Nederlandse SF: kwantiteit èn kwaliteit
Suriname heeft
encyclopedie
„Onderneming en media":
een leerzame oefening
Een zinnig
boek over
het oude
Ierland
Opzet als grote WP
Lekker leesvoer
Hoge prijs
„wegwijzer"
wooncomfort
DONDERDAG 19 JANUARI 1978
PAGINA 19
Die science fiction, die fantastisctu
lectuur waar ze het vandaag de
dag zo vaak over hebben in onze
publiciteitsorganen, wordt die
eigenlijk alleen door
buitenlanders geschreven? Is het
Nederlandse schrijversdom in
derdaad zo huisgebonden en ïti-
gekeerd dat het heelal slechts van
buiten onze grenzen kan worden
waargenomen? Dat is bijna juist.
Bijna.
Want als we onze literatuurge
schiedenis haarfijn uitkammen,
dan kan - mits de onderzoeker
over een onuitputtelijk geduld be
schikt - inderdaad een inlandse
sf-ontwikkeling worden waarge-
Hoewel de sf in strikte zin door haar
naamgeving in haar huidige
vorm pas "bestaat" sedert het be
gin van de 20e eeuw, doemt ze na
tuurlijk niet op uit het niets. Ook
Nederland en België bezitten te
genwoordig behoorlijke sf-
auteurs die kranig aan de weg
timmeren, en steunen op een
duidelijk historische traditie.
Voorlopers
Als vroegere voorlopers van sf wor
den wel de 17e en 18e eeuwse ima
ginaire reisverhalen beschouwd,
ook in ons land zeer populair,
vermoedelijk mede door de
authentieke reisverhalen en
-journalen als die van Willem Ba-
rentsz en Bontekoe.
Vaak konden de auteurs der fan
tastische reisvertellingen in hun
produkten een hoop maat
schappijkritiek en satire kwijt
die in een rechtstreekse vorm door
de toenmalige, kortaangebonden
Justitie niet gepikt werd.
Wan sf als zodanig kunnen we
niettemin pas spreken bij een
planetaire reisbeschrijving als
die van de aloude Willem Bil-
derdijk, die in 1813 zijn "Kort
verhaal van eene aanmerklijke
Luchtreis en nieuwe Planeet
ontdekking" uitgaf (eind zes
tigerjaren herdrukt als Kramer
pocket). Insiders zien het boekje
als een duidelijke voorloper op
het werk van Jules Verne, de er
kende Opa van de huidige sf.
Van nog vroeger datum (1792) is
voorts "Het toekomend jaar
3000" van Arend Fokke Simonsz.,
recent her-ontdekt en opnieuw
uitgegeven (onder de gelijk
namige titel) in een bundel sf-
verhalen van eigen bodem onder
redactie van Manuel van Loggem
(uitg. Bruna SF 49,1976); hierbij
ligt de nadruk echter op de Lite
raire" schrijverskant, en sf is nog
steeds niet geaccepteerd als Li
teratuuralthans in Neder
land
Aantrekkingskracht
De fantastische lectuur blijft ook in
de negentiende eeuw haar aan
trekkingskracht uitoefenen op het
"gewone volk", blijkens bijv. de
eerste, zeer vroege vertaling in het
Nederlands van werk van Verne
(1866!); ook het vaderlandse
schrijvershart blijkt regelmatig
aan het genre verpand, vooral in
maatschappijkritische en utopi
sche zin: we zijn dan aan het eind
dier eeuw als de "Roden" met hun
communistische idealen Europa
en het volk tijdelijk goan over
rompelen.
Niets bekijft evenwel en terwijl in
de 20e eeuw de "science fiction"
ontstaat, vermindert bij ons de
belangstellingal blijven verta
lingen van Verne, Wells, Edgar
TarzanRice Burroughs e.a.
zeer populair.
De ontwikkeling van de Vlaamse
fantastische letterkunde verloopt
ongeveer gelijk, maar is meer
geënt op de "huiver" in de eigen
volksaard die voor roman
tischer dan de Nederlandse door
gaat. De (gru-
wel)legende, het enge sprookje,
volksfluisteringen over heksen,
weerwolven en ander nachtelijk
tuig doen onophoudelijk de
ronde, ook in de letterkunde: een
ontwikkeling die we ook nu nog
voortgezet zien.
Grote voorlopers als Hendrik Cons
cience en Charles de Coster (wiens
visie op "Tijl Uilenspiegel" ook
al weer in herdruk is) bezaten een
aanzienlijke populariteit, terwijl
aan het eind van die 19e eeuw be
kende griezelverhalen werden ge
schreven door "Literatoren" als
Stijn Streuvels en René Verman-
dere. Dezelfde traditie zet zich
door in de 20e eeuw in sommig
werk van August Vermeylen en
Felix Timmermans. Aan het eind
van de dertiger jaren oefent
vooral Jean Ray, schrijvend on
der pseudoniem
"John Flandersveel invloed uit
op de Vlaamse fantastiek.
In 1945
Na 1945 zien we eindelijk meer
concrete vormen van sf opduiken
in Nederland en België; wie her
innert zich niet "Monus, de man
van de maan" (van A. D. Hil-
debrand) beluisterd te hebben,
huiverend in een pyamaatje on
danks de nabijheid van de opge
stookte kolenkachel?
Veel goodwill in die vijftiger, zes
tiger jaren werd gekweekt door
vroege sf-auteurs en -liefhebbers
als Manuel van Loggem, Kathi-
nka Lannoy en Sybren Polet.
Vooral de provo-tijd (zaliger ge
dachtenis) heeft bij ons ver
moedelijk voor een doorbraak ge
zorgd: maatschappijkritisch, sa
tirisch enlof utopisch (alweer!)
sf-werk verscheen van Peter
Muller en het duo Ruurd Groot-
lEduard Visser (onder het
pseudoniem Grovisterwijl in
1968 de eerste aflevering uitkomt
van het tijdschrift-in-pocketvorm
"Pulp", onder redactie van Ab
Visser, dat zich specialiseert in
sf-achtige lectuur van eigen bo
dem.
En jawel, daar zijn de jaren zeven
tig - de sf groeit en bloeit en pro
duceert vaderlandse verenigin
gen als het Nederlands Con
tactcentrum voor Science Fiction
en heuse sf-tijdschriften met
hoogst ludieke namen als King
Kong-SF, Orbit, ESSEF e.d.
Would be-auteurs èn oudere rotten
in het vak worden aangemoedigd
en aangelokt door sf-verhalen-
wedstrijden als de Benelux
Award en de King Kong Award
met bepaald forse geldprijzen. En
zelfs de uiterst professioneleza
kelijke uitgevers hebben gemerkt
dat de Nederlanden waaratje sj
produceren met olijke verhalen
over ruimteschepen en Bologige
Monsters, over planeten en ver
dachte zonnestelsels, over Derde
Wereld en Atoom-Oorlogen sn
over het Laatste Oordeel en Wat
Al Niet.
Bent u geïnteresseerd in "onze ei
gen sciencefiction voor de koude
winterdagen, om huiverend bij
de centrale verwarming te lezen
over Toekomst en andere onmo
gelijkheden, die - stel je voor! -
mogelijk zouden kunnen zijn?
Er is het een en ander.
Voor de jeugd
Daar is, voor de jeugd, een speciale
sf-serie van de Standaard Uitge
verij die zopas een nieuw boek
van Kathinka ("Het Geslacht
Trigland") Lannoy verstrekte:
"Het Zwarte Glas" (Antwer
pen/Amsterdam 1977, f6,50). Ik
heb het werkje, handelend over
een mensheid die na WO III tobt
over een soort zwart glas dat de
wereld bedekt, aan een 12-jarige
junior laten lezen. Een beetje mo
ralistisch, vond-ie, maar later
werd het toch écht spannend. Hij
las het in één ruk uit, in elk geval.
Bij dezelfde uitgeverij een mooi ge
bonden boek met een twintigtal
"originele Nederlandse en
Vlaamse SF-verhalen": "Dans in
de Ruimte" (f2450), onder su
pervisie van A. van Hageland.
Hier rijp en rot door elkander,
maar met werkelijk goede ver
halen van "grote" binnenlandse
namen als Eddy Bertin, Wim
Burkunk, Ef Leonard vooral met
een prachtig verhaaltje "Leve de
Chinezen", Julien Raasveld, de
tekenaar Thijs van Ebbenhorst
Tengbergen, Paul van Herck (be
kend van het radio-hoorspel
"Apollo XXI"), Bob van Laerho-
ven, Manuel van Loggem e.v.a.
Zeer aangeraden voor wie in het
Nederlandstalige sf-doolhof de
eerste richtingwijzers wil vinden.
Uitlaatklep
Maar er zijn concurrerende verha
lenbundels zoals de Bruna SF-
Jaarboeken die het broze sf-talent
een uitlaatklep bieden: "Gany-
medes 2" (Bruna SF 76, 1977,
f650), een fiere pocket met om
slag van de befaamde Karei
Thole, verblijdt ons met verhalen
van vooral Nederlandse sf-
schrijvers, kwalitatief men
gelwerk, maar zeker met veel ta
lent.
Een afzonderlijke roman verscheen
bij dezelfde uitgeverij van het
Vlaamse schrijversduo Bob van
LaerhovenlEddy C. Bertin ("De
Kokons van Nacht",
Bruna SF 73, f650) van
wie de laatste al twee maal hier in
Leiden, voorlezend (maar onver
staanbaar) uit eigen werk te aan
schouwen was. De heren schrijven
beter Nederlands dan ze die won
derschone taal spreken, al is dit
boek niet al te eenvoudig met zijn
psychotische personages en hal-
lucinante werelden
Een nog weinig bekende maar veel
belovende schrijver is "Ganyme-
des"-redacteur Vincent van der
Linden, die een enkele maal on
der schuilnaam publiceerde.
Helaas wat moeilijk vindbaar
zijn zijn twee novellen "De
Schildpad" en "De lift" Mal-
perthuis,. Amsterdam
1975, f1250), maar zie ze te
krijgen, verzamelaar, het boekje
met zijn Kafka-achtige inhoud is
de moeite waard!
Overbruggen
SF: Literatuur of lectuur? Er zijn
uitgaven die de kloof lijken te
overbruggen zoals het eerder
vermelde boekje van Van Log
gem, maar een dergelijke poging
wordt ook gedaan in "Nachte
lijke gedaanten" (uitgeverij
Nijgh Van Ditmar, Den Haag
1976, ca. f25,- maar wel een
kloeke paperback).
Fraaie verhalen van Echte Schrij
vers als Couperus, Bordewijk,
Belcampo, Jan de Hartog, Van
Schendel, Vestdijk, Bomans e.a.,
en met een uitvoerig en verhel
derend nawoord van Danny de
Laet die binnen het kader van een
dergelijk leesboek een knappe
toelichting heeft verzorgd over de
moderne Nederlandse fantasti
sche literatuur. Aanbevolen!
En tenslotte: wie zich meer weten
schappelijk op de hoogte wil stel
len van dat interessante maarze
ker gecompliceerde sf-gebied,
schaffe zich een exemplaar aan
van het Belgische literaire tijd
schrift Restant: "Science Fic
tion: Status of Status Quo?"
(onder redactie van de irritant
modern spellende, maar ten
minste geen onzin verkopende
Lukde Vos) dat de eerste originele
sf-essaybundel in het Nederlands
heet te zijn.
ROB VOOREN
Vroeger was het heerlijkste dat de
mens ten deel kon vallen een
hoogleraarsbenoeming - ter
stond daarna verzonk de geluk
kige in een welwillende schemer
waaruit hij door geen ontslag
meer gestoord kon worden, maar
sedert de zegeningen der democ
ratisering met gulle hand over de
universiteiten zijn uitgestrooid,
leek de baan opeens veel minder
aantrekkelijk.
Alleen voor hoogleraren die een
onbekend en nauwelijks
beoefend studiegebied explore
ren lijkt de vroegere situatie nog
te bestaan: weinig lastposten,
geen groot instituut dat vanwege
de onophoudelijke competitie-
strijd meer op een Oosters sul
tanaat lijkt dan op een weten
schappelijke instelling, maar rust
en véél tijd voor onderzoek - dat
moet geweldig zijn.
De keltologe dr. Maartje Draak is
zo'n gelukkige. Deze hoogleraar
in de Keltische taal- en let
terkunde publiceerde een bundel
artikelen, Schimmen van het
wester-eiland, die de literatuur
en godsdienst van de oude, Ierse
cultuur tot onderwerp hebben.
Fascinerende lectuur.
De onuitroeibare menselijke be
hoefte aan onzin die bv. een hal
vegare „magisch-realist" als Hu-
bert Lampo voortdrijft, heeft zich
ook al met Ierland bemoeid: een
uitgebreide literatuur die vol zit
met heldenliederen en sagen, en
een uit vóór-christelijke tijden
stammende cultuur waarin een
ruime plaats is gereserveerd voor
toverij en magie: dat is 'gefun-
denes tressen" voor ieder war
hoofd dat een abonnement op
Bres heeft, Simon Vinkenoog
bewondert en de uit de lucht ge
grepen onzin van Von Daniken
(„Waren de goden kosmonau
ten") verslindt.
Gelukkig is de wereld niet alléén
door bijgelovige druiloren be
volkt die alles geloven als het
maar irrationeel is: de bundel van
Maartje Draak is dan ook heel
plezierig om te lezen: geschreven
in een steeds zeldzamer wor
dende toon nl. die van de des-
kundige-met-gevoel-voor-humor.
Mijn kennis van de oude Ierse cul
tuur is beperkt tot „Deirdre en de
zonen van Usnach" een lyrisch
werkje van Roland Holst waar
scholieren nog wel eens belang
stelling voor hebben omdat het
dun en romantisch is.
In een van haar opstellen gaat
Maartje Draak na waar Roland
Holst de mosterd haalde: en zij
blijkt het beter te weten dan de
dichter zelf, hetgeen een verma
kelijke blamage voor de neerlan
distiek oplevert.
Er is een geestig essay' over
science-fiction in de middeleeu
wen, een interessante beschou
wing over toverspreuken, kor
tom een boekje dat ik met heel
veel plezier heb gelezen. We mo
gen blij zijn dat niet iedereen ma
gisch-realist, Hesse-fan of To-
kien-adept is, of zich tevreden
mee laat drijven met het Nieuwe
Bijgeloof zoals dat ook door
sommige feministen wordt bele
den.
In het eeuwige gevecht tussen
mensen die met hun hoofd en
mensen die met hun buik denken
neemt dr. Draak een eervolle
plaats in.
PAUL MARIJNIS
Dr. Maartje Draak: Schimmen van
het wester-eiland. Uitgeverij
Meulenhoff, f 24,50.
ENCYCLOPEDIE VAN SURINAME. Onder hoofdredac
tie van Prof. Dr. C. F. A. Bruijning en Prof. Dr. J. Voor
hoeve. Samensteller: Drs. W. Gordijn met medewerking
van 120 deskundigen uit Suriname en Nederland. Ge
bonden; 716 blz. met vele illustraties. Prijs 85 Uitgave:
Elsevier.
Twee jaar na de onafhankelijkheid
kan de republiek Suriname al be
schikken over zijn eigen en
cyclopedie. Niet dat die encyclo
pedie er door de onafhankelijk
heid is gekomen, want in 1969
werd de "Stichting Encyclopedie
van Suriname" reeds opgericht.
In 1973 werd een daadwerkelijk
begin gemaakt met de samen
stelling ervan.
Het is een lijvig boekwerk gewor
den met op de eerste bladzijden
het wapen en volkslied van Suri
name en op de laatste bladzijden
de grondwet van het land. Daar
tussenin ruim 700 pagina's over
de meest uiteenlopende zaken,
dingen en mensen die in Suri
name een rol spelen of gespeeld
hebben.
Het begint met aal (achter dit
woord staat direct een verwijzing
naar Snek 'fisi wat een palin
gachtige zoetwatervis is) en
eindigt met Zwart Riemhout
(waarna direct verwezen wordt
naar Jan Snijder wat een boom is
die hard hout levert).
Naast deze twee zijn er in de en
cyclopedie nog 2248 andere tref
woorden te vinden, waaronder
een aantal grote artikelen. Zo zijn
11 pagina's besteed aan de ge
schiedenis en tien aan de poli
tieke ontwikkeling (waarbij je je
kan afvragen wat het verschil
tussen deze twee zaken is). Ver
der uitgebreide stukken over
vakbeweging, perswezen, maar
ook over alle soorten flora en
fauna die in Suriname te vinden
zijn.
Wie denkt in de encyclopedie een
produkt uit een jonge Zuidame-
rikaanse natie aangeschaft te
hebben, vergist zich. De encyclo
pedie bewijst eerder nog eens hoe
sterk de banden nog zijn met het
oude moederland. De encyclo
pedie is samengesteld door de
Nederlander Drs. W. Gordijn en
niet uitgegeven door een Suri
naamse uitgeverij, maar door El
sevier en niet gedrukt in Parama
ribo, maar in Amsterdam.
De opzet en uitvoering van de en
cyclopedie is dan ook precies
hetzelfde als de Grote W'ikler
Prins Encyclopedie. Dat wil niet
zeggen dat het een totaal Neder
lands postkoloniaal produkt is
geworden, want van de 120 me
dewerkers aan de encyclopedie is
de helft uit Suriname afkomstig.
De ambassadeur van Suriname
encyclopedie kreeg aangeboden.
Deze 120 mensen is het gelukt alle
informatie die over Suriname her
en der verschenen is (er zijn zelfs
verwijzingen naar het om
roepblad van de VPRO uit 1971)
te bundelen, herschrijven en rub
riceren tot een volwaardige en
cyclopedie, die zoals het het ook
i Nederland, J. W.
i Eer, i
in de verantwoording te lezen
staat, niet alleen een encyclope
die vóór maar vooral van Suri
name wil zijn.
Het is echter te hopen dat de sa
menstellers (en de uitgever!) ook
hun gedachten laten gaan over
het uitgeven van een vereen-
te die het eerste exemplaar van de
voudigde versie speciaal voor de
Surinaamse bevolking. Want 65
Surinaamse gulden is in een land
waar het staatspensioen niet
meer dan 25 gulden per maand
bedraagt nog altijd een heel be
drag.
Mark Kranenburg
De scherpzinnigste stukken van
journalistieke zijde zijn afkom
stig van W. L. Brugsma (VARA en
HP) en M. E. Chavannes (NRC);
de altijd originele en prikkelende
Rotterdamse socioloog prof. J. J.
A. van Doorn geeft een nuttige
inventarisatie van de snel veran
derende positie van de media in
maatschappelijke zin. Maar zelfs
hij valt in de fictieve kuil, waarin
de uit het bedrijfsleven afkom
stige scribenten van het boekje
vallen, te weten het "probleem"
van de toegankelijkheid, dat bij
de media maar heel betrekkelijk
zou zijn, waar het om het droit de
réponse, het wederhoor, gaat.
Onzin, zeker wat de Nederlandse
krantenpraktijk betreft.
Jammer dat in het boekje niet een
vertegenwoordiger van de vak
beweging aan het woord komt.
Zoals al gezegd, de boodschap
van Wim Kok en de zijnen pleegt
in het algemeen ongehavend
door te komen.
Gezonde kost
Grote Spectrum Encyclopedie,
deel 15, Plastics - Resuskinderen
(uitgave Het Spectrum b.v.
Utrecht-Antwerpen).
Dit deel is gezonde kost voor men
sen met een bijzondere belang
stelling voor de gammaweten
schappen. De rubriekswoorden
met de 'p' geven er alle aanleiding
toe: "politicologie", "propa
ganda", "psychologie"; waar
naast onderwerpen als 'protes
tantisme' en 'prostitutie', waarin
opnieuw de mens met zijn vragen
en zijn tekorten centraal staat.
Ook in dit deel 15 wordt het hoge
niveau dat deze encyclopedie
zowel in beeld als in tekst ver
toont, doorgaans gehandhaafd.
Met zo'n heldere round-up van de
verschillende benaderingen van
en facetten binnen de psychblo-
gie zou menig eerste-jaars in de
menswetenschappen zijn voor
deel kunnen doen; het is een in
leidend leer- en leesboek in het
klein.
Tegenover dergelijke veelzijdige en
doorwrochte artikelen ("propa
ganda" is ook een aardig voor
beeld) staan soms wel eens wat al
te gemakkelijk geschreven stuk
ken. Zo wordt"prostitutie" te
veel uit de 'zo-oud-als-de-we-
reld'-hoek benaderd en komt er
te weinig hedendaags sociolo
gisch cijfermateriaal aan te pas.
Maar gelukkig is oppervlakkig
werk zeldzaam.
De encyclopedie-redactie hanteert
een late sluitingstijd. Het artikel
'pop-muziek' maakt nog melding
van de dood van Elvis Presley, dit
najaar. Voor wie enigszins op de
hoogte is met het tijdvretend ka
rakter van het drukken van
mooie boeken, is dat geen ge
ringe prestatie. Misschien dat de
wijze van boekbinden daar
enigszins, maar dan in het nega
tieve, mee te maken heeft: ons
exemplaar van deel 15 viel na
aankomst op de krant in elk geval
spontaan uit de band.
HAN MULDER
"Broeinest Hawai" door N. Richard Nash, in een vertaling van Marleen
Verh°efVerSChenen bijuit&everUT.J. Veen in Wageningen
We beginnen met een citaat uit de persfolden "N. Richard Nash, die vele
onderscheidingen ontving voor zijn scheppend werk voor toneel en
film, demonstreert zijn bijzonder gevoel voor dramatische spanning
(denk aan "The Rainmaker" en Macho, macho") nu in een knappe ro
man, die wekenlang in de hoogste regionen van de Amerikaanse be
stsellerslijsten voorkwam".
Inderdaadspanning genoeg op het broeierige Hawai vlak voor de Japanse
overval op Pearl Harbour, maar het moet ons van het hart dat we de
drijfveren van oorlogsweduwe Johanna Winter en haar schoonzoon niet
zo best begrijpen. Waarom ze zo verschrikkelijk nodig op eigen houtje
op onderzoek uitmoeten als haar zoon wordt gecastreerd omdat hij zich
met een getrouwde Japanse vrouw heeft afgegeven.
Nash maakt ons hun motieven niet zo bijster duidelijk, zoals als we ook
weinig kunnen begrijpen van hun verder handelen.
Oh ja, het is allemaal vreemd genoeg. Wat wil men: spionage, oosterse
ondoorgrondelijkheid, een wilde jacht door het dichte oerwoud met
allerlei merkwaardige avonturen en zich ontladende passie. Dat flink
door elkaar geschud levert wel lekker leesvoer op. Vooral als het door
een geroutineerd auteur als N. Richard Nash wordt opgediend.
Maar de logica is wel in het dichte Hawaiaanse bos achtergebleven.
KOOS POST
"Onderneming en media", SMO
Boek 4 (uitgave van de Stichting
Maatschappij en Onderneming,
Scheveningen), prijs f 7,50.
De betrekkingen tussen bedrijfs
leven en media zijn niet innig te
noemen. Dat is wat betreft de
media maar goed ook, want
nauwe relaties met mensen of in
stellingen onderhouden en er te
gelijkertijd ook nog onbevangen
over rapporteren, dat lijkt teveel
gevraagd.
Dat neemt allemaal niet weg dat de
vakbeweging er in het algemeen
veel beter in slaagt, haar zaak aan
de media te 'verkopen' dan de
managers van bedrijven. Hier
wint bij menig manager de voor
ingenomenheid - "waar bemoeit
die persmuskiet zich mee" - het
van het eigenbelang, "ook in
minder aangename situaties zo
goed mogelijk overkomen".
In het boekje "Onderneming en
media" van de stichting die zich
beijvert om betere relaties tussen
maatschappij en onderneming te
bevorderen, komen een aantal
vertegenwoordigers van de me
dia en van het bedrijfsleven aan
het woord. Een leerzame oefe
ning in wederzijds observeren is
het alleszins geworden. Vooroor
delen aan beide kanten, maar
journalisten slagen er beter in die
vooroordelen te maskeren; niet
zo verwonderlijk voor mensen
die van schrijven, praten en fil
men hun beroep maken.
Wegwijs naar meer wooncomfort.
Uitg. Focus Elsevier. Prijs per
deel 12.90.
Het zelf sleutelen aan de woning
krijgt steeds meer aandacht.
Doe-het-zelf zaken schieten als
paddestoelen uit de grond.En
wat de materialen en aan-, op- en
uitbouwsystemen betreft wordt
het de huurder of huiseigenaar
steeds makkelijker gemaakt. In
dat licht is het verschijnen van de
vierdelige serie "Wegwijs naar
meer wooncomfort" van Elsevier
geen verrassing.
De vier deeltjes handelen resp. over
centrale verwarming, sanitair,
isolatie/warmte/geluid en open
haarden. In alle deeltjes zijn zeer
gedetailleerde beschrijvingen
opgenomen, voorzien van zeer
verhelderende tekeningen en
foto's.
Bovendien gaan de boekjes soms
verder dan de titel doet vermoe
den. Dat geldt bijvoorbeeld voor
het boekje over centrale verwar
ming, waarin behalve de bekende
radiatorsystemen ook de ver
warming door middel van zon-
neenergie aan bod komt.
Een groot bezwaar is alleen dat de
deeltjes (waarvan er drie gemid
deld 80 bladzijden dik zijn) erg
duur zijn. Twaalf gulden negen
tig voor een boekje dat je met
enig speur-en verzamelwerk aan
de hand van (gratis) folders mis
schien zelf bijeen zou kunnen
schrapen, is een al te grote hin
dernis.
WIM WIRTZ