HET BRUINE LEVEN VAN BEN FLEDDERS Het servicecentrum. Knopjes, lamp jes, monitoren. Links voor de par keergarage, en rechts voor het winkelgebied. Door Ria Schuurhuizen Het directielid-zonder-naam: „De camera's in de parkeergarages zijn gericht op de kassa's èn de in- en uitgangen. In het winkelge bied hangen ze op plaatsen waar je de boel goed kan overzien. Ze doen in feite dezelfde waarne mingen die ook een politieman of een bewaker zou kunnen doen, alleen op een kleiner beeld en minder persoonsgericht. Of we nog zonder zouden kunnen? Wat de garages betreft niet. Die zijn dag en nacht open. Dan zou je een ploegendienst in moeten stellen, en dat is een kostbare zaak. Maar verder, ik kan er geen antwoord op geven. Daarvoor zou je ze een tijdje uit moeten schakelen, en dat is nooit gebeurd." In Nederlands drukste winkel straat - in Hoog Catharijne ko men per ja&r ruim dertien miljoen bezoekers - gebeuren natuurlijk dingen waarbij regelend moet worden opgetreden. Alles wat de camera's registreren komt binnen in wat men bij Hoog Catharijne het service-centrum noemt. Daar zorgt men, zo nodig, voor het waarschuwen van poli tie, brandweer of geneeskundige dienst. Zelf heeft men geen en kele bevoegdheid. In het service-centrum kijken voortdurend twee bewakers van. de Eerste Gecombineerde Ne derlandse Veiligheidsdienst uit Den Haag naar de monitoren. Verscheidene camera's «taan ge koppeld op een monitor. Om de zoveel seconden - inztelbaar - ver springt het beeld. Je ziet op de fletse schermen mensen lopen. Het individu zie je niet. Iemand herkennen is er niet bij. Het directielid: „In zekere zin is de bewaking gebrekkig. De mensen die naar die monitoren zitten te kijken zien eigenlijk maar weinig. Alleen als er echt iets aan de hand is slaan ze aan. Ze mogen Door H. J. Oolbekkink Hij zat wat ontheemd tegenover de pijnlijk uitgeschoren amb tenaar. Het grijze corduroy van de buisstoel voelde onwennig, en zijn dorst schoot vanuit een hinderlaag brandende pijltjes in zijn slapen. Hij keek naar het tuiltje chrysanten in een vaas met vuil water. Dat had bier moeten zijn. Hij zuchtte gela ten; ook deze kwelling zou weer voorbijgaan. „Mijnheer Fledders", begon de ambtenaar. „Zeg maar Ben", zei hij moe. „U bent gisteren voor de derde keer in anderhalve week niet op uw werk verschenen. U 'weet dat we een verzuim tolere ren van hoogstens vier dagen per maand. U zit nu al op zeven dagen. Ik ben bang dat Ben droomde wakend weg. Als altijd: een schragentafel met daarop achtendertig glazen bier. Hij moest ze leeg hebben voor de ambtenaar zijn laatste, al zo vaak herhaalde, woorden had uitgesproken. .moet dat onherroepelijk tot een schorsing leiden", besloot de ambtenaar. Er stonden nog zes volle glazen op de tafel. Ben deed gepikeerd zijn ogen open. „Kan ik nou gaan?" vroeg hij agressief. De ambtenaar zuchtte. Was hij met zoveel idealisme by CRM gaan werken om dronkelapper aan het handje te houden? „Ja. gaat u maar" zei hij neerslach tig- Ben verliet het ministerie en werd, opnieuw, bevangen door de blinkende nieuwbouw van Rijswijk die als een vloek op zijn kwetsbare oogballen af ketste. Pas in de bus leefde hij een beetje op. Over een kwartier zou hij het eerste glas optillen, ook al was het in loondienst. Gered Het was een idee van Monumen tenzorg geweest; CRM ei ciale Zaken hadden subsidie verleend onder de noemer Wel zijnszorg. De Bruine Kroeg was voorlopig gered. Het uitgangspunt was niet eens de opmars van het formica- chroom-cafe geweest, maar de voortwoekering van pseudo- bruine kroegen die je tegen woordig als bouwpakket kon kopen bij een firma die uit kunststof tapkasten vervaar digde die niet van echt te on derscheiden waren, behalve dat er nooit de slijtplekken van zwaarmoedige ellebogen in- zouden komen. Het bestand aan Bruine Kroegen dat nog resteerde diende gered te worden, had de secretaris van Monumentenzorg bedacht op die lauwe lente-avond in Hoppe. En om te voorkomen dat al die etablissementen met stil geweld zouden worden overgenomen door het studen tenvolk, moesten er ook vaste klanten in regeringsdienst worden aangesteld; beproefde drinkers die er tegen konden om van staatswege elke dag be schonken te geraken. Ben Fledders was zo'n drinker. „Staatskeilentillers", was de bij naam die een referendaris van Sociale Zaken na drie glazen sherry voor deze gesubsi dieerde alcoholisten had ge vonden. Om twaalf uur, een half uur openingstijd, stapte Ben het cafe van Sjarrel binnen. Hij snoof de rinse bierwalm van de vorige avond op en duizelde een moment - een niet onaan genaam gevoel dat thuiskomst betekende. Je had kroegen - hij rilde even - waar de kastelein 's morgens rondging met een spuitbus met bieraroma. Die kon je krijgen van het minis terie, maar Sjarrel was er zo eentje die trots zei: „Mijn jon gens zijn door geen spuitbus- te verslaan". Vakman, die Sjarrel. Toen hij het eerste glas bier aan pakte trilden zijn handen even; niet uit drankzucht maar van verwachting. Hij tikte Jacob, die naast hem aan zijn tweede glas bezig was, even tegen de elleboog; het vertrouwde ge baar van de jongens onder el kaar. Dit was de indrink- periode, dat halve uurtje voor dat de eerste klanten uit de buurt binnenkwamen. Sjarrel had van Monumentenzorg ze- ven keilentillers toegewezen gekregen, een aantal dat geba seerd was op zijn gemiddelde jaaromzet. Goeie jongens, al lemaal vond Ben, geen zwets- ers, maar mannen die van het drinken een ernstig handwerk hadden gemaakt. „Ik hebbie gemist, gisteren", zei Sjarrel in het voorbijgaan tegen Ben. Ben haalde zijn schouders op. SjarreL knikte. Ze begrepen elkaar. „Mij een jonkie d'rnaast", zei Ben Dat halve uurtje, dat was het mooist. Daarna werd het echt werken. De ministers van CRM en van Sociale Zaken luisterden naar de secretaris van Monumen tenzorg met de welwillendheid die het schemerduister van de bistro afdwong. Een pleidooi voor uitbreiding van het'pro fessionele drinkersbestand, ze hadden het al verwacht. „Het zijn er, over het hele land, nu bijna vierduizend", zei de sec retaris. „Welzijnswerkers zon der weerga. Me dunkt, in het kader van de bevordering van arbeidsplaatsen. De minister van Sociale Zaken glimlachte. „Vierduizend man. Loonkosten ongeveer tachtig miljoen per jaar. Nou heb ik het nog niet eens over de gratis drank die ze verbruiken". „Grofweg tweeenveertig miljoen 's jaars", zei de minister van CRM. „U begrijpt. „Maar de kasteleins krijgen die drank accijnsvrij vanwege het programma", wierp de secreta ris tegen. „Precies", zei de minister van So ciale Zaken. „Kunt u nagaan wat een dorst die mannen van u ontwikkelen". „Die mannen van u", dacht de secretaris bitter. Nu het'om de centen ging waren het opeens zijn mannen. Maar hij herin nerde zich nog hoe diezelfde minister bij het ingebruikstel- len van het eerste door de staat bemande bruine cafe bewogen had gesproken van de mense lijke waardigheid die in dit nieuwe project werd gediend en waaraan hij, dus, van harte had meegewerkt. Nog geen drie jaar geleden was dat. En nu zei Sociale Zaken: „Ik ben bang dat we het programma drastisch zullen moeten terug schroeven". CRM voegde er aan toe: „Wij hadden gedacht, een drinker in vaste dienst per café. Het ge middelde is nu 4,3% per eta blissement en dat is bepaald een te zware belasting voor onze fondsen". De secretaris voelde een zachte aandrang om in schreien uit te barsten, maar hij kende het on vermurwbare subsidiebeleid van de heren. Zeker weer een of andere sportbond die aan de bel had getrokken om meer subsidie; gezonde geest in een gezond lichaam, dat soort on zin. „U maakt een groot 6tuk cultuur kapot", zei hij afgeme- CRM glimlachte melancholiek. „Het verwijt is niet nieuw", zei hij met de beleefde onverbid delijkheid op gTond waarvan hij destijds tot het ambt was be roepen. „U krijgt nog een schriftelijke bevestiging van ons", ver guldde Sociale Zaken de pil. De secretaris nam zich voor zeer dronken te worden. Ben had nu zijn vijfde pils .ter hand genomen, maar met de jonge jenever deed hij kalm aan. Een zoet gevoel van vrede met de wereld, althans zoals die zich aan de toog van Sjarrel voordeed, nam bezit van hem. Hij bevond zich nu op een pla teau waar hij de komende uren zou verblijven: aangeraakt door, maar nog lang niet on dergedompeld in de alcohol - grote gedachten verdrongen zich in zijn brein, maar namen godlof niet de moeite duidelijk gestalte aan te nemen. Een ge dichtje bedacht hij soms in die toestand, maar het zou natuur lijk tc ver gaan om dat op- te schrijven. Een regel drong zich met enige regelmaat op: „De klimop blaast de loftrompet". Dat- zat wel goed. Het was nu drie minuten voor half een. Aanstonds zou Sjarrel de deur van het slot doen en begon de orde van de dag. Arbeid adelt, dacht Ben. En: Mijn drinken is werken. „Attentie, mannen!" riep Sjarrel een ongedwongen houding bij de toog aan. Jacob stelde zich op voor de kooi met de pape gaai en liet zich. volgens af spraak, in zyn wijsvinger- bijten. Hendrik vatte post bij het biljart waar hy straks moest voorwenden het spel te beheer sen. Zo had ieder zijn taak - ze hadden de door CRM en So ciale Zaken uitgegeven hand leiding destijds uit het hoofd moeten leren. Dat was nog las tig geweest, dacht Ben. het hoofd liep hem gauw om. Maar het was gelukt: een paspoort tot een bruin leven. Sjarrel liep naar de deur en draaide de sleutel om. De eerste die binnentrad was een man in een te netjes pak en met het soort gezicht waar de jon gens van Sjarrel graag met pas telkrijt vieze woorden op had den geschreven. „Een rondje voor de hele zaak", zei de secretaris van Monumen tenzorg met de overmoed waarvan hij na vertrek uit de bistro was bevallen. "Want straks is het afgelopen ..Mijn tyd zal het wel duren", mompelde Ben tegen zijn derde jonge borrel. Hij had ongelijk. WOENSDAG 18 JANUARI 1978 PAGINA 7 ook niet langer dan een uur ach ter elkaar kijken." Behalve de vijf kilometer winkel straat zijn er in Hoog Catharijne - 2 keer zo groot als Rotterdams overdekte winkelcentrum Zuid plein, bijvoorbeeld - de maga zijngangen, expeditiewegen, vuilafvoerwegen enzovoort. Dat is privé-terrein. Het wordt even eens bewaakt door de Eerste Ge combineerde, die hier bewakers met honden inzet. Voorts zijn er de zeventig technf sche ruimtes. Ook die worden „bewaakt" door middel van een gesloten t.v.-circuit. In het ser vice-centrum is daartoe een data-centrale. Op afroep is van aV die ruimtes, om maar wat te noe men, de vochtigheidsgraad, de temperatuur van het koelwater, de druk of de spanning af te lezen op een scherm. Vroeger moest daarvoor om de zoveel tijd een onderhoudsmonteur persoonlijk op controle. Video Wat de toepassing be treft zijn de mogelijkheden van t.v.-bewaking haast onbeperkt. „Video is niet meer weg te den ken", zegt de heer A. J. Geels van Brandsteder Electronics (zeg maar Sony) daarover. Sony is de grootste in Nederland op het ge bied van de t.v.-bewakingsap- paratuur. De heer Geels - hij spreekt liever over video-bewaking - zegt: „Slechts vijf procent van die vi deo-bewaking wordt toegepast bij de criminaliteitsbestrijding. De rest voor algemene doelein den. Het is begonnen, zo'n twaalf jaar geleden, bij de bedrijven die grote terreinen wilden overzien. Toen kwam de toename van de criminaliteit en de baldadigheid. Grootwinkelbedrijven zetten de t.v.-camera in tegen de win keldiefstallen. Andere tegen be- drijfsspionage en sabotageda den. Van die camera's gaat een grote preventieve werking uit. Je moet overigens niet vergeten dat een gesloten t.v.-circuit altijd deel uitmaakt van een pakket veiligheidsmaatregelen. Het is slechts een onderdeel. In grote warenhuizen hangen van- daag-de-dag toch zo'n dertig tot veertig camera's. In de begin UTRECHT - „Er is niets geheimzinnigs aan. We werken niet met verborgen camera's. Je kan ze allemaal zien. Overal hangen bordjes .waarop staat: Wij waken per t.v. over uw en onze eigen dommen. Het gaat ons er alleen om dat het pu bliek hier rustig kan winkelen." Aan het woord is iemand van de directie van het Beheerkantoor Hoog Catharijne. Het gigantische overdekte winkelcentrum en kantorencomplex in hartje Utrecht wordt als geen ander object bekeken door vele .tientallen camera's die hun beel den doorseinen naar een centrale post. Lijnrecht tegenover die opvatting staat de mening van een Utrechtse actiegroep, die vlak voor Kerstmis met spuitbussen kunstsneeuw de camera-ogen dichtspoot. Hun visie: Allemaal veel te griezelig. Je wordt overal bespied. Je kan hier niet eens rus tig een kopje koffie drinken zon der dat iemand dat op een schermpje ziet. De leden van die actiegroep vinden dat het beeld dat Orwell in zijn boek 1984 op roept, Grote Broer ziet u, angstig nabij is. Het directielid van Hoog Catharijne - om onduidelijke re den, uit een oogpunt van "con- cernpolitiek", wil hij niet dat zijn naam wordt genoemd - daarover: "Wij zorgen heus zelf wel dat het niet zo wordt dat het publiek zich bespied gaat voelen. Dan schiet je met die t.v.-bewaking je doel volledig voorbij. Krijg je zelfs een averechtse uitwerking', en gaat men je mijden. Onderzoeken hebben trouwens aangetoond dat de mensen die hier komen win kelen geen enkel probleem hebben met die camera's." In de winkelstraten van Hoog Cat harijne hangen zeventig ca mera's. Tien camera's hangen in de tot het complex behorende parkeergarages. Het winkelcen trum telt 2,3 hectare openbare weg. Dat komt neer op een lange winkelstraat van vijf kilometer. Er zijn 180 winkels gevestigd, waarvan een aantal binnen zijn deuren ook nog eens werkt met een gesloten t.v.-circuit. Met en kele warenhuizen en de Neder landse Spoorwegen meegere kend, die een eigen gebied in het complex hebben, gaat het ook hier om tientallen c In de winkels en warenhuizen gaat het hoofdzakelijk om de bestrij ding van winkeldiefstal en zak kenrollerij. Bij de Spoorwegen en in het openbare gebied gaat het om de openbare orde. periode kostte een cameraatje plus monitor zo n dertig- tot vee rtigduizend gulden. Die prijs is gezakt tot de helft. „En dat", al dus de heer Geels, „terwijl de be trouwbaarheid en de levensduur zijn toegenomen, de afmetingen kleiner, handiger, zijn geworden. Dat heeft bij de bedrijven de inte resse doen toenemen. Belangrijk is daarbij de besparing op de per soneelskosten. Ook belangrijk is dat de techniek op deze manier een aantal minder prettige taken van de mens heeft overgenomen. Denk aan controle in koelhuizen, bij giftige of gevaarlijke proces sen, voortdurende patienten- bewaking in ziekenhuizen." Een ontwikkeling, die nu gaande is, houdt in dat de man die de moni tor in de gaten moet houden niet voortdurend hoeft te kijken. Door middel van aan het gesloten t.v.-circuit gekoppelde contacten (infrarood, stil-alarm, radar) wordt hij gewaarschuwd wan neer er iets is dat zijn aandacht behoeft. En of dat nu overdag is of 's avonds of 's nachts, maakt niet uit. Daarvoor zijn dan weer infrarood of helderheidsverster kers. Grote Broer ziet alles. In- ploegendienst. Ook dit is t.v.-be waking. De boer hoeft niet meer indestal leslapen.ofom de paar uur zijn bed uitals een koe op kalven staat. Camera in destal. monitor on het nachtkastje.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 7