Nederlandse SF: kwantiteit èn kwaliteit Suriname heeft encyclopedie „Onderneming en media": een leerzame oefening Een zinnig boek over het oude Ierland Opzet als grote WP Lekker leesvoer Hoge prijs „wegwijzer" wooncomfort DONDERDAG 19 JANUARI 1978 PAGINA 19 Die science fiction, die fantastisctu lectuur waar ze het vandaag de dag zo vaak over hebben in onze publiciteitsorganen, wordt die eigenlijk alleen door buitenlanders geschreven? Is het Nederlandse schrijversdom in derdaad zo huisgebonden en ïti- gekeerd dat het heelal slechts van buiten onze grenzen kan worden waargenomen? Dat is bijna juist. Bijna. Want als we onze literatuurge schiedenis haarfijn uitkammen, dan kan - mits de onderzoeker over een onuitputtelijk geduld be schikt - inderdaad een inlandse sf-ontwikkeling worden waarge- Hoewel de sf in strikte zin door haar naamgeving in haar huidige vorm pas "bestaat" sedert het be gin van de 20e eeuw, doemt ze na tuurlijk niet op uit het niets. Ook Nederland en België bezitten te genwoordig behoorlijke sf- auteurs die kranig aan de weg timmeren, en steunen op een duidelijk historische traditie. Voorlopers Als vroegere voorlopers van sf wor den wel de 17e en 18e eeuwse ima ginaire reisverhalen beschouwd, ook in ons land zeer populair, vermoedelijk mede door de authentieke reisverhalen en -journalen als die van Willem Ba- rentsz en Bontekoe. Vaak konden de auteurs der fan tastische reisvertellingen in hun produkten een hoop maat schappijkritiek en satire kwijt die in een rechtstreekse vorm door de toenmalige, kortaangebonden Justitie niet gepikt werd. Wan sf als zodanig kunnen we niettemin pas spreken bij een planetaire reisbeschrijving als die van de aloude Willem Bil- derdijk, die in 1813 zijn "Kort verhaal van eene aanmerklijke Luchtreis en nieuwe Planeet ontdekking" uitgaf (eind zes tigerjaren herdrukt als Kramer pocket). Insiders zien het boekje als een duidelijke voorloper op het werk van Jules Verne, de er kende Opa van de huidige sf. Van nog vroeger datum (1792) is voorts "Het toekomend jaar 3000" van Arend Fokke Simonsz., recent her-ontdekt en opnieuw uitgegeven (onder de gelijk namige titel) in een bundel sf- verhalen van eigen bodem onder redactie van Manuel van Loggem (uitg. Bruna SF 49,1976); hierbij ligt de nadruk echter op de Lite raire" schrijverskant, en sf is nog steeds niet geaccepteerd als Li teratuuralthans in Neder land Aantrekkingskracht De fantastische lectuur blijft ook in de negentiende eeuw haar aan trekkingskracht uitoefenen op het "gewone volk", blijkens bijv. de eerste, zeer vroege vertaling in het Nederlands van werk van Verne (1866!); ook het vaderlandse schrijvershart blijkt regelmatig aan het genre verpand, vooral in maatschappijkritische en utopi sche zin: we zijn dan aan het eind dier eeuw als de "Roden" met hun communistische idealen Europa en het volk tijdelijk goan over rompelen. Niets bekijft evenwel en terwijl in de 20e eeuw de "science fiction" ontstaat, vermindert bij ons de belangstellingal blijven verta lingen van Verne, Wells, Edgar TarzanRice Burroughs e.a. zeer populair. De ontwikkeling van de Vlaamse fantastische letterkunde verloopt ongeveer gelijk, maar is meer geënt op de "huiver" in de eigen volksaard die voor roman tischer dan de Nederlandse door gaat. De (gru- wel)legende, het enge sprookje, volksfluisteringen over heksen, weerwolven en ander nachtelijk tuig doen onophoudelijk de ronde, ook in de letterkunde: een ontwikkeling die we ook nu nog voortgezet zien. Grote voorlopers als Hendrik Cons cience en Charles de Coster (wiens visie op "Tijl Uilenspiegel" ook al weer in herdruk is) bezaten een aanzienlijke populariteit, terwijl aan het eind van die 19e eeuw be kende griezelverhalen werden ge schreven door "Literatoren" als Stijn Streuvels en René Verman- dere. Dezelfde traditie zet zich door in de 20e eeuw in sommig werk van August Vermeylen en Felix Timmermans. Aan het eind van de dertiger jaren oefent vooral Jean Ray, schrijvend on der pseudoniem "John Flandersveel invloed uit op de Vlaamse fantastiek. In 1945 Na 1945 zien we eindelijk meer concrete vormen van sf opduiken in Nederland en België; wie her innert zich niet "Monus, de man van de maan" (van A. D. Hil- debrand) beluisterd te hebben, huiverend in een pyamaatje on danks de nabijheid van de opge stookte kolenkachel? Veel goodwill in die vijftiger, zes tiger jaren werd gekweekt door vroege sf-auteurs en -liefhebbers als Manuel van Loggem, Kathi- nka Lannoy en Sybren Polet. Vooral de provo-tijd (zaliger ge dachtenis) heeft bij ons ver moedelijk voor een doorbraak ge zorgd: maatschappijkritisch, sa tirisch enlof utopisch (alweer!) sf-werk verscheen van Peter Muller en het duo Ruurd Groot- lEduard Visser (onder het pseudoniem Grovisterwijl in 1968 de eerste aflevering uitkomt van het tijdschrift-in-pocketvorm "Pulp", onder redactie van Ab Visser, dat zich specialiseert in sf-achtige lectuur van eigen bo dem. En jawel, daar zijn de jaren zeven tig - de sf groeit en bloeit en pro duceert vaderlandse verenigin gen als het Nederlands Con tactcentrum voor Science Fiction en heuse sf-tijdschriften met hoogst ludieke namen als King Kong-SF, Orbit, ESSEF e.d. Would be-auteurs èn oudere rotten in het vak worden aangemoedigd en aangelokt door sf-verhalen- wedstrijden als de Benelux Award en de King Kong Award met bepaald forse geldprijzen. En zelfs de uiterst professioneleza kelijke uitgevers hebben gemerkt dat de Nederlanden waaratje sj produceren met olijke verhalen over ruimteschepen en Bologige Monsters, over planeten en ver dachte zonnestelsels, over Derde Wereld en Atoom-Oorlogen sn over het Laatste Oordeel en Wat Al Niet. Bent u geïnteresseerd in "onze ei gen sciencefiction voor de koude winterdagen, om huiverend bij de centrale verwarming te lezen over Toekomst en andere onmo gelijkheden, die - stel je voor! - mogelijk zouden kunnen zijn? Er is het een en ander. Voor de jeugd Daar is, voor de jeugd, een speciale sf-serie van de Standaard Uitge verij die zopas een nieuw boek van Kathinka ("Het Geslacht Trigland") Lannoy verstrekte: "Het Zwarte Glas" (Antwer pen/Amsterdam 1977, f6,50). Ik heb het werkje, handelend over een mensheid die na WO III tobt over een soort zwart glas dat de wereld bedekt, aan een 12-jarige junior laten lezen. Een beetje mo ralistisch, vond-ie, maar later werd het toch écht spannend. Hij las het in één ruk uit, in elk geval. Bij dezelfde uitgeverij een mooi ge bonden boek met een twintigtal "originele Nederlandse en Vlaamse SF-verhalen": "Dans in de Ruimte" (f2450), onder su pervisie van A. van Hageland. Hier rijp en rot door elkander, maar met werkelijk goede ver halen van "grote" binnenlandse namen als Eddy Bertin, Wim Burkunk, Ef Leonard vooral met een prachtig verhaaltje "Leve de Chinezen", Julien Raasveld, de tekenaar Thijs van Ebbenhorst Tengbergen, Paul van Herck (be kend van het radio-hoorspel "Apollo XXI"), Bob van Laerho- ven, Manuel van Loggem e.v.a. Zeer aangeraden voor wie in het Nederlandstalige sf-doolhof de eerste richtingwijzers wil vinden. Uitlaatklep Maar er zijn concurrerende verha lenbundels zoals de Bruna SF- Jaarboeken die het broze sf-talent een uitlaatklep bieden: "Gany- medes 2" (Bruna SF 76, 1977, f650), een fiere pocket met om slag van de befaamde Karei Thole, verblijdt ons met verhalen van vooral Nederlandse sf- schrijvers, kwalitatief men gelwerk, maar zeker met veel ta lent. Een afzonderlijke roman verscheen bij dezelfde uitgeverij van het Vlaamse schrijversduo Bob van LaerhovenlEddy C. Bertin ("De Kokons van Nacht", Bruna SF 73, f650) van wie de laatste al twee maal hier in Leiden, voorlezend (maar onver staanbaar) uit eigen werk te aan schouwen was. De heren schrijven beter Nederlands dan ze die won derschone taal spreken, al is dit boek niet al te eenvoudig met zijn psychotische personages en hal- lucinante werelden Een nog weinig bekende maar veel belovende schrijver is "Ganyme- des"-redacteur Vincent van der Linden, die een enkele maal on der schuilnaam publiceerde. Helaas wat moeilijk vindbaar zijn zijn twee novellen "De Schildpad" en "De lift" Mal- perthuis,. Amsterdam 1975, f1250), maar zie ze te krijgen, verzamelaar, het boekje met zijn Kafka-achtige inhoud is de moeite waard! Overbruggen SF: Literatuur of lectuur? Er zijn uitgaven die de kloof lijken te overbruggen zoals het eerder vermelde boekje van Van Log gem, maar een dergelijke poging wordt ook gedaan in "Nachte lijke gedaanten" (uitgeverij Nijgh Van Ditmar, Den Haag 1976, ca. f25,- maar wel een kloeke paperback). Fraaie verhalen van Echte Schrij vers als Couperus, Bordewijk, Belcampo, Jan de Hartog, Van Schendel, Vestdijk, Bomans e.a., en met een uitvoerig en verhel derend nawoord van Danny de Laet die binnen het kader van een dergelijk leesboek een knappe toelichting heeft verzorgd over de moderne Nederlandse fantasti sche literatuur. Aanbevolen! En tenslotte: wie zich meer weten schappelijk op de hoogte wil stel len van dat interessante maarze ker gecompliceerde sf-gebied, schaffe zich een exemplaar aan van het Belgische literaire tijd schrift Restant: "Science Fic tion: Status of Status Quo?" (onder redactie van de irritant modern spellende, maar ten minste geen onzin verkopende Lukde Vos) dat de eerste originele sf-essaybundel in het Nederlands heet te zijn. ROB VOOREN Vroeger was het heerlijkste dat de mens ten deel kon vallen een hoogleraarsbenoeming - ter stond daarna verzonk de geluk kige in een welwillende schemer waaruit hij door geen ontslag meer gestoord kon worden, maar sedert de zegeningen der democ ratisering met gulle hand over de universiteiten zijn uitgestrooid, leek de baan opeens veel minder aantrekkelijk. Alleen voor hoogleraren die een onbekend en nauwelijks beoefend studiegebied explore ren lijkt de vroegere situatie nog te bestaan: weinig lastposten, geen groot instituut dat vanwege de onophoudelijke competitie- strijd meer op een Oosters sul tanaat lijkt dan op een weten schappelijke instelling, maar rust en véél tijd voor onderzoek - dat moet geweldig zijn. De keltologe dr. Maartje Draak is zo'n gelukkige. Deze hoogleraar in de Keltische taal- en let terkunde publiceerde een bundel artikelen, Schimmen van het wester-eiland, die de literatuur en godsdienst van de oude, Ierse cultuur tot onderwerp hebben. Fascinerende lectuur. De onuitroeibare menselijke be hoefte aan onzin die bv. een hal vegare „magisch-realist" als Hu- bert Lampo voortdrijft, heeft zich ook al met Ierland bemoeid: een uitgebreide literatuur die vol zit met heldenliederen en sagen, en een uit vóór-christelijke tijden stammende cultuur waarin een ruime plaats is gereserveerd voor toverij en magie: dat is 'gefun- denes tressen" voor ieder war hoofd dat een abonnement op Bres heeft, Simon Vinkenoog bewondert en de uit de lucht ge grepen onzin van Von Daniken („Waren de goden kosmonau ten") verslindt. Gelukkig is de wereld niet alléén door bijgelovige druiloren be volkt die alles geloven als het maar irrationeel is: de bundel van Maartje Draak is dan ook heel plezierig om te lezen: geschreven in een steeds zeldzamer wor dende toon nl. die van de des- kundige-met-gevoel-voor-humor. Mijn kennis van de oude Ierse cul tuur is beperkt tot „Deirdre en de zonen van Usnach" een lyrisch werkje van Roland Holst waar scholieren nog wel eens belang stelling voor hebben omdat het dun en romantisch is. In een van haar opstellen gaat Maartje Draak na waar Roland Holst de mosterd haalde: en zij blijkt het beter te weten dan de dichter zelf, hetgeen een verma kelijke blamage voor de neerlan distiek oplevert. Er is een geestig essay' over science-fiction in de middeleeu wen, een interessante beschou wing over toverspreuken, kor tom een boekje dat ik met heel veel plezier heb gelezen. We mo gen blij zijn dat niet iedereen ma gisch-realist, Hesse-fan of To- kien-adept is, of zich tevreden mee laat drijven met het Nieuwe Bijgeloof zoals dat ook door sommige feministen wordt bele den. In het eeuwige gevecht tussen mensen die met hun hoofd en mensen die met hun buik denken neemt dr. Draak een eervolle plaats in. PAUL MARIJNIS Dr. Maartje Draak: Schimmen van het wester-eiland. Uitgeverij Meulenhoff, f 24,50. ENCYCLOPEDIE VAN SURINAME. Onder hoofdredac tie van Prof. Dr. C. F. A. Bruijning en Prof. Dr. J. Voor hoeve. Samensteller: Drs. W. Gordijn met medewerking van 120 deskundigen uit Suriname en Nederland. Ge bonden; 716 blz. met vele illustraties. Prijs 85 Uitgave: Elsevier. Twee jaar na de onafhankelijkheid kan de republiek Suriname al be schikken over zijn eigen en cyclopedie. Niet dat die encyclo pedie er door de onafhankelijk heid is gekomen, want in 1969 werd de "Stichting Encyclopedie van Suriname" reeds opgericht. In 1973 werd een daadwerkelijk begin gemaakt met de samen stelling ervan. Het is een lijvig boekwerk gewor den met op de eerste bladzijden het wapen en volkslied van Suri name en op de laatste bladzijden de grondwet van het land. Daar tussenin ruim 700 pagina's over de meest uiteenlopende zaken, dingen en mensen die in Suri name een rol spelen of gespeeld hebben. Het begint met aal (achter dit woord staat direct een verwijzing naar Snek 'fisi wat een palin gachtige zoetwatervis is) en eindigt met Zwart Riemhout (waarna direct verwezen wordt naar Jan Snijder wat een boom is die hard hout levert). Naast deze twee zijn er in de en cyclopedie nog 2248 andere tref woorden te vinden, waaronder een aantal grote artikelen. Zo zijn 11 pagina's besteed aan de ge schiedenis en tien aan de poli tieke ontwikkeling (waarbij je je kan afvragen wat het verschil tussen deze twee zaken is). Ver der uitgebreide stukken over vakbeweging, perswezen, maar ook over alle soorten flora en fauna die in Suriname te vinden zijn. Wie denkt in de encyclopedie een produkt uit een jonge Zuidame- rikaanse natie aangeschaft te hebben, vergist zich. De encyclo pedie bewijst eerder nog eens hoe sterk de banden nog zijn met het oude moederland. De encyclo pedie is samengesteld door de Nederlander Drs. W. Gordijn en niet uitgegeven door een Suri naamse uitgeverij, maar door El sevier en niet gedrukt in Parama ribo, maar in Amsterdam. De opzet en uitvoering van de en cyclopedie is dan ook precies hetzelfde als de Grote W'ikler Prins Encyclopedie. Dat wil niet zeggen dat het een totaal Neder lands postkoloniaal produkt is geworden, want van de 120 me dewerkers aan de encyclopedie is de helft uit Suriname afkomstig. De ambassadeur van Suriname encyclopedie kreeg aangeboden. Deze 120 mensen is het gelukt alle informatie die over Suriname her en der verschenen is (er zijn zelfs verwijzingen naar het om roepblad van de VPRO uit 1971) te bundelen, herschrijven en rub riceren tot een volwaardige en cyclopedie, die zoals het het ook i Nederland, J. W. i Eer, i in de verantwoording te lezen staat, niet alleen een encyclope die vóór maar vooral van Suri name wil zijn. Het is echter te hopen dat de sa menstellers (en de uitgever!) ook hun gedachten laten gaan over het uitgeven van een vereen- te die het eerste exemplaar van de voudigde versie speciaal voor de Surinaamse bevolking. Want 65 Surinaamse gulden is in een land waar het staatspensioen niet meer dan 25 gulden per maand bedraagt nog altijd een heel be drag. Mark Kranenburg De scherpzinnigste stukken van journalistieke zijde zijn afkom stig van W. L. Brugsma (VARA en HP) en M. E. Chavannes (NRC); de altijd originele en prikkelende Rotterdamse socioloog prof. J. J. A. van Doorn geeft een nuttige inventarisatie van de snel veran derende positie van de media in maatschappelijke zin. Maar zelfs hij valt in de fictieve kuil, waarin de uit het bedrijfsleven afkom stige scribenten van het boekje vallen, te weten het "probleem" van de toegankelijkheid, dat bij de media maar heel betrekkelijk zou zijn, waar het om het droit de réponse, het wederhoor, gaat. Onzin, zeker wat de Nederlandse krantenpraktijk betreft. Jammer dat in het boekje niet een vertegenwoordiger van de vak beweging aan het woord komt. Zoals al gezegd, de boodschap van Wim Kok en de zijnen pleegt in het algemeen ongehavend door te komen. Gezonde kost Grote Spectrum Encyclopedie, deel 15, Plastics - Resuskinderen (uitgave Het Spectrum b.v. Utrecht-Antwerpen). Dit deel is gezonde kost voor men sen met een bijzondere belang stelling voor de gammaweten schappen. De rubriekswoorden met de 'p' geven er alle aanleiding toe: "politicologie", "propa ganda", "psychologie"; waar naast onderwerpen als 'protes tantisme' en 'prostitutie', waarin opnieuw de mens met zijn vragen en zijn tekorten centraal staat. Ook in dit deel 15 wordt het hoge niveau dat deze encyclopedie zowel in beeld als in tekst ver toont, doorgaans gehandhaafd. Met zo'n heldere round-up van de verschillende benaderingen van en facetten binnen de psychblo- gie zou menig eerste-jaars in de menswetenschappen zijn voor deel kunnen doen; het is een in leidend leer- en leesboek in het klein. Tegenover dergelijke veelzijdige en doorwrochte artikelen ("propa ganda" is ook een aardig voor beeld) staan soms wel eens wat al te gemakkelijk geschreven stuk ken. Zo wordt"prostitutie" te veel uit de 'zo-oud-als-de-we- reld'-hoek benaderd en komt er te weinig hedendaags sociolo gisch cijfermateriaal aan te pas. Maar gelukkig is oppervlakkig werk zeldzaam. De encyclopedie-redactie hanteert een late sluitingstijd. Het artikel 'pop-muziek' maakt nog melding van de dood van Elvis Presley, dit najaar. Voor wie enigszins op de hoogte is met het tijdvretend ka rakter van het drukken van mooie boeken, is dat geen ge ringe prestatie. Misschien dat de wijze van boekbinden daar enigszins, maar dan in het nega tieve, mee te maken heeft: ons exemplaar van deel 15 viel na aankomst op de krant in elk geval spontaan uit de band. HAN MULDER "Broeinest Hawai" door N. Richard Nash, in een vertaling van Marleen Verh°efVerSChenen bijuit&everUT.J. Veen in Wageningen We beginnen met een citaat uit de persfolden "N. Richard Nash, die vele onderscheidingen ontving voor zijn scheppend werk voor toneel en film, demonstreert zijn bijzonder gevoel voor dramatische spanning (denk aan "The Rainmaker" en Macho, macho") nu in een knappe ro man, die wekenlang in de hoogste regionen van de Amerikaanse be stsellerslijsten voorkwam". Inderdaadspanning genoeg op het broeierige Hawai vlak voor de Japanse overval op Pearl Harbour, maar het moet ons van het hart dat we de drijfveren van oorlogsweduwe Johanna Winter en haar schoonzoon niet zo best begrijpen. Waarom ze zo verschrikkelijk nodig op eigen houtje op onderzoek uitmoeten als haar zoon wordt gecastreerd omdat hij zich met een getrouwde Japanse vrouw heeft afgegeven. Nash maakt ons hun motieven niet zo bijster duidelijk, zoals als we ook weinig kunnen begrijpen van hun verder handelen. Oh ja, het is allemaal vreemd genoeg. Wat wil men: spionage, oosterse ondoorgrondelijkheid, een wilde jacht door het dichte oerwoud met allerlei merkwaardige avonturen en zich ontladende passie. Dat flink door elkaar geschud levert wel lekker leesvoer op. Vooral als het door een geroutineerd auteur als N. Richard Nash wordt opgediend. Maar de logica is wel in het dichte Hawaiaanse bos achtergebleven. KOOS POST "Onderneming en media", SMO Boek 4 (uitgave van de Stichting Maatschappij en Onderneming, Scheveningen), prijs f 7,50. De betrekkingen tussen bedrijfs leven en media zijn niet innig te noemen. Dat is wat betreft de media maar goed ook, want nauwe relaties met mensen of in stellingen onderhouden en er te gelijkertijd ook nog onbevangen over rapporteren, dat lijkt teveel gevraagd. Dat neemt allemaal niet weg dat de vakbeweging er in het algemeen veel beter in slaagt, haar zaak aan de media te 'verkopen' dan de managers van bedrijven. Hier wint bij menig manager de voor ingenomenheid - "waar bemoeit die persmuskiet zich mee" - het van het eigenbelang, "ook in minder aangename situaties zo goed mogelijk overkomen". In het boekje "Onderneming en media" van de stichting die zich beijvert om betere relaties tussen maatschappij en onderneming te bevorderen, komen een aantal vertegenwoordigers van de me dia en van het bedrijfsleven aan het woord. Een leerzame oefe ning in wederzijds observeren is het alleszins geworden. Vooroor delen aan beide kanten, maar journalisten slagen er beter in die vooroordelen te maskeren; niet zo verwonderlijk voor mensen die van schrijven, praten en fil men hun beroep maken. Wegwijs naar meer wooncomfort. Uitg. Focus Elsevier. Prijs per deel 12.90. Het zelf sleutelen aan de woning krijgt steeds meer aandacht. Doe-het-zelf zaken schieten als paddestoelen uit de grond.En wat de materialen en aan-, op- en uitbouwsystemen betreft wordt het de huurder of huiseigenaar steeds makkelijker gemaakt. In dat licht is het verschijnen van de vierdelige serie "Wegwijs naar meer wooncomfort" van Elsevier geen verrassing. De vier deeltjes handelen resp. over centrale verwarming, sanitair, isolatie/warmte/geluid en open haarden. In alle deeltjes zijn zeer gedetailleerde beschrijvingen opgenomen, voorzien van zeer verhelderende tekeningen en foto's. Bovendien gaan de boekjes soms verder dan de titel doet vermoe den. Dat geldt bijvoorbeeld voor het boekje over centrale verwar ming, waarin behalve de bekende radiatorsystemen ook de ver warming door middel van zon- neenergie aan bod komt. Een groot bezwaar is alleen dat de deeltjes (waarvan er drie gemid deld 80 bladzijden dik zijn) erg duur zijn. Twaalf gulden negen tig voor een boekje dat je met enig speur-en verzamelwerk aan de hand van (gratis) folders mis schien zelf bijeen zou kunnen schrapen, is een al te grote hin dernis. WIM WIRTZ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 19