Britse spook
standvastiger
dan het pond
Jerry Brown op weg naar het Witte Huis?
KATERDAG 31 DECEMBER 1977
iet nachtleven van het Britse spook kent, in tegenstelling tot vele an
dere facetten van de samenleving op dit eilandenrijk, geen enkele deuk.
Met de gazons, de honden en bomen, waarvoor vaak een weg wordt
omgeleid, koesteren de Britten hun geestverschijningen met innige
voldoening en aandoenlijke ernst.
3ehalve op zondag, wanneer ook
de geestenwereld plat ligt, knis
peren, rammelen, dolen, zingen
en zuchten talloze spoken in kas
telen, landhuizen, bossen en wel
putten, tot in moderne Lon-
dense straten toe.
r is een Vereniging tot Bestude
ring en Instandhouding van
Spoken, een andere die tegen een
redelijke vergoeding slopende
spookexcursies organiseert naar
bovennatuurlijke paradepaard-
jes tot men er zelf als een geest
uitziet.
Selfs kan het gebeuren dat een En
gels dienstplichtig soldaat
spookverlof krijgt. Zoals in ieder
geval in 1955 is gebeurd met een
j marinier, nadat uit brieven van
j zijn vrouw was gebleken dat ze in
huis werd achtervolgd door een
zwart spook, dat voortdurend
'achter een stoel opdook,
pe Britten zijn trots op hun spoken.
I Vooral toen bleek, dat ze export-
j proof zijn. Want hoewel Ameri-
kanen sommige huizen of kaste-
len steen voor steen naar het
i nieuwe land hebben overge
bracht, „deed" het in de prijs be
grepen spook het daar niet; Een
van de laatste successen op A-
merika behaald.
^evens Hall
pelf heb ik in ieder geval één keer
van de levendige bedrijvigheid
van het Engelse spookwezen
kunnen genieten. Aan den lijve,
flet was in Levens Hall, dicht bij
het roezige handelscentrum
Kendall gelegen, de zuidelijke
I toegangspoort tot het veelbezon-
gen en nog meer bezochte En
gelse merendistrict met z'n kaal-
koppige heuvels, golvend-woeste
velden en peilloze meren.
Het huis stamt uit de duistere mid
deleeuwen, toen de Schotten nog
grijnzend alles verwoestten wat
niet tot hun gebied behoorde. De
geschiedenis van het nu lieflijke,
maar toch sombere Levens Hall
is dan ook woest, met bloed en
i tranen geschreven.
Bij zo'n uit een Dickens' boek ge-
stapt winkeliertje vroeg ik naar
en over Levens Hall. De man, die
in eerste instantie meende dat
Holland een volvette kaas was
aan de overkant van de Noordzee,
barstte bij het noemen van de
i
naam los in jaartallen en vor-
stenreeksen, waarin ik minstens
drie koningen en enkele onge
lukkig aan hun einde gekomen
prinsen hoorde noemen.
Levens Hall heeft de mooiste „top
iary" garden van Engeland. De
oudste struik, in de vorm van een
parapluie geknipt, is 800 jaar oud.
Er zijn heesters of struiken in de
vorm van schaakstukken, hoe
den. Het summum van tuiniers-
woede. De namen van generaties
tuinlieden staan in een boekje dat
op aanvraag wordt verstrekt.
Wit hert
Het zou in deze tuin ook moeten
spoken, maar dat leek om 11 uur
's ochtends minder waar
schijnlijk. Wel zag ik een hert,
donker van kleur. Achter een
struik die er als de bovenste helft
van een Engelse dominee uitzag.
Las ik later:
„Als er een wit hert wordt geboren
en de rivier de Kent houdt op te
stromen, vindt er een verande
ring in het huis plaats. Tot zolang
echter zal hier geen zoon worden
geboren". Een oude, zwervende
zigeunerin had deze vloek uitge
sproken, 150 jaar geleden, toen ze
uitgehongerd aanklopte bij Le
vens Hall en werd weggestuurd.
Aan het einde van de vorige eeuw
werd de vloek opgeheven. Het
hert verscheen en de rivier be
vroor, waarna Alan Desmond-
Bagot werd geboren.
Door dit verhaal gesterkt betrad ik
het huis, bewoond door de fami
lie Bagot. Zoals de meeste En
gelse edellieden of aanpalende
heerschappen zag ook mr. Bagot
in vrijetijdskleding eruit of hij de
nacht in een mestvaalt had door
gebracht. Maar hij was allerv
riendelijkst, sprak het soort En
gels dat de Engelse adeldom
groot heeft gemaakt en hij
spoedde zich voor me uit met een
om zijn kuiten zwabberende
broek, om me in hoog tempo de
schatten van het huis te laten
zien. De mooiste stukjes toonde
hij schertsend, tot we hetover-
spoken hadden.
„Soms hoort men mij beneden
piano spelen", zei hij ernstig.
„Werkjes van klassieke meesters.
In werkelijkheid bevind ik me
dan op reis. Toch ben ik de enige
die op de piano kan spelen...".
Hij vertelde me ook over de Grijze
Dame, die soms op klaarlichte
dag door de tuin waart. „Dat moet
die zigeunerin zijn", peinsde hij.
Er liep een kleine, zwarte hond
langs m'n benen. Ik keek 'm na
tot hij een hoek omsloeg.
Ik kreeg later een boekje over Le
vens Hall.
„Het meest voorkomende ver
schijnsel is een zwart, wollig
hondje, dat vaak een struikelblok
voor gast of bezoeker vormt. Hij
loopt iedereeen voor de voeten.
Men maakt altijd een vergeefse
jacht op hem, hij komt en gaat...".
Mijn enige, maar geestesechte En
gelse spook.
Toen ik het mr. Bagot vertelde, feli
citeerde hij me en dronken we er
een glas op. „Good work", zei hij
nog, prijzend.
Ballyheighe
De eeuwenlange Engelse overheer
sing over Ierland heeft niet na
gelaten ook in dit oeroude, door
wind en slachtingen gekerfde
land spookachtige sporen na te
laten. Het spokenklimaat lijkt er
nog vruchtbaarder, omdat het
land van een mystiek waas is ver
vuld, een waas dat met de schitte
rende luchten over bollende vel
den kruipt en zich nestelt in de
talloze ruines van kerken, huizen,
skelet-achtige kastelen en de ge
heimzinnige en eenzame ronde
torens (zonder toegang) die vaak
zo diep in de geschiedenis terug
grijpen dat we ons afvragen of ze
wel tot onze wereld behoren.
dmXm -
Het Schotse kasteel Glamis Castle: op oudejaarsnacht komen alle geesten tesamen in de grote ridderzaal
renend op een rots, verleidelijk
voor de romanticus als Lorelei.
Het is een vrij moeizame klim naar
het verweerde bouwwerk met z'n
afgebrokkelde kantelen. Doodse
stilte, maar toch een anticlimax,
want een vrouw uit een uit slot
stenen opgetrokken huisje hangt
was aan een lijn, op de vroegere
binnenplaats. Waar misschien
eens een ruige Ierse kasteelheer
een welgevallig oog liet glijden
over de vormen van een onderho-
Een land van klaagliederen, ar
moe en onderdrukking door
feodale heersers, van steile kus
ten, donker klotsend water in
spelonken en dan toch weer die
ruw gekartelde, lege ogen van
weer een in zichzelf verzonken
kasteelruine, waar de fantasie
met de storm, en flarden zon vrij
spel heeft.
£o'n ruïne is ook het kasteel van
Ballyheighe (spreek uit bel-
liehai), aan de grillige kust van
Kerry, in het zuidwesten. Een
stukje land waar dichters papier
te kort komen. Een maanvormig
stuk strand, een vissersdorp en
het eens trotse kasteel, hoog to
rige. Op m'n vraag hoe de spoken
er op dit moment bijstaan, beko
gelt ze me nu eens niet met jaar
tallen en lijken, maar zegt slechts
een gespierd Iers woord, kijkt me
hoofdschuddend na en hangt een
wit laken op, zeker niet de vuile
was van het spokenbestand.
Foto
In 1962 schoot de op vakantie
zijnde kapitein O'Donnell hier
een opmerkelijk kiekje van zijn
zoon. Thuisgekomen merkte hij
na ontwikkeling van de film dat
er nog een figuur op de foto
stond, vrij wazig, maar onmis
kenbaar. Iemand met een zwaard
in de hand en in hoge laarzen ge
stoken. Geen dubbele opname,
geen truc. 12 vrienden zagen
negatief en foto, waarna beide
bewijsstukken van spookachtige
bedrijvigheid spoorloos verdwe
nen, wat natuurlijk altijd jammer
is. O'Donnell was echter niet
meer te stuiten, kreeg contacten
in het buitenland en vooral som
mige Deense historici toonden
belangstelling.
Uit oude geschriften bleek het vol
gende: in 1730 leed het Deense
schip de Golden Lyon
schipbreuk op het strand bij
Ballyheighe. De bemanning
werd gered door de bewoner van
het kasteel, de edelman Crosbie.
Ook werden onder meer twaalf
kisten met zilver geborgen, die
door de kapitein van het schip in
de kelder van het kasteel werden
gestopt.
Toen bloeide al spoedig een drama
op: de heer Crosbie werd vergif
tigd en een bende van zestig
mannen bestormde de burcht,
joeg kapitein en bemanning hoog
in de niet meer bestaande toren
en voerde het zilver in triomf
mee. Men dacht, dat de verbit
terde familie van Crosbie de
roofpartij had opgezet. Sommige
familieleden werden berecht en
veroordeeld, een enkele slaagde
erin zich nog terloops te vergif
tigen.
De Denen, nog knap woedend ook
over het verlies van het zilver,
waarvan men veronderstelde
(doen ervaren schatzoekers nog)
dat een deel ergens in Bal
lyheighe was verborgen...
Deze geschiedenis, goed voor een
snelle B-film, is nader onderzocht
door de Amerikaanse spoken-
jager Hans Holzer, die zich van
een vrouwelijk „medium" be
diende om zijn onderzoekingen
te bespoedigen, diepte te geven
en op waarheid te toetsen. Deze
vrouw werd dan onkundig gela
ten over de aard van de historie
en werd in de „sfeer" geplaatst,
kreeg vervolgens al of niet de
geest (bij wijze van spreken).
Holzer schrijft dat ze „voelde" dat
er een vrouw in het spel was ge
weest, de kasteelvrouwe, en dat
er „noordelijke bezoekers" wa
ren geweest....
Helaas mocht ook ik ondanks
kleerverscheurende klauter-
partijen en diepgaand gepeuter
in aarde en tussen steenbrokken
geen spoor van zilver ontdekken.
Wel een stukje van een foldev.
„Come to Britain", vermeldde het.
Spoken, overal
Groot Brittannie wemelt van de
spoken. De meeste opereren niet
dagelijks, maar bewaren hun
sombere activiteiten voor be
paalde gelegenheden. Zoals
oudejaarsnacht een uitermate
geschikte gelegenheid blijkt om
de stuipen weer eens aan te wak
keren. Op Dunvegan Castle, de
oudste Schotse burcht, gaat het
op oudejaarsnacht in ieder geval
wild toe. De bevolking noemt die
nacht dan ook de „nacht der ver
schrikkingen".
Een Engels spookonderzoeker be
vond in 1952 tijdens een oude-
jaarsbezoek dat er een hevig ge
brul, lachen en gillen op de weg
hoorbaar was, zonder dat er licht
was of iemand zich vertoonde.
Paarden stoven onzichtbaar
voorbij, het lawaai was oorverdo
vend
Het beruchtste en meest sinistere
spookkasteel ter wereld staat in
Schotland. Het is Glamis Castle
(spreek uit: Glaams), dat sinds
eeuwen aan de graven van
Strath more en Kinghorne be
hoort. Koningin-moeder Eliza
beth heeft er vaak verblijf gehou
den en prinses Margaret is er zelfs
geboren, zonder er tot dusver na
delige gevolgen van te hebben
ondervonden, behalve wellich-
t in de huwelijkssfeer.
Dit is het kasteel, waar volgens de
overlevering in de elfde eeuw
Macbeth koning Duncan ver
moordde. U begrijpt, als Shakes
peare er nog bij is betrokken, dan
is het zeker een spook-pronk-
juweel. Er klinken vreemde ge
luiden in het slot, door herme
tisch afgesloten kamers strijkt
vaak een ijzige wind. bleke ge
stalten dwalen door de gangen,
zelfs Sir Walter Scott moest toe
geven „minder goed" in deze
omgeving te hebben geslapen.
Op oudejaarsnacht breekt echter
de hel los: dan komen in de grote
ridderzaal koning Duncan en zijn
moordenaars samen, om het nog
eens dunnetjes over te doen. Kre
ten, gesteun en gestommel na het
middernachtelijk uur. Er is ook
een verschrikkelijk geheim aan
het kasteel, waar trouwens ook
graaf Beardie een eeuwing-
durend kaartspel met de duivel
speelt, verbonden. Men fluistert
dat hier omstreeks 1816 een mis
maakt kind werd geboren, dat
uitgroeide tot een monster van
verschrikkelijke kracht, door en
kele vrouwelijke bedienden werd
gevoed en op 105-jarige leeftijd in
1921 stierf..... Het is een gelukkig
land, dat zijn spoken nog mag
koesteren.
LOS ANGELES (SP) - Jerry Brown, de jeugdige onort
hodoxe gouverneur van Californië - dat op hem nog
steeds zijn hoop voor het Witte Huis vestigt - heeft nog
een jaar voor de boeg als hoofd van deze grootste en
rijkste staat van Amerika, maar hij is nu al hard aan het
werk om te worden herkozen. En het lijkt erop dat de
meest "alternatieve politicus van de Verenigde Staten"
daarvoor plotseling aanpapt met het establishment.
)wn, een vrijgezel van 39, werd
i gouverneur in 1974. Hij preekte
I een nieuw "tijdperk van versobe
ring" en bracht dat in praktijk -
"in een duidelijke show" zeggen
I ze wel - door ook zichzelf veel te
ontzeggen. Hij ruilde de gouver-
j neurs-CadilJac in voor een oude
j Plymouth, bedankte voor het of
ficiële gouverneurshuis omdat
dit "net zo'n praal heeft als de Taj
Mahaltempel" en huurde een ap-
partement voor 275 dollar per
maand. En als andere politici golf
speelden trok Jerry Brown zich
terug in zijn favoriete Zen-kloos
ter bij Big Sur.
p'jn "goeroe" daar was E. F.
j Schumacher, schrijver van het
j boekje "Klein is mooi" en toen
i die wijze leermeester vorige
maand overleed vloog Brown
naar Londen om een toespraak te
houden bij de begrafenisdienst.
^laar Klein is niet meer zo mooi als
het was, filosofisch gesproken
dan. "Grootheid op zichzelf is
niet slechtredeneert Brown op
het ogenblik, "het is meer een
dimensie waartegen je andere
zaken moet afwegen en be-
1 schouwen". De laatste maanden
is de gouverneur het land door-
gestoven, overal flirtend met het
I bedrijfsleven en aan ieder die het
maar horen wilde vertelde hij dat
het Amerikaanse volk miljarden
zou moeten uitgeven aan
ruimte-onderzoek. (Het budget
dat Carter hiervoor heeft uitge
trokken noemt hij een Mickey
Mousebedrag.
Door
William Scobie
Observerdienst
Dat alles brengt Browns vijanden
even zeer in verwarring als zijn
vrienden.
Flauwe kul
De meest gehoorde klacht is dat
Jerry Brown alleen maar uiter
lijke stijl is en weinig werkelijk
houvast biedt. Willie Brown, een
zwart lid van de Californische
volksvertegenwoordiging die
zijn naamgenoot steunde -toen
deze vorig jaar een gooi naar het
presidentschap waagde, zegt nu
minachtend: "Jerry heeft zichzelf
opgewerkt tot ster, hij heeft een
mystiek opgebouwd met al die
flauwekul van ingetogenheid.
Maar wat heeft hij verder ge
daan?"
"Niet genoeg", zeggen andere
vooruitstrevende aanhangers die
hem kwalijk nemen dat hij zijn
beloften van de verkiezingscam
pagnes niet is nagekomen. In de
kringen van de milieube
scherming verwijten ze hem zijn
plotselinge vriendelijkheid te
genover de grote zakenwereld en
vooral het feit dat hij zijn
goedkeuring heeft gehecht aan
de bouw van grote olie- en gasin
stallaties voor de Californische
kust. Negerleiders beklagen zich
erover dat het bestuur van Brown
geen gevoel heeft getoond voor
de noden van de zwarte bevol
king. De grote gemeenschap van
homofielen, die deze staat heeft,
gromt dat hij het probleem van de
rechten van de homofielen "vol
ledig heeft verwaarloosd".
En wat de vrouwen betreft: "De
gouverneur luistert naar geen
enkele vrouw als het om belang
rijke zaken gaat", zegt March
Fong Eu, de vrouwelijke secreta
ris van de staat en de hoogste
vrouwelijke functionaris die in
Californië is verkozen. "Het be
stuur van Brown heeft in zijn top
alleen maar blanken en het zijn
allemaal r
De naaste medewerkers van Brown
antwoorden dat hij in werkelijk
heid een groot aantal vrouwen en
zwarten heeft benoemd in com
missies, in regeringsbanen en bij
de rechterlijke macht. Hoewel de
conservatieve kringen luid pro
testeerden heeft hij bijvoorbeeld
zijn oude vriendin en medestrijd
ster Rode Bird benoemd tot pre
sident van het Californische
Jerry Brown:
alleen maar
uiterlijke
stijl
Hooggerechtshof. Zij is de eerste
vrouw die ooit in deze functie is
aangesteld.
Doodstraf
„Ze kunnen me nog meer vertel
len", zegt Jerry Bigalow, een
deskundige op het gebied van
werkverhoudingen. "De trou
wen hebben in werkelijkheid
niets in te brengen".
Een andere tere plek bij de vooruit
strevende stromingen is Browns
standpunt tegenover de
doodstraf. De gouverneur heeft -
zoals hij had beloofd - zijn veto
uitgesproken over herinvoering
van de doodstraf" in Californië
maar hij heeft geen pogingen ge
daan om de acties te stoppen van
voorstanders van de doodstraf
om dat veto te laten wegstem
men. En die acties hadden suc
ces. "Hij ging een straatje om", zo
zegt een afgevaardigde uit San
Francisco, "het was politiek gun
stig om de doodstraf terug te
krijgen omdat uit de opiniepei
lingen was gebleken dat het pu
bliek daarom vroeg".
Ondanks deze en andere klachten
zullen de ware Democraten ach
ter de gouverneur staan als het
volgend jaar tegen verkiezings
tijd loopt. Bijna tachtig procent
van zijn kiezers vinden dat hij zijn
werk "goed" of "redelijk" doet en
dat is een politiek wonder voor
iemand die drie jaar aan het be
wind is.
De slimme Jerry Brown is er al lang
achter wat de zwakke plek is in
zijn wapenrusting - en dat is de
bewering dat zijn staat Californië
niets van de zakenwereld moet
hebben.
"De gouverneur is erin geslaagd",
zo zegt een fabrieksdirecteur "om
deze staat op de 47-ste plaats te
krijgen wat betreft goedgezind
heid tegenover de zakenwereld.
En daarom kan je hier zo moeilijk
een baan krijgen en trekken de
zaken weg om ergens anders tot
bloei te komen".
Brown is nu hard bezig om dit
slechte beeld te veranderen. Hij is
naar Tokio en New York gevlo
gen om te proberen nieuwe indu
strieën aan te trekken. Hij belooft
de belastingdruk te verlagen en
alle bureaucratische romslomp te
verminderen. Hij is erbij als de
eerste spade de grond ingaat voor
een brouwerij en herinnert de
menigte er dan aan dat hij on
langs zijn veto heeft uitgespro
ken over een verhoging van de
accijns op bier. Hij maakt re
clame voor de "ruimtebus", het
Jupiter-project en televisiesatel-
lieten voor het onderwijs.
Brown gebruikt .zijn zakenreizen
ook om onopvallend politieke re
clame voor zichzelf te maken.
Toen hij onlangs aan de oostkust
was, maakte hij onderons-af
spraakjes met de hoofdredacteu
ren van de Time, Newsweek en
de New York Times; hij was op
een feestje met louter sterren dat
werd gegeven door de jongens
van de Washington Post met on
der anderen Jackie Onassis; hij
hield een toespraak tot Joodse
leiders in New York en liet ze ge
loven dat hij het niet eens is met
president Carter wat betreft het
Midden-Oosten.
In de war
Tegen buitenstaanders die het
moeilijk hebben met de duide
lijke tegenstellingen in Browns
karakter zegt Gray Davis, zijn
rechterhand: "De gouverneur
lijkt op zo'n bal met kleine
spiegeltjes die ze in discotheken
ophangen: hij heeft een heleboel
facetten en soms denken mensen
die hem zien dat hij van stand
punt is veranderd, maar dan is
het alleen maar een ander aspect
van hem dat aan het daglicht
treedt. Daarom zijn de nieuws
media zo in de war gebracht"
Er zijn maar weinig mensen die
eraan twijfelen of Brown - on
danks zijn huidige perikelen - er
in 1978 in zal slagen zichzelf als
gouverneur op te volgen. En
daarna: in 1980 een poging om in
het Witte Huis te komen als de
populariteit van president Carter
blijft dalen?
Zonder er ook maar bij te glimla
chen antwoordt gouverneur
Brown: "Dat is nel /-(» iets als
wanneer je iemand die gelukkig
getrouwd is vraagt wanneer hij
gaat hertrouwen".