Oostenrijks geld
uit Nederland
mi i
postgiro en
rijkspostspaarbank
Marcel van Dam, eens staa tssecretaris, had moeite met het terugvinden
van zijn parlementariërsbankje - toen hij er eenmaal in zat, bleek hij nét te
passen.
Joop den Uyl, een ogenblik lam geweest, is weer leeuw zodra hij op de
vloer van de Tweede Kamer staat: het volk zal wéten dat er oppositie
gevoerd gaat worden.
Het eerste dat opvalt is: Ach, wat
petieterig.
Moet het daar nou allemaal ge beu-
Zestien ministers, zestien staats
secretarissen, een voorzitter, een
griffier plus hulpjes, drie stenog
rafen, 150 Kamerleden, een stuk
of 40 journalisten en omtrent 100
man publiek in een te kleine
ruimte die groot moet heten door
zijn naam: 's Lands Vergader
zaal. Goh, denk je dan ook, wat
zijn die slecht behuisd: een aantal
parlementariërs prikt bijkans
met de knieen in ministeriele
ruggen, die misschien deswege
iets stugs hebben. Hier dus wordt
het allemaal voorbereid: het
plechtige „Wij Juliana, bij de gra
tie Gods, Koningin der Neder
landen, Prinses van Oranje-Na-
ssau, enz., enz., enz." - die be
jaarde maar dierbare echting van
wetten waartoe in de Tweede
Kamer de aanloop wordt geno
men.
Er was een nieuw kabinet gekomen
en dat kon niet wezenlijk gaan
functioneren voordat ieder daar
toe in aanmerking komend poli
tiek persoon zijn uitgebreide, zij
het aan zetelaantal gebonden,
zegje had gedaan. Je zit er bij, je
kijkt er naar en. .ja, wa-
t eigenlijk?
Zowel regering (noodzakelij
kerwijs) als oppositie (logi
scherwijs) zijn het er van het be
gin af over eens dat de maandag
door premier Dries van Agt afge
stoken regeringsverklaring een
vaag stuk is, zoals het dat vroeger
was en zoals het dat zal (moeten)
blijven tot in aller eeuwigheid
amen. Maar hoe vaag ook, de de
mocratie gebiedt dat er over dat
stuk gepraat zal worden: gedra
gen, zoals deminee Abma van de
SGP, sarcastisch zoals door Mar
cus Bakker van de CPN, be-
heerst-bevlogen zoals door Joop
den Uyl van de PvdA of koel-za-
kelijk zoals door Koos Rietkerk
van de WD.
Kolenveld
Elliptisch gepraat, goeddeels, want
het is op het Binnenhof tegelijk
een kolenveld en een geitenstal,
dus er moet wat gespaard wor
den; wie het echt ronduit zegt
houdt op den duur (g)een zetel
over, want ook dat is een bekoor
lijk trekje van die democratie - je
dient, al is het met klem in de ka
ken, met elkaar te leren leven.
Buiten de arena, overigens, staat
men elkaar meer na dan naar het
leven, ongeveer zoals een prof
voetballer een tegenstander in
het veld vals zal neerleggen, om
vervolgens 's avonds een pilsje
met hem te gaan drinken, omdat
je binnen hetzelfde beroep tens
lotte jongens onder me
kaar blijft.
Maar het blijkt dat je die sfeer van
klappen-met-de-zweep-in-de-pist€
en-da n-weer-lief-zij n-voor-elkaar
ook beu kunt worden. Want achter
het gordijn dat de Kamer scheidt
van de wandelgangen, zegt een
zojuist afgetreden Kamerlid te
gen een nog zittend parlemen
tariër „Zou je me niet gelukwen
sen met m'n bevrijding?"
Dat is op. maandagmiddag, kort
voordat Van Agt aan zijn twee
uur durende verklaring zal be
ginnen. Marcel van Dam, vier jaar
de beschutting van de regerings
tafel gewend, kan de opening in
het gordyn, die hem moet voeren
naar het bankje waartoe h(j nu
veroordeeld is, niet vinden. On
der het roepen van de waar
schijnlijk ter plekke verzonnen
kreet „Sodeballen!" rukt hij het
groene laken woest uiteen en ziet
op de nog lege plaats van Den Uyl
een bosje rode tulpen liggen.
Alfabet
Den Uyl, inmiddels, moet nog even
wachten, want hij zal, tezamen
met vijftien anderen, ingewijd
worden als „nieuw" lid van de
Tweede Kamer. De ex-premier
sloft als laatste binnen, omdat het
alfabet dat nu eenmaal wil, en
voor het gestoelte van Kamer
voorzitter Anne Vondeling staat
hij ook als laatste, links achter
aan. Een beetje zielig lijkt het, die
kleine, wat grauwe man. Het zal
de komende dagen metpen de
laatste keer zijn dat hij aanspraak
'kan maken op medelijden - mis
schien zit hij aanvankelijk wat
onwennig in zijn bankje naast Ed
van Thijn, maar binnen de kort
ste keren is het lam weer leeuw.
Van Agt schikt de twee microfoons
die, met gebogen stengel, voor
hem op de regeringstafel staan en
vangt zijn verklaring aan die hij
prompt huiselijk even onder
breekt om Wim Aantjes - toch al
weer 55 geworden - te feliciteren.
„Nou ja", zegt een parlementair
journalist naast me op de per
stribune, „als we zo moeten rege-
Maar dan wordt het ernst, want al
spoedig houdt de premier ons
voor dat we de mensen niet moe
ten „verkinderlijken". Het is een
vondst die de Van Dale wel nooit
zal bereiken, maar we weten
tenminste gelijk dat de eerste
minister ook in zijn nieuwe ambt
een barok taalgebruik zal omhel-
Wiegel, pal naast hem, zit met een
volstrekt uitdrukkingsloos ge
zicht voor zich uit te kijken en zal
dat - afgezien van een enkel
lachje - drie dagen lang volhou
den. Den Uyl zit daarentegen met
een welsprekende hand aan het
hoofd de tekst vlijtig mee te le
zen, terwijl Vondeling, met beide
duimen in zijn vestzakjes ge
haakt, neutraal zit te luisteren. In
deze dagen zal trouwens, aan de
hand van dit nieuwe kabinet,
overvloedig blijken dat vesten
voornamelijk zijn ontworpen om
duimen te huisvesten.
Verdomhoekje
Reeds na een kwartier, Van Agt is
nog nauwelijks op stoom geko
men, zit de minister van Buiten
landse Zaken, Van der Klaauw,
met het hoofd op de borst. Een
vreselijk moment denk ik: „Hij
zal toch niet nou al in slaap ge
vallen zijn?" Godlof, vermoede
lijk was het een korte meditatie,
want rap verheft zich het ge
soigneerde hoofd om een gering
grapje tegen buurman Kruisinga
te plaatsen. Achter deze be
windslieden zitten enkele staats
secretarissen in een paar nisjes,
voor een deel aan het gezicht ont
trokken. Een verdomhoekje lijkt
het, waar je alleen uit weg komt
bij bevordering tot minister.
Wiegel poetst de bril op met een ha
gelwitte zakdoek, maar zal twee
dagen later zijn neus snuiten in
een populaire rode boeren-
zakdoek, en mevrouw Til Gar
deniers, die nu CRM beheert,
draagt een fraai mantelpak en
houdt de armen voornamelijk
over elkaar geslagen.
Toch een aangenaam gezicht tus
sen die grotendeels driedelig
verpakte mannen. Intussen is
Van Agt aan Volksgezondheid
toegekomen en ik zie Kruisinga
opveren. Dan zakt hij weer ineen;
waarschijnlijk heeft hij beseft:
Dat was niet voor mjj, ik was
nu van Defensie.
Zo verloopt, begeleid door tal van
menselijke trekjes, de dooprede
van Dries van Agt. Hees, maar
kennelijk niet ontevreden-
treedt hij terug.
Een in essayistische kringen be
faamde collega roept somber
(maar dat is h(j doorgaans) uit:
„Dat is toch een derderangs
spookverhaal!"
„Veenbrand"
Kijken of het de tweede dag echt
leuk wil worden.
Nee maar, Til Gardeniers draagt nu
een paarsachtig sjaaltje om de
hals geknoopt en Wiegel heeft het
zwart verruild voor een soort
blauwgrijs. Joop den Uyl houdt
het bij hetzelfde pak als de vorige
dag en mag beginnen. In zijn bij
drage tot het debat een zin als een
staande klok: „De veenbrand van
het Grote Onbehagen is gaan
smeulen". Zijn vrouw Liesbeth
hangt uit een genodigdenloge en
knikt instemmend, leest de tekst
aandachtig mee - allicht zal er een
zinnetje of wat van haarzelf in
staan.
Joop leest 32 vellen voor en daar
pik ik dit citaat uit: „Politiek is
geen spel!"
Heb ik me toch altijd vergist.
Hij gaat nog even in zijn bankje zit
ten, maar zodra Wim Aantjes zijn
speech met een dankwoord aan
het vorige kabinet is begonnen,
staat hij op en verdwijnt achter
het gordijn. Daarop werpt IVÏar-
cus Bakker een paperclip i-
n een prullebak.
Er is geschorst, gespeculeerd, gege
ten en gedronken, en om half ne
gen 's avonds mag dominee
Abma aantreden. Zijn gehoor telt
45 Kamerleden en die willen best
lachen als de dominee aanvangt
met: „Als dit een nationaal kabi
net was geweest, zou ik vanmid
dag de eerste spreker zijn ge
Frans Andriessen kijkt, als steeds, wat verbaasd de wereld in; excellen-
ti&Van der Klaauw heeft al dat vermoeid-geconcentreerde van de oprech te
Mevrouw Kraayeveld-Wouters(CRM) en mevrouw Haars (Justitie) zijn
beiden staatssecretaris. Als zodanig zitten ze, in een nis in het verdom
hoekje. Wat doe je dan? Je maakt er een opgewekte babbel van.
weest". Klopt, want boven de
partijen nog gaat het alfabet.
Ook zegt Abma nog: „Er worden in
de regeringsverklaring spijkers
geslagen, vele spijkers, fijne spij
kers - maar blijven de koppen
niet erg in de mist?" Je moet er
die door ijzervijlsel bijeenge
houden stem bij beluisteren om
de beeldspraak naar volle waar
de te kunnen schatten.
Men gaat er eens voor zitten. De
beurt is aan Marcus Bakker.
En ja, hoor.
„Het geheel van deze regeringsver
klaring is het ethisch reveil in-
het zondagse pak".
Lachen, gieren, brullen, want Joop
mag dan gezegd hebben dat de
politiek geen spel is, stel je voor
dat het alleen om de knikkers
moest gaan.
En Bakker over abortus: „Er staat
in de verklaring dat niet iedereen
zijn zin kan krijgen - nou ja, 't
staat er mooier, 't staat er in van
dat proza dat als een Kerstman op
je afkomt". Een goeie, want be
halve de Bijbel is er tot nu toe
geen literatuur geciteerd. Met een
warm gevoel in de borst verlaat ik
het pand, morgen komt er weer
Onderhuids
Van Agt moet woensdagavond
antwoord geven op wat hem de
vorige dag is toegeworpen. Met
de interrupties mee zal hij er ruim
drieeneenhalf uur voor nodig
hebben. Op het kille Binnenhof
staat om zeven uur al een flinke
rij wachtenden voor de publieke
tribune; misschien was de
bioscoop uitverkocht.
Achter vele deuren in deze door
gangetjes en overloopjes aan el
kaar gebreide parlementaire
doolhof hoor ik stemmen. Het
kan zijn dat daar nog opgewon
den fraktieberaad plaatsvindt,
want dat geroezemoes - als in een
schouwburg vlak voor het doek
opgaat- moet met het aanstaande
gebeuren te maken hebben.
Nietwaar, hoe openbaar het er,
volgens democratisch voor
schrift, ook aan toe mag gaan in
's Lands Vergaderzaal, de on
derhuidse politiek waarvan de
burger de neerslag pas later in
wetten zal terugvinden, wordt
toch voor een belangrijk deel
achter die gesloten deuren ge
smeed.
Vanavond draagt Til Gardeniers
een mosgroen complet en zegt
Van Agt onder meer. „De Steen
der Wijzen ligt in Utopia".
Tijdens een hem niet direct regar
derende passage tekent Den Uyl
nauwgezet een krabbel op een
onbeschreven blad. Helaas is
vanaf de perstribune niet te zien
of het hier een roos in de vuist dan
wel een blote meid betreft.
Kruisinga zit staatsmannelijk
met gestrekte wijsvinger langs de
gevulde wang en
Wiegel. maar dat wist u al.
De premier wekt tijdens het lezen
sterk de indruk de inhoud van
zijn toespraak onvoldoende te
hebben doorgenomen, want hij
praat traag, ongemoduleerd en
vaak hortend. Via Wiegel krijgt
Van Agt na enige tijd een briefje
aangereikt van voorzitter Von
deling. Het behelst vermoedelijk
het verzoek iets beter te articule
ren, want zie, gedurende enkele
minuten komen de woorden er
duidelijker uit. En nadat Den Uyl
in zijn bankje met de rechtervuist
een aanzwengelend gebaar heeft
gemaakt, wordt zeifs het tempo
verhoogd.
Monotoon
Maar het mag niet duren. Na an
derhalf uur praten - je zal maar
moeten - zakt de stem van de
premier weer weg tot een mono-
door
Henk Oolbekkink
toon geprevel, en de onrust onder
de Kamerleden neemt toe. Een
terzake kundig collega verzekert
me dat in geen jaren een zich ver
dedigend minister-president zo
mat gereageerd heeft.
Dan is er toch al voorzichtig waty
geïnterrumpeerd. Den Uyl on
derbreekt Van Agt terzake de
huurverhoging en Marcus Bak
ker wil daar ook wel iets over
kwijt. In zijn haast om bij de mic
rofoon te komen en gramstorig
grommend werpt hij bijna het
bankje, waar collega Wolff nota
bene nog inzit, bijna om.
Wim Duisenberg doet het met zijn
interrupties veel kalmer aan. Hij
stelt een ironische vraag en wacht
dan op antwoord terwijl hij, met
de handen in de broekzakken, te
gen de katheder van Vondeling
leunt. De Kamervoorzitter,
overigens, omklemt deze avond
herhaaldelijk de revers van zijn
stemmige kostuum met beide
handen; een kokette pose die
nem rijp maakt voor een heel
mooi schilderij.
Sjef van Oekel steekt ook nog even
het kopje op. Van Agt, na een in
terruptie: „Deze beslissing kan ik
vanavond niet kenbaar maken -
reeds." Wie zou dat nou achter de
man gezocht hebben? Cabaret in
het parlement; maar een be-
roepsamuseur zou allang
moedeloos het doek hebben laten
zakken, want de meeste grapjes
zijn of onleuk of onbedoeld.
Lamaar
Vondeling geeft om half tien een
kwartier schorsing weg. De zaal
stroomt leeg. Dries van Agt blijft
eenzaam achter de regeringstafel
zitten. Hij schikt zijn papieren en
legt ze op de juiste volgorde. Dat
betekent dat de tweede helft al
thans kan worden afgelezen zon
der voortdurende haperingen
omdat er weer zo'n rotvellejte
niet op volgorde lag.
En dan. nog even, tegen het slot, als
de uitbreiding van de kern
centrale in Almelo en de levering
van uranium aan Brazilië in het
geding komen, leeft de avond wat
op door interrupties van Ria Be
ckers, Den Uyl, Lubbers, Van der
Stoel en Brinkhorst. Gedurende
enkele minuten is er sprake van
een duel, maar net als het aardig
dreigt te worden schijnen de vra
genstellers te denken: Ach, la-
maar, we moeten nog zo lang-
Wat er dan, na drie dagen verklaren
en debatteren in de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal van het
Koninkrijk der Nederlanden,
voor de parlementaire buiten
staander overblijft is samen te
vatten in deze stelling: Politiek in
het dagelijks bedrijf is loom
ping-pongen op een wolk van
woorden.
(SÓtfil© lESstaux betaalkaart
9234567 TH G LUCASSEN
08 STATIONSSTRAAT 33 L00W0UDE 9999
ös /OOO-
Wc
ioj
handtekening signature
nneds, land ga, .nMlot 200 guldenn
legitimise d m.v giropas
Gaat u naar de besneeuwde bergen
en dalen van Oostenrijk? Laat uw vakantie
dan niet bederven door te weinig geld
op zak. Neem wat betaalkaarten van de
postgiro mee.
Elk Oostenrijks postkantoor geeft u
er 1000 Schilling per kaart voor, op ver
toon van uw giropas. Men kan u
'bovendien naar uw
paspoort vragen.
Schön' Urlaub!
Contant vreemd geld in meer dan 30 landen.
ZATERDAG 21 JANUARI 1978
Duisenberg bereidt zich, met sigaret, achter het gordijn voor op een
plaagstoot richting Van Agt: hij zou de premier bestoken met enige ondoor-
zichtige monetaire termen.