"Open grenzen weer voor gastarbeiders DE AARDGASFABEL VAN DEN UYL OLIEBOLLENACTIE VALT NIET IN DE SMAAK IN LISSE Oudste kasteleines (102) heeft café voorgoed gesloten PAGINA 4 VARIA In hun poging Lisse tot het koopcentrum van de Bollenstreek te maken hebben 58 winkeliers, verenigd in de winkeliersvereniging Alverha, vorig jaar het Alphense reclameadviesbureau Alfad in de armen genomen dat driftig het in Lisse winkelende publiek met acties is gaan bestoken. Veel van die acties zijn echter verkeerd gevallen, zowel bij publiek als winkeliers. Ook de laatste "stunt", een actie met oliebollen, zet nu kwaad bloed. Eén en ander heeft er toe geleid dat op de komende vergadering van de winkeliers in januari, sommige bestuursleden met het voorstel zullen komen niet verder meer met Alfad in zee te gaan en in de toekomst weer zelf wat te organiseren. De gewraakte oliebollenactie loopt nog. Wie in de periode van half tot eind december inkopen deed bij de Alverha-winkeliers ontving voor elke bestede 25 gulden één bon die recht geeft op een oliebol. Morgen kunnen die op een centrale plaats in het bollendorp wor den afgehaald. Met dien verstande dat de oliebollen slechts in zakjes van vijf worden verstrekt. Met andere woorden: om aan oliebollen te komen moest men voor een bedrag van tenminste 125 gulden in Lisse inkopen hebben gedaan. Er is nog een restrictie; per persoon mogen de winkeliers maximaal tien bonnen (is tien oliebollen) uitkeren. Nu een theoretisch geval. Mev rouw A. uit Hillegom doet in het Lissese winkelcentrum boodschappen ter waarde van 200 gulden, wat haar bonnen voor vijf oliebollen oplevert. Morgen moet ze die' ophalen. Naar Lisse neemt ze de bus. Een retourtje kost 1,75 gulden. Loopt naar het cen trum, neemt de oliebollen in ontvangst en keert met de bus naar huis terug. Een eenvoudig rekensommetje leert haar dat het kopen in Lisse, uitgaande van een oliebolprijs van 30 cent haar eigenlijk geen cent voordeel heeft opgelevert, ze is er zelfs op achteruit gegaan. Niks "o zijn er meer voorbeelden te bedenken waaruit blijkt dat deze actie kant nog wal raakt", zegt Alverha-be- stuurslid en eigenaar van een rookwarenwinkel De Bruyn. "Ik kan me best voorstellen dat het winkelende publiek zich genomen voelt. Mijn klanten durf ik die bonnen in elk geval niet te geven. Want laten we zeggen dat ze bij mij voor bijna honderd gulden aan sigaren en sigaretten ko pen, dan nog komen ze niet in aanmerking voor een paar oliebollen. Ik schaam me dood". Een andere Alverha-winkelier. Tibboel, eigenaar van een Een advertentie rond de gewraakte oliebollen-actie in Lisse meubelzaak. Hij zegt "Dit is een actie van nul komma niks. Heeft totaal geen waarde". "Laten we zeggen dat hier iemand een duur bankstel koopt. Van een duizend of zes. Zou ik 'm maximaal toch maar tien bonnen mogen ge ven. Het is om te gillen. Met Alfad moeten we maar zo snel mogelijk breken. Met die zo genaamde voordeelacties jaag je de klanten tegen je in het harnas. Doe dan helemaal niks. De winkeliers uit Lisse zijn des tijds met Alfad in zee gegaan om van een hoop rompslomp af te zijn. Tot dan organiseer den ze zelf het één en ander. Daar ging vaak veel tijd in zit ten. Per jaar betalen ze nu on geveer elk 1000 gulden om Al fad alles te laten opknappen. Naast het opzetten en bege leiden van diverse acties ont wierp het Alphense re- door Herman van Amsterdam clameadviesbureau een spe ciale krant die in een oplage van 30.000 ongeveer één keer per maand in de Bollenstreek wordt verspreid. Alverha-bestuurslid Mijnders vindt de activiteiten van Al fad wel goed uit de verf ko men. Over de oliebollenactie zegt hij: "We hadden er op ge rekend dat er morgen zo n 10.000 oliebollen zouden moeten worden gebakken. Daar komen er nu een paar Tips voor deze rubriek kunt U elke morgen tot 10.00 uur pan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215. U mag ook schrijven. duizend bij. Toch wel een be wijs dat de actie is aangesla gen. Ik snap trouwens niet waarom die andere winkeliers zo kla gen. Normaal gesproken zet ten we rond de kerst en de jaarwisseling nooit iets op touw voor onze klanten. Nu wordt er wel iets gedaan en komt er van alle kanten kri tiek." Ik geef toe dat het winkelende publiek misschien meer ge baat zou zijn met een korting van een procent of twee maar dat is voor de meeste win keliers geen haalbare kaart. Dan worden de winstmarges te klein. Dat is ook de reden dat Alfad een voor de mid denstanders wat gunstiger actie op touw heeft gezet". Dubbeltje Voor economisch-directeur Theo van Eijk van Alfad komt de stroom van kritiek niet on verwacht. "Dit heb ik van te voren zien aankomen", zegt hij. "Het is nu eenmaal zo dat de Lissese winkeliers voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten. Per man betalen ze aan ons ongeveer twintig gulden per week maar als het even kan willen ze er tachtig voor terug hebben. Dat kan natuurlijk niet". "Ze hebben ons gevraagd Lisse als koopcentrum te gaan promoten maar dat moest wel zo weinig mogelijk gaan kos ten. Met het bedrag waarmee we rond moeten zien te ko men kunnen we nauwelijks iets aardigs voor het win kelend publiek doen." 'We hebben ze ervoor gewaar schuwd. Toch hielden ze het been stijf. De gevolgen zijn niet uitgebleven. Deze oliebollenactie slaat inder daad nergens op. Maar met het geld dat er voor is uitge trokken valt nou eenmaal niet meer te doen. In de buidel Nu gaan ze ons verwijten ma ken. De schuld ligt bij de winkeliers. We draaien ook met acties in Alphen en Nieuw Vennep. Daar loopt het voortreffelijk. En dat komt alleen omdat de win keliers daar wel bereid zijn flink in de buidel te tasten. Had men dat in Lisse gedaan dan waren er nooit zoveel problemen gerezen." Ze was het eigenlijk nog niet van plan, maar Cornelia Daleman uit Rijpwetering (in juni hoopt ze levensjaar nummer 103 te note ren) heeft haar café aan de Pastoor v.d. Plaat straat nu definitief voor klanten gesloten. Tot het laatste mo ment heeft ze zelf de scepter gezwaaid in Concordia, de laatste jaren drie avonden in de week. Van half tien tot precies twaalf uur. Maar nu heeft Nederlands oudste kasteleines er een punt achter gezet. Haar schoon dochter Greet, die bij haar in huis woont: "De oorzaak was wat onenigheid met twee aangeschoten klanten. Opoe's wekkertje in de buffetkast liep zoals gewoonlijk om klokslag twaalf af, maar de twee weigerden om weg te gaan. Toen ze om half één nog niet wa ren opgestapt is opoe woedend van haar kruk ge komen en heeft ze de twee er uit gezet. Ze riep ze na dat ze nooit meer terug hoefden te komen en dat ze Concordia nu definitief op slot zou doen. In het verleden is het café wel eens meer voor een week of twee dicht geweest maar dat was omdat opoe ziek was. Nu is ze kerngezond. Als dat met die twee niet was gebeurd had zeals kasteleines de 103 willen halen. Jammer dat het zo moet eindiaen". i Br1!!' Café Concordia. Vergeelde huiskamergordijnen voor de ramen, een biljart waarop at jaren niet meer is gespeeld, geen spoelbak maar een em mer water als afwasbak voor het glaswerk, geen muziek, houten vloer, houten zolde ring, een potkachel, schaarse verlichtingeen vaste koppel klaverjassers rond de gelag tafel, opoe op een kruk achter het buffet, af en toe de glazen vullend. Jaar in, jaar uit. Maar nu is het voorbij. Barkruk De restantjes drank zijn ver deeld onder de familieleden. Café Concordia blijft voor de rest zoals het er kortgeleden nog was. Alleen de deur zit op slot. De klanten zullen zich niet meer rond de gelagtafel scharen en opoe betrekt nooit meer haar post op de barkruk. GENEVE - West-Duitsland zal zijn grenzen moeten openstellen voor grote aantallen gastarbeiders wil het meer dan een bescheiden groei in zijn industrie verwezen lijken. Dat is de verrassende con clusie van de Economische Commissie voor Europa (de ECE) van de Verenigde Naties. "Als de ervaringen van West- Duitsland en Turkije kunnen worden gebruikt voor algemene conclusies", aldus een rapport van de ECE, "dan is het duidelijk dat de verhuizing van arbeiders gunstig is voor zowel de landen van herkomst als de landen van bestemming". Verscheidene Westeuropese lan den zijn er de laatste tijd juist op uit het aantal gastarbeiders te verminderen als onderdeel van hun strijd tegen de werkloosheid onder de eigen onderdanen. "Of schoon hoge werkloosheidsper centages de meeste gastlanden ertoe hebben gebracht de toe vloed van nieuwe arbeidskrach ten uit het buitenland scherp te beperken of zelfs geheel te stop pen, is het een feit dat er nog steeds zeer veel gastarbeiders zijn. En de pogingen om de eco nomie weer op gang te krijgen Door Thomas Land kunnen deze beweging wel eens spoedig weer op gang brengen", voorspelt het rapport. Het secretariaat van de commissie analyseert in de studie de be hoefte van West-Duitsland aan arbeidskrachten op lange termijn en constateert dat "de verwer kelijking van een bescheiden maar stabiele groei in de toe komst kan leiden tot een wezen lijke toeneming van de vraag naar arbeid. Het zou onredelijk zijn meer dan een bescheiden mate van groei te verwachten, tenzij het land bereid is maatregelen te treffen om het aantal arbeiders sterk te laten toenemen door zijn grenzen te openen. De schrijvers leggen er de nadruk op dat het in het belang van het land zelf is om een zodanig im migratiebeleid te hebben dat een op de export gerichte economie niet wordt bemoeilijkt door ge brek aan mankracht. Zij laten doorschemeren dat hun con clusies voor geheel West-Europa gelden. Werklozen De negen landen van de Europese Gemeenschap hebben tesamen naar voorzichtige schattingen dertien miljoen gastarbeiders en gezinsleden. In totaal zijn er meer dan zes miljoen werklozen. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, de OESO, voorspelde eerder al dat de beperkingen op de toela ting van gastarbeiders tot de EEG eerder de werkloosheid zullen vergroten dan verkleinen. De re den daarvan is dat het tekort aan mankracht in sectoren waar de gastarbeiders hun werk vonden en vinden elders weer de produk- tie zal verlagen en daarmee tot nieuwe ontslagen zal leiden. Al in begin 1973, nog voor de ener giecrisis, is West-Duitsland be gonnen de stroom van gastarbei ders te beperken. Toch waren er daar nooit zoveel gastarbeiders plus familieleden als nu (onge veer vier miljoen), ondanks het vier jaar geldende verbod op werving in het buitenland en alle maatregelen die erop zijn gericht de gastarbeiders tot terugkeer naar hun land te bewegen. Verwacht wordt dat er nog 1,4 mil joen mensen bij zullen komen; familieleden die afhankelijk zijn van gastarbeiders in de bonds republiek en die het recht hebben op gezinshereniging. Binnen een jaar of tien zal de buitenlandse gemeenschap ongetwijfeld ook nog wel een miljoen nakomelin gen hebben. Paradijs Toen de gastarbeiders kwamen - voor het vuilste en slechtst be taalde werk en geschuwd door de oorspronkelijke bevolking werd verwacht dat zij slechts zouden blijven voor de duur van hun arbeidsovereenkomst. Maar toen de oliecrisis een eind maakte aan de ongekende bloei van de Europese economie wilden zij niet weg. De plannenmakers van de EG had den zich verkeken op de econo mische omstandigheden in de landen waar de gastarbeiders vandaan waren gekomen, in Zuid-Europa, Afrika, Azië en het Caribisch gebied. Zelfs een Europa-met-recessie is daarbij vergeleken een paradijs. De buitenlanders zijn op die wijze een belangrijk en blijvend sociaal verschijnsel geworden, een cul tureel afwijkende, zich vermeer derende bevolkingsgroep. Zij kunnen er niet worden uitgezet met maatregelen die onaan vaardbaar zijn voor de Europese democratieën. Toch zijn hun levensomstandighe den ook in strijd met het Euro pese ideaal van een liberale de mocratie, want afgezien van de immigranten uit Ierland en het Gemenebest in Groot-Brittannië hebben zij geen enkele politieke macht. Hun nazaten, officieel in gezetenen van hun geboorteland, zullen vermoedelijk de lagere so ciale status erven van hun ouder, verwacht de OESO. De Europese Commissie, het dage lijks bestuur van de EG, pleit voor een bescheiden vergroting van de politieke rechten van de gastarbeiders, in ieder geval op lokaal niveau. De commissie wil hun voorts automatisch het recht toekennen op gezinshereniging. Maar deze voorstellen stuiten op hardnekkiwerzet van flink wat regeringen, die beducht zijn voor de steeds luidruchtigere, ex- treem-rechtse politieke bewe- gingen die het liefst alle gastar beiders gedwongen zien vertrek ken. (Observer-dienst) 1 Als er geen zaken van buiten de grenzen de aandacht trek ken is het aardgas het politieke stokpaardje in Nederland. Oppositieleider Hans Wiegel van de WD heeft het kabi net-Den Uyl voortdurend verweten bezig te zijn met pot verteren. We zouden ons aardgas snel verbruiken, zon der dat we er iets blijvends voor in de plaats krijgen. En drs. J. M. den Uyl had nog maar nauwelijks zijn laatste handtekening gezet als minister-president of hij haalde als toekomstig leider van de oppositie het aardgas als strijdpunt naar voren. We zouden nog wel dertig jaar vooruit kunnen; niks potverteren. Om te beginnen: dertig jaar, wat een korte periode gemeten aan de eeuwigheid. En wie eerder met een somber gezicht de rapporten van de Club van Rome heeft aan gegrepen om de eindigheid van de grondstoffenvoorraad in de wereld te prediken, kan nu niet luchthartig doen over onze eigen aardgasvoorraad die, mits we er zuinig mee omspringen, nog wel dertig jaar voor onze energie voorziening kan zorgen. Den Uyl heeft ook gezegd dat het kabinet wat laat het oog op scherp had gezet voor de bijzon dere problemen rond het aard gas. De opbrengsten van het gas werken verstorend op de econo mie. Ze geven een overschot op de betalingsbalans. De gulden wordt „harder" - in waarde ver meerderde de gulden ten op zichte van de Amerikaanse dollar in enkele jaren met twintig pro cent. Nederland prijsde zich uit de markt. Het werd steeds moei lijker voor het bedrijfsleven om zijn produkten te verkopen. Ze waren te duur geworden. Daar komt bij dat de exploitatie van aardgas nauwelijks nieuwe ar beidsplaatsen oplevert. Het is de meest kapitaal-intensieve indu strie die er is. Den Uyl zei dat „een vorig kabinet" de snelle uitverkoop van ons aardgas in gang had gezet. Maar dat onder zijn kabinet de beslis sing was genomen de zaak af te remmen. Wat lezen we echter in de energienota van het kabinet- Den Uyl (blz. 87) van 23 sep tember 1974: „De olieprijsstij gingen na de akkoorden van Te heran in 1971 en het uitblijven van de verwachte nieuwe aard gasvondsten maakten een om buiging van het afzetbeleid noodzakelijk. Gasunie besloot daarom in overleg met de toe nmalige minister van economi sche zaken tot een reeks van maatregelen op afzetgebied, met als doel het afremmen van de groei van de vraag en een meer- rationeel gebruik van gas". Die toenmalige minister was de WD'er Langman. Het is in feite precies omgekeerd. „Een vorig kebinet" had al besloten zuiniger met het aardgas om te springen. Het kabinet-Den Uyl heeft zich niet zo erg gehouden aan de woorden uit de energienota, om dat het de opbrengst van he- t aardgas niet kon missen. Nog een voorbeeld uit 1974. Het Centraal Planbureau becijferde dat jaar, dat er in 1975 dankzij het aardgas anderhalf miljard gulden meer in 's rijks schatkist zou vloeien. De KVP, een regerings partij, zei toen: dat extra-aard- gasgeld moet het rijk niet gaan Door Peter Riemersma uitgeven. Dat moet worden ge bruikt om de lasten van de bur gers te verlichten. Minister Duisenberg van financiën reageerde in een vraaggesprek: „We moeten inderdaad ver schrikkelijk oppassen met het nog verder opvoeren van de uit gaven voor de sociale voorzie ningen en met het opvoeren van de sociale premiedruk". Maar hij vond ook: „We moeten niet gaan potverteren. Ons aardgas is ons kapitaal. Het zit in de grond, maar het is uitputbaar. We moeten het omzetten in andere kapitaal goederen: bruggen, wegen, dijken, scholen, railverbindin gen, waar toekomstige generaties profijt van hebben. De aardgasopbrengsten zijn jaar op jaar gestegen. De uitverkoop is gewoon doorgegaan. De extra opbrengsten zijn niet gebruikt om de lasten van de burgers te verlichten. Maar wel om de uit gaven van de rijksoverheid te vergroten. Niet echter de uitga ven voor blijvende zaken. Duisenberg heeft keer op keer ge zegd, dat de overheid dan wel veel geld door de handen laat gaan, maar dat er in verhouding steeds minder door de overheid wordt geïnvesteerd. De echte overheidsuitgaven, voor publieke werken, dalen. Welke uitgaven stijgen dan wel? De uitgaven in de „zachte sector": voor onderwijs, welzijnswerk, sociale voorzieningen. Dat zijn uitgaven gericht op wat Den Uyl zo graag noemt „de onderkant van de samenleving". Ze zijn erop gericht de gewone mensen wat meer armslag te geven. Ze zijn bedoeld om „de kwaliteit van het bestaan" van de mensen te verbeteren. En dat is precies wat Den Uyl altijd heeft gewild. Het valt ook aan nemelijk te maken dat hij daar voor altijd het aardgas heeft wil len gebruiken. Vijftien jaar gele den al maakte Den Uyl zich als TweedeKamerlid voor de PvdA druk over de aardgasbel bij Slochteren. Er was toen voortdu rend geheim overleg met de toe nmalige minister van economi sche zaken, drs. J. W. de Pous (de huidige voorzitter van de So ciaal-Economische Raad). Den Uyl heeft zich daarbij bijzonder ingespannen om grotere baten voor de schatkist uit het vuur te slepen. In 1965 werd Den Uyl zelf minister van economische zaken. Hij is toen zelf de grote aanjager geweest van het omschakelen op aardgas. De kolenmijnen in Lim burg moesten versneld sluiten. Nederland moest aardgas ver bruiken en exporteren. In het licht van die wetenschap doet het wat hypocriet aan Den Uyl steeds maar te horen pleiten voor zuini ger gebruik van aardgas. Tien jaar geleden was het parool: Het aardgas brengt het rijk geld in het laatje. Hoe meer, hoe liever! Een andere overweging toen was ook: als straks de kernenergie zijn in trede doet, blijven we met ons aardgas zitten! De aarzeling met de invoering van kernenergie onder het kabinet- Den Uyl kon ook best eens te ma ken hebben met deze gedachte. Want op het aardgas, daarop heeft Den Uyl zijn politiek van expansieve overheidsuitgaven gebouwd. Alleen vanuit deze filosofie is te be grijpen dat hij nu opeens als toe komstig oppositieleider heel an ders over het aardgas praat als toen hij nog regeringsleider was. Onder het kabinet-Den Uyl kre gen we almaar te horen: zuiniger aan, na 1980 beginnen de op brengsten terug te lopen. Nu is het verhaak we kunnen nog wel dertig jaar op dezelfde voet doorgaan. Pas dit jaar voor het eerst is de voorraad aardgas iets verminderd. Den Uyl hoopt natuurlijk dat als hij weer kan gaan regeren er nog wat aardgas over is. Het nieuwe kabinet heeft nu de kans om te doen, wat SER-voor- zitter De Pous in 1975 heeft aan bevolen. Hij pleitte toen voor een apart fonds ter versterking van het produktie-apparaat van de ondernemingen. Want, zei De Pous, men kan de vraag stellen of de wijze waarop wij onze aard gasreserves gebruiken, niet een onverantwoorde nationale ver- mogensintering betekent, waar door wij binnen een luttel aantal jaren voor ernstige problemen worden gesteld. De Pous vond het dan ook niet ver standig alle aardgasbaten in 's rijks schatkist te laten vloeien. Met een apart aardgaspotje zou de overheid het bedrijfsleven kunnen helpen zich te vernieu wen. dan zou het aardgas worden omgezet in nieuw produktief na tionaal vermogen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 4