Rake keus uit
sfeer-muziek
Weer pakketje
Montreux-jazz
John
Denver:
nieuw
elftal
Baccaratoch
best aardig
Elektronische
„plok-plok"
erg irritant
Kevin
Coyne
sterk
eenvoud
in zijn
Fungusmoet
terug naar
begin-stijl
GRAMMOFOONPLATEN
ALTIJD VOORDELIGER
WOENSDAG 18 JANUARI 1978
EXTRA
PAGINA 29
Bob James: „Heads" (Colum
bia).
Bob James moet op het gebied
van de elektronica een hoge
graad van bezetenheid heb
ben bereikt. Hij bespeelt een
Fender clavinet, een akoesti
sche piano en een zg. Obe-
rheim Polyphonic (een soort
synthesizer), zich daarbij be
dienend van langdurige en
sterk vibrerende klanken.
Voor de elektronici onder ons
levert dat misschien een
boeiend palet op. Maar als
muzikaal instrumentarium
kan het - althans in dit geval -
nauwelijks boeien.
Vrijwel elk werkstukje op deze
plaat is gebaseerd op een
strak afgemeten ritme, nog
eens versterkt door een elek
tronisch „plok-plok" en hier
en daar voorzien van uiterst
saaie arrangementen, ge
speeld door een groot orkest
met hout- en koperblazers.
Een soort James Last, maar
dan onder het quasi interes
sante mom van jazz-rock.
Hoewel solisten als tenorist
Grover Washington jr. door
gaans wel kunnen boeien,
ontbreekt het op deze plaat
ten enenmale aan inspiratie.
Het elektronische „plok
plok" voert een irritante bo
ventoon.
WW.
In ons landje raken we langza
merhand gewend aan het ver
schijnsel van de verzamelel-
pees. Door Ster-reclames
wijs geworden hoef je
niemand meer te vertellen,
dat op dit terrein merken als
„Arcade" en „K-tel" zeer ac
tief zijn. Het bezwaar van pla
ten in deze soort is nogal eens,
dat er al te veel nummers op
zo'n zwarte schijf geperst
worden, wat de kwaliteit van
de weergave niet altijd ten
goede komt.
Een nieuw label dat zich op het
terrein van de verzamel-el-
pees in Nederland is gaan
bewegen is „Circle". Daar
achter gaat de in Haarlem ge
vestigde Grammoservice BV
schuil.
Vorig jaar zomer verscheen
men het eerst op de platen-
markt met de eerste dubbel-
elpee „Vive la France". Op
twee langspelers waren ze
sentwintig grote successen
van Frans zingende artiesten
bijeengebracht. Het bijzon
dere van de Circle-^lpee was
Medewerkers:
Ad van Kaam
Bram van Leeuwen
Wim Wirtz
kon putten uit de archieven
van alle platenmaat
schappijen die in Nederland
enige bekendheid genieten.
Het resultaat was dat nog
voor de jaarwisseling de
160.000 ste dubbelaar over de
toonbank ging.
Dezer dagen verscheen de
tweede dubbel-elpee van
Circle, ditmaal geheel gevuld
met beroemde sfeermuziek
van 's werelds beste orkesten
en solisten. Voor de liefheb
bers van achtergrondmuziek
is het een zeer fraaie compila
tie, waarop werkelijk alle gro
ten uit deze wereld te horen
zijn.
Om een paar namen te r
Frank Pourcel, Johnny
Pearson, Percy Faith, Fausto
Papetti. Paul Mauriat, Bert
Kaempfert, Raymond Le-
fevre, Helmut Zacharias,
F ncis Goya, Waldo de Los
Rio Mantovani, Mr. Acker
Bilk, ^ger van Otterloo, Mi
chel Lt. and en Ray Conniff.
Verder vindt u op beide platen
nog vocale en instrumentale
bijdragen van Peter Kreuder,
Jan Morks, Letty de Jong,
Thijs van Leer, Toots Tiele-
mans en Anita Kerr. De keuze
voor de beide platen werd be
paald door het duo John Vis
en Paul Hertog. De hoestekst
is van een man, die daarin
langzamerhand een zeer grote
ervaring heeft: Willem Duys.
De platen bevatten zoals te
verwachten viel veel num
mers die door hun numeriek
grote aantal vertolkingen in
middels tot evergreens zyn
geworden.
Wat dacht u bijvoorbeeld van
„Feelings", „Nadia's theme",
„Ben", „Summer of '42" en
het thema uit de film Love
Story? B.v.L.
Kevin Coyne: "Beautiful Ex
tremes 1974-1977" (Ariola).
Optreden in het Concertge
bouw of De Doelen zal Kevin
Coyne beslist niet doen. Deze
Engelse muzikant is er één
van het soort, dat het best ge
dijt in sfeervolle zaaltjes of
rokerige café's, die meer in
overeenstemming zijn met
zijn warrige voorkomen, zijn
recht-voor-de-raap- uit
drukkingen en zijn typische
rauwe stemgeluid. Wat dat
laatste betreft heeft Coyne
veel weg van Joe Cocker, ook
een man die niet bepaald be
kend is geworden vanwege
zijn gepolijste stem en
zoetgevooisde liederen. An
ders dan Cocker, die wél in
het groot dacht (en daar na
zijn eerste successen volledig
aan kapot ging) bleef Coyne
altijd met beide benen op de
grond staan. Dreigde Coyne
bijvoorbeeld met zijn band
definitief door te breken, dan
ontbond hij doodgemoede
reerd de groep en begon met
een stel andere muzikanten
Hoewel deze rondborstige ex-
zwakzinnigenverplegei- de
grote podia van Nederland
dus nog nooit betreden heeft
bouwde hij in de loop van de
jaren - door zijn regelmatige
gang langs het zalencircuit en
zijn tien veelal uitstekende
elpees - toch bij een grote
groep mensen een gedegen
reputatie op en terwille van
hen bracht Ariola recentelijk
Kevin Coyne:
het liefst in
sfeervolle zaaltjes
en rokerige cafés
een album uit waarop elf wat
oudere, maar in ons land nog
ni'mmer uitgebrachte num-
Op de hoes voorziet Coyne de
songs van een kort com
mentaar, zodat de luisteraar
weet waar hij aan toe is. Niet
eens nodig, want net zo onge
compliceerd als zijn muziek
zijn ook de teksten. Eenvoud
is zeker één van Coyne,s
sterke punten.
Ondanks zijn ruige stemgeluid
en zijn stevige, vaak blues-
achtig getinte muziek, weet
Kevin Coyne de gevoelige
snaar soms knap te raken.
Een gevarieerde elpee der
halve, deze 'must' voor zijn
fans en 'aanrader' voor dege
nen die hem nog niet kennen'
AvK
1. Deep Purple: "Powerhouse"
2. Rick Danko: "Rick Danko"
3. J.A.L.N. Band: "Just Another
Lonely Night"
4. Intergalactic Touring Band:
"Intergalactic Touring
Band"
5. Gebroeders Grimm: "Ik heb
u lief mijn Nederland"
6. Gary Whright: "Just a Touch
Before You Go"
7. Bothy Band: "Out of the
Wind into the Sun"
8. Jackson Browne: „Running
on Emtpy"
9. Emmylou Harris: "Quarter
Moon in a Ten Cent Town"
10. Joni Mitchell: "Don Juan
Reckless Daughter"
11. Levon Helm: "RCO All
Stars"
12.Lou Rawls: "When You
Hear Lou Y've Heard it all"
13. George Benson: "Weekend
in LA"
14. Gordon Lightfoot: "Endless
Wire"
15. Bread: "Sound of Bread"
16. Renaissance: "Novella"
Eddie "Lockjaw" Davis, Be
nny Carter, Tommy Flana
gan e.a. "Montreux '77" (Pa
blo Live).
De Montreux'77 live-serie van
Pablo heeft weer een nieuw
pakketje platen opgeleverd,
met dit keer in de hoofdrollen
de tenorist Eddie "Lockjaw"
Davis, de altist Benny Carter,
en pianist Tommy Flanagan.
Oude rotten in de jazz, wier
technisch en muzikaal kun
nen al gauw worden vast
geknoopt aan hun routine. En
dat is niet zo'n wonder. De
drie heren hebben in hun
lange leven al heel wat con
certzalen gezien, al of niet in
gezelschap van Oscar Peter
son, Niels Pedersen, Ray
Brown en Bobby Durham. Ze
worden geassocieerd met het-
vroeger befaamde jazz-circus
van Norman Granz (bij wie
het Pablolabel uiteindelijk
thuishoort) en ze vormen een
logische schakel in de reeks
van bekende namen uit de ja
ren vijftig en zestig.
De drie platen waar het hier om
gaat zijn helemaal toegesne
den op de drie solisten, met
uitzondering misschien van
Eddie "Lockjaw" Davis, die
in geldingsdrang bijkans
wordt overtroefd door degene
die z'n begeleider zou moeten
zijn: pianist Oscar Peterson.
Davis komt in zijn solièrende
rol overigens beter uit de verf
dan in het illustere gezel
schap van de bejaarde trom
pettist Roy Eldridge, die z'n
koper onderhand maar beter
aan de wilgen kan hangen.
Een prachtig werkstuk van de
tenorist is het zeer
kalme "This can't be love".
In tegenstelling tot Davis is Be
nny Carter bij deze opnamen
uit op spectaculaire hand
standjes en wilde kreten. Wat
dat betreft is hij enigszins
vergelijkbaar met tenorist
Earl Bostic, die zich op dit ge
bied menigmaal te buiten
ging. Bekende nummers op
deze plaat "Three little
words", "In a mellow tone",
"Undecided" en "On Green
Dolphin Street".
Aardig, maar niet bepaald in
drukwekkend was het optre
den van pianist Tommy Fla
nagan op het Montreux-fes-
tival. Een begeleidende rol -
er zijn goede voorbeelden te
over (te denken valt aan zijn
befaamde sessies met trom
bonist Jay Jay Johnson) - ligt
hem beter dan een solop
raktijk. Boeiender zijn onge
twijfeld bassist Keter Betts en
drummer Bobby Durham,
van wie de eerste onmiddel
lijk opvalt door een zeer
eigenzinnig "gepluk" op de
W.W.
die de Ameri
kaanse zanger John Denver
heeft geboekt zijn legio. Zo
veel zelfs, dat RC A in ons land
inmiddels twee elpees heeft
uitgebracht waarop zijn
grootste hits zijn bijeenge
bracht.
Wie kent er niet de nummers die
door Denver zelf werden ge
componeerd en bekend ge
maakt: "Fly Away", waarop
ook nog Olivia Newton John
te horen is, "Annie's Song" en
niet te vergeten het in ons
land zeer populair geworden
"Calypso".
De ingrediënten, waarvan John
Denver zich bediend zijn
even simpel als doeltreffend.
Denver is een virtuoos op de
zes- en twaalf-snange gitaar
en heeft om zich heen een
groepje mensen verzameld,
die weten wat muziek maken
Een van hen is arrangeur Lee
Holdridge. De stijl wordt
meestal overheerst of is op
zijn minst sterk beïnvloed
door de country en western
stijl. Daarbij gaat dan Den
ver's voorkeur uit naar de
ballad-achtig liedjes met een
voudig gehouden achter
grond-begeleiding.
Op de nieuwe elpee "I want to
live", die onlangs werd uitge
bracht staat een elftal num
mers, waarvan John Denver
er zelf zeven voor zijn reke
ning nam. Daartoe behoren
het in Nederland als single
bekend geworden "Singing
skies and dancing waters" en
het iets minder bekende "To
the wild country".
Het album wordt gecom
pleteerd met nummers als
"Ripllin" van Jimmy Ibbot-
son en "Bet on blues" van
Tom Paxton. Die inhoud en
het handelsmerk van John'
Denver - zijn fondsbrilletje
met de ronde glazen - zijn er
borg voor dat de elpee de weg
naar de muziekliefhebbers
wel zal vinden.
B.v.L.
Fungus: "Mushrooms"
(Negram)
Toen folk-groep Fungus enkele
jaren geledenhaar eerste
langspeler ("Fungus") uit
bracht, waren de reacties on
verdeeld enthousiast. De
groep neigde weliswaar een
beetje naar de Ierse folk, maar
had aan de andere kant zo'n
oer-Hollands karakter dat
zelfs de Britten zich het vuur
uit de sloffen liepen om de
Vlaardingse formatie te ho-
Kenmerkend voor die tijd wa
ren prachtig bewerkte lieder-
kens als "Kaap'ren Varen" en
andere, a capella gezongen
verzen. Een degelijk ouder
wets Hollands geluid, dat
soms erg kon vertederen.
Des te teleurstellender was het
dan ook te moeten constate
ren dat "Fungus" met de
vierde LP meer de richting
van de pop-klanken is opge
gaan. De accordeon is als het
ware weggedrukt door de
elektrische gitaar.
Een gelukkige bijkomstigheid
is dat de nieuwe plaat
"Mushrooms" geheten - nog
een respectabel aantal folk-
nummers bevat, zoals het a
capella gezongen "Brisk
young widow", "Cam ye o'fre
Frace" en "Sailors Bon
net/Miss Mc Namara". Je
kunt het dan tenminste voor
jezelf aannemelijk maken dat
"Fungus" maar snel moet te
rugkeren naar de stijl waar
mee ze is begonnen.
W.W.
ADVERTENTIE
De meisjes Baccara: Spaanse afkomst niet verloochend.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik -
met niet al te hoge verwach
tingen begon aan het be
luisteren van de eerste Bac-
cara-elpee.
Twee Spaanse meisjes, die uit
het niets plotseling hoge ogen
gooiden met een pretentie
loos nummertje als Yes sir, I
can boogie. Geïnspireerd op
het succes dat regelmatig
wordt behaald met nummers
waarop dames met uiterst
zwoele stem hun teksten uit
spreken en zingen.
Aanvankelijk beschouwd als
een zomerhitje, maar die een
onverwachte opvolger kreeg
in "Sorry I'm a lady", die een
al even grote hit werd.
Die bescheiden verwachtingen
werden ingegeven door het
feit dat het in platenland mo
de is om artiesten waarvan
men vermoedt dat het een
dagsvliegen zijn. na het eerste
succes snel de studio binnen
te slepen, 'n aantal haastig in
elkaar geknutselde nummers
te laten zingen en een elpee
uit te brengen. Op die manier
kan nadat de single-markt is
afgegraasd nog een graantie
worden meegepikt op de el
pee-markt.
Die indruk werd niet bevestigd
bij het beluisteren van de
plaat. Er zitten best een paar
aardige nummertjes op de
plaat voor de liefhebbers van
amusementsmuziek die niet
al te zwaar gewogen wordt.
Op de langspeler hebben de
hun afkomst niet willen ver
loochenen, getuige de eigen
Snterpr statte van een nummer
dat Spaanser is dan Spaans:
Granada.
Voor de meeste nummers op de
plaat tekende arrangeur en
producer Rolf Soja.
B.v.L.