©©IfV®®0 m®©© y§© teU1 H®dh) Nl®§§ ZATERDAG 10 DECEMBER 1977 [nn)®©^®!]3 V©© Door Jan Kees Kokke De Lutine-bel wordt bij Lloyd's eenmaal geluid voor slecht nieuws en tweemaal voor goed nieuws (foto links). Op de foto rechts Lloyd's zoals het er nu uitziet. Zakenmensen zijn gewend te leven met risico's, maar de laatste tijd ook in toene mende mate andere risico's. Geen risico gevaarlijke kans, gevaar van schade of verlies) is echter zo groot, zo bizar, zo ondenkbaar, of je kunt je er wel tegen verzeke- Neem nu de Amsterdamse za kenman M. Caransa. Die had, zoals hij zij na zijn vrijlating vertelde, al maanden het sterke vermoeden, dat hij ontvoerd zou worden. Ca ransa had zich dan ook best tegen kidnapping kunnen verzekeren. Dat doet een sterk groeiend aantal zaken lieden. Ontvoeringen van zakenmen sen waren met name in La- tijns-Amerika al jarenlang schering en inslag. Sinds ge ruime tijd is men in Europa en in het bijzonder in Italië ook aardig aan het wennen aan dit verschijnsel. Sinds 1974 zijn er in het totaal al meer dan 4.000 zakenmensen ontvoerd. Honderden miljoenen gul dens aan losgeld zijn betaald. Het is echter mogelijk om zich in te dekken tegen de finan ciële gevolgen van een ont voering. En waar komt men dan voor dit soort buitenspo rige risico's terecht? Natuur lijk. Bij Lloyd's of London. In Nederland is, voorzover ons bekend, geen verzekerings maatschappij die het risico tegen een ontvoering wil dekken. In sommige Euro pese landen is zo'n verzeke ring zelfs verboden, zoals in Italië. De Italiaanse wetgever is bang dat dit soort verzeke ringen juist ontvoeringen uitlokt. In Duitsland kan men zich wel verzekeren tegen kid napping, op voorwaarde ech ter dat het absoluut geheim blijft. Voor de kidnappers is een verzekerd slachtoffer al leen maar interessanter, om dat in dat geval het maximaal gevraagde losgeld ongetwij feld makkelijker op tafel komt. Vertrouwelijk De meeste verzekeringen tegen ontvoeringen worden onder gebracht bij Lloyd's. „Het is echter een uiterst vertrouwe lijke materie", vertelt de heer T. A. F. Atkins van de voor lichtingsafdeling van Lloyd's, waar 75 procent van dit soort kidnappingsverzekeringen worden ondergebracht. De eerste keer dat er via Lloyd's een kidnapverzekering werd afgesloten was al in 1932, vlak na de ontvoering van de zoon van Charles Lindbergh. „Sinds 1971 is het aantal ont voeringspolissen sterk toe genomen", aldus Atkins. „Op het ogenblik bedraagt het premie-inkomen van Lloyd's uit dit soort verzekeringen jaarlijks al zo'n 125 miljoen gulden. Na de gebeurtenissen in Duitsland en Nederland zal dat voor 1977 naar verwach- Nu is 20 procent een zeer hoge premie - alles boven de 10 procent betekent eerder een zekerheid dan een risico. Bij Lloyd's was men dan ook erg argwanend en na eén korte overweging weigerde men die verzekering. Een dag later werd bekend dat Ali last had van hernia en dat het gevecht uitgesteld werd. „In principe verzekeren we alles", zegt een Lloyd's makelaar. „Maar eer lijk gezegd, als de premie ho ger is dan 15 procent, dan wordt het voor ons gevaarlijk. Dan hebben we zo'n verzeke ring liever niet dan wel. Dan is het voor ons zakelijk minder interessant, omdat de kans op een uitkering bij een premie van meer dan 15 procent ook groter is. Toch zijn er wel ge vallen, waarbij de premie 20 procent of zelfs wel meer be draagt". Stravinsky De beroemde componist Stra vinsky moest, toen hij op z'n 83-ste nog voorstellingèn gaf, een verzekeringspremie be talen van 15 procent, terwijl een gemiddelde musicus met een redelijke gezondheid een premie betaalt van ongeveer 3 procent. Zo'n verzekering dekt elke schade, die voort vloeit uit het niet meer kun nen spelen als gevolg van li chamelijke omstandigheden. Niet alleen kunstenaars worden verzekerd, maar ook kunst werken. Al bleek de Mona Lisa te duur, toen het schilderij in New York ten toongesteld werd; uitge breide veiligheidsmaatrege len waren goedkoper. Toen het in 1973 naar Japan ging, werd het echter wel verze kerd. „Het was een grappige verzekering", herinnert een makelaar zich. „Het schilderij kreeg een nominale waarde van 200 miljoen Franse fran ken, tegen een premie van slechts 0,5 procent. Ik be twijfel of dat zelfs het risico dekte tegen een aardschok". Andere merkwaardige verzeke ringen, die via Lloyd's gedekt werden. Honderden Australi sche zakenmensen dekten zich via een polis in voor het geval dat het bezoek van ko ningin Elisabeth aan Austra lië niet door zou gaan, om wat voor reden ook. Ze zouden in dat geval ernstige schade lijden bij de verkoop van „koninklijke" souvenirs. Toen de beroemde bergbe klimmer Chris Bonington een expeditie naar de Everest leidde, verzekerden allerlei organisaties, die hem voor le zingen hadden uitgenodigd, zich voor het geval hij zou verongelukken. Volgens een vertegenwoordiger van Lloyd's was het risico niet zo groot. „De leider keert vrijwel zeker terug. Z'n teamgenoten lopen echter veel meer ge vaar". „Het gaat er bij verzekeringen om dat het niet de bedoeling is, dat de klant winst maakt", vertelt men bij Lloyd's. „Een verzekeringspolis is er om de klant terug te brengen op de plaafs waar hij was, voordat de ramp zich voordeed. Als je winst wil maken uit een voor spelling, dan moetje naar een beroepswedder gaan". Monster van Loch Ness Een ongewoon geval kreeg Lloyd's ook aangeboden in 1972. Een Schotse whisky- firma had een prijs uitgeloofd van vijf miljoen gulden voor de eerste persoon, die het monster van Loch Ness zou vangen. Dat is een enorm be drag en er zijn heel wat men sen. die al het mogelijke zul len doen om „Nessie", zoals het monster bekend staat, te vangen. Uiteindelijk besliste de whisky-firma dat de prijs alleen uitbetaald zou worden als „Nessie" met een stok en een touw gevangen zou wor den. Desondanks meende de whisky-firma dat de kans dat het monster - waarvan niemand weet of het werke lijk bestaat - gevangen zou worden, toch niet nihil was. En daarom verzekerde de firma zich bij Lloyd's voor het geval ze de som van vijf mil joen gulden zou moeten uit betalen. Geen probleem voor Lloyd's, die een premie vroeg en kreeg van 12.500 gulden. Het gebeurt wel vaker dat or ganisaties zich verzekeren te gen prijzen die zij uitloven voor een bepaalde prestatie. Zo zijn er golfclubs, die een prijs geven aan een speler, die een „hole-in-one" slaat; dat wil zeggen dat hij de bal in een slag in het gaatje slaat. Dit soort verzekering begon bij een golfclub in Australië, die een polis vroeg bij Lloyd's, die het risico accepteerde zonder de baan ter plaatse te inspecteren. Het bestuur van de golfclub vond het een goede reclame als veel men sen de prijs voor de „hole-in- one" wonnen. De plek rond het gat werd daarom zo aan gelegd, dat de bal er zachfjes naar toe gleed. „Nadat we dit ontdekt hadden, accepteren we dit soort verzekeringen alleen maar op goedgekeurde banen en bij speciale toer nooien", zegt de woordvoer der van Lloyd's. De stan daardpremie voor dit soort verzekeringen is nu 0.09 pro cent van het prijsgeld. Met andere woorden, de verzeke ringsactuarissen hebben be rekend. dat negen van de 10.000 mensen er in slagen een "hole-in-one" te slaan. Niet gokken „We maken een duidelijk ver schil tussen gokken en verze keren", zegt men bij Lloyd's. Een jockey kan bij voorbeeld wel op zichzelf wedden of op een ander paard, maar hij kan zich niet verzekeren voor het geval hy de race verliest. Hij kan zich wel weer verzekeren tegen een ongeval, als gevolg waarvan hij inkomsten derft. Als hij vaak gewond raakt, dan stygt de premie. Net als by artiesten, die er bekend om staan dat ze veel voorstel lingen of filmopnames mis sen. Zo kreeg Elisabeth Taylor bij de opnamen van de film Cleopatra het hoogste bedrag uitbetaald dat ooit uitgekeerd is op een „niet- verschijningspolis". „Mensen en voorwerpen wor den alleen verzekerd, voorzo ver ze vertaald kunnen wor den in geld", zo argumenteert men by Lloyd's. Toen Jim Slatet;. een befaamd financier uit de Londense zaken wereld, een levensverzeke ringspolis voor zichzelf nam voor 50 miljoen gulden, was dat niet omdat zijn ingewan den van goud waren, maar in verband met de waarde, die de verzekeraars toekenden aan zijn vermogen om geld te verdienen. Een Amerikaanse vrouw daar- lichaam van haar man op een reis door Europa wou mee nemen, had grote moeite om hiervoor een verzekering te vinden. „De meeste verzeke ringsmaatschappijen verze keren geen voorwerp, dat geen marktwaarde heeft en naar onze mening heeft een dode man geen markt waarde", aldus een woordvoerder van Lloyd's. Toch zijn er maar weinig ver zekeringen, waarop Lloyd's het antwoord schuldig blyft. Een sponsor van een paar denrace verzekerde zich eens voor het geval er twee win naars precies gelijk over de eindstreep zouden komen en hij twee bekers, in plaats van een zou moeten uitreiken. Dat kostte hem slechts 75 gulden aan premie, terwijl een extra beker hem 20.000 gulden zou hebben gekost. Uniek is het geval, waarbij een directeur van een lijmfabriek zich verzekerde bij een pu bliciteitsstunt, waarvan hij zelf het slachtoffer kon wor den. Hij sneed het touw van een guillotine doormidden en plakte het toen weer met zijn eigen lijm. De directeur legde daarop zijn hoofd onder de guillotine om het geloof in de hechtkracht van zijn produkt uit te drukken. Niets te dol De City van Londen is een van de meest conservatieve bol werken van Engeland. Ook bij Lloyd's in Lime Street draagt men nog graag de bol hoed. de paraplu, het keurde donkere costuum en het ge streepte overhemd met de witte boord. Maar wat verze keringen betreft is Lloyd's niets te dol. Zonder een spier \-.n het uitgestreken Britse gezicht te vertrekken, dekt de Lloyd's assuradeur elk risico. Er is slechts een moment in de immense zaal van het Lloyd's gebouw, waar de dagelijkse zaken worden afgehandeld, waarop iedereen even het werk neerlegt. Dat is wanneer de bel van de „Lutine" geluid wordt. Een slag betekent slecht nieuws en twee slagen goed nieuws. Goed nieuws is bij voorbeeld als een konin klijke bezoeker de zaal be treedt. Slecht nieuws is als Lloyd's het bericht ontvangt dat er een hoog verzekerd schip is vergaan. De bel is af komstig van het goudschip „Lutine", dat in 1799 tussen Vlieland en Terschelling ver ging. De lading was verzekerd bij Lloyd's. Het was een van de zwaarste verliezen uit de geschiedenis voor de Lon dense assuradeuren. On danks onderzeese zoekacties, die tot op de dag van vandaag voortduren, is slechts een mi nimaal deel van de goudla ding teruggevonden. De laatste keer dat de „Lu- tine"-bel geluid werd voor slecht nieuws was in januari 1976, toen de Noorse tanker Berge Istra by de Philip- pynen verging. ting aanzienlijk groter wor den". Bij Lloyd's is men echter voor zichtig met nadere details over kidnapverzekeringen. Bekend is dat nogal wat grote maatschappijen hun topmen sen laten verzekeren tegen ontvoeringen. Vooral dege nen, die reizen maken in ge bieden, waar de risico's het grootst zijn. Niemand zal ech ter publiekelijk te koop lopen met het feit dat hij verzekerd is. Dat maakt de kans dat hij ontvoerd wordt in elk geval- tegen de 100 procent. Lloyd's staat in de hele wereld bekend om haar bereidheid om ongewone risico's te ver zekeren. Niet alleen ontvoe ringen. Dat is maar een fractie van het premie-inkomen van 25 miljoen gulden, dat elke werkdag via Lloyd's bin nenkomt. De premies worden vooral verdiend met het ver zekeren van schepen, vliegtuigen, olie-installaties, fabrieken en andere indus triële complexen. Maar ook: de snor van een bekende ko miek, het verhemelte van een belangrijk wijnproever of de benen van Johann Cruijff Uniek instituut Lime Street is een steegje mid den in de City van Londen, het financiële hart van Enge land; vroeger van de hele we reld. Voor het onverwacht imposante entree, met veel zwart marmer, van Lloyd' staat een portier in een scharlaken rode jas en dito hoge hoed. Hier bevindt zich de belangrijkste verzeke- ringsmarkt ter wereld. Een uniek instituut. Lloyd's is in tegenstelling tot wat velen menen, geen bedrijf of een firma. Lloyd's is in principe slechts een ontmoetings plaats voor assuradeuren, zoals mr. Edwart Lloyd's Cof fee House dat 300 jaar gele den al was. Lloyd's is dus een verzeke- ringsmarkt, die internatio naal is van omvang en waar bijna elk verzekerbaar risico kan worden ondergebracht by een van de 10.000 assura- s deuren, die lid zijn van Lloyd's, doch uitsluitend door bemiddeling van Lloyd's makelaars. Ieder lid is met zijn gehele particuliere vermogen aansprakelijk voor de nakoming van zijn verze keringsverplichtingen. Daarin verschilt Lloyd's met andere verzekeringsorganisa ties. Voor hele grote risico's vormen de assuradeuren een „pool", zodat het risico ver spreid wordt over de ruggen van meerdere dragers. - Dat gebeurt bij voorbeeld bij gastankers, die gemiddeld voor zo'n 400 miljoen gulden verzekerd zijn. Of bij een su pertanker van 125 miljoen gulden. Een lijnschip, zoals de Queen Elisabeth II is voor ongeveer 120 miljoen gulden verzekerd. Een olieboorplat form daarentegen voor niet minder dan 1,25 miljard gul den. Een van de grootste schadepos ten van de laatste tijd voor Lloyd's assuradeuren was de botsing van twee jumbo-jets op Tenerife in maart van dit jaar. De KLM Boeing 747 kostte de assuradeuren alleen al aan materiele schade 38,75 miljoen gulden aan claims en de Pan Am Boeing 26,5 mil joen gulden. De totale schade van deze ramp was net iets meer dan de claim van de olietanker Olimpic Bravery, die in 1976 verging op de kust van Bretagne. Lloyd's staat voor niets, als het om verzekeringen gaat. „Wij zijn er trots op dat we elk ri sico verzekeren.... tegen een bepaalde prijs", zegt de heer Atkins van Lloyd's. „Bórst-inflatie" Zo zijn er verzekeringspolissen, die de benen van Betty Gra- ble dekten en die van Mariene Dietrich, maar ook van Pele, allemaal voor miljoenen gul dens. Andere sterren hebben hun tanden, hun lippen of hun handen verzekerd. Zelfs is er een Amerikaanse ster geweest, die in 1950 haar bor sten heeft verzekerd voor een miljoen gulden. Ze dekte zich in tegen het risico van „infla tie". De omvang van haar bor sten werd bij het ingaan van de verzekering officieel in de polis opgenomen. Die be droeg toen 104,1 centimeter. Elke 5 centimeter inkrimping zou door de verzekering ge dekt worden. In 1965 kwam er bij Lloyd's het verzoek uit Amerika binnen in verband met het gevecht om de wereldtitel zwaarge wicht tussen Muhammed Ali en Sonny Listen. Gevraagd werd om een verzekering te gen het risico dat een van bei den om gezondheidsredenen niet zou kunnen vechten. Aangeboden werd een pre mie van 20 procent, te beta len van het verlies.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 31