'Ik reken op zeker 15 zetels Ev®[jï)§@= Igdhi® §o@v® ZATERDAG 21 JANUARI 197» Door Bart Jungman PAPENDRECHT - Toen hij nog minister-president was mocht Joop den Uyl het zo graag zeggen. "Dit kabinet staat voor spreiding van ken nis, inkomen en macht". Nimmer zal hij hebben be vroed dat deze leus (zij het vrij vertaald) ook op het partij politieke vlak van toepassing zou worden. Politiek wordt niet alleen meer in Den Haag "gemaakt". Ook de provincie spiekt een woordje mee. De socialisten kregen zelf te ma ken met een opstandige par tijraad en de zogenaamde "Steenwijk-groep", een clubje politici aan de lin kerzijde van de PvdA, dat eens in de zoveel tijd in dit Drentse plaatsje ten huize van Kamerlid Hans Kombrink bijeen komt om dingen als "meerderheidsstrategieën" te bedenken. Nu het CDA de VVD heeft ver kozen boven de PvdA, krijgen de christen-democra ten behalve de "loyalisten" ook te maken met een boze basis: de Evangelische Prog ressieve Volkspartij. In gat Dominee K. van der Sluijs, voorlopig voorzitter van de EPV, uit (nota bene) Papen- drecht, is er vast van over tuigd dat zijn partij, die volgende week zaterdag zijn oprichtingsvergadering be leeft, "in een gat is gevallen waar gezien de vele reacties grote behoeften bestonden" Van der Sluijs rekent dan ook op zeker vijftien zetels bij de eerstkomende Kamerverkie zingen: "Ik taxeer onze kan sen vrij hoog. Volgens een NIPO-enquete heeft vier van de tien CDA-kiezers geen ver trouwen in het kabinet-Van Agt. Stel nu dat twee van die vier volgende keer hun stem op ons uitbrengen. En neem nou de leden van het CNV, die zullen zich toch ook nog wel een keertje bedenken voor ze op het CDA stemmen. (2XS V@in) dl® fo)(o Dominee Van der Sluijs (rechts) met mede-oprichter van de EPV, de socioloog M. J. Tas (ook uit Papendrecht): Intern zit dat CDA zo vreemd in elkaar" De reacties op ons initiatief komen overigens niet alleen uit ARP-kring. Ook veel ka tholieken hebben gereageerd. Het wordt dus niet een pro testants-christelijke aangele genheid. Mochten onze ideeën, wat ik niet verwacht, niet aanslaan dan stoppen we. Het heeft geen zin om als een splinterpartijtje in de Tweede Kamer te komen" De afwijzende reactie van de PPR op de EPV en het mis lukken van Resoluut (een eerdere poging van oud- KVP-voorzitter Dick de Zeeuw het gat tussen CDA en PvdA op te vullen) kunnen Van der Sluijs' optimisme nauwelijks temperen. Drastisch "Wat dat laatste betreft- de si tuatie is nu natuurlijk dras tisch veranderd. Het kabi net-Den Uyl fungeerde als 'n soort brug en veel mensen wilden dat beleid voortgezet zien. Die brief van de PPR heeft me erg teleurgesteld. Ze vinden onze partij zinloos en niet levensvatbaar. Ik hoop dat ze op den duur bijdraaien want wij voelen ons - on danks deze houding - nog steeds het meest verwant met de radicalen". De breuk tussen PvdA en het CDA gaf de stoot tot de op richting van de Evangelische Progressieve Volkspartij. Het was niet de directe aanlei ding. Dat was de tweeslach tige houding van de chris ten-democraten. Van der Sluijs daarover: "In tern zit dat CDA zo vreemd in elkaar. Het is een samenraap sel van mensen. Ik heb echt wel bewondering voor die loyalisten van Aantjes, maar ik betwijfel toch sterk of ze genoeg speelruimte hebben om het beleid te kunnen om buigen. Het CDA verwijt ons nu dat wij versplinterend zouden wer ken. Maar wij hebben wel een duidelijke politieke lijn, waarin het evangelie een Leitmotiv vormt. Dat evan gelie is toch een spring levende zaak, maar daar merk je bij het CDA niets van. Kijk nou bijvoorbeeld hoe zo'n CDA reageert op die hervor mingsvoorstellen van de PvdA. In plaats dat ze nu met nieuwe oorspronkelijke ideeën komen en de kop overnemen doen ze niets an ders dan afremmen." Doorslag De "coupe-Van der Grinten gaf voor Van der Sluijs de doorslag. Hij maakte zich zo boos dat hij een ingezonden brief schreef naar het dagblad Trouw. "Ik was nog nooit lid van een partij geweest, hoewel ik me erg voor politiek interesseer, om de eenheid binnen de kerk te bewaren. Het ver kiezingsprogramma van het CDA sprak me erg aan. Er was een aanzet tot vernieuwing. Nu heb ik echter het gevoel dat het allemaal linkse bab bels waren om de kiezers aan de lokken, maar dat de rechtse krachten in met name de KVP zo sterk zijn dat het CDA toch weer bij de VVD is terechtgekomen. Op die brief kreeg ik toen een aantal zeer positieve reacties. We hebben toen met een paar mensen de koppen bij elkaar gestoken en dit comité gevormd." "Oké, het mislukken van de eerste kabinetsformatie was niet alleen de schuld van het CDA, maar ik vind toch dat de PvdA veel concessies heeft gedaan. En achteraf vraag ik me dan ook wel af of het CDA en dan met name Van Agt, zo graag met de socialisten in zee wilde. Waarom moest nou ook zo'n Andriessen per se in dat kabinet? Het is logisch dat Den Uyl een man die tot drie maal toe tegen program-af spraken stemde, liever niet in zijn kabinet wilde hebben. Een premier moet toch ook proberen een hecht team te vormen." Beperkt De reacties uit het CD A-kamp op de Evangelische Progres sieve Volkspartij zijn tot nu toe beperkt gebleven. De Ar- jos (jongeren uit de ARP) zal er binnenkort een vergade ring aan wijden en ook het AR-bestuur gaat er binnen afzienbare tijd over praten. Maar dominee Van der Sluijs (zijn gelijkenis met ARP- voorzitter en dissident Hans de Boer kan nauwelijks toe val zijn) vindt dat niet zo erg. "De EPV is in eerste instantie een beweging aan de basis. Het is ons niet direct te doen om het wegtrekken van voor aanstaande CDA-ers, al zou dat voor ons imago misschien niet zo slecht zijn." DEN HAAG - De tijd dat landen van de Derde Wereld gering schattend onderontwikkelde gebieden werden genoemd, begint langzamerhand te ver dwijnen. En ook de autori taire, vaak neerbuigende houding, waarmee de rijke landen hun „hulp aan de zwartjes" opdrongen veran dert, zij het langzaam. Veel meer probeert men tegen woordig daadwerkelijk hulp te verlenen aan die landen, die door uitbuiting achterop zijn geraakt of nooit aan de bak zijn gekomen. De voormalige Nederlandse minister 'van ontwikkelings samenwerking Jan Pronk heeft in de afgelopen rege ringsperiode al een stap in de goede richting gedaan door te benadrukken dat het werk veel meer aan de basis moet geschieden. Daarmee bedoelt hij dat de ontwikkelingshulp moet uitgaan van wat de mensen in het betreffende land nodig hebben en echt kunnen gebruiken. Een mooi voorbeeld van hoe het niet moet, hoorde ik een paar jaar geleden op Sri Lanka. Daar had een Zwitserse hooggeleerde professor het voedselprobleem willen op lossen door een kaasfabriek op te richten. Helaas was de apparatuur in die fabriek slechts geschikt om kaas te maken op de manier waarop die in Zwitserland wordt ge produceerd. En de bevolking van Sri Lanka kon dat scherpe goedje met geen mo gelijkheid door haar keel krijgen. Een nog jonge stichting, die een bescheiden steentje bijdraagt aan de ontwikkelingshulp in goede zin. is de Stichting Ne derlands Kinderhulp Plan. Op basis van wat aanwezig is, gaat deze stichting te werk om de positie van de kinderen te verbeteren. „Dan kunnen de mensen later zelf het pro ject voortzetten en helemaal overnemen", aldus directeur Van Suylichem. Uitgangspunt Uitgangspunt van de stichting, die op initiatief van koningin Juliana in 1966 tot stand kwam, is om alle aspecten van de kinderzorg aan te pakken en tenslotte alles door de be volking zelf te laten uitvoe ren. Er komt geen Neder lander aan te pas. „Wat wij doen, is niet alleen een klein hemeltje scheppen, dat slechts voor weinigen geldt, maar de bestaande situatie in zoverre verbeteren dat er veel baat bii hebben". Een Drs. Van Suylichem bij de uitreiking van een diploma aan een assistent-verpleegkundige. Het Chevella-project in India telt velen van deze hulpen voor de vroedvrouw soort olievlek dus, die niet alleen de gezondheidszorg beslaat. Want alleen met ge zondheidszorg kom je er niet in een ontwikkelingsland als bijvoorbeeld India. Vandaar het idee van een soort proefboerderij, maar dan niet alleen op agrarisch gebied, maar op vele sociale vlakken. In India, in de deelstaat An- drha Pradesj, werd in 1970 begonnen met het Chevella- project. In een gebied van 1000 km2 begon de stichting in bestaande gebouwtjes met een kliniek, die twee keer per week door kinderartsen van het ziekenhuis in Hyderabad werd gehouden. Moeder en kind konden daar terecht en tegelijkertijd werden vroedvrouwen opgeleid. Deze vroedvrouwen deden na korte tijd eigenlijk meer werk dan ze moesten of wilden doen en zodoende groeide het plan om meisjes uit de bevol king zelf een opleiding te ge ven tot assistentverpleeg- kundige. Deze konden een gedeelte van de taak van de vroedvrouwen Kleuterschooltjes Met de gezondheidszorg begon het dus goed te lopen. Maar gezond kun je niet blijven, als je geen goede voeding hebt. Al snel werd voorlichting over hygiëne en voeding ge geven. Er werden kleuter schooltjes opgericht, waar de moeders zelf na een korte opleiding les konden geven. Op die schooltjes werden voedselpakketten uitgereikt, waarmee het gezondheidspei I van de kindertjes gehand haafd kon blijven. Maar in die voedselpaketten zat voedsel dat niet in de streek werd verbouwd. De volgende stap was om dat voedsel zelf te laten verbouwen, zodat de agrarische bevolking ook daadwerkelijk in het project werd ingeschakeld. Boven dien kreeg een groot aantal ien baantje door, waarmee ze wal geld ver dienden. Want het verpakken van de voedselpakketjes wordt door die vrouwen ge daan. Een deel van de pak ketjes gaat naar de scholen, een ander deel wordt ver kocht aan grote steden zoals Bombay. Van de opbrengst wordt een gedeelte weer be steed aan het project zelf. Lo werd een sneeuwbal aan het rollen gebracht, die nu tame lijk goed loopt. Het project heeft in India zelf al veel be langstelling gewekt en is ze ker geschikt om ook in andere Door Annemiek Ruygrok Kastesysteem Toch is het volgens drs. Van Suylichem nog niet allemaal rozegeur en maneschijn. Vooral het kastesysteem in India speelt de stichting da nig parten. Vrouwen die zich te goed voelen om te koken voor kinderen van vrouwen uit een lagere kaste, vroedvrouwen die weigeren hulp en voorlichting te geven aan het 'lagere volk'. "Wat dat betreft ben ik veel optimis tischer over de resultaten in Tanzania", aldus de directeur, „daar is men van huis uit veel sociaal voelender. Hoewel Tanzania een arm land is, eigenlijk armer dan India, doen ze daar alle mogelijke moeite om mee te werken". Die armoede van Tanzania komt voornamelijk voort uit het feit, dat het land zelf niets kan fabriceren, maar alles moet invoeren. Terwijl India veel zelf maakt en dus niet zo zeer van de import afhanke lijk is. Als grappig voorbeeld van de goede wil der Tanzanianen vertelt drs. Van Suylichem over een voorval dat plaatsvond toen het gebouw tje van de Stichting zou wor den geopend. Alles was klaar, behalve het toilet. Er was een bepaalde buis niet te krijgen en dat baarde de Tanzanianen veel zorgen. Want bij de ope ning moesten de gasten toch van een degelijk toilet ge bruik kunnen maken. Toen de nood het hoogst was be sloot men de toiletpot dan maar gedeeltelijk in de grond te graven, zodat die jecht- streeks op de riolering kon worden aangesloten. Van Suylichem heeft het toilet niet kunnen gebruiken Het project in India loopt dus tamelijk goed, in Tanzania begint het op gang te komen, het derde land en ook het derde werelddeel waarop de stichting zich nu concentreert is Peru in Latijns-Amerika. Maar het is nog niet zeker of dat wel zal doorgaan. Het land is zelfs zo arm. dat een project als in India daar moeilijk kan worden opgezet. Armsten Maar het Kinderhulp-plan is toch juist voor de arme lan den bestemd0 Drs. Van Suylichem legt uit. dat er wel degelijk de armsten van een bevolking mee worden ge holpen. Maar de regering moet personeel leveren en de allernoodzakelijkste voorzie ningen. Alleen daardoor is het werk van de stichting Neder lands Kinderhulp Plan mo gelijk. Er zijn nu eenmaal be scheiden middelen. En als ring s. da zelfs die voorzieningen niet kunnen worden getroffen, dan kan het niet. Helaas is Peru zo'n land en drs. Van Suylichem vreest dan ook dat de stichting haar aan dacht naar elders moet ver plaatsen. „Suriname is al ge noemd. Maar we moeten zien of het klimaat daar al rijp voor is". Als tweede land staat Ghana in Afrika op het lijstje. Maar bestaat nu niet het gevaar dat juist de allerarmsten geen kans krijgen? Door deze werkwijze sluit je natuurlijk een groot aantal landen uit. Of bestaat er kans dat het sneeuwbaleffect niet alleen tot deelstaten doordringt, maar zelfs landsgrenzen overschrijdt? Volgens Van Suylichem is dat heel goed mogelijk. „We heb ben natuurlijk een zeer am bitieus plan bedacht inder tijd. Want de kinderhulp moet zich tot alle arme landen uit strekken. Dat hebben wij in beginsel gesteld. Dat we pas in twee landen projecten hebben, wil niet zeggen dat er in de toekomst niet veel meer van die projecten kunnen worden opgezet. Ik ben al in Peru geweest en daar is een plaatsje waar we zo kunnen beginnen. Als het aan de be volking ligt tenminste, maar de regering moet ook kunnen meewerken. Niettemin hou den we de moed erin". De stichting heeft niet veel geld tot haar beschikking, en eigenlijk is dat ook niet nodig. „Indertijd hebben we uit het nationale geschenk van de koningin ruim vier miljoen gulden gekregen. De eerste jaren hebben we van de rente daarvan het project in India opgezet en dat in Tanzania voorbereid. Nu pas beginnen we een beetje in te teren". Regeringsspot Incidentele giften komen van Unicef en NOVIB, organisa ties die zich met ontwik kelingshulp op grote schaal bezighouden. Drs. Van Suyli chem vindt het een beetje ris kant om daar echter op te re kenen. Maar met groot scheepse inzamelingsacties heeft de stichting niet veel op. Misschien, als de nood aan de man komt. valt er wat uit de regeringspot voor ontwik kelingshulp te halen. Maar daarop rekenen doet men liever niet. Er wordt zuinig omgesprongen met de finan ciën. De stichting doet veel met weinig geld. Een lëit dat hoop geeft voor het voortbestaan van deze organisatie, die een initiatief heeft genomen dat navolging verdient.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 21