'CRM-reizen zuivere indoctrinati HIEUW 1 Selectieve verontwaar diging van VN over de mensenrechten Baboyo Porsisa van Zuidmolukse jongerenbeweging Pattimura FitterCiggr n do^». MÊÊ Bg 1 KSI ZATERDAG 28 JANUARI 1978 ALPHEN - De reis die twee als radicaal bekend staande Zuidmolukse jongeren (Nous Solisa en Theo Thenu) eind vorig jaar naar Indonesië en Ambon maakten heeft heel wat discussie binnen de Zuidmolukse gemeenschap in Nederland losgemaakt. En dat niet alleen. Ook de schroom en onwil bij veel Molukkers in Nederland om de toestand anno 1978 op Ambon te gaan bezien lijkt voor een flink deel verdwenen. Bij het ministerie van cultuur, rec reatie en maatschappeijk werk, dat in samenwerking met de In donesische autoriteiten reizen naar Ambon mogelijk maakt, komen veel aanvragen van Mo lukkers binnen. Baboyo Porsisa, 28-jarige Zuidmolukker uit Alphen en student in de andragologie (leer in het begeleiden van volwasse nen) aan de universiteit van Utrecht, is bepaald geen voor stander van de CRM-reizen. Por sisa, die regelmatig artikelen over de 'Zuidmolukse zaak' produ ceert, behoort tot de jongeren beweging Pattimura, een groepe ring die volgens Porsisa onaf hankelijk opereert binnen de Zuidmolukse gemeenschap in Nederland en de ontwikkelingen binnen die gemeenschap nauw lettend en kritisch volgt. Porsisa stelt: "De CRM-reizen pas sen bij de nieuwe strategie van de Nederlandse overheid die er op gericht is Zuidmolukkers in Ne derland te doen besluiten afstand te nemen van het RMS-ideaal. (RMS betekent republiek der Zuid-Molukken, red.) Het zijn ADVERTENTIE Is er nog nieuws voor rokers? Wis en waarachtig wel! 'n Sigaar met een échte filter! Dat is nog eens nieuws. Voor alle -sigarenrokers (en misschien wel rooksters) die ook liever met een filter roken. En voor alle filterrokers die best eens een lekker sigaartje willen proeven. Want lekker is ie. Daar heeft Willem II wel voor gezorgd. II PUUr en 0ngemat" Willem II teerd- In maar h™bSjl liefst 3 lengtes van 10. Superkingsize: 2.80 Regular size: 2.30 1 WILLEM II: i...x yjsJ WILLEMII zuivere indoctrinatie-reizen met de bedoeling politieke idealen de kop in te drukken. Achter de rei zen zit het idee van 'Ze zullen er achter komen dat het RMS- ideaal niet leeft op de Molukken'. CRM speelt daarbij in op de be hoefte van veel Molukkers om hun land eens te zien of weer eens terug te zien. Begrijp me goed, ik vind het uiterst zinvol als er een behoorlijke communicatie tussen Molukkers in Nederland en Molukkers op de Molukken tot stand komt. Maar dan niet de a-politieke dialoog waartoe de CRM-reizen leiden. Want denk maar niet dat het huidige Indonesië onder Soeharto zal toestaan dat een be volkingsgroep in Nederland een politieke dialoog aangaat met een bevolkingsgroep op de Moluk ken. De gesprekspartners die de Indonesische regering nu naar voren schuift zijn lakeien van Soeharto, geen echte vertegen woordigers van het Zuidmolukse volk. Daarom heb ik zelf geen enkele be hoefte om zo'n CRM-reis te ma ken. Ik ben nog nooit op de Mo lukken geweest en zou er graag eens willen rondkijken maar dan niet via CRM of de Gemeen schappelijke Pers Dienst. Overi gens vind ik dat je best een oor deel over de Molukken kunt heb ben ook al ben je er nog nooit ge weest. Je weet dat daar een Derde Wereld-problematiek heerst. Dat betekent dus onvoldoende scho ling, onvoldoende werk, onvol doende welvaart enz. Dat hoef ik niet te zien, dat weet ik gewoon" Kritiek De opmerkingen van Porsisa hou den een duidelijke kritiek in op de reis die Solisa en Thenu heb ben gemaakt. Porsisa: "Bij Solisa leefde de oprechte gedachte aan de weet te komen hoe de mensen op de Molukken denken over hun situatie. Dat waardeer ik positief. Tamaela Manusama past gewoon in het denken van de Nederlandse overheid. Uit ontevredenheid met het beleid van Manusama is daarop de groep-Tamaela ont staan. Generaal Tamaela pro beert contacten te leggen via de Verenigde Naties. In de Afri kaanse staat Benin is nu een RMS-ambassade. Dat moet je natuurlijk niet overschatten want Benin is geen belangrijk land. Maar het is wel een waarneem baar resultaat en dat geeft vol doening bij de Molukkers hier. De activiteiten van Pattimura rich ten zich, volgens mededeling van Porsisa, momenteel vooral op het bundelen en stimuleren van al lerlei vormen van verzet in Indo- Baboyo Porsisa: "Achter de Maar je kunt je sterk afvragen in hoeverre er voldoende kansen op de Molukken bestaan om er een eigen opinie op na te houden, verwezenlijking van het RMS- ideaal via een bevrijdingsbewe ging met wapens leeft daar niet meer, zo wordt gezegd, maar ik ben er van overtuigd dat de RMS-gedachte nog altijd in de harten van de mensen leeft". Wat ik onjuist vond van Solisa en Thenu is dat ze de reis hebben gemaakt zonder voldoende overleg vooraf met de achterban. Alles ging veel te gehaast. De reis is helemaal voor ze gepland, daar hebben ze niets over te vertellen gehad. Dat heeft bij veel Moluk kers vraagtekens opgeroepen. Dissident zit de bedoeling politieke idealen de kop in te drukken". met ir. Manusama, de president in ballingschap van de RMS. Overigens zitten Manusama en Porsisa (als vertegenwoordiger van Pattimura) niét zo vaak op een gemeenschappelijke noemer. Porsisa: "Laat ik voorop stellen clat wij het leiderschap van Manusama binnen de Zuidmolukse gemeenschap in Nederland onderkennen ook al heeft hij Pattimura als een dissi dente beweging gekwalificeerd. Maar wat wij Manusama verwijten is dat hij jarenlang dezelfde grammofoonplaat heeft afge draaid zonder aan te geven hoe het RMS-ideaal werkelijk ge realiseerd kan worden. Manu sama valt maar voortdurend te rug op de overeenkomst van de Ronde Tafel Conferentie in 1948. Die overeenkomst is achterhaald. Het RMS-ideaal moet inspelen op de omstandigheden anno 1978. Wat wij Manusama ook kwalijk nemen is dat hij gezag en verant woordelijkheid ontleent aan zijn relaties met de Nederlande over heid. Maar Nederland heeft van 1951 tot op heden nooit de poli tieke aspiraties van de Zuidmo lukkers gesteund. Dat blijkt ook duidelijk uit de taakstelling van de commissie Köbben/Mantouw die, letterlijk geciteerd, aanbeve lingen moet doen aan de Neder landse regering met betrekking tot de problemen in de Neder landse samenleving voortvloei ende uit het feit dat onder de Zuidmolukkers in Nederland verwachtingen leven en politieke idealen worden nagestreefd die de Nederlandse regering niet kan delen, doch waarvan zij het be staan en de ernst onderkent'. Porsisa- "We staan in contact met verzetsgroeperingen. Ik kan na tuurlijk niet zeggen via welke personen en met wie. Met z'n al len hebben we één gemeen schappelijke vijand en dat is de dictatuur van Soeharto. Je kunt je afvragen hoe lang Soeharto het, ondanks zijn sterke leger, nog zal volhouden. Ik geloof niet in de stabiliteit van dit regime. Ook onderdrukte groepen als de Javaanse boeren, de Sumatra- nen, de Chinezen, de bewoners van Nieuw-Guinea en van Oost Timor zullen tot de ontdekking komen dat ze voor de gek worden gehouden. Spanningen Dat leidt tot spanningen en dat moet een keer tot een uitbarsting komen. Als Zuidmolukkers moe ten we op die spanningen inspe len en solidair zijn met onder drukte groepen. Dat kan op lan gere termijn een positief effect hebben op de politieke aspiraties van de Molukkers en ook tot een gewapende strijd od de Moluk ken leiden. Een gewelddadige ac tie in Nederland heeft volgens mij geen enkele zin meer. Elke kaping zal met geweld worden beëindigd. De bevrijdingsstrijd zal op de Molukken moeten wor den gevoerd al ben ik er wel voor stander van dat de mensen op de Molukken daarna zelf zullen moeten uitmaken welke poli tieke status ze willen. Als je naar de huidige internatio nale verhoudingen kijkt is het RMS-ideaal wellicht niet reali seerbaar, in de toekomst is het dat zeker wel. Enkele leden van de Nederlandse delegatie tijdens het debat over de Hoge Commissaris, v.l.n.r.: de heer Heinemann eerste ambassade-sec retaris bij de Nederlandse missie in New York), mevr. Steigenga PvdA, lid Eerste Kamer), mevr. May (ver tegenwoordigster Nederlandse Vrouwenraaden mevr. Evenhuis (CDA, lid Tweede Kamer) De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties besteedt jaarlijks veel aandacht aan de mensenrechten. Niet ten on rechte, zou men kunnen zeg gen, want op dat gebied moet nog heel wat verbeterd wor den in de wereld. De aandacht van de geachte afgevaardig den concentreert zich vooral op Chili en Zuidelijk Afrika. Ook dat is te verdedigen want het zijn twee landen waar de meest ernstige schendingen van mensenrechten voorko- De waardering voor de Alge mene Vergadering wordt ech ter een stuk minder wanneer verder blijkt dat over alle an dere schendingen van men senrechten helemaal geen re soluties worden aangeno men. Op dat ogenblik wordt het heel duidelijk dat de be handeling van de men senrechten in de VN-As- semblee een selectieve aan gelegenheid is. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties komt jaarlijks van medio sep tember tot medio december bijeen. Alle 149 lidstaten zyn dan met een delegatie in New York vertegenwoordigd om een agenda van ongeveer 150 punten af te werken. Het werk wordt verdeeld over ze ven commissies, die zich ieder met bepaalde onder werpen bezighouden. De Derde Commissie behandelt sociale en humanitaire on derwerpen en besteedt veel aandacht aan de bescherming van de mensenrechten. Chili Sinds enkele jaren prijkt de si tuatie in Chili op de agenda. Dit punt leidt altijd tot felle speeches en aanvallen op de Chileense junta. De Chileense afgevaardigde byt zo moge lijk nog feller van zich af, waarbij hij druk gebarend op het puntje van zijn stoel zit. Zijn verdediging heeft als voor naamste argumenten dat er een communistisch complot zou zijn, dat zijn land in het verderf wil storten, en dat de speciale onderzoekscommis sie van de VN bevooroor deeld zou zijn. Deze onder zoekscommissie zou ook niet o- -sir het juiste feitenmateriaal beschikken, want zij is nooit in Chili geweest. De reden daarvoor is echter dat de junta de commissie geen toe gang tot Chili wilde verschaf fen, dus dit argument van de Chileense afgevaardigde is niet zo sterk. Elk jaar wordt een resolutie aangenomen, waarin het Chileense bewind krachtig veroordeeld wordt. Men streeft ernaar de resolutie met minstens zoveel - en liefst meer - stemmen aangenomen te krijgen dan het voorgaande jaar. Een minder krachtige uitspraak van de Algemene Vergadering zou namelijk de indruk kunnen wekken dat de mensenrechtensituatie in Chili verbeterd zou zijn en dat is niet zo. Dat zo'n resolutie van de Alge mene Vergadering wel dege lijk van betekenis is wordt bewezen door de recente reactie van generaal Pino chet. Hij besloot de uitspraak van de AV voor te leggen aan het Chileense volk en dit leidde tot het beruchte refe rendum van enkele weken geleden. Op ongeveer dezelfde manier wordt elk jaar de men senrechtensituatie in Zuid- Afrika, Namibië en Rhodesie behandeld in de Algemene Pieter Maessen, doctoraal stu dent politicologie aan de Leidse universiteit, maakte afgelopen najaar als jon- gerenvertegenwoordiger deel uit van de Nederlandse dele gatie bij de Algemene Verga dering van de Verenigde Na ties. Vergadering. Dat de Zuidaf- rikaanse en Rhodesische machthebbers veroordeeld worden staat van tevoren vast, de enige vraag is in welke bewoordingen het ge beurt en in hoeverre steun wordt toegezegd aan de (ge wapende) strijd van bevrij dingsbewegingen. Oeganda Dit wil echter geenszins zeggen dat daarmee de hele men- senrechtenproblematiek in de wereld afgehandeld is. In vier-vijfde van de lidstaten van de VN worden men senrechten geschonden en dat weet ook iedereen. Het gaat daar meer om „normale" schendingen en men kijkt wel uit om daarover te gaan pra ten, want dan zou bijna geen land meer gespaard blijven. Een typisch voorbeeld tijdens de afgelopen zitting was een ontwerpresolutie, die was in gediend door Noorwegen, Zweden, Denemarken, Fin land en IJsland. In het korte ontwerp werd de schending van de mensenrechten in Oeganda aan de orde gesteld. Iedereen, ook de Afrikaanse landen, is van de toestanden in dat land op de hoogte en maakt er zich zorgen over. Men wil er echter geen aan dacht aan besteden omdat dan beslist tydens een vol gende vergadering andere landen op het matje geroepen zullen worden. In ver schillende Afrikaanse landen is de situatie nauwelijks beter dan in Oeganda. Prikkeldraad Westerse delegaties krijgen wel eens instructies van hun mi nister om sommige zeer ern stige toestanden in hun speeches te vermelden. Zo heeft Nederland tijdens de afgelopen Algemene Verga dering een verhaal gehouden waarin, in niet mis te vatten termen, achtereenvolgens de Sovjet-Unie, Cambodja, Oeganda en Cuba werden vermeld. Om diplomatieke redenen noemt men deze lan den dan niet bij name maar geeft men een omschrijving van de manier waarop in die landen de mensenrechten ge schonden worden. Voor een goed verstaander was deze „prikkeldraad-speech" zeer duidelijk Hoge Commissaris Al jarenlang wordt in de Alge mene Vergadering het voor stel besproken om een Hoge Commissaris voor de Men senrechten te benoemen. Zo'n funktionaris zou in theorie het werk van de Ver enigde Naties op het gebied van de mensenrechten aan zienlijk kunnen versterken. Zo'n man of vrouw zou echter ook behoorlijk lastig kunnen worden voor de vele regerin gen, die het met de men senrechten niet zo nauw ne- Ook tijdens de afgelopen zitting is weer zwaar over dit voorstel onderhandeld. Voor de lan den die bever geen Hoge Commissaris hebben is het natuurlijke erg moeilyk om dat hardop te zeggen, want dan zouden ze zichzelf in een twijfelachtig licht stellen. Daarom probeert men dit soort lastige plannen met een procedurevoorstel om het le ven te helpen. Dit jaar was Cuba daartoe de initiatiefnemer. Nadat eerst al een ander, minder vergaand voorstel over mensenrechten was aangenomen, diende Cuba een motie in om verder maar niet meer over de Hoge Commissaris te praten: men had zich immers al uitgebreid met de mensenrechten bezig gehouden en bovendien zou het beter zijn als de delegaties nog even over het belangrijke voorstel voor een Hoge Commissaris konden naden ken. Dat procedurevoorstel heeft het gehaald, hoewel het aantal vóór- en tegenstemmers niet ver uit elkaar lag. Daarmee was de Hoge Commissaris weer voor minstens een jaar uitgesteld. Beerput Het mensenrechtenvraagstuk is het onderwerp waarop de Verenigde Naties misschien wel de minste resultaten boekt. Dat ligt ook voor de hand. Als de VN de bevoegd heid zou krijgen van haar lid staten om er wel serieus werk van te maken, zou een onme telijke beerput opengaan. De zelfde regeringen, die deze schendingen plegen, zijn ook in de Verenigde Naties verte genwoordigd en niemand zaagt nu eenmaal graag de po ten onder zijn eigen stoel vandaan. PIETER MAESSEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 11