hij de premie in eens voldaan had. Hij zou als hij nog in leven was in 1969 een uit kering ontvangen of, zijn nabe staanden, bij eerder overlijden. De verzekeringstussenpersoon van deze man ontdekte die vergeten polis. De verzekerde kon zich niet meer herinneren of ooit een uit kering op de polis was gedaan. Dat bleek overigens niet het geval, maar de maatschappij had de po lis vervallen verklaard, twee jaar nadat de verzekerde een paar maal was gevraagd z'n polis op te zenden. Hij reageerde niet en toen verviel de uitkering inge volge de voorwaarden aan de maatschappij. De verzekerde diende een klacht in bij de ombudsman. Deze acht een beroep op verjaring in bepaalde omstandigheden wel verant woord. Maar aan de andere kant is het zijn oordeel, dat een verze keraar geen beroep op de vërja- Als u een klacht hebt over uw levensverzekering kunt u terecht bij mr. R. J. Erdbrink, de ombudsman le vensverzekering. U kunt een afspraak maken voor een persoonlijk on derhoud in het Verzekeringsgebouw, Groot Herto- ginnelaan 8 in Den Haag. Maar ook schriftelijk of telefonisch (070-608261) kun nen klachten bij de ombudsman worden ingediend. ringsclausule moet doen als nog nooit een uitkering op die polis heeft plaatsgehad. De Nederlandse Vereniging ter Be vordering van het Levensverze keringwezen is het daarmee eens. Op deze gronden en omdat in dit geval onomstotelijk vaststond dat op de polis geen uitkering was verricht, verzocht de om budsman levensverzekering de maatschappij om alsnog tot uit kering van het verzekerd bedrag over te gaan. De maatschappij zwichtte voor de argumenten van mr. Erdbrink en betaalde de verzekerde uit. Hoe belangrijk het is bij het aan gaan van een verzekering de ge zondheidsverklaring goed en vooral volledig in te vullen doet ombudsman Erdbrink ook uit de doeken in zijn verslag. Een weduwe vroeg hem of het wel juist was, dat de verzekering die haar man had, was opgezegd om dat hij bij het aangaan van die verzekering iets had verzwegen. Hij had namelijk niet ingevuld dat hij ooit voor een of andere kwaal was bestraald en het verweer ach teraf was dat hij nooit geweten had aan welke ziekte hij leed of had geleden. Zijn huisarts beves tigde dat. Niettemin royeerde de maat schappij de verzekering onder uitkering van slechts de afkoop- waarde. Enkele maanden daarna overleed de verzekerde. De ombudsman raadpleegde een medisch adviseur en die gaf de maatschappij gelijk. Hij vond het niet van belang dat de verzekerde bij het afsluiten niet wist aan welke kwaal hij leed, die tenslotte fataal zou blijken. Dat deed er volgens hem niets toe. Zou de verzekerde immers het be- stralingsgeval hebben opgege ven dan was een keuring het ge volg geweest en dan zou het ziektegeval zijn uitgekomen. De maatschappij had dan andere voorwaarden kunnen stellen. Mr. Erdbrink wijst er met nadruk op dat men dat invullen van de gezondheidsverklaring daarom niet moet onderschatten en al leen als een formaliteit zien. De gevolgen kunnen - zoals geble ken is - ernstig zijn. Ombudsman Erdbrink: niet zo maar beroep doen op verjarings clausule in de polis. Finnen verontrust Dat je in een sauna niet magerder wordt, weten de Finnen allang; ze kunnen dan ook hartelijk lachen am die Westeuropeanen •ikanen die denken dat ie maar vaak genoeg Wat de Finnen echter niet zo leuk vinden, is dat hun "heilige" sauna in sommige landen als ca mouflage dient voor sexuele en erotische praktijken. Zelfs de verkopers van de sauna's zitten er een beetje mee, dat het gezonde familieritueel een steeds groter wordende erotische aandacht krijgt. de Hoewel Finland per jaar miljoenen verdient met de export van sauna's zouden- ze toch wel graag zien dat die in de landen waarheen ze exporteren met de zelfde eerbied wordt bekeken als in het land van herkomst. Torsten Hyvaerinen, directeur van een bekende saunafirma, ver telde: "Het zou bij geen enkele Fin opkomen om zijn sauna voor iets anders dan voor een sauna bad te gebruiken. Hier heeft men zelfs geen gemengde sauna's, be halve als het om familie gaat en in sommige families baden oudere jongens en meisjes zelfs nog apart". Om nog eens duidelijk te maken wat voor plaats de sauna in het leven van de Fin inneemt komt de heer Hyvaerinen met een oud Fins gezegde: "Je gedraagt je in een sauna zoals in een kerk, waar geen geschreeuw is toegestaan, en je geen rommel mag maken. In Finland is de sauna geen status symbool zoals in veel Europese landen en in Amerika. Een aannemer had met enkele be hangers een overeenkomst geslo ten om nieuwbouwwoningen te behangen. Afgesproken werd dat de behangers het behang van de aannemer zouden krijgen, maar dat ze zelf voor de behanglijm, het benodigde gereedschap, zoals een trap, plaktafels en bor stels moesten zorgen. Tevens moesten ze zelf een auto hebben om naar de woningen te komen. De behangers kregen een prijs be taald per rol verwerkt behang. Het hele karwei diende binnen een bepaalde tijd klaar te zijn. Zou dat niet het geval zijn dan kon de aannemer een andere be hanger laten komen om de wo ningen op tijd af te maken. De behangers zouden voor deze niet klaargekomen behang- werkzaam heden geen enkele vergoeding ontvangen. Tot zover een beschrijving van een overeenkomst tussen een aan nemer en wat behangers. U zult zich afvragen, waarom zo'n uit voerige uiteenzetting over plak tafels, borstels en lijm? Wel, de aannemer die deze over eenkomst met de-behangers sloot was namelijk van mening, dat deze vaklieden zelfstandig opereerden. Ze moesten tenslotte voor materiaal en vervoer zorgen en werden niet doorbetaald als het karwei niet op tyd klaar- zou zijn. De bedrijfsvereniging waarbij (wettelijk verplicht) de aannemer is aangesloten, was echter een andere mening toegedaan. Deze vond dat er sprake was van aan nemen van werk, maar dat het hier geen zelfstandigen betrof. En daarom vielen naar zijn me ning de behangers onder de ver plichte verzekeringen. U weet wel. ZN, WW, WAO, Kinderbijs- lagwetloontrekkenden en Ziekenfondswet. Want, zo stelt de wet, wie persoon lijk in aangenomen werk arbeid verricht en dit niet doet uit hoofde van de zelfstandige uit oefening van een bedrijf of be roep, is verzekerd voor de werk nemersverzekeringen. Naar de rechter Dit geschil kwam uiteindelijk voor de Centrale Raad van Beroep. De rechter moest uitmaken of het hier nu om zelfstandigen ging of niet. Deze uitspraak is bindend. De rechter vond dat het niet om zelfstandigen ging. Hy baseerde zijn conclusie op de volgende feiten: Dat de behangers zelf voor hun ge reedschap moesten zorgen vond hij niet doorslaggevend voor de zelfstandigheid, omdat het be roep van behanger met vrij weinig gereedschap wordt uit geoefend. Ook zijn, in tegenstel ling met andere beroepen, bij een behanger de investeringen, het bedrijfsrisico en de organisatie geen voor de hand liggende ken merken om uit te maken of Geen klantenkring Bij deze behangers was er geen sprake van een uitgebreide klan tenkring. Ook hadden ze niet zo veel zogenaamde particuliere klanten. Ze werkten maar voor een of enkele zakenopdrachtge- vers. Ze maakten bovendien geen reklame, hadden geen vast zake- nadres en stonden niet inge schreven in het Handelsregister. Maar ook al hadden ze wel inge schreven gestaan, dan nog zou den ze niet zonder meer als zelf standigen kunnen worden be schouwd. Alle omstandigheden die tekenend zijn voor een zelf standige beroepsuitoefening ontbreken. Aldus de Centrale Raad. De premies moesten dus worden betaald. Ieder die voor een an der werkt Het komt regelmatig voor dat men denkt dat alleen voor arbeid ver richt in vaste loondienst de so ciale verzekeringswetten gelden. Dat is allang niet meer zo. Want sinds 1 juli 1967 is vrijwel iede reen die voor een ander werkt verplicht verzekerd voor de WW, ZW, WAO, Ziekenfondswet, Kinderbijslag wet loontrekken- den (KWL). Eigenlijk kan je wel zeggen dat alle mensen, die hun dagelijks brood verdienen in de een of andere arbeidsverhouding en niet zelfstandig zijn, er onder vallen. Uitzondering daarop zijn o.a. wel de betrekkelijk jonge kinderen - onder de 16 jaar - die bij hun ouders in de zaak werken. Van hun wordt aangenomen dat ze niet bij hun vader of moeder in loondienst kunnen zijn, omdat ze aan het ouderlijk gezag onder worpen zijn. Van werkgeversge- zag is er in deze gevallen geen sprake. Ook de vrouw kan niet by haar man in dienst zijn (of omgekeerd). Het wetboek noemt zo'n arbeid sovereenkomst nietig. Hij of zy kan dus nooit on der de werkne mersverzekeringen vallen. Verder is ook niet verplicht verze kerd: huishoudelijk personeel, dat bij eenzelfde privepersoon in dienst is op niet meer dan twee dagen per week. In vrijwel alle andere gevallen moe ten er premies worden betaald. Zowel door de werkgever als door de werknemer natuurlijk. Daar staat tegenover dat bij ziekte, ongeval of werkloosheid recht op uitkering bestaat. De so ciale werknemersverzekeringen gelden voor heel veel mensen. Ambtenaren vallen onder een aparte regeling.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 17